2.1.3 Gevolgen

Diabetes moet zo snel en goed mogelijk worden behandeld. Normaal zijn de bloedsuikerwaarden tussen de 4,0 en 6,0 mmol/l. Bij een diabetespatiënt wordt gestreefd naar bloedsuikerwaarden die onder de 8,0 mmol/l liggen. Daarbij wordt uitgegaan van een nuchtere bepaling van glucose in het bloed. Nuchter, omdat een maaltijd de waarden uiteraard op een onvoorspelbare manier kan vertroebelen.

Hypoglykemie:

Meest voorkomende  complicatie. Glucose in het bloed is te laag. Eerste symptomen zijn hongergevoel, gapen, transpiratie, trillen en een hoge hartfrequentie (agressie). Bij een hele ernstige hypoglykemie kunnen er zelfs een verminderd bewustzijn, insulten of coma ontstaan​.

Diabetes Nefropathie:

Ontstaat op  lange termijn zoals hart en vaatziekten kunnen zelfs leiden tot de dood.​

Diabetes retinopathie:

Netvliesafwijking, voetproblemen (zweren en infecties)​.

Diabetische neuropathie:

Ontstaat op langere termijn. Aantasting van de zenuwen, met als symptomen tintelingen, gevoelsstoornissen, pijnklachten en krachtverlies in de benen. Kan ook door incontinentieklachten, impotentie of hartritmestoornissen​.

Diabetische voet

De diabetische voet ontstaat vaak pas als iemand lang diabetes heeft. Door diabetes kunnen bloedvaatjes (diabetische angiopathie) worden beschadigd. Het bloed stroomt minder goed door benen en voeten. Dit veroorzaakt koude voeten, verkleuringen aan tenen en voet, maar ook een verstoorde wondgenezing. Zo’n slecht genezend wondje kan gaan ontsteken en een zweer worden.

Doordat er een beschadiging van de zenuwen plaatsvindt en er sensibiliteitsstoornissen optreden, komen tintelingen en pijnscheuten in de voet voor (diabetische neuropathie). Vaak is er een verminderd gevoel in de voet. Wondjes worden daardoor minder goed opgemerkt. Hierdoor kan ook het looppatroon worden verstoord.

 

In onderstaand filmpje wordt uitgelegd wat een hypo of een hyper is.