In deze module worden polaire atoombinding en dipolen behandeld en kun je oefenen met opdrachten. Dit onderwerp komt later nog terug, uitgebreid met Lewisstructuren en VSEPR.
Je kunt zelf kiezen hoe je deze module doorwerkt en wat je wel of niet doet.
Als je begint met de Check en je maakt die goed, ben je eigenlijk al klaar.
Leerdoelen
Je kunt met behulp van het begrip elektronegativiteit uitleggen of een atoombinding een polaire atoombinding is.
Je kunt met binas 55 voorspellen of een molecuul wel of geen dipool is.
Je kunt uitleggen waarom dipoolmoleculen een hoger kookpunt dan moleculen die geen dipool zijn.
Uitlegfilmpje
Kijk onderstaand filmpje voor uitleg.
Polaire atoombindingen en dipolen: een overzicht
Als het verschil in elektronegativiteit (zie binas 40A) tussen twee atomen waar een binding tussen zit groter is dan 0,4 dan is die atoombinding een polaire atoombinding. Het atoom met de grootste elektronegativiteit is dan een klein beetje negatief geladen (δ-) en het andere atoom is een beetje positief geladen (δ+). De CO, OH en NH binding zijn bekende polaire atoombindingen.
Als een molecuul symmetrisch is, bijvoorbeeld O=C=O, kunnen er wel polaire atoombindingen aanwezig zijn, maar is het molecuul geen dipool. Het dipoolmoment is dan 0 (zie binas 55). Dit komt later nog terug, uitgebreid met Lewisstructuren en VSEPR.
Oefenen met wat vragen
Opgave 1.
Leg uit welke atoombindingen in ethanol (CH3CH2OH) polaire atoombindingen zijn.
Opgave 2.
Teken een gehydrateerd koper(II)ion.
Opgave 3.
Leg uit of bij zwaveldioxide de hoek tussen de O, S en O 180° is. Gebruik binas tabel 55.
De antwoorden
Opgave 1.
Er zijn vier atoombindingen in methanol:
De C-C binding is niet polair, beide C-atomen hebben uiteraard dezelfde elektronegativiteit.
De C-H binding is niet polair, het verschil in elektronegativiteit tussen C en H is 0,4 en dus niet groter dan 0,4.
De C-O binding is wel polair. O heeft een elektronegativiteit van 3,5 en C van 2,5. Het verschil is dus groter dan 0,4.
De O-H binding is wel polair. O heeft een elektronegativiteit van 3,5 en H van 2,1. Het verschil is dus groter dan 0,4.
Opgave 2.
Opgave 3.
Zwavel heeft een elektronegativiteit van 2,6 en zuurstof van 3,5. Het verschil is groter dan 0,4. Dus is de S-O binding een polaire atoombinding. Het dipoolmoment van SO2 zou 0 zijn als de O, S en O op 1 lijn zouden liggen, dus een hoek van 180° zouden vormen. Het dipoolmoment van SO2 is volgens tabel 55 5,4 en dus geen 0. Dus is de hoek tussen de O, S en O geen 180°
Het arrangement Polaire Atoombindingen en Dipolen is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
herbert van de voort
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-10-21 14:53:27
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Check Polaire atoombindingen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.