Je bevind je in de wikiwijs over het ziektebeeld 'hartfalen' behorende bij week 4 van Leereenheid 2 De Kwetsbare Zorgvrager'.
Doel van deze wikiwijs: Als student zelfstandig kennis op te doen over het ziektebeeld 'hartfalen' en hierbij specifiek kijkend naar de observaties en interventies die je als verpleegkundige hebt bij zorgvragers die 'hartfalen' hebben. Door deze wikiwijs van begin tot eind goed te doorlopen heb je aan het eind alle leerdoelen behorende bij deze les behaald. Als toekomstig verpleegkundige heb je kennis opgedaan over het ziektebeeld hartfalen die je kunt leren toepassen in de zorgpraktijk.
Succes en veel leerplezier toegewenst!
Leerdoelen Wikiwijs Hartfalen
Nadat je deze wikiwijs 'Hartfalen' doorgelopen hebt, kun je benoemen:
wat de aandoening 'hartfalen' inhoudt
wat de observatiepunten zijn bij zorgvragers met 'hartfalen'
welke verpleegkundige interventies ingezet moeten worden bij zorgvragers met 'hartfalen'
Uitleg Hartfalen door juffrouw Danielle, duur 8 min. 16
1. Wat is hartfalen?
Hartfalen is een aandoening waarbij het hart steeds slechter gaat functioneren. Iemand die hinder krijgt van hartfalen levert steeds meer in op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied. Met het gevolg dat de persoon met hartfalen steeds minder energie heeft en hierdoor dingen moet laten omdat het hart dit niet meer aan kan. Eerst is dit alleen nog maar bij inspanning. Op een gegeven moment gebeurt dit ook in rust.
Hartfalen is het tekortschieten van de hartfunctie, doordat de pompkracht van het hart is verminderd. Het kan het bloed niet krachtig rondpompen.
Er bestaan twee soorten hartfalen: diastolisch hartfalen en systolisch hartfalen.
Hartfalen wordt naar ernst ingedeeld in vier klassen. Daarbij zijn de klachten bij inspanning het meest zichtbaar. Klachten zoals vermoeidheid, hartkloppingen en benauwdheid.
Klasse I
Geen klachten bij normale inspanning
Klasse II
In rust geen klachten. Wel klachten bij inspanning
Klasse III
In rust weinig of geen klachten. Al klachten bij lichte inspanning
Klasse IV
Klachten bij elke inspanning, ook klachten in rust
Figuur , www.esculaapmedia.nl
Bron: boek VVT 2, Thieme Meulenhoff, Hoffdstuk 3 "Zorgvragers met hart- en vaataandoeningen', 3.9 'Zorgvragers met aandoeningen aan het hart'
Bij diastolisch hartfalen is de wand van de linkerkamer verdikt door hoge bloeddruk en kleplijden, waardoor bloed minder goed het hart in kan en in de longen blijft staan.
Bij diastolisch hartfalen zijn er hartproblemen bij het ontspannen van de hartspier.
Klachten bij diastolisch hartfalen zijn vooral benauwdheid bij inspanning, omdat dan het hart vanwege de snellere hartslag nog minder tijd krijgt om zich te vullen.
Bron: Thieme Meulenhoff, boek VVT 2, Hoofdstuk 3 'Zorgvragers met hart- en vaataandoeningen', hoofdstuk 3.9 'Zorgvrager met aandoeningen aan het hart'.
Bij systolisch hartfalen wordt er onvoldoende bloed rondgepompt, omdat de knijpkracht van de hartspier is verminderd. Meestal gaat het om zorgvragers die net een hartinfarct gehad hebben of die al vaker een hartinfarct hebben doorgemaakt.
Bij systolisch hartfalen zijn er problemen met het samentrekken van de hartspier.
Bij systolisch hartfalen ontstaan de volgende klachten: vermoeidheid, kortademigheid en vocht vasthouden in de benen en rondom de enkels. Ook kan er een gevoel van benauwdheid zijn bij plat liggen, omdat dan bloed vanuit de benen en buik naar de longen loopt, dat niet goed weggepompt kan worden door de linkerkamer van het hart. De rechterkamer van het hart kan verminderd pompen wat oedemen in buik en benen kan geven.
Bron: Thieme Meulenhoff, boek VVT 2, Hoofdstuk 3 'Zorgvragers met hart- en vaataandoeingen', hoofdstuk 3.9 'Zorgvragers met aandoeningen aan het hart'.
Hierbij is er sprake van een plotseling optredende verslechtering. Dit wordt veroorzaakt doordat er plotseling hogere eisen aan het worden gesteld door een hartinfarct of al eerder bestaand hartfalen. Bij de zorgvrager zie je dan een plotseling toenemende ernstige benauwdheid. Dit wordt ook wel 'astma cardiale' genoemd. Als het hart tekort gaat schieten in de werking, kan er een levensbedreigende situatie ontstaan.
Figuur 3, www.dreamstine.nl
Bron: Thieme Meulenhoff, boek VVT 2, Hoofdstuk 3 'Zorgvragers met hart- en vaataandoeingen', hoofdstuk 3.9 'Zorgvragers met aandoeningen aan het hart'.
Dit wordt veroorzaakt door een hartinfarct, hoge bloeddruk, aangeboren afwijking, ontsteking van de hartspier, aandoening aan een hartklep of ritmestoornissen. Hartfalen kan echter ook in korte tijd verergeren doordat er zich bijvoorbeeld vocht in de longen ophoopt. Dan spreekt men van acuut hartfalen, want de pompfunctie laat het plotseling afweten.
Figuur 4, www.wikipedia.nl
Bron: Thieme Meulenhoff, boek VVT 2, Hoofdstuk 3 'Zorgvragers met hart- en vaataandoeingen', hoofdstuk 3.9 'Zorgvragers met aandoeningen aan het hart'.
Bij linker hartfalen, ook wel links-decompensatio cordis genoemd, kan de linkerhelft van het hart niet aan de eisen voldoen. Er ontstaat stuwing in de longvaten en er treedt longoedeem op. De zorgvrager is kortademig. Deze kortademigheid neemt toe bij inspanning en plat liggen. De kortademigheid kan dus met name in de nacht optreden aangezien de zorgvrager dan plat op bed ligt.
Bron: Thieme Meulenhoff, boek Ziekenhuis 1 niveau 4, hoofdstuk 8 'Zorgvragers met aandoeningen aan het hart', hoofdstuk 8.27 'Zorgvragers met aandoeningen aan het hart'. paragraag 'hartfalen'.
Bij rechtszijdig hartfalen treedt er een stuwing op doordat de rechterhelft van het hart zijn functie niet aankan. Bij de zorgvrager zie je perifeer oedeem (enkels), een stijging van de centraal veneuze druk (druk in de vaten die naar het hart toe lopen), vergroting van de lever en vocht in de buikholte (ascites). Deze symptomen bestaan in meer of minder mate.
Bron: Thieme Meulenhoff, boek Ziekenhuis 1 niveau 4, hoofdstuk 8 'Zorgvragers met aandoeningen aan het hart', hoofdstuk 8.27 'Zorgvragers met aandoeningen aan het hart'. paragraag 'hartfalen'.
De oorzaken van hartfalen lopen nogal uiteen, deze zijn afhankelijk van :
De knijpkracht van de hartspier
De fase van de hartslag
Het ontstaan van het hartfalen
De plaats in het hart
Hartfalen wordt ook wel 'decompensatio cordis' of 'hartinsufficiëntie' genoemd.
Overzicht oorzaken 'hartfalen':
Eén of meer hartinfarcten
Hoge bloeddruk
Ziekte van de hartspier (cardiomyopathie)
Niet goed functionerende hartkleppen
Hartritmestoornissen
Aangeboren hartafwijkingen
Overige oorzaken (alcohol gebruik, bepaald medicatiegebruik bijv. chemotherapie, longaandoeningen en zeer ernstige infecties)
Combinatie van oorzaken (bijv. een doorgemaakt hartinfarct en hartklepproblemen)
Bron: Thieme Meulenhoff, boek VVT 2, Hoofdstuk 3 'Zorgvragers met hart- en vaataandoeingen', hoofdstuk 3.9 'Zorgvragers met aandoeningen aan het hart'.
Symptomen die zich voor kunnen doen bij hartfalen zijn:
een vol gevoel in de bovenbuik, een opgezette buik
zwaarder worden terwijl je niet meer dan normaal eet, of zelfs als je minder eet
vaker moeten plassen 's nachts en soms juist minder overdag
prikkelhoes, vooral bij platliggen
verminderde eetlust
slapeloosheid of onrustige slaap
duizeligheid
benauwdheid bij voorover buigen of bukken
verstopping (obstipatie)
koude handen en voeten (door slechte bloedcirculatie)
vermoeidheid
snelle hartslag
verlaagde bloeddruk
onrust
angst
benauwdheid
schuim op de lippen
witrozig witschuimend sputum opgeven
blauwpaarse lippen en vingers
Bij elke verschillende oorzaak van hartfalen zijn de symptomen ook anders. Echter soms lijken ze veel op elkaar wat de diagnose stelling soms wat moeilijker maakt. Door verder onderzoek te doen kan de juiste vorm van hartfalen gekoppeld worden aan de zichtbare symptomen.
Bij oudere zorgvragers kan hartfalen zich aspecifiek (anders uiten dan normaal) uiten door een verminderde eetlust of verwardheid. Daarnaast komt nachtelijke onrust al dan niet in combinatie met kortademigheid vaak voor.
Als de oorzaak van het hartfalen bekend is, kan worden gezocht naar de meest passende behandeling. Soms is het mogelijk de oorzaak van het hartfalen weg te nemen. Bij een vernauwing van de kransslagaders, waarbij het hart onvoldoende zuurstof krijgt om krachtig te kunnen pompen, kan een dotterbehandeling met het plaatsen van een 'stent' of een bypassoperatie uitkomst bieden. Afwijkingen aan de hartkleppen kunnen eveneens operatief worden behandeld door bijvoorbeeld vervanging van een defecte hartklep. In sommige gevallen kan een harttransplantatie een uitkomst bieden, maar dan mag er geen sprake zijn van andere aandoeningen. Echter bij het merendeel van de hartfalen patiënten kan de oorzaak van het hartfalen niet weggenomen worden.
Figuur , www.holosbulletin.nl Figuur , www.ziektevrijleven.nl
Als de oorzaak van het hartfalen niet behandeld kan worden, dan moeten de bijkomende aandoeningen behandeld worden, de bloeddruk te verlagen en het vasthouden van vocht tegen te gaan.
Om de klachten te verminderen en/of verergering van de klachten te voorkomen bestaat de behandeling van hartfalen uit 'medicijnen' en 'leefregels'. De leefregels bestaan uit therapietrouw ten aanzien van medicatie, eten en drinken (zout en vocht), regelmatig bewegen, je gewicht, roken en alchohol.
Figuur , www.ziektevrijleven.nl Figuur , www.Fysiotherapie-jetten.nl
Als er sprake is van 'chronisch hartfalen', dan beoordeelt de cardioloog of de hartfalenverpleegkundige in het ziekenhuis aan de hand van een indeling in vier klassen hoe de conditie van een zorgvrager met hartfalen is. Hierin neemt de arts ook klachten mee zoals hartkloppingen, benauwdheid en erge vermoeidheid.
Indeling klassen bij hartfalen
1
Geen klachten bij inpanning
2
In rust geen klachten. Wel klachten bij normale inspanning
3
In rust weinig of geen klachten. Al klachten bij lichte inspanning
4
Klachten bij elke inspanning, ook klachten in rust
BronL Indeling New York Heart Association - NYHA
Figuur , www.hartcentrummeetjesland.be
Bron: Thieme Meulenhoff, boek VVT 2, Hoofdstuk 3 'Zorgvragers met hart- en vaataandoeningen', hoofdstuk 3.9 'Zorgvrager met aandoeningen aan het hart'.
Zorgvragers met hartfalen zijn zeer kwetsbaar. Hierin wordt van jou als verpleegkundige heel veel verwacht ten aanzien van het monitoren (observeren) van het lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden van de zorgvrager met hartfalen. Des te eerder jij als verpleegkundige symptomen signaleert bij de zorgvrager met hartfalen die verslechtert of bij de zorgvrager die ineens last krijgt van hartfalen des te eerder en beter kan de behandeling ingezet worden.
Als verpleegkundige observeer je:
of de zorgvrager en diens naasten goed begrijpen wat er aan de hand is en geeft aanvullende informatie
of er hulpmiddelen en/of aanpassingen nodig zijn voor de zorgvrager/mantelzorger en/of diens woning
of er andere disciplines nodig zijn bij de zorgvrager zoals een diëtiste, fysiotherapeut, ergotherapeut of psycholoog
de stemming van de zorgvrager met hartfalen, wees alert op pshychische problemen zoals somberheid, een depressie, stemmingstoornissen en slaapstoornissen
of de zorgvrager zijn/haar medicatie goed inneemt
het stressniveau van de zorgvrager
het voeding en vochtpatroon van de zorgvrager
of de zorgvrager voldoende drinkt tussen oefeningen door
het gewicht, de RR+P
bij kaliumafdrijvende diuretica let je erop dat de zorgvrager dagelijks kaliumrijke producten gebruikt zoals sinaasappels of abrikozen
Bron: Thieme Meulenhoff, boek VVT 2, Hoofdstuk 3 'Zorgvragers met hart- en vaataandoeningen', hoofdstuk 3.9 'Zorgvrager met aandoeningen aan het hart'.
6. Interventies bij 'hartfalen'
Als verpleegkundige heb je bij zorgvragers met hartfalen verschillende uiteenlopende verpleegkundige interventies (acties) die je in kunt gaan/moet zetten bij zorgvragers met hartfalen. Door ondeskundig handelen van jou als verpleegkundige kan het heel slecht aflopen met de zorgvrager met hartfalen. Met de dood tot gevolg.
De zorgvrager met hartfalen is vaak erg vermoeid waardoor de zelfzorg van deze zorgvrager in de knel komt. De verpleegkundige interventie van jou als verpleegkundige is dan om de zorgvrager te ondersteunen bij zijn/haar zelfzorg in overleg met de zorgvrager en/of mantelzorger. Je moet erop letten dat je nooit zomaar iets overneemt van de zorgvrager met hartfalen, dit kan het zelfbeeld van de zorgvrager beschadigen en de relatie tussen de zorgvrager en jou als verpleegkundige. Houdt er rekening mee dat de zorgvrager zich zal schamen omdat hij/zij nu afhankelijk is geworden van anderen. Dit kan tijdelijk zijn, maar ook levenslang, wees je daar bewust van. Zorgvragers met hartfalen zitten in een soort rouwproces omdat zij niet meer kunnen presteren zoals zij altijd deden en hierdoor een beschadiging van hun zelfbeeld kunnen oplopen. Zij kunnen hierdoor ook depressief worden met alle gevolgen van dien.
Neem de tijd om te luisteren naar de zorgvrager met hartfalen, wie was hij/zij voorheen, waar lagen zijn wensen en behoeften en hoe kijkt deze hier nu tegenaan. Wat kan hij/zij nog zelf, waar is ondersteuning nodig. Zorg ervoor dat je de tijd neemt voor de zorgmomenten. De zorgvrager is erg vermoeid en vaak ook benauwd. Je moet het zorgproces daarom rustig uitvoeren en soms pauzes tussen handelingen door toepassen. Hierdoor kan de zorgvrager weer op adem komen.
Je geeft als verpleegkundige ook adviezen. Bijv. hoe hij/zij het beste om kan gaan met zijn/haar energie, zittend wassen of hulp bij het douchen een paar keer per week in plaats van elke dag. Maar ook het regelen van huishoudelijke hulp in de thuissituatie. Denk aan het inzetten van hulpmiddelen en aanpassingen voor de zorgvrager met hartfalen die een beperkte inspanningstolerantie heeft. Dit kan ertoe bijdragen dat deze zorgvrager met hartfalen in zijn/haar eigen woning (woonomgeving) kan blijven wonen. Denk bijv. aan een traplift als de zorgvrager boven moet slapen en het plaatsen van een douchezitje waardoor de zorgvrager wellicht zelfstandig kan douchen.
Bij sommige zorgvragers kan het hartfalen zo ernstig zijn, dat zij bedlegerig worden. Als alle behandelmogelijkheden ontbreken is er sprake van een (pre)terminaal stadium. De zorgvrager met hartfalen is dan gebaat bij halfzittend verplegen en slapen. Let op decubituspreventie!
Bij een zorgvrager met hartfalen heb je niet alleen de zorg voor de zorgvrager zelf, maar ook voor zijn/haar omgeving. Toon empathie, maak tijd voor een praatje, geef adviezen, betrek ze bij de zorg van de zorgvrager als dat gewenst is, stimuleer ze tot ontspanningsmomente of andere ondersteuning door derden.
Verpleegkundige taken die je als verpleegkundige hebt in de uitvoering van verpleegkundige interventies:
Regelmatig RR+P meten
Observatie en rapportage
Zorg dragen voor therapietrouw medicatie, medicatie op tijd aanbieden
Huidverzorging
ADL verzorging
Wegen op afspraak arts
Ondersteuning bij vocht- en zoutbeperking
Adviezen gezonde voeding/diëtiste inschakelen
Gedoseerde rust en beweging/activiteiten
Inschakelen ergotherapeut voor aanpassingen in huis en/of inzet van hulpmiddelen
Inschakelen van fysiotherapeut voor oefeningen op bed
Inschakelen van logopediste bij spraakproblemen die veroorzaakt worden door benauwdheidsklachten
Inschakelen van psycholoog bij somberheid, mogelijke depressie en slaapstoornissen (via huisarts)
Figuur , www.hulpmiddelwereld.nl Figuur , www.HulpMedi.nl
Figuur , www.carefinity.nl
Bron: Thieme Meulenhoff, boek VVT 2, Hoofdstuk 3 'Zorgvragers met hart- en vaataandoeingen', hoofdstuk 3.9 'Zorgvragers met aandoeningen aan het hart'.
Het arrangement Les Hartfalen Leereenheid 2 Gerrie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Gerrie Hebinck
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-12-12 13:28:34
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.