HV2A Nectar Hoofdstuk 8 Je lichaam werkt

HV2A Nectar Hoofdstuk 8 Je lichaam werkt

Startpagina

Beste leerlingen van HV2A,

Zoals jullie weten zijn de lessen wegens het ('tijdelijk') sluiten van de school deze week online, zo ook de lessen biologie. Ik heb ervoor gekozen om jullie zelfstandig aan de lesstof te gaan laten werken, omdat ik uit ervaring weet dat leerlingen zich vaak met andere dingen op de computer bezighouden, wanneer de leerkracht aan het uitleggen is. [Zo ben ik zelf trouwens ook hoor.]

Woensdag 24 november

Deze les gaat over 'hoe je in- en uitademt', 'uit welke organen je ademhalingsstelsel bestaat' en 'hoe gaswisseling plaatsvindt'. Hieronder zie je de opbouw voor deze les. Werk de kopjes één voor één af.

Lesopbouw:

- terugblik (paragraaf 8.1)

- leerdoelen (paragraaf 8.2)

- uitleg: ademhalingsstelsel

- vragen

- uitleg: gaswisseling

- vragen

- uitleg: ademhaling

- vragen

- zelfstandig werken (opdrachten in het werkboek maken)

- afsluiting (huiswerk, vooruitblik, oefentoetsje)

 

Terugblik

[Klik rechtsbovenin de hoek van de online oefening op het witte rechthoek met vier rode pijlen om het scherm groter te maken]

Leerdoelen

Aan het einde van deze les...

KENNEN

longen - ribademhaling - borstademhaling - middenrifademhaling - buikademhaling - inademing - uitademing - luchtpijp - bronchiën - longblaasjes - gaswisseling - haarvaten - ademhalingsstelsel - slijmcellen - trilharen

KUNNEN

- de onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen en aangeven

- de stappen van in- en uitademen in goede volgorde opnoemen

- het verloop van gaswisseling beschrijven

Uitleg: ademhalingsstelsel

Mensen en andere zoogdieren halen adem via hun longen. De longen horen bij het ademhalingsstelsel. Verder horen daar nog de neusholte, de mondholte, de keelholte, en de luchtpijp bij.

De binnenkant van de neusholte is bekleed met neusslijmvlies. Dat slijmvlies bestaat uit cellen met uitstulpingen, zogenoemde trilharen, en cellen die kleverig slijm maken. Stofdeeltjes en micro-organismen zoals bacteriën blijven kleven aan dat slijm, waarna de trilharen van trilhaarcellen het slijm naar de keelholte verplaatsen. Door hoesten of slikken wordt het slijm uit de keelholte verwijderd. Zo voorkomen slijm en trilhaarcellen dat stofdeeltjes en bacteriën in de longen terechtkomen en daar ontstekingen veroorzaken.

Ditzelfde soort slijmvlies bekleedt ook de binnenkant van de luchtpijp. Deze holle buis wordt ten aller tijde opengehouden door kraakbeenringen aan de buitenkant van de luchtpijp. Zonder deze kraakbeenringen zou de luchtpijp bij elke inademing dichtklappen en krijg je geen lucht meer. Ter hoogte van het borstbeen vertakt de luchtpijp zich in twee luchtpijptakken, zogenoemde bronchiën. Eén bronchie gaat naar de linkerlong en de andere naar de rechterlong.

In de longen vertakken deze bronchiën zich nog verder tot steeds kleiner wordende luchtpijptakjes. Aan het einde van elk luchtpijptakje zitten meerdere trosjes longblaasjes. Dat zijn DE plekken waar zuurstof uit de lucht in het bloed wordt opgenomen, en koolstofdioxide uit het bloed aan de lucht wordt afgegeven. Om de longblaasjes heen zit namelijk een netwerk van kleine bloedvaatjes die je longhaarvaten noemt. Zowel de wand van een longblaasje als van een longhaarvat zijn maar één cellaag dik. Zuurstof en koolstofdioxide hoeven daarom maar door twee cellagen heen. Maar hetzelfde geldt voor micro-organismen. Daarom zijn slijm en trilhaarcellen zo belangrijk.

Bij elkaar hebben alle longblaasjes een enorm groot oppervlak waarlangs tegelijk gaswisseling plaats kan vinden. Zo kan gaswisseling heel snel verlopen, wat belangrijk is aangezien er miljarden cellen van zuurstof voorzien moeten worden.

Vragen

Uitleg: gaswisseling

De uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide tussen de lucht in je longen en het bloed in je longhaarvaten, vindt dus plaats in je longblaasjes. Zoals ik eerder al zei, zijn de wanden van longblaasjes en haarvaten maar één cellaag dik. Zuurstof en koolstofdioxide kunnen dus makkelijk door die wanden heen.

Welke kant zij op gaan, hangt af van hun hoeveelheden in de lucht en in het bloed. Deeltjes zoals zuurstof en koolstofdioxide verplaatsen zich namelijk altijd van een plek waar veel van die deeltjes zijn, naar een plek waar weinig van die deeltjes zijn. Ingeademde lucht bevat veel zuurstof en weinig koolstofdioxide. Bloed in de longhaarvaten bevat weinig zuurstof en veel koolstofdioxide. Zuurstof gaat dus VAN de lucht in de longen NAAR het bloed in de longhaarvaten en koolstofdioxide VAN  het bloed NAAR de lucht.

Als de hoeveelheid van een deeltje op beide plekken gelijk is, stopt de verplaatsing. Om ervoor te zorgen dat zuurstof en koolstofdioxide zich blijven verplaatsen, wordt bloed (dat net zuurstof heeft opgenomen) afgevoerd en zuurstofarm bloed weer aangevoerd EN adem je lucht (waaraan net koolstofdioxide is afgegeven) uit om vervolgens weer nieuwe lucht (waar weinig koolstofdioxide in zit) in te ademen.

 

Vragen

Uitleg: ademhaling

Lucht in- en uitademen kan via de neus of via de mond. Inademen via de neus heeft als voordeel dat de ingeademde lucht bevochtigd en verwarmd wordt. Daarbij zitten er tegen het plafond van de neusholte reukzintuigcellen die geuren kunnen waarnemen.

Daarnaast kun je nog variëren met de spieren die je gebruikt om in en uit te ademen. Bij ademhalen kunnen twee soorten spieren betrokken zijn, namelijk de tussenribspieren en de middenrifspieren. De tussenribspieren bevinden zich, zoals de naam al doet vermoeden, tussen de ribben. De middenrifspieren bevinden zich in het middenrif. Dat is een koepelvormig orgaan onder je longen, dat de scheiding tussen je borstholte en je buikholte vormt.

Als de tussenribspieren samentrekken, beweegt het borstbeen omhoog en de ribben die daar aan vast zitten omhoog en opzij. Je borstkas zet uit. Dit noem je borstademhaling.

Als de middenrifspieren samentrekken, wordt het middenrif platter waardoor de organen in je buikholte, zoals je darmen, naar beneden geduwd worden en je buik uitzet. Dit noem je buikademhaling.

Vaak vinden borst- en buikademhaling tegelijk plaats, maar als je bijvoorbeeld gekneusde ribben hebt, kan het zijn dat je alleen met je middenrifspieren ademhaalt.

Hoe verloopt nou zo’n ademhaling. In ieder geval anders dan je waarschijnlijk zou denken. Het is namelijk niet zo dat je lucht inademt, waardoor je longen groter worden, NEE, je longen worden juist groter, waardoor lucht naar binnen wordt gezogen. Daadwerkelijk inademen in pas de laatste stap bij een inademing.

Eerst trekken de tussenribspieren en de middenrifspieren samen. Daardoor beweegt het borstbeen omhoog en de ribben omhoog en opzij, EN wordt het middenrif platter. De borstholte wordt daarmee groter. Door een vacuüm die ontstaat tussen het borstvlies en het longvlies, worden de longen opengetrokken en dus groter. In de longblaasjes ontstaat ook een vacuüm. Daardoor wordt lucht via de neus of mond naar binnen gezogen. Je ademt in.

Een uitademing verloopt als volgt: De tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen. Door de zwaartekracht beweegt het borstbeen weer omlaag en de ribben weer omlaag en naar binnen. Door de druk van de buikorganen wordt het middenrif weer koepelvormig. De borstkas wordt daarmee kleiner en drukt op de longen, waardoor deze als het ware leeg geperst worden. Je ademt uit.

Inademen kost dus energie, want je moet je spieren samentrekken, maar uitademen is zogezegd passief, dat gaat vanzelf.

Hoe vaak je in- en uitademt, ofwel je ademfrequentie, is afhankelijk van hoe actief je bent. Hoe actiever je bent, des te meer verbranding er plaatstvindt en des te meer zuurstof je nodig hebt en des te meer koolstofdioxide je vanaf wilt.

Vragen

Zelfstandig werken

Zet een lekker muziekje op en ga aan de slag met:

- lezen: 8.2 op p. 44 t/m 47 van je tekstboek

- maken: opdrachten 1 t/m 14 van 8.2 op p. 70 t/m 72 in je werkboek

Afsluiting

Huiswerk voor 1 december:

- opdr. 1 t/m 14 van 8.2 op p. 70 t/m72 van je werkboek

Vooruitblik:

1 december > (toetsbespreking H7), herhaling 8.1 en 8.2, nakijken opdrachten in werkboek

  • Het arrangement HV2A Nectar Hoofdstuk 8 Je lichaam werkt is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    J.A. Hectors Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2021-11-23 17:48:42
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/J8eLXp6qetk
    https://youtu.be/J8eLXp6qetk
    Video
    https://youtu.be/LHUvDWkXZbw
    https://youtu.be/LHUvDWkXZbw
    Video
    https://youtu.be/3wiKTp-Ehg4
    https://youtu.be/3wiKTp-Ehg4
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    8.2

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.