Uitleg: gaswisseling

https://youtu.be/LHUvDWkXZbw

De uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide tussen de lucht in je longen en het bloed in je longhaarvaten, vindt dus plaats in je longblaasjes. Zoals ik eerder al zei, zijn de wanden van longblaasjes en haarvaten maar één cellaag dik. Zuurstof en koolstofdioxide kunnen dus makkelijk door die wanden heen.

Welke kant zij op gaan, hangt af van hun hoeveelheden in de lucht en in het bloed. Deeltjes zoals zuurstof en koolstofdioxide verplaatsen zich namelijk altijd van een plek waar veel van die deeltjes zijn, naar een plek waar weinig van die deeltjes zijn. Ingeademde lucht bevat veel zuurstof en weinig koolstofdioxide. Bloed in de longhaarvaten bevat weinig zuurstof en veel koolstofdioxide. Zuurstof gaat dus VAN de lucht in de longen NAAR het bloed in de longhaarvaten en koolstofdioxide VAN  het bloed NAAR de lucht.

Als de hoeveelheid van een deeltje op beide plekken gelijk is, stopt de verplaatsing. Om ervoor te zorgen dat zuurstof en koolstofdioxide zich blijven verplaatsen, wordt bloed (dat net zuurstof heeft opgenomen) afgevoerd en zuurstofarm bloed weer aangevoerd EN adem je lucht (waaraan net koolstofdioxide is afgegeven) uit om vervolgens weer nieuwe lucht (waar weinig koolstofdioxide in zit) in te ademen.