MZA Hormoonstelsel

MZA Hormoonstelsel

Inleiding

Welkom,

Voor je ligt de Wikiwijs 'Hormoonstelsel' welke ontwikkeld is voor de module MZA behorend bij de deeltijdopleiding 'docent Gezondheidszorg & Welzijn'. Tijdens het maken van deze Wikiwijs hebben we rekening gehouden met de verschillende leerstijlen van studenten om deze voor iedereen zo bruikbaar mogelijk te maken.

Deze Wikiwijs biedt ondersteuning bij het eigen maken van de leerstof t.b.v de landelijke kennistoets en de module Gezondheid en Ziekte.

In deze Wikiwijs vind je informatie over domein 4 Gezondheid en ziekte,het  hormoonstelsel. Meer informatie over de verschillende domeinen van de kennistoets vind je op: https://kennisbases.10voordeleraar.nl/pdf/kennisbasis-bachelor-gezondheidszorg-en-welzijn.pdf

In deze Wikiwijs hebben wij een deel van domein 4, Gezondheid en ziekte van het hormoonstelsel uitgewerkt.

4.1 fysiologie, anotomie

4.3 pathalogie van het hormoonstelsel.           

Bij pathalogie wordt ingezoomd op Diabetes mellitus type 1 & 2, Zwangerschapsdiabetes en PMS.

 

                                          Veel plezier bij het maken van deze Wikiwijs!

                                         Patty van den Bogaard en Sanne van Jaarsveld-Scholten

Leerdoelen

Na het doorlopen van deze Wikiwijs kun je:

♦ de basiskennis van de anatomie, fysiologie en pathologie van het hormoonstelsel uitleggen.

♦ een beschrijving geven van de volgende ziektebeelden behorend bij het hormoonstelsel: diabetes mellitus type 1, diabetes mellitus type 2, zwangerschapsdiabetes en PMS.

♦ aangeven welke onderzoeksmethoden en behandelingen mogelijk gebruikt worden voor aandoeningen van het hormoonstelsel.

Handleiding

Handleiding Docent:

Deze Wikiwijs biedt ondersteuning aan het geven van informatie over het hormoonstelsel tijdens de lessen. We hebben gebruik gemaakt van verschillende online tools zoals filmpjes, podcast, teksten, opdrachten en afbeeldingen. De Wikiwijs wordt afgesloten met een eindtoets.

Handleiding Student:

De Wikiwijs is opgebouwd uit verschillende hoofdstukken. Aan het einde van de hoofdstukken heb je de mogelijkheid met behulp van verschillende opdrachten je kennis te testen. De opdrachten dragen aan het beter begrijpen van de stof. Nadat je de WikiWijs doorlopen hebt, bestaat er een mogelijkheid om je kennis te toetsen. De toetsen bestaan uit verschillende soorten toetsvragen.

Heb je deze WikiWijs helemaal doorlopen, dan vragen wij je om het evaluatieformulier in te vullen. Deze is te vinden onder het kopje "Evaluatie".

                                       

Veel plezier bij het maken van deze Wikiwijs!

                                                     

We hebben gebruik gemaakt van de volgende digitale tools:

                    

 

          

 

1. Anatomie en Fysiologie van het hormoonstelsel

Wat weet jij al over 'hormoonvormende organen?'

Klik op 'lezen en kaarten'

Speel de Quizlet

1.1 Algemene werking hormoonstelsel

Hormonale regulatie

Hormonale regulatie:   (Klik op bovenstaande link om de video te bekijken)

In dit filmpje leer je:
- Hoe de hormonale regulatie werkt en waar deze uit bestaat
- Werking van de hormonen
- Functies van de hormonen

In ons lichaam bevinden zich talrijke klieren waaronder de endocriene klieren (afb.1.1) die voortdurend bezig zijn met de productie van stoffen die ze aan het bloed afgeven. Deze stoffen worden hormonen genoemd en de desbetreffende klieren heten hormoonklieren of klieren met interne (inwendige) secretie. De hormonen gaan met de bloedstroom mee en zullen in dat deel van je lichaam waarvoor ze bestemd zijn, hun werking gaan uitoefenen. Zo zal het hormoon insuline, afkomstig uit de alvleesklier, via het bloed naar de lever en de spieren gaan. Daar zorgt het voor de opslag van glucose tot glycogeen. Dit betekent dat na een maaltijd het glucosegehalte in het bloed nauwelijks zal stijgen.

De hormonen hebben op allerlei gebieden een zeer belangrijke regulerende functie. Behalve het bloedglucosegehalte regelen ze onder andere de bloeddruk en hartwerking, groei, stofwisseling en maagsapafscheiding (Baars et al,2013).

(Afb. 1.1.)  Overzicht hormoonstelsel

Bron: https://esoterischgenezen.nl/Esoterisch%20genezen%20/behandelingen/hormonen.html

1.1.1 Opdracht endocriene klieren

1.2 Hypothalamus & Hypofyse

Hypofyse: De hypofyse of hersenaanhangsel is een orgaantje dat ligt onder de hersenen in het Turkse zadel, een uitholling van het wiggebeen. Het heeft de grootte van een flinke erwt en weegt ongeveer 0,5 gram. De hypofyse bestaat uit een voorkwab(Adenohypofyse) en een achterkwab(neurohypofyse).

De hypofyse is een hele belangrijke hormoonklier omdat deze klier een groot aantal hormonen produceert waardoor andere hormoonklieren worden aangezet tot hormoonproductie (afb. 1.2). De hypofyse op haar beurt, wordt beïnvloed door de hypothalamus, het onderste deel van de tussenhersenen. Er is dus een nauwe samenwerking tussen het neurologisch en het hormonaal stuurmechanisme. Door middel van een steeltje is de hypofyse met de hersenstam verbonden.

Hypothalamus: De hypothalamus ligt aan de voor- en onderzijde van de thalamus, weegt vier gram en neemt minder dan één procent van het hersenvolume in beslag. Een belangrijke taak van de hypothalamus is de besturing van het hormonale systeem. Dit gebeurt op twee manieren: direct door de aanmaak van de hormonen, en indirect via de bloedbaan door beïnvloeding van de hypofyse. De hypothalamus speelt daarnaast een hoofdrol bij het reguleren van het autonome zenuwstelsel. Het draagt bij aan het klaarmaken van het lichaam voor actie en aan het herstel tijdens de rust. De hypothalamus regelt ook gevoelens van honger, dorst en verzadiging en daarmee de energiehuishouding (Baars et al. 2013)

Afbeelding 1.2  van de verschillende hormonen en hun doelwitorgaan.​

Bron: https://biologielessen.nl/index.php/dna-4/386-hormonen​

In onderstaande film leer je meer over de werking van de hypofyse en de hypothalamus.

Werking Hypothalamus en Hypofyse

1.2.1 Opdracht Hypofysen en Hypothalamus

1.3 Pijnappelklier (Epifyse)

Functie van de pijnappelklier (epifyse of glanduala pinealis):
- Remmende werking op je hormonen voor geslachtsrijping door aanmaak van Melatonine.
- Voorkomt de vorming en groei van tumoren.
- Versterkt het immunsysteem.
- Maakt de afdrachtsstof serotonine.

Hormonen en hun werking:
- Het hormoon melatonine; zorgt voor je dag- en nacht ritme. Melatonine wordt vooral 's avonds en 's nachts aangemaakt met een piek rond "bedtijd". De hoeveelheid (dag)licht is van invloed op de hoeveelheid melatonine.
- Het hormoon serotonine; reguleert de psycho-emotionele toestand van een persoon. Het verlicht stress, reguleert de spanning van gladde spieren en wordt overdag aangemaakt. Een gebrek aan dit hormoon kan depressies en fobieën veroorzaken. Het is de tegenhanger van adrenaline, dopamine en endormine (melatonine).

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/e/eb/Pineal_body_rotation.gif

1.4 Schildklier (glandula thyroidea)

De schildklier bevindt zich aan de voorkant van de hals en is een vlindervormig orgaan.

Hij bestaat uit twee kwabben die verbonden zijn door een smalle brug en heeft daardoor de vorm van een vlinder. De kwabben zijn opgebouwd uit kleine blaasjes, de zogenaamde follikels. De kwabben liggen links en rechts van de luchtpijp. De schildklier produceert drie horomonen: tri-jodothyronine, thyroxine en calcitonine.

De werking van de schildklier wordt geregeld vanuit de hersenen, door twee kleine organen:

  • de hypothalamus
  • de hypofyse

Als er te weinig schildklierhormoon in het bloed zit dan zorgen de hypothalamus en de hypofyse ervoor dat de schildklier meer schildklierhormoon gaat aanmaken. En omgekeerd, als er te veel schildklierhormoon in het bloed zit, zorgen de hypothalamus en de hypofyse ervoor dat de schildklier minder schildklierhormoon gaat aanmaken (afb.1.4).

Door dit terugkoppelingsmechanisme is bij een gezonde schildklier de juiste hoeveelheid schildklierhormoon in het bloed aanwezig. De hypothalamus maakt voor dat doel TRH (thyreotropinevrijmakend hormoon) aan en de hypofyse TSH (thyroïdstimulerend hormoon)   

                                            Afb.1.4 schematische weergave vanuit de hypofyse en  de schildklier

Hormonale regulatie
https://nanopdf.com/download/powerpoint-hormonale-regulatie_pdf

1.4.1 Opdracht Schildklier

1.5 Bijschildklier (glandulae parathyroideae)

Schildklierhormoon

De schildklier (afb.1.5.1) heeft zijn normale ontwikkeling als voor de productie van het schildklierhormoon het element jodium nodig. Het schildklierhormoon, thyroxine genoemd, heeft invloed op de verbranding in de cellen.

Bijschildklieren

Zijn kleine kliertjes (afb.1.5.2). Ze liggen  rondom de hals in de buurt van de schildklier. De bijschildklieren zijn klein, slechts een paar millimeter groot. Ze lijken erg op vetweefsel. De meeste mensen hebben vier bijschildklieren. Maar het aantal en de ligging verschillen per persoon.

De bijschildklieren kunnen ook op andere plekken liggen, zoals bovenin de hals bij het tongbeen. Of laag in de borstholte vlakbij het hart. Of voor of achter de slokdarm. Of opzij van de halsslagaders.

De bijschildklieren maken bijschildklierhormoon. Dit hormoon is belangrijk voor het regelen van de hoeveelheid kalk en fosfaat in je lichaam. Bijschildklierhormoon zorgt voor het juiste evenwicht tussen de hoeveelheid kalk in je botten en de hoeveelheid kalk in je bloed. Kalk houdt je botten sterk zodat ze niet breken of inzakken. Kalk in het bloed is belangrijk voor de goede overdracht van prikkels tussen zenuwen onderling en van zenuwen naar spieren.

Afb. 1.5.1 schildklier

               

Afb. 1.5.2 bijschildklieren

Bron:https://www.isala.nl/patientenfolders/8291-operatie-bijschildklieren/

                                                                                                                                                                                                                                   https://www.thuisarts.nl/hyperparathyreo%C3%AFdie/ik-heb-hyperparathyreo%C3%AFdie

1.5.1 Opdracht bijschildklier

1.6 Bijnieren (glandulae adrenales)

Bijnieren

De bijnieren (glandulae suprarenales) zijn kleine organen van 2 bij 1 cm die gelegen zijn boven de nieren (afb. 1.6.). De bijnieren hebben een belangrijke functie in de productie van verschillende hormonen.
De bijnier bestaat uit een buitenste gedeelte, de schors en het merg.

Bijnierschors

De bijnierschors (cortex glandulae suprarenalis) produceert hormonen met verschillende werkingen. Deze hormonen worden onder de naam corticosteroïden samengevat. ‘Cortico’ betekent: van de cortex en ‘steroïden’ is afgeleid van de scheikundige structuur van de hormonen, een opbouw die we steroïd noemen. De bijnierschors staat wat de productie van hormonen betreft onder invloed van het aanzettende (-troop) hormoon van de hypofysevoorkwab, het adrenocorticotroop hormoon (ACTH).

De cortex produceert de volgende hormonen:

  • Glucocorticoïden bevorderen de omzetting van eiwit in glucose. Wanneer het lichaam aan een grote belasting wordt blootgesteld (stress), iets wat bij ontstekingen, verwondingen of verbrandingen kan voorkomen, wordt via de hersenstam een signaal afgegeven aan de hypofyse. Deze produceert het hormoon ACTH, dat de bijnier aanzet tot het produceren van glucocorticoïde, ofwel hydrocortison.

  • Mineralocorticoïden bevorderen het terugnemen (de terugresorptie) naar het lichaam van water en zout (natrium) uit de urineafvoerkanalen in de nier. Het belangrijkste hormoon uit deze reeks is aldosteron. Deze stoffen zijn heel belangrijk voor de waterhuishouding en het zoutevenwicht in ons lichaam.

  • Androgene hormonen zijn mannelijke geslachtshormonen die door de cortex worden gevormd evenals een oestrogeen, een vrouwelijk geslachtshormoon.

Bijniermerg

Het bijniermerg (medulla glandulae suprarenalis) produceert het hormoon adrenaline (ad= bij; ren = nier). De afgifte van adrenaline wordt verhoogd bij alle vormen van stress. Adrenaline brengt het lichaam in een dusdanige staat, dat het klaar is om te vechten of te vluchten.

Dit hormoon heeft een veelzijdige werking. In lever- en spiercellen bevordert adrenaline de omzetting van glycogeen tot glucose. Hierdoor zal het glucosegehalte in het bloed stijgen. Andere werkingen van adrenaline zijn:

* vernauwt de bloedvaten

* versnelt de hartwerking

* verhoogt de bloeddruk

* verwijdt de bronchiën

* versnelt de ademhaling

* vermindert de bloedstroom naar het spijsverteringsstelsel

* vermindert de doorbloeding van de huid

* verbetert de doorstroming van de spieren

Adrenaline heeft daarentegen een remmende werking op het maagdarmkanaal. Het hormoon adrenaline blijkt dezelfde werking te hebben als het sympathisch zenuwstelsel.

  • Het merg zit aan de binnenkant van de bijnier en maakt de hormonen adrenaline en noradrenaline. Dit zijn hormonen die vrijkomen bij angst, schrik en spanning en deze hebben een functie bij de bloeddrukregulatie.​
  • Cortisol heeft een belangrijke functie bij het beschermen van het lichaam tegen de gevolgen van ziekte, verwonding of stress. Cortisol wordt ook wel het stress hormoon genoemd.
  • Aldosteron heeft een belangrijke rol in de regulatie van de bloeddruk door de balans tussen water, natrium en kalium zo zorvuldig mogelijk te regelen.

 

Afb.1.6. Ligging van de nier en bijnieren.

Bron: https://bijnieruitputting.com/

1.6.1 Opdracht Bijnieren

1.7 Alvleesklier (Pancreas)

De alvleesklier (pancreas) ligt boven in de buik tegen de wervelkolom. Hij wordt aan de voorkant beschermd door de darmen en de lever. Het dunne uiteinde aan de linkerkant van de alvleesklier (afb.1.7.) noem je de staart. Het dikste deel aan de rechterkant noem je de kop. Van de kop naar de staart loopt de alvleesklierbuis. Dit is een afvoergang die de pancreassappen, die de alvleesklier maakt, naar de twaalfvingerige darm afvoert. De meeste cellen uit je alvleesklier produceren pancreassap. Andere cellen uit de alvleesklier produceren hormonen. Deze cellen liggen in groepjes en worden de eilandjes van Langerhans genoemd. De hormoonproductie vindt plaats in de eilandjes van Langerhans. Zij vormen dus het endocriene deel van de alvleesklier.

De alvleesklier (afb. 1.7.) produceert twee hormonen die belangrijk zijn voor de stofwisseling van suikers en koolhydraten, namelijk glucagon en insuline. Deze hormonen regelen je glucosespiegel (bloedsuikerspiegel). Glucagon en insuline worden geproduceerd in de eilandjes van Langerhans die uit twee soorten cellen bestaan, twee verschillende hormonen:

  • insuline, geproduceerd door de β-cellen (bètacellen);

  • glucagon, geproduceerd door de α-cellen (alfacellen).

Deze twee hormonen spelen beide een rol bij de suikerstofwisseling. Hun rol is echter tegengesteld aan elkaar. Insuline en glucagon zorgen door een feedbackmechanisme voor handhaving van de bloedsuikerwaarden binnen bepaalde grenzen.

Insuline zorgt voor de omzetting van glucose in glycogeen. Het heeft een bloedglucoseverlagende werking. De belangrijkste reden waardoor insuline het glucosegehalte in het bloed verlaagt, komt doordat insuline ervoor zorgt dat glucose gemakkelijk vanuit het bloed in de lever- en spiercellen kan komen. In de cellen zelf zorgt insuline dan voor de omzetting van glucose tot glycogeen (de opslagvorm).

Het hormoon glucagon doet het omgekeerde en werkt dus bloedglucoseverhogend. Glucagon heeft daarom dezelfde functie als het hormoon adrenaline dat afkomstig is uit de bijnieren. Door een goede samenwerking van voornoemde hormonen zal het glucosegehalte in het bloed vrijwel constant zijn. Wanneer in de eilandjes van Langerhans de cellen die zorgen voor de productie van het hormoon insuline niet voldoende of zelfs helemaal niet werken, wordt er te weinig of zelfs geen insuline geproduceerd (zie ook hfst 2.1, Diabetes type 1).

Afb.1.7. Ligging alvleesklier en omliggende organen

Bron:https://www.gezondheidsplein.nl/menselijk-lichaam/alvleesklier/item45057

1.7.1 Opdracht alvleesklier

Veel plezier met het maken van deze kruiswoordpuzzel.

Klik op onderstaande link om het spel te spelen!

 

Oefenopdracht Alvleesklier

1.8 Eierstokken (Ovaria)

De twee eierstokken (ovaria) behoren tot de vrouwelijke geslachtsorganen en liggen links en rechts naast de baarmoeder in het bekken. Een eierstok is ongeveer drie centimeter groot en zit vast aan enkele bindweefselbanden. In deze eivormige klieren worden eicellen en geslachtshormonen aangemaakt. De eierstokken (afb1.8.) bestaan uit merg en schors. Het merg is bindweefsel met veel bloedvaten en zenuwen. In de schors bevinden zich bij de geboorte al zo’n één miljoen eiblaasjes (primaire follikels). Gedurende het leven ontwikkelen deze follikels zich tot rijpe eicellen. In de eierstokken worden de hormonen oestrogeen en progesteron aangemaakt. Deze hormonen regelen de menstruatiecyclus en bepalen de uiterlijke geslachtskenmerken van de vrouw.

Afbeelding 1.8. Eierstokken

https://www.allesoverseks.be/eierstokken-en-eicellen

1.8.1 Opdracht Eierstokken

1.9 Teelballen (Testikel)

Testosteron is het belangrijkste mannelijke geslachtshormoon. Het wordt in de testes (teelbal) (afb.1.9) en de bijnierschors gevormd en zorgt voor de ontwikkeling van de zaadcellen (semen of sperma), maar ook voor de mannelijke bouw van het lichaam en de beharing. Dit hormoon zorgt voor het functioneren van de mannelijke geslachtsorganen. Testosteron heeft ook invloed op het gedrag van de man.

Zowel bij de mannen als de vrouwen onderscheiden we primaire en secundaire geslachtskenmerken.

Primair wil zeggen dat ze reeds bij de geboorte aanwezig zijn, zoals de teelballen, de prostaat en het mannelijk lid bij de man en de eierstokken, de baarmoeder en de schede bij de vrouw.

Secundaire geslachtskenmerken ontstaan tijdens en na de puberteit, zoals een verandering van het beharingspatroon, een grotere adamsappel bij de man en de ontwikkeling van borsten bij de vrouw

Afbeelding: 1.9 schematische weergave teelbal

https://www.gezondheidsplein.nl/menselijk-lichaam/zaadbal/item45066

1.9.1 Opdracht Teelballen

1.10 Weefselhormonen

Hormonen podcast
Luister en leer meer over hormonen

Weefselhormonen:

Zijn hormonen die door individuele cellen worden aangemaakt. Deze cellen liggen niet bij elkaar, maar liggen verspreid in het lichaam. Deze losse lichaamscellen produceren verschillende weefselhormonen waaronder:

Erytropoëtine (EPO): Erytropoëtine wordt door cellen in de nieren en lever gemaakt wanneer het zuurstofgehalte in het bloed laag is. Erytropoëtine stimuleert de vorming van rode bloedcellen, welke zuurstof vervoeren, waardoor het zuurstofgehalte van het bloed stijgt.

Gastrine: Gastrine wordt gemaakt door cellen in de maag, wanneer er voedsel in de maag komt. Gastrine stimuleert de aanmaak van maagsap, zodat het voedsel kan worden afgebroken.

Secretine: Secretine wordt gemaakt door cellen in de wand van de twaalfvingerige darm. Secretine wordt afgescheiden zodra het voedsel vanuit de maag langs de twaalfvingerige darm komt. Secretine zet de alvleesklier en de lever aan tot afgifte van stoffen die de voedselvertering zullen vervolgen.

Cholecystokinine: Cholecystokinine wordt ook gemaakt door cellen in de wand van de twaalfvingerige darm. Cholecystokinine beïnvloedt de galblaas, zodat deze gal gaat afgeven. Dit gal komt in de darmen, waar het gal een belangrijke functie heeft bij de vertering van het voedsel.

Histamine: kan gemaakt worden door verschillende lichaamscellen. Als gevolg van een beschadiging aan een lichaamscel kan deze lichaamscel histamine af gaan geven. Histamine heeft verschillende effecten, zoals het ophopen van bloed, versnellen van de hartslag en verwijden van de bloedvaten.

Prostaglandines: Prostaglandines kunnen door veel typen cellen worden afgegeven. Prostaglandines hebben een plaatselijk effect, zoals vernauwing van de bloedvaten en samentrekken van spieren bij bijvoorbeeld een bevalling.

bron: https://www.dietcetera.nl/ziektes-en-aandoeningen/hormoonstelsel/

2. Pathologie

Er zijn verschillende ziektes en klachten die kunnen ontstaan door een onjuiste werking van het hormonale stelsel. Diabetes Mellitus (DM) of suikerziekte wordt veroorzaakt door een tekort aan natuurlijk geproduceerde insuline. Het lichaam kan de bloedsuikerspiegel daardoor niet meer zelf reguleren.

In de volgende hoofdstukken worden de meestvoorkomende ziektes van het hormoonstelsel beschreven.

♦ Diabetes melitus type 1                                                         

PMS
PMS

♦ Diabetes melitus type 2

♦ Zwangerschapsdiabetes

♦ PMS (premenstrueel syndroom)

2.1 Diabetes type 1

Bij type 1 maakt het lichaam zelf helemaal geen insuline meer aan.

Insuline zorgt er juist voor dat glucose (bloedsuiker) kan worden opgenomen in de lichaamscellen, wat essentieel is om een cel goed te laten functioneren. Zonder de stof insuline kun je niet leven, want die regelt je bloedsuiker.

Deze vorm wordt ook wel een auto-immuunziekte genoemd. Het afweersysteem van het lichaam vernietigt de cellen in de alvleesklier die insuline aanmaken (afb.3.1). Normaal ruimt het afweersysteem alleen ziektes op. Bij suikerziekte betekent dit dat het afweersysteem het lichaam aanvalt. Het afweersysteem keert zich tegen de cellen die insuline aanmaken, de bètacellen in de alvleesklier. Ze zitten in groepjes bij elkaar, in de eilandjes van Langerhans. De bètacellen maken zelf een foutje waardoor ze de aanval van het afweersysteem uitlokken. Onderstaande afbeelding geeft een weergave van de insuline productie van de bètacellen.

Afb.3.1 Insuline productie in de betacellen.

Bron: https://biologielessen.nl/index.php/dna-13/827-insuline

In onderstaande video wordt uitgelegd wat diabetes mellitus type 1 is.

Wat is Diabetes?

2.1.1 Oorzaken

Waardoor diabetes type 1 ontstaat weet men niet. Er zijn wel aanwijzigen dat erfelijke factoren een rol spelen.

 

2.1.2 Symptomen

Afbeelding van de symptomen die kunnen ontstaan bij het hebben van diabetes type 1.

 

Bron: https://www.hippoandfriends.com/sites/default/files/glazed_builder_images/symptomen-BoerenMedical.jpg

 

2.1.3 Gevolgen

Diabetes moet zo snel en goed mogelijk worden behandeld. Normaal zijn de bloedsuikerwaarden tussen de 4,0 en 6,0 mmol/l. Bij een diabetespatiënt wordt gestreefd naar bloedsuikerwaarden die onder de 8,0 mmol/l liggen. Daarbij wordt uitgegaan van een nuchtere bepaling van glucose in het bloed. Nuchter, omdat een maaltijd de waarden uiteraard op een onvoorspelbare manier kan vertroebelen.

Hypoglykemie:

Meest voorkomende  complicatie. Glucose in het bloed is te laag. Eerste symptomen zijn hongergevoel, gapen, transpiratie, trillen en een hoge hartfrequentie (agressie). Bij een hele ernstige hypoglykemie kunnen er zelfs een verminderd bewustzijn, insulten of coma ontstaan​.

Diabetes Nefropathie:

Ontstaat op  lange termijn zoals hart en vaatziekten kunnen zelfs leiden tot de dood.​

Diabetes retinopathie:

Netvliesafwijking, voetproblemen (zweren en infecties)​.

Diabetische neuropathie:

Ontstaat op langere termijn. Aantasting van de zenuwen, met als symptomen tintelingen, gevoelsstoornissen, pijnklachten en krachtverlies in de benen. Kan ook door incontinentieklachten, impotentie of hartritmestoornissen​.

Diabetische voet

De diabetische voet ontstaat vaak pas als iemand lang diabetes heeft. Door diabetes kunnen bloedvaatjes (diabetische angiopathie) worden beschadigd. Het bloed stroomt minder goed door benen en voeten. Dit veroorzaakt koude voeten, verkleuringen aan tenen en voet, maar ook een verstoorde wondgenezing. Zo’n slecht genezend wondje kan gaan ontsteken en een zweer worden.

Doordat er een beschadiging van de zenuwen plaatsvindt en er sensibiliteitsstoornissen optreden, komen tintelingen en pijnscheuten in de voet voor (diabetische neuropathie). Vaak is er een verminderd gevoel in de voet. Wondjes worden daardoor minder goed opgemerkt. Hierdoor kan ook het looppatroon worden verstoord.

 

In onderstaand filmpje wordt uitgelegd wat een hypo of een hyper is.

2.1.4 Behandelingen

Er bestaat geen genezing voor diabetes. De behandeling van diabetes is er daarom vooral op gericht de bloedsuikerwaarden onder controle te houden, om zo de gezondheidsrisico’s voor mensen met diabetes te beperken.

Mensen met diabetes type 1 moeten altijd insuline spuiten gedurende hun hele leven.  Daarom is het noodzakelijk de bloedsuikerwaarden goed in de gaten te houden en op basis hiervan de juiste maatregelen te nemen of de insuline hier goed op af te stemmen.Doordat je lichaam geen insuline meer maakt, wordt de bloedsuikerspiegel niet meer vanzelf geregeld. Daarom moet je met diabetes type 1 zelf insuline toedienen. Dat kan via injectie met een insulinepen, of met een pompje

Insulinepen: is een soort injectiespuit voor insuline. Hiermee kun je zelf in het vet onder de huid insuline injecteren.

Pompje: Een insulinepomp is een apparaatje dat in kleine hoeveelheden insuline afgeeft aan je lichaam. De pomp zit via een slangetje en een kunststof naaldje vast aan je lichaam.

 

Onderstaande animatie laat zien welke behandelingen er mogelijk zijn bij diabetes.

Behandeling diabetes

2.1.5 Opdrachten diabetes type 1

2.2 Diabetes type 2

Klik op bovenstaande link om het filmpje te bekijken over diabetes type 2.

Bij diabetes type 2 reageert het lichaam niet meer goed op insuline (afb.4.1). Insuline is het hormoon dat de bloedsuikerspiegel regelt. Inmiddels weten we dat Insuline ervoor zorgt dat cellen genoeg suiker uit het bloed halen. Bijvoorbeeld als je koolhydraten eet of drinkt, zoals brood, pasta, jam, koek of limonade.

Insuline kan zijn werk niet doen. Daardoor blijft er te veel suiker in je bloed zitten. Eerst maakt het lichaam extra insuline aan, maar na verloop van tijd steeds minder.

Een hele belangrijke klier is de alvleesklier, deze klier regelt met de hormonen insuline (glucagon) uit de eilandjes van langerhans de bloedsuikerspiegel. Lange tijd te hoge bloedsuikers geeft schade aan het hart, ogen, nieren en voeten (zie ook hoofdstuk 2.4, complicaties).

Afb.4.1  Verloop van insuline

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron:https://www.studeersnel.nl/nl/document/fontys/inleiding-anatomie/anapathohormoonstelsel/7674207

2.2.1 Oorzaken

Onderstaande afbeelding geeft een weergave van de oorzaken (risicofactoren) van diabetes type 2.

Wat is Diabetes mellitus? Meer over de ziekte en de diagnose - BlogBron;https://www.merkala.nl/blog/post/wat-is-diabetes-mellitus-de-ziekte-en-de-diagnose.html

2.2.2 Symptomen

De symptomen van diabetes type 2 bij een schommelende bloedsuikerspiegel zijn:

*veel plassen

* jeuk

* plotseling gewicht verliezen

* dorst

* honger

* vermoeidheid

Deze symptomen zijn ook wel onder te verdelen in een ‘hyper' en 'hypo'.

Hyperglykemie

Bij onbehandelde diabetes is er sprake van een te hoge bloedsuikerspiegel in het bloed. Dit noem je hyperglykemie(afb 4.2.2). Er ontstaan de volgende symptomen:

  • glucosurie: doordat de drempel in de nier voor glucose in het bloed wordt overschreden, verschijnt er glucose in de urine;
  • polyurie: glucose in de urine houdt water vast, met als gevolg een verhoogde urineproductie;
  • de patiënt is vermoeid;
  • polydipsie: door het verhoogde vochtverlies via de urine ontstaat dorst en gaat de patiënt veel drinken;
  • dehydratie; door het verlies van veel vocht via de urine kan er uitdroging ontstaan;
  • soms vermagering, omdat veel glucose met de urine verloren gaat;
  • misselijkheid;
  • braken;
  • diepe en snelle ademhaling ( tachypneu), waarbij de adem ruikt naar aceton.

Afb. 4.2.2 Animatie weergave van een hyperglykemie

Bron: https://kdcn.nl/over-diabetes/hypo/

Hypoglykemie (hypo)

Bij een te laag bloedsuikergehalte de bloedglucosespiegel lager dan 3,9 mmol/l. Een hypo (afb. 4.2.1) kan ontstaan doordat iemand te weinig eet, te veel insuline spuit of te lang een lichamelijke inspanning levert zonder genoeg koolhydraten binnen te krijgen. Dit geeft verschillende klachten (afb.4.2.1):      

Afb. 4.2.1 Animatie weergave van een hyperglykemie

                                 

Bron:https://kdcn.nl/over-diabetes/hypo

 

2.2.3 Gevolgen

In veel gevallen wordt de ziekte bij mensen met diabetes type 2 pas in een later stadium ontdekt, omdat de beginfase vaak weinig verschijnselen kent. Ook jonge mensen kunnen het krijgen.

Als patiënten de langdurig hoge bloedsuikerspiegels niet behandelen, kunnen er bloedvaten, lichaamscellen en organen beschadigd raken. Dit heeft verschillende gevolgen voor de:

♦ Voeten (diabetes voet)

♦ Ogen (retinopathie)

♦ Hart en bloedvaten

♦ Maag en darmstelsel

♦ Huid

♦ Hersenen

♦ Nieren

Onderstaand video geeft uitleg over de verschillende gevolgen van diabetes.

2.2.4 Behandelingen

Er bestaat geen genezing voor diabetes. De behandeling van diabetes is er daarom vooral op gericht de bloedsuikerwaarden onder controle te houden, om zo de gezondheidsrisico’s voor mensen met diabetes te beperken.

Belangrijk blijft om de bloedsuikerwaarde goed te meten en deze in de gaten te houden. Diabetes type 2 kan vaak goed onder controle gehouden worden door:

♦ gezond te eten (afb.4.1)

♦ veel en vaak bewegen

♦ medicijnen voor bloedsuiker, bloeddruk en cholesterol.

♦ Soms ook met insuline spuiten bij jezelf.

 

Afb. 4.1 Overzicht van ongezonde en gezonde voeding

Bron:https://www.minddistrict.com/nl-nl/catalogus/daag-je-diabetes-uit

2.2.5 Opdrachten diabetes type 2

2.3 Zwangerschapsdiabetes (diabetes gravidarum)

Zwangerschapsdiabetes is een vorm van diabetes die optreedt tijdens de zwangerschap.

Bij zwangerschapsdiabetes (afb.5.1) kan je lichaam je bloedsuikerwaarden niet meer goed regelen. Normaal gesproken wordt dit onder andere geregeld met het hormoon insuline.

Als je lichaam niet genoeg insuline maakt, of niet meer goed reageert op insuline, krijg je te hoge bloedsuikerwaarden. Dit kan op de lange termijn risico's met zich mee brengen, zeker tijdens een zwangerschap. Bij zwangerschapsdiabetes zit er tijdelijk teveel suiker in je bloed. Dit is niet goed voor de baby. Dit gaat vaak meteen weer over na de bevalling.

Afb. 5.1 zwangerschapsdiabetes

Bron:https://neth.medicineh.com/16-what-causes-gestational-diabetes-26177

2.3.1 Oorzaken

Tijdens je zwangerschap verandert er veel in je lichaam. Zo maakt je lichaam andere hormonen aan. Die hormonen zorgen er vervolgens voor dat je lichaam minder goed op insuline reageert. Als reactie daarop maakt je lichaam bij een normale zwangerschap automatisch iets meer insuline aan, maar als je zwangerschapsdiabetes gebeurt het tegenovergestelde: je lichaam maakt te weinig insuline aan. Hierdoor blijft er te veel suiker in je bloed zitten.

Iedere vrouw kan zwangerschapssuiker krijgen, maar er zijn een aantal factoren die ervoor zorgen dat de kans hierop worden vergroot.

* bij een eerdere zwangerschap zwangerschapsdiabetes hebt gehad.

https://www.gynandco.be/wp-content/uploads/2015/10/Diabete_grossesse.png

* bij een eerder bevalling waarbij de baby meer dan  vier kilo woog

* als je veel te zwaar bent voordat je zwanger raakt

* als je een direct familielid heb met diabetes type 2

* een te hoog cholesterol of bloedsuiker*

* als je van Hindoestaanse, Marokkaanse of Turkse  afkomst bent                                                       

2.3.2 Symptomen

Bij zwangerschapsdiabetes kun je last krijgen van de volgende symptomen:

* Veel dorst

* Veel plassen

* Een baby die groter is dan te verwachten op dat moment tijdens de zwangersschap

Belangrijk om tijdens je zwangerschap je bloedsuikerwaarden te laten meten.                                                                                                                                                                                                           

Heb Je Zwangerschapsdiabetes? Test 't Met Deze 7 Symptomen   Wat zijn de symptomen van zwangerschapsdiabetes? | VoedingscentrumHeb Je Zwangerschapsdiabetes? Test 't Met Deze 7 Symptomen

                                  https://www.voedingscentrum.nl/nl/service/vraag-en-antwoord/zwanger-en-baby/wat-zijn-de-symptomen-van-zwangerschapsdiabetes-.aspx

https://www.ziektevrijleven.nl/zwangerschapsdiabetes-symptomen/                                                  https://www.ziektevrijleven.nl/zwangerschapsdiabetes-symptomen/

2.3.3 Gevolgen

Indien je zwangerschapsdiabetes hebt heeft dit gevolgen:

♦ de baby kan een te groot geboorte gewicht hebben wat meer complicaties geeft voor de bevalling (afb.5.3)

♦ door sterke schommelingen in de bloedsuikerspiegel kan de rijping van de longen bij de baby langzamer verlopen.

♦ door een te hoog gewicht van de baby kan de bevalling moeilijker gaan       

♦ later hebben zowel het kind als de moeder meer kans op diabetes type 2

♦ vrouwen hebben meer kans op een postnatale depressie

 

Afb. 5.3  zwangerschapsdiabetes

Bron:https://docplayer.nl/13739997-Zwangerschapsdiabetes-een-levenslange-zorg.html

2.3.4 Behandeling

Vrouwen met zwangerschapsdiabetes krijgen het advies om de koolhydraten die ze eten meer over de dag te verdelen en suikerrijke producten te laten staan. indien de bloedsuikerspiegel toch te hoog blijft is het soms wel noodzakelijk dat je tijdelijk insuline moet spuiten. Na de bevalling verdwijnt de zwangerschapsdiabetes meestal heel snel.

Onderstaande video geeft uitleg over de behandelingen van zwangerschapsdiabetes.

Zwangerschapsdiabetes

2.3.5 Opdracht zwangerschapsdiabetes

2.4 Complicaties diabetes

Het lichaam vindt het niet fijn als er vaak en lang veel glucose in het bloed zit. Hoge bloedsuikers leiden tot een sneeuwbaleffect van allerlei stoffen in het bloed die op elkaar reageren er zullen diverse complicatie optreden (afb.6.1).

Klik op onderstaande link voor meer informatie bij complicaties over diabetes:

https://www.youtube.com/watch?v=-pFWWjuEfXA   

Wanneer grote bloedvaten beschadigd raken, leidt dat op den duur tot aderverkalking, atherosclerose. De kleine bloedvaten zijn juist weer op andere plekken van belang, denk bijvoorbeeld aan de bloedvaten in je ogen of in je vingertoppen of tenen. Omdat het hele lichaam afhankelijk is van een goede doorbloeding, is het logisch dat beschadigde bloedvaten gevolgen hebben. Organen en weefsels, bijvoorbeeld in gewrichten, krijgen vanuit de kleine bloedvaatjes minder bloed en daardoor minder voedingsstoffen en zuurstof dan ze nodig hebben.

Langdurige hyperglykemie kan leiden tot:

  • een verhoogde kans op infecties van met name de huid (steenpuisten, schimmelinfecties). Doordat de weefsels als het ware doordrenkt worden met glucose, kunnen bacteriën (waarvoor glucose een belangrijke brandstof is) zich beter handhaven en zich makkelijker vermenigvuldigen;
  • jeuk;
  • blijvende nierbeschadiging ( diabetische nefropathie);
  • aantasting van de grote en kleine slagaders ( diabetische angiopathie, arteriosclerose, gangreen);
  • slechter zien, door typische bloedinkjes in de retina ( diabetische retinopathie);
  • beschadiging van zenuwen ( diabetische neuropathie), met als gevolg stoornissen van het gevoel (sensibiliteitsstoornissen). Ook het autonome zenuwstelsel kan worden aangedaan, met als gevolg bijvoorbeeld erectiestoornissen.

Afb. 6.1 Complicaties bij diabetes mellitus

Bron:https://www.google.com/search?q=diabetes+type+2+complicaties&rlz=1C1GCEA_enNL944NL944&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ved=2ahUKEwiy66-VxIH1AhUOgv0HHUGpAXUQ_AUoAXoECAEQAw&biw=1280&bih=609&dpr=1.5#imgrc=2g5-YAYbfV_eKM

2.4.1 Opdracht complicaties diabetes mellitus

2.5 PMS

Premenstrueel syndroom (PMS) is een verzamelnaam voor ernstige lichamelijke en emotionele klachten die je kan ervaren in de periode vóór de maandelijkse periode voor de menstruatie.

Lukt het jou om deze opdracht op correcte wijze in te vullen?

2.5.1 Oorzaken

Tot nu toe is er nog geen duidelijke oorzaak van PMS. Hoewel er wel een verband te leggen is tussen de menstruatiecyclus (afb.2.5.1) en PMS, is er niet met zekerheid te zeggen dat PMS een hormonale oorzaak heeft. Uit onderzoek is wel gebleken dat vrouwen met PMS gevoeliger zijn voor hormoonwisselingen.

Afb.2.5.1 Schematische voorstelling van de menstruele cyclus en hun hormonen.          

2.5.2 Menstruatiecyclus

Menstruatiecyclus
Deze video gaat over de vrouwelijke geslachtshormonen oestrogeen en progesteron en de bijbehorende menstruatiecyclus. Klik op bovenstaande link om de video te bekijken.

Het belangrijkste kenmerk van PMS is dat de klachten samenhangen met de menstruatiecyclus (afb. 2.5.2).

Progesteron zorgt voornamelijk voor het in stand houden van het baarmoederslijmvlies tijdens de zwangerschap. Na de eisprong wordt dit hormoon aangemaakt en bevordert progesteron het innestelen van een eventuele bevruchte eicel. Indien bevruchting niet plaatsvindt neemt de aanmaak van progesteron af. Hierdoor wordt het baarmoederslijmvlies afgebroken en start de menstruatie.

Afb. 2.5.2. Menstruatiecyclus

Bron: https://nl.clearblue.com/hoe-word-ik-zwanger/menstruatie

2.5.3 Symptomen

Dit hormoon heeft het meeste invloed op je bloedsuikers en daardoor dus ook je insuline behoefte. In iedere week zijn de hormoonniveaus anders, en dat beïnvloedt hoe je je voelt. 

Onderstaand schema geeft schematisch de verschillende stemmingen (2.5.3) in weken weer. Let wel, eetpatroon, stress, gezondheid, bewegingen en ervaringen op je werk en in je privéleven bepalen mede ook hoe je je voelt.

Afbeelding 2.5.3 schematische weergave van je stemmingen de menstruatiecyclus

Bron:https://www.gezondheidsplein.nl/dossiers/menstruatiecyclus/hoe-beinvloeden-hormonen-je-gedrag-en-humeur/item68079

2.5.4 Gevolgen

Bij PMS ontstaan de klachten na de eisprong. De eisprong vindt ongeveer twee weken voor de menstruatie plaats. In deze periode maakt het lichaam het hormoon progesteron (afb. 2.5.4) aan.

Dit hormoon speelt een rol bij PMS. Het is niet zo dat vrouwen met PMS meer progesteron aanmaken. Ze zijn er wel gevoeliger voor. Het is niet bekend waarom sommige vrouwen wel last hebben en andere niet. Door de toename van progesteron kunnen een aantal lichamelijk klachten ontstaan zoals:

♦ vocht vasthouden                     Afb. 2.5.4 schematische weergave afscheiding vrouwelijke hormonen

♦ gespannen borsten

♦ opgezette buik

♦ buikpijn

♦ gespannen borsten

♦ hoofdpijn

♦ rugpijn

♦ wisselende stemmingen

♦ somberheid

♦ angst

♦ depressie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron:https://devoortplantingvandemens.jouwweb.be/de-menstruatie/de-hormonen-van-de-menstruatiecyclus

 

 

 

 

 

 

 

 

2.5.5 Behandelingen

PMS kan je leven erg verstoren, zowel jijzelf als de mensen in je omgeving kunnen er flink last van hebben. PMS zelf is niet te verhelpen, maar er kan wel degelijk iets aan de klachten gedaan worden. Er zijn een aantal behandelingen mogelijk:

♦ aanpassing van je dagelijkse leven met behulp van een gezonde levensstijl. Denk aan voldoende beweging, letten op het gebruik van gezonde voeding en zo min mogelijk suiker.

♦ praten over je gevoelens evenuteel met behulp van psycholoog of maatschappelijk werker

♦ gebruik van medicatie (bijv.antidepressiva of medicatie die de werking van de eierstokken remmen)

♦ operatie

Het kan helpen als je voor jezelf je menstratiecyclus bij houdt. Ondanks dat de hormoonwisselingen iedere keer weer anders zijn tijdens de menstruatiecyclus kan je hier rekening mee houden in je dagelijkse patroon. Indien je veel last ervaart zorg dan extra goed voor jezelf door, rust te nemen, niet teveel afspraken in te plannen en te luisteren naar je lichaam.

Bron:https://coggle.it/diagram/WTU4YaG8WAABRBAO/t/disbalans-vrouwelijke-hormonen

2.5.6 Opdracht PMS

Opdracht PMS

Klik op bovenstaande link "Opdracht PMS" om het spel te spelen.  

Klik op een tekstblok in de linkerkolom en zoek de bijbehorende tekst uit de rechterkolom. Verbind de twee teksten met elkaar.

 

 

 

 

 

3. Extra oefenmateriaal

Hier vind je allerlei oefeningen, quizvragen en andere hulpmiddelen die je kunnen helpen bij de voorbereiding op de LKT-toets en de module MZA, Mens en gezondheid.

Deze oefeningen bevatten de leerstof van de gehele wiki.

Veel plezier met oefenen!

 

3.1 Opdracht (LessonUp)

In deze LessonUp ga je met behulp van afbeeldingen, video's, vraagstellingen je kennis testen over het hormoonstelsel. Indien je op de link hebt geklikt wordt je uitgenodigd om je naam in te vullen. Klik op de eerste slide. Met behulp van de pijlen kun je een slide verder.

Klik op onderstaande link om te starten met LessonUp.

https://LessonUp.app/invite/h/HiMvSjC6QJMjaH3wR

3.2 Opdracht (Quizizz.)

Met behulp van deze quiz beantwoord je verschillende vragen over het hormoonstelsel en kun je je kennis testen. Mocht je nog meer willen oefenen, klik dan op de flashcards. 

 

Wil je meteen je kennis testen, klik op "test je kennis" en selecteer het juiste antwoord.

Veel plezier!

3.3 Opdracht (Educaplay)

Bij deze opdracht wordt je uitgenodigd om de juiste woorden in de juiste zin te zetten.

 

Klik op onderstaande link en vervolgens op "start". Kun jij de verschillende hormonen op de juiste plaats zetten?

Wat weet jij over de verschillende hormonen?

3.4 Opdracht (WikiWijs)

In deze opdracht sleep je de juiste benaming naar de juiste plek.

Controleer je antwoord door "controleer antwoord" te drukken

3.5 Opdracht (Educaplay)

Educaplay. Klik op onderstaande link om het spel te starten. 

Spel hormoonstelsel module MZA

Eindtoets

Deze eindtoets bestaat uit 18 vragen onderverdeeld in:

14 meerkeuze vragen

3 sleep-combineer vragen

2 hotspot-vragen

1 combineer vraag.

Succes!

Evaluatie

Bronnen

Baars, J.A.M., Bastiaansen, C.A., Jochems, A.A.F. (2013). Anatomie en Fysiologie (AG) (3e druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum

Grégoire,L., Straaten-Huygen van A., Trompert, R. (2021). Anatomie & Fysiologie: studieboek en naslagwerk voor gezondheidszorg en sport. (1e druk). Thiememeulehof, Amersfoort

https://endocrinologie.mumc.nl/ziektebeelden geraadpleegd op 14 december 2021

https://schildklier.nl/ geraadpleegd 24 december 2021

https://nl.wikipedia.org/wiki/Endocrinologie, geraadpleegd 27 december 2021