Zorgvragers met hartfalen zijn zeer kwetsbaar. Hierin wordt van jou als verpleegkundige heel veel verwacht ten aanzien van het monitoren (observeren) van het lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden van de zorgvrager met hartfalen. Des te eerder jij als verpleegkundige symptomen signaleert bij de zorgvrager met hartfalen die verslechtert of bij de zorgvrager die ineens last krijgt van hartfalen des te eerder en beter kan de behandeling ingezet worden.
Als verpleegkundige observeer je:
of de zorgvrager en diens naasten goed begrijpen wat er aan de hand is en geeft aanvullende informatie
of er hulpmiddelen en/of aanpassingen nodig zijn voor de zorgvrager/mantelzorger en/of diens woning
of er andere disciplines nodig zijn bij de zorgvrager zoals een diƫtiste, fysiotherapeut, ergotherapeut of psycholoog
de stemming van de zorgvrager met hartfalen, wees alert op pshychische problemen zoals somberheid, een depressie, stemmingstoornissen en slaapstoornissen
of de zorgvrager zijn/haar medicatie goed inneemt
het stressniveau van de zorgvrager
het voeding en vochtpatroon van de zorgvrager
of de zorgvrager voldoende drinkt tussen oefeningen door
het gewicht, de RR+P
bij kaliumafdrijvende diuretica let je erop dat de zorgvrager dagelijks kaliumrijke producten gebruikt zoals sinaasappels of abrikozen
Bron: Thieme Meulenhoff, boek VVT 2, Hoofdstuk 3 'Zorgvragers met hart- en vaataandoeningen', hoofdstuk 3.9 'Zorgvrager met aandoeningen aan het hart'.