Bijnieren
De bijnieren (glandulae suprarenales) zijn kleine organen van 2 bij 1 cm die gelegen zijn boven de nieren (afb. 1.6.). De bijnieren hebben een belangrijke functie in de productie van verschillende hormonen.
De bijnier bestaat uit een buitenste gedeelte, de schors en het merg.
Bijnierschors
De bijnierschors (cortex glandulae suprarenalis) produceert hormonen met verschillende werkingen. Deze hormonen worden onder de naam corticosteroïden samengevat. ‘Cortico’ betekent: van de cortex en ‘steroïden’ is afgeleid van de scheikundige structuur van de hormonen, een opbouw die we steroïd noemen. De bijnierschors staat wat de productie van hormonen betreft onder invloed van het aanzettende (-troop) hormoon van de hypofysevoorkwab, het adrenocorticotroop hormoon (ACTH).
De cortex produceert de volgende hormonen:
Glucocorticoïden bevorderen de omzetting van eiwit in glucose. Wanneer het lichaam aan een grote belasting wordt blootgesteld (stress), iets wat bij ontstekingen, verwondingen of verbrandingen kan voorkomen, wordt via de hersenstam een signaal afgegeven aan de hypofyse. Deze produceert het hormoon ACTH, dat de bijnier aanzet tot het produceren van glucocorticoïde, ofwel hydrocortison.
Mineralocorticoïden bevorderen het terugnemen (de terugresorptie) naar het lichaam van water en zout (natrium) uit de urineafvoerkanalen in de nier. Het belangrijkste hormoon uit deze reeks is aldosteron. Deze stoffen zijn heel belangrijk voor de waterhuishouding en het zoutevenwicht in ons lichaam.
Androgene hormonen zijn mannelijke geslachtshormonen die door de cortex worden gevormd evenals een oestrogeen, een vrouwelijk geslachtshormoon.
Bijniermerg
Het bijniermerg (medulla glandulae suprarenalis) produceert het hormoon adrenaline (ad= bij; ren = nier). De afgifte van adrenaline wordt verhoogd bij alle vormen van stress. Adrenaline brengt het lichaam in een dusdanige staat, dat het klaar is om te vechten of te vluchten.
Dit hormoon heeft een veelzijdige werking. In lever- en spiercellen bevordert adrenaline de omzetting van glycogeen tot glucose. Hierdoor zal het glucosegehalte in het bloed stijgen. Andere werkingen van adrenaline zijn:
* vernauwt de bloedvaten
* versnelt de hartwerking
* verhoogt de bloeddruk
* verwijdt de bronchiën
* versnelt de ademhaling
* vermindert de bloedstroom naar het spijsverteringsstelsel
* vermindert de doorbloeding van de huid
* verbetert de doorstroming van de spieren
Adrenaline heeft daarentegen een remmende werking op het maagdarmkanaal. Het hormoon adrenaline blijkt dezelfde werking te hebben als het sympathisch zenuwstelsel.
Afb.1.6. Ligging van de nier en bijnieren.
