Opgave 1.
Er zijn vier atoombindingen in methanol:
De C-C binding is niet polair, beide C-atomen hebben uiteraard dezelfde elektronegativiteit.
De C-H binding is niet polair, het verschil in elektronegativiteit tussen C en H is 0,4 en dus niet groter dan 0,4.
De C-O binding is wel polair. O heeft een elektronegativiteit van 3,5 en C van 2,5. Het verschil is dus groter dan 0,4.
De O-H binding is wel polair. O heeft een elektronegativiteit van 3,5 en H van 2,1. Het verschil is dus groter dan 0,4.
Opgave 2.
Opgave 3.
Zwavel heeft een elektronegativiteit van 2,6 en zuurstof van 3,5. Het verschil is groter dan 0,4. Dus is de S-O binding een polaire atoombinding. Het dipoolmoment van SO2 zou 0 zijn als de O, S en O op 1 lijn zouden liggen, dus een hoek van 180° zouden vormen. Het dipoolmoment van SO2 is volgens tabel 55 5,4 en dus geen 0. Dus is de hoek tussen de O, S en O geen 180°