1.2 Systolisch hartfalen

Bij systolisch hartfalen wordt er onvoldoende bloed rondgepompt, omdat de knijpkracht van de hartspier is verminderd. Meestal gaat het om zorgvragers die net een hartinfarct gehad hebben of die al vaker een hartinfarct hebben doorgemaakt.

Bij systolisch hartfalen zijn er problemen met het samentrekken van de hartspier.

Bij systolisch hartfalen ontstaan de volgende klachten: vermoeidheid, kortademigheid en vocht vasthouden in de benen en rondom de enkels. Ook kan er een gevoel van benauwdheid zijn bij plat liggen, omdat dan bloed vanuit de benen en buik naar de longen loopt, dat niet goed weggepompt kan worden door de linkerkamer van het hart. De rechterkamer van het hart kan verminderd pompen wat oedemen in buik en benen kan geven.

Bron: Thieme Meulenhoff, boek VVT 2, Hoofdstuk 3 'Zorgvragers met hart- en vaataandoeingen', hoofdstuk 3.9 'Zorgvragers met aandoeningen aan het hart'.

Bron: Brochure 'Hartfalen', Hartstichting, www.hartstichting.nl

Diastolisch en Systolisch hartfalen