Werkwoordspelling herhaling - leerjaar 3 HDH

Werkwoordspelling herhaling - leerjaar 3 HDH

Welkom

Welkom bij deze les werkwoordspelling. In deze les gaan we het hebben over de manier waarop je werkwoorden goed moet vervoegen in een zin.

De leerdoelen
Aan het einde van deze les:
- Is de theorie van werkwoordspelling duidelijk.
- Ben je in staat werkwoorden in de tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord op een juiste manier te vervoegen.


Inhoud
Eerst gaan we het hebben over de plek waar de vervoegingen geplaatst moeten worden.
We gaan het daarna hebben over de drie tijden:

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooid deelwoord

Kom gerust terug
Voel je vrij om terug te bladeren wanneer je wilt. Je mag zelf het tempo en de volgorde bepalen waarin je deze les doorloopt. Kom ook zo vaak terug als je wilt, want je kan de stapjes altijd even volgen als je twijfelt over een bepaalde vervoeging. Als je meer zou willen oefenen, kun je ook terugkomen en verdergaan met de oefeningen of ze nogmaals doen.

Belangrijk
Werkwoordspelling is erg belangrijk omdat je in formele teksten moet kunnen laten zien dat je de Nederlandse spelling beheerst. Als je op je werk of stage fouten maakt in je werkwoordspelling, kom je niet representatief over. Dit betekent dat je een minder goede indruk achterlaat bij je werkgever of klanten.
Als je goed de stapjes volgt, is werkwoordspelling helemaal niet moeilijk! Het is eigenlijk elke keer hetzelfde, dus je hoeft geen fouten te maken. Als je het eenmaal onder de knie hebt, zal het altijd goed gaan!

Vragen
Als je vragen hebt mag je die natuurlijk altijd aan mij stellen. Als ik niet aanwezig ben mag je mij natuurlijk altijd mailen --> klas H3A = r.ourchane@havodehof.nl - klassen H3B en H3C = j.duits@havodehof.nl

 

 

Hoe ga je te werk?

In deze lessen ga je zelfstandig in de lessen en thuis aan de slag. De bedoeling is dat je op eigen tempo de lessen doorloopt. Op basis van de instaptoets kun je zien welke stof je wel al beheerst en welke stof nog niet. De onderdelen die in deze lessen terugkomen zullen in de toets spelling en grammatica getoetst worden. Tijdens de lessen kun je extra uitleg vragen aan de docent. Als er meer leerlingen met dezelfde vraag komen, worden bepaalde onderdelen klassikaal uitgelegd. Ik wens je veel succes!

Instaptoets

Instaptoets werkwoordspelling

Lesmateriaal

Stam

Voordat je kunt beginnen met het vervoegen van het werkwoord moet je eerst het verschil kennen tussen de stam van het hele werkwoord  en de ik-vorm van het werkwoord. De vervoeging van de verleden en voltooide tijd moet namelijk met behulp van de stam gebeuren. Hieronder voorbeelden om duidelijk aan te geven wat het verschil is tussen de stam en de ik-vorm.

Bijvoorbeeld:
- Vangen - en = vang (stam)
- Vangen --> ik vang (ik-vorm)

Maar

- Verhuizen - en = verhuiZ (stam)
- Verhuizen --> ik verhuiS (ik-vorm)

 

De ik-vorm gebruik je om het werkwoord in de tegenwoordige tijd te vervoegen.

De stam gebruik je voor de verleden en voltooide tijd. Deze vind je door 'en' van het hele werkwoord af te halen.

(Dit doe je omdat je in de verleden tijd en het voltooid deelwoord moet kijken naar de laatste letter van de stam).

Dit is niet altijd nodig, maar als je dit niet doet kan het fout gaan:

Niet nodig:
- brabbelen - en = brabbel
- brabbelen --> ik brabbel

Wel nodig
- Verven - en = verv (in verleden tijd en voltooid deelwoord kijken naar 'v' voor 't ex-kofschip )
- Verven --> ik verf (hier moet de vervoeging achter die je hebt vastgesteld bij 'verv'.

KLIK OP DE ONDERSTAANDE LINK VOOR HET FILMPJE!!

Stam en ik-vorm
Uitleg over de stam en de ik-vorm van het werkwoord    

Kennisclip basis TT, VT en VD

Kijk deze kennisclip voor de basis van de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en het voltooid deelwoord.

Deze kennisclip is ervoor gemaakt dat je snel de theorie kan vinden over het vervoegen van deze tijden. Voel je dus ook vrij om deze kennisclip terug te kijken zodat je alle stof weer even snel voorbij ziet komen. Dit kan als een goede opfrisser werken!
Zet de video ook gerust op pauze, of spoel terug wanneer je dat wil als je nog even aandachtig wil luisteren.

Veel kijkplezier!

Tegenwoordige tijd

Bij de tegenwoordige tijd gaat het om zinnen waarin het gaat om het 'nu'. In deze zinnen wordt er iets beschreven wat er nu is of nu gebeurt.

In de tegenwoordige tijd gelden de volgende vervoegingen:

Enkelvoud
Ik/jij in een vraagzin = ik-vorm
Hij/zij/het/u/jij = ik-vorm + t

(Voorbeeld: jij komt morgen met de bus - kom jij morgen met de bus?

Tip: je plakt nooit iets anders achter de stam dan een 't'. (Dus nooit 'dt' toevoegen).

 

Meervoud

Wij/jullie/zij = hele werkwoord

 

Bijvoorbeeld:

(Geven) Hij ... mijn broertje een ijsje.

Stam = Geven - en =  (gev) --> ik-vorm = geef

In de zin is het onderwerp 'hij'. Je krijgt dus ik-vorm + t. (Geef + t)

Hij geeft mijn broertje een ijsje.

 

(Belanden) Hij ... op de grond.

 

Stam = Belanden - en = (beland) --> ik-vorm = beland

In de zin is het onderwerp 'hij'. Je krijgt dus ik-vorm + t. (Beland + t).

Hij belandt op de grond.

 

Trucje: vervang het werkwoord dat je moet vervoegen met 'lopen'. Je kan met dit werkwoord goed horen of er een 't'  toegevoegd moet worden aan de stam. Hoor je een 't', dan schrijf je een 't'.

Ik loop.
Hij loopt.

Bijvoorbeeld:
- (Snijden) Kees ... zich in zijn vinger.
- Kees loopt zich in zijn vinger.

Je hoort een 't' dus je schrijft een 't' achter de ik-vorm.


Snijden - en = snijd
Ik snijd

--> Snijd + t

- Kees snijdt zich in zijn vinger.

Verleden tijd

Bij de verleden tijd gaat het om zinnen die gaan over dingen die eerder zijn gebeurd. In de verleden tijd gaat het om 'toen, precies op dat moment'. De zin vertelt wat er toen, precies op dat moment gebeurde.

In de verleden tijd zijn er twee soorten werkwoorden: zwakke werkwoorden en sterke werkwoorden.

- Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank als ze worden vervoegd.
--> Hakken (tt), hakten (vt).

- Sterke werkwoorden veranderen wel van klank als ze worden vervoegd.
--> Slapen (tt), sliepen (vt).

Let goed op welke soort het werkwoord is dat je vervoegt. Sterke werkwoorden vervoeg je namelijk niet op dezelfde manier als zwakke werkwoorden.
- Hoe sterke werkwoorden vervoegd worden in de verleden tijd verschilt per werkwoord en die moet je simpelweg uit je hoofd leren.
- Hoe zwakke werkwoorden worden vervoegd in de verleden tijd wordt hieronder uitgelegd:

 

De vervoegingen van zwakke werkwoorden in de verleden tijd zijn:
- te(n)
- de(n)
(ik-vorm + ten of ik-vorm + den bij meervoud)

 

Volg het onderstaande stappenplan om het werkwoord op de juiste manier te vervoegen.

Stap 1: bepaal de stam van het werkwoord ( hele werkwoord - en)

Stap 2: kijk naar de laatste letter van de stam

Stap 3: je gaat na of de laatste letter van de stam in 't ex-kofschip staat
           

            Ja --> ik-vorm + te(n)
            Nee --> ik-vorm + de(n)

 

Bijvoorbeeld:
- (Verkennen) Erik ... de hele stad op de fiets.

Stap 1: verkeN

Stap 2: N

Stap 3: N komt NIET voor in 't ex-kofschip --> dus ik-vorm + DE(N)

 

Erik is enkelvoud dus het is ik-vorm + de.

- Erik verkende de hele stad op de fiets.

 

- (Witten) De schilders ... het plafond.

Stap 1: WITT

Stap 2: T

Stap 3: T komt WEL voor in 't ex-kofschip --> dus ik-vorm + TE(N)

 

De schilders is meervoud dus het is ik-vorm + ten.

- De schilders witten het plafond.

(Als je de stam had gebruikt van 'het hele werkwoord - en' en je had daar de vervoeging aan toegevoegd, dan kreeg je 'wittten' met drie t's. Kijk voor de laatste letter naar de stam (dus naar het hele werkwoord - en, maar plak de vervoeging aan de 'ik-vorm').

Voltooid deelwoord

Bij het voltooid deelwoord gaat het om zinnen die gaan over dingen die eerder zijn gebeurd.  
Bij het voltooid gaat om dingen die ooit zijn gebeurd en er wordt daarbij verteld hoe het nu is (het is nu nog relevant).

De vervoegingen bij het voltooid deelwoord zijn:
- t
- d

 

Je bepaalt de uitgang van het werkwoord door te kijken naar de laatste letter in de stam (als je de werkwoord - en manier toepast).

Laatste letter van de stam in 't ex-kofschip?
Ja --> werkwoord in de vorm van het voltooid deelwoord+ t
Nee --> werkwoord in de vorm van het voltooid deelwoord + d

 

Bijvoorbeeld;
- (Ruilen) Ik heb mijn lolly voor een Snicker ...

Stam:
Ruilen - en = ruil
Ik ruil

De laatste letter van de stam is een 'l'.
'T ex-kofschip --> 'l' zit er niet in, dus: -d
Stam + d

- Ik heb mijn lolly voor een Snicker geruild.

 

- (Verhuizen) Ik ben naar Wassenaar ...

Stam:
Verhuizen - en = verhuiz
Ik verhuis

De laatste letter van de stam is een 'z'.
'T ex-kofschip --> 'z' zit er niet in, dus een: -d

- Ik ben naar Wassenaar verhuisd.

(Als je de stam had gebruikt en je had daar de vervoeging aan toegevoegd, dan kreeg je 'verhuizd'. Kijk voor de laatste letter in de stam dus naar de 'hele werkwoord - en', maar plak de vervoeging aan de 'ik-vorm).

 

Samenvatting

Samenvatting:

Verschil tussen stam en ik-vorm
Stam --> hele werkwoord - en
Ik-vorm --> de werkwoordsvorm na ik

Tegenwoordige tijd
Ik/jij? = ik-vorm + niks
Hij/zij/het/u/jij = stam + t

 

Verleden tijd
Sterk werkwoord --> verandert van klank
Zwak werkwoord --> verandert niet van klank

Zwakke werkwoorden:
't ex-kofschip 
Laatste letter van de stam in 't kofschip x?
Ja --> ik-vorm + te(n)
Nee --> ik-vorm + de(n)

Voltooid deelwoord
't ex-kofschip 
Laatste letter van de stam in 't ex-kofschip ?
Ja --> t
Nee --> d

Oefenmateriaal

Vind de stam

Bij deze 5 opdrachten vraag ik om de stam die je vindt op deze manier:  hele werkwoord - en
(Niet: ik - vorm)

Tegenwoordige tijd

Bij de volgende vijf opdrachten moet je de juiste vorm van de tegenwoordige tijd slepen naar de goede plek.

Verleden tijd

Bij de volgende vijf opdrachten moet je de goede vorm van de verleden tijd aanklikken.

Voltooid deelwoord

Bij de volgende vijf opdrachten moet je de goede vorm van het voltooid deelwoord aanklikken.

Extra oefenmateriaal

Als je merkt dat je nog moeite hebt met werkwoordspelling, kan je gebruik maken van deze extra oefeningen die iets toegankelijker zijn. Je kan zo wat extra oefenen en dan kan je vervolgens verdergaan met het oefenmateriaal of zelfs met de extra uitdaging.

Als je er niet met de theorie uit komt, mag je natuurlijk altijd vragen stellen!

Veel succes!

 

Let op: in deze opdrachten is het de bedoeling dat je klikt op de juiste vorm (de dikgedrukte woorden).

De stam vinden

Tegenwoordige tijd

Verleden tijd

Voltooid deelwoord

Goed/fout oefening

In deze oefening zien jullie een heel werkwoord en een vervoegingsvorm. Jullie moeten nagaan of de vervoegde vorm klopt. Klik op juist en onjuist.

Succes!

Extra uitdaging

Als je alles onder het kopje 'oefenmateriaal' af hebt mag je verder met deze oefeningen. De opdrachten zijn wat uitdagender en helpen je nog verder met werkwoordspelling.

--> Kijk goed in welke tijd je het werkwoord moet vervoegen.

Let op: er worden hier geen opties voor antwoorden meer gegeven. Je moet zelf je antwoord typen.

Succes!

Tegenwoordige tijd

Verleden tijd

Voltooid deelwoord

Oefentoets

Evaluatie

Bronnen

 

Goed/fout quiz via Educaplay --> https://www.educaplay.com/

Evaluatieformulier en oefentoets via Microsoft Forms
--> https://forms.office.com/Pages/DesignPage.aspx?origin=shell

Kennisclip werkwoordspelling via YouTube (zelfgecreëerd videomateriaal)
--> https://www.youtube.com/watch?v=IquWZhyZ0dU&t=11s

Kennisclip werkwoordspelling gemaakt met Powtoon
--> https://www.powtoon.com/

 

Nederlandse vlag – foto
https://cdn.pixabay.com/photo/2017/10/28/01/04/flag-2896002_1280.jpg

 

Tulpen – foto
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/45/Tulpen_bloemenveld_langs_N80_Gingelom_-_panoramio.jpg

 

Can’t/can – foto
https://pixy.org/src/352/thumbs350/3527394.jpg

 

Learn – foto
https://storage.needpix.com/rsynced_images/learn-1820039_1280.jpg

 

Molen – foto
https://cdn.pixabay.com/photo/2017/06/09/22/29/mill-2388425__340.jpg

  • Het arrangement Werkwoordspelling herhaling - leerjaar 3 HDH is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2022-12-15 10:04:25
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In deze les leren jullie hoe de werkwoordspelling werkt in de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en het voltooid deelwoord.
    Leerniveau
    HAVO 1; HAVO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Begrippenlijst en taalverzorging;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    werkwoordspelling

    Bronnen

    Bron Type
    Stam en ik-vorm
    https://www.youtube.com/watch?v=V412056rYno
    Link

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Vak Nederlands. (2021).

    Werkwoordspelling

    https://maken.wikiwijs.nl/181459/Werkwoordspelling

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Instaptoets werkwoordspelling

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.