Welkom!
Welkom toekomstige kampioen artikelen schrijven!
In deze Wikiwijs ga je leren hoe je een informatief artikel moet schrijven. Dit is een stuk tekst waar informatie in staat.
Waarom je dat moet leren? Dit moet je kunnen voor het vak Nederlands. Je krijgt er een toets over. En tijdens het eindexamen krijg je ook een schrijfopdracht: een artikel, een e-mail of een brief. Ook voor andere vakken zal je soms een artikel moeten schrijven. Als laatste zal je ook later, in je werk, wel eens een informatief artikel moeten schrijven.
Wat moet je er voor kunnen? Je moet leren over:
- taalverzorging
- conventies, en
- de inhoud van een artikel.
Hier wordt je artikel, dat je uiteindelijk zelf gaat schrijven, op beoordeeld.
Ik, jouw trainer, ga je hierbij helpen! Doorloop het hele programma en het gaat je vast lukken! Ga naar de volgende tab.
Word een kampioen!
Hoe word je kampioen artikelen schrijven? Zoals bij alles: eerst de techniek leren en dan veel oefenen! Ik ben jouw trainer en ik ga jou er bij helpen.
Hoeveel training (oefening) jij nodig hebt, bepaal je zelf. Maak je een oefening goed, dan kan je soms een instructie of training overslaan, omdat je die dan niet nodig hebt. Dit staat telkens in de tekst bij de oefening.
Doorloop het trainingsschema, kijk dus in alle tabjes, en je eindigt vast als kampioen artikelen schrijven! Ga naar de tab Uitrusting.
Succes!
Basiskennis: taalverzorging
Oké, we beginnen met jouw uitrusting. Wat heb je nodig om met de trainingen te beginnen? Het belangrijkste hiervoor is dat jouw taalverzorging in orde is. Dus zaken als spellen, interpunctie (punten, komma's, vraagtekens), werkwoordspelling, hoofdlettergebruik en signaal- en verbindingswoorden.
Om tot de selectietraining toegelaten te worden, doe je 4 testjes. Als je een test goed scoort, ga je naar de volgende test (tab). Haal je niet genoeg punten, bekijk dan de instructie die erbij hoort. Daarna doe je de extra oefening. En dan gaat het vast beter! Na deze tweede oefening mag je ook naar de volgende test (tab).
Nadat je alle 4 de onderdelen van de basisuitrusting hebt afgewerkt, is jouw uitrusting in orde en ben je klaar om aan de selectietrainingen te beginnen.
Ga nu naar de tab Uitrusting 1.
Basiskennis 1: Werkwoordspelling
De algemene kennis die je nodig hebt om een zakelijke e-mail te schrijven bestaat uit 4 delen. Deel 1 is jouw kennis over werkwoordspelling.
Test hier of je kennis hierover op orde is.
Je moet ten minste 6 van de 8 vragen goed beantwoorden. Houd zelf bij hoeveel vragen je goed maakt en lees de uitleg als je een antwoord hebt gegeven. Heb je minimaal 6 van de 8 vragen goed, ga dan naar Deel 2.
Heb je niet minimaal 6 van de 8 vragen goed, bekijk dan de instructie hieronder en doe de extra oefening. Daarna mag je verder naar Deel 2.
Oefening: Basiskennis 1: Werkwoordspelling
Start
Instructie werkwoordspelling
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-spelling-alle-werkwoordsvormen-door-elkaar/
Extra oefening werkwoordspelling
Basiskennis 2: Interpunctie
Basiskennis 2: Interpunctie
Je basiskennisbestaat uit 4 delen. Deel 2 is jouw kennis over interpunctie.
Test hieronder of je basiskennis deel 2 compleet is.
Je moet ten minste een score hebben van 80%. Nadat je alles hebt ingevuld, druk op de knop 'Nakijken'. Je ziet dan wat je niet goed hebt. Probeer te begrijpen wat je fout hebt gedaan en corrigeer je fouten. Vraag het zo nodig aan de docent.
Laat de uitslag aan je docent zien. Heb je 80% of meer goed, ga dan naar Basiskennis 3.
Heb je niet minimaal een score van 80%, bekijk dan de instructie hieronder en doe de extra oefening. Daarna mag je verder naar Basiskennis 3.
Basiskennis 2: test
Maak de toets. Als je niet een score hebt van 80% of hoger, ga je naar de instructie kijken. Laat de uitslag aan de docent zien.
Nu je de instructie hebt gehad, maak je de vragen van de oefeningen 1, 2 en 3 hieronder.
Succes.
https://www.leer-actief.nl/verhalen/vriendschap/leestekens/leestekens1.htm
Basiskennis 3: Hoofdlettergebruik
Basiskennis 3: Hoofdlettergebruik
Je Basiskennis bestaat uit 4 delen. Deel 3 is jouw kennis over hoofdlettergebruik.
Test hieronder of je Basiskennis deel 3 compleet is.
Je moet ten minste een score hebben van 70%. Heb je minimaal een score van 70%, ga dan naar Basiskennis 4.
Heb je niet minimaal een score van 70%, bekijk dan de instructie hieronder en doe de extra oefening. Daarna mag je verder naar Basiskennis 4.
Basiskennis 3: test
Test hoofdlettergebruik
Instructie hoofdlettergebruik
Nu je de instructie hebt gehad, maak dan de vragen van de volgende oefening hieronder.
Mail een fotootje van je antwoorden naar de docent via pvdloo@lentiz.nl.
Succes.
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-4-hoofdletters/
Basiskennis 4: Signaal- en verbindingswoorden
Basiskennis 4: Signaal- en verbindingswoorden
Je Basiskennis bestaat uit 4 delen. Deel 4 is jouw kennis over signaal- en verbindingswoorden.
Test in de volgende tab of je uitrusting deel 4 compleet is.
Je moet ten minste 8 van de 10 vragen goed beantwoorden. Nadat je de test hebt gemaakt, krijg je jouw score en een uitleg. Bekijk die goed, want die gaat ook helpen om meer van deze uitrusting te begrijpen.
Heb je minimaal 8 van de 10 vragen goed, dan ben je klaar.
Heb je niet minimaal 8 van de 10 vragen goed, bekijk dan de instructie hieronder en doe de extra oefening. Daarna ben je klaar.
Basiskennis 4: test
Instructie signaal- en verbindingswoorden
Wat zijn signaal- en verbindingswoorden en hoe herken je deze in een zin?
Een signaalwoord toont het verband tussen zinnen of alinea’s aan. Het signaalwoord vertelt je wat de zinnen of alinea’s met elkaar te maken hebben. Door het gebruik van signaalwoorden is een tekst makkelijker te lezen; ze geven structuur aan de tekst en zorgen voor samenhang tussen de alinea’s. Het maakt een tekst duidelijker, waardoor je deze sneller en beter begrijpt.
Een signaalwoord vertelt je wat de zinnen of alinea’s met elkaar te maken hebben. Het signaalwoord geeft het verband tussen zinnen of alinea’s aan.
Signaalwoorden maken teksten duidelijker
Er zijn veel verschillende soorten signaalwoorden. Maar deze woorden hebben allemaal een ding gemeen: ze geven een verband tussen stukken tekst aan. Aan de hand van deze woorden kun je als lezer signaleren hoe een tekst is opgebouwd. Zo kan het signaalwoord aangeven dat er sprake is van een tegenstelling, opsomming, overeenkomst of chronologische volgorde. Je vindt een tekstverband door goed op signaalwoorden te letten, dit is bijvoorbeeld heel handig bij het begrijpend lezen.
Een signaal is een ander woord voor ‘sein’. Een signaalwoord geeft je als lezer als het ware een seintje dat je op moet letten.
Alle signaalwoorden
Een schrijver gebruikt signaalwoorden om een tekst duidelijker te maken voor jou als lezer. Zo kom je bijvoorbeeld de volgorde van bepaalde gebeurtenissen te weten, maar begrijp je ook dat er een opsomming of samenvatting volgt. Bekijk hieronder veel voorkomende voorbeelden van signaalwoorden.
Signaalwoorden bij tijd
eerst
vroeger
voordat
nadat
daarna
wanneer
intussen
tegelijkertijd
tijdens
Voorbeeld
Voordat ik ga trainen drink ik veel water en tijdens de training drink ik eigenlijk niks.
Signaalwoorden bij tegenstelling
maar
toch
echter
desondanks
daarentegen
enerzijds
hoewel
integendeel
Voorbeeld
Suus houdt veel van muziek, maar niet van dansen.
Signaalwoorden bij opsomming
en
ook
ten eerste, ten tweede etc
daarnaast
bovendien
in de eerste plaats, in de tweede plaats etc
vervolgens
ten slotte
verder
Voorbeeld
Daarnaast werkt Max voor zichzelf en staat hij op zaterdag bij zijn vader in de zaak.
Signaalwoorden bij vergelijking
hetzelfde
zoals
net als
als
zo
evenals
vergeleken met
Voorbeeld
Josje heeft rood haar, net als haar broer.
Door signaalwoorden begrijp je een tekst beter en sneller. Je kunt makkelijker verbanden leggen in de tekst.
Signaalwoorden bij uitleg
omdat
want
daarom
namelijk
immers
Voorbeeld
Roel was heel blij, want hij was net geslaagd voor zijn rijexamen.
Signaalwoorden bij samenvatting
al met al
kortom
samengevat
zoals gezegd
terugblikkend
Voorbeeld
In de zomer gaan zij met de boot naar Terschelling, met de auto naar Kopenhagen en met de trein naar Italië. Al met al hebben ze een druk reisschema.
Signaalwoorden bij conclusie
dus
tot slot
concluderend
daardoor
dat betekent dat
Voorbeeld
Ik heb nog geen plannen voor dit weekend, dus ik heb alle tijd om met je af te spreken.
(bron: https://wrts.nl/wat-zijn-signaalwoorden-en-hoe-herken-je-deze-in-een-zin)
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-voegwoorden/
Selectietraining 1: Conventies
Welkom bij selectietraining 1!

Je hebt nu dus de basisuitrusting. Je bent klaar voor de eerste selectietraining! We gaan jouw talent voor artikelen schrijven verder ontwikkelen!
In deze selectietraining gaan we aan de slag met de conventies (de speciale regels) die gelden voor het schrijven van een informatief artikel.
Eerst de theorie: Kijk de kennisclip.
Doe daarna de oefening.
Daarna ben je klaar voor selectietraining 2.
Oefening conventies
Selectietraining 2: Inhoud
Welkom bij de selectietraining 2!

Je hebt nu dus de basisuitrusting en de eerste selectietraining afgewerkt. Mooi! Je bent al een eind op weg om jouw talent voor artikelen schrijven verder te ontwikkelen!
Dan kunnen we nu verder met de selectietraining 2. We gaan aan de slag met de inhoud van informatieve artikelen.
De inhoud van een artikel bestaat uit 3 delen, net als bij een zakelijke e-mail: een inleiding, een middenstuk en een slot. Tussen elk stuk zit een regel wit.
LET OP: in de opdracht bij het examen staat al veel informatie die je in het artikel moet opnemen. Doe dat zorgvuldig, want informatie die je niet opneemt, kost je punten.
Inleiding: hierin staat altijd het onderwerp van het artikel. Maar je moet er meer in opnemen. BIjvoorbeeld de aanleiding van het artikel (waarom je het artikel schrijft), een voorbeeld, een anekdote, dit is een kort, grappig verhaaltje of bijvoorbeeld een vraag.
Middenstuk: hierin geeft je meer informatie over elk deelonderwerp. Veel informatie hierover staat al in de opdracht! Je moet dus verschillende deelonderwerpen opnemen. Schrijf de belangrijkste informatie over het deelonderwerp in de eerste zin. Verder kan je in de deelonderwerpen bijvoorbeeld 2 voordelen en 1 nadeel opnemen, meer informatie over jouw onderwerp, verschillende argumenten, en zo voort. Je kan hier als signaalwoord bijvoorbeeld gebruiken: ten eerste, ten tweede, bovendien, ook is het zo dat. Maak in ieder geval 3 alinea's met telkens een regel wit ertussen.
Slot: in het slot kan je een samenvatting opnemen, een mening, een conclusie of bijvoorbeeld een antwoord op een vraag (als je tenminste in de inleiding een vraag hebt gesteld). Je kan hier als signaalwoord bijvoorbeeld gebruiken: dus, kortom, dat betekent.
Nu je de theorie weet, is het tijd voor de oefening. Die staat hieronder.
Oefening: Oefening inleiding, middenstuk, slot
Start
Als je klaar bent met de oefening, ga je naar de warming up. Je bent bijna klaar voor de oefenwedstrijden!
Warming up
Oké, je hebt nu je basisuitrusting en hebt 2 selectietrainingen gedaan. Je weet nu alles wat je moet weten voor het schrijven van een artikel.
Maar hoe begin je nou precies met schrijven? Dat leer je in de warming up. Je wordt helemaal klaargestoomd voor de eerste oefenwedstrijd!

Voordat je begint met schrijven maak je een schrijfplan. Als je dat plan hebt ingevuld, is het daarna veel makkelijker om te gaan schrijven.
Een schrijfplan ziet er zo uit:
Onderwerp
|
Een pakkende titel, waaruit blijkt waar het artikel over gaat
|
Tekstdoel
|
Waarom schrijf je het artikel? Dit helpt om te bepalen wat je allemaal gaat schrijven
|
Publiek
|
Voor wie schrijf je? Dat bepaalt de informatie maar ook het woordgebruik (formeel, informeel, etc.)
|
Inleiding
|
In ieder geval: Wat is het onderwerp. Plus daarbij bijvoorbeeld: waarom schrijf je het artikel, een voorbeeld, een vraag, een kort grappig verhaaltje.
|
Middenstuk/kern
1
|
Schrijf over verschillende deelonderwerpen in het middenstuk.
Schrijf de belangrijkste informatie over het deelonderwerp in de eerste zin. Ga op dezelfde regel verder.
Beschrijf bijvoorbeeld wat je ergens van vindt met verschillende argumenten, je beschrijft een aantal voorbeelden, je legt zaken uit. De argumenten, voorbeelden, uitleg verdeel je over de alinea's. Bijvoorbeeld het eerste argument in de eerste alinea, het tweede in de tweede alinea en het derde argument in de derde alinea.
Schrijf in ieder geval 3 alinea’s. Met telkens een regel wit ertussen.
|
Middenstuk/kern
2
|
Voorbeeld/ argument / uitleg
|
Middenstuk/kern
3
|
Voorbeeld/ argument / uitleg
|
Slot
|
Neem hier een samenvatting op, een conclusie, een advies. Of als je een vraag in de inleiding hebt gesteld, dan neem je hier het antwoord op de vraag op.
|
Naam schrijver
|
Jouw voor- en achternaam
|
Maak nu de schrijfplan-oefening van de volgende tab.
Oefening: Oefening schrijfplan opstellen
Start
Als je klaar bent met de oefening, ben je klaar voor de eerste oefenwedstrijd!
Ga naar de tab oefenwedstrijden.
Oefenwedstrijden
Oké, je weet nu hoe je een artikel moet schrijven. En waar je op moet letten (taalverzorging, conventies en inhoud). Nu ga je oefenen met het schrijven van een artikel. Je gaat nu zelf aan de slag!
Ik heb 2 oefenwedstrijdjes georganiseerd. De eerste is makkelijker dan de tweede. Oefening 2 is op examenniveau. Je mag kiezen hoeveel wedstrijdjes (oefeningen) je wilt doen: 1 of 2. Maar je doet altijd in ieder geval oefenwedstrijd 2.
Je kan de oefeningen zelf nakijken met behulp van 'de score' (tab hierna). Hier staat hoe tijdens het examen jouw schrijfopdracht wordt beoordeeld!
Ben je klaar met schrijven van oefening (oefenwedstrijd) 2? Doe dan het volgende:
1. Vraag een andere leerling om je schrijfopdracht na te kijken met behulp van de tab 'score'
2. Heb je wat aan de feedback van je medeleerling?
3. Pas je artikel aan met hulp van de feedback
4. Stuur het aangepaste artikel aan de trainer via stplo@wolfert.nl
5. Nadat je de feedback van de trainer hebt ontvangen: bestudeer de feedback. Die kan je gebruiken voor de eindtoets/de wedstrijd
6. Ga naar de volgende tab: de eindtoets voor een cijfer/de wedstrijd

Twijfel je over bepaalde zaken: stel dan je vraag aan de trainer via stplo@wolfert.nl.
Oefenwedstrijd 1: de oefening
Ga eerst naar de uitleg hierboven over de oefenwedstrijden.
Maar daarna deze oefening.
Oefenwedstrijd 1
Situatiebeschrijving
Tijdens de les Nederlands hebben jullie een klassengesprek gevoerd over de waarde die mensen aan bepaalde zaken toekennen. Je hebt gemerkt dat er veel verschillen zijn. Sommige leerlingen hechten veel waarde aan hun mobiele telefoon, of aan sneakers van een bepaald merk. Maar er zijn ook leerlingen voor wie een foto van hun opa en oma heel belangrijk is.
Jij bent hierdoor nieuwsgierig geworden naar de waarde die mensen aan dingen toekennen. Waar hechten mensen waarde aan? Je wilt graag weten hoe andere leerlingen hierover denken. Daarom heb je een leerling geïnterviewd hierover. Deze persoon hecht weer waarde aan iets heel anders.
Je gaat een artikel schrijven voor de schoolkrant. De aanleiding voor je artikel is het klassengesprek. Je beschrijft kort dat jullie gepraat hebben over de waarde die mensen aan producten toekennen. Daarna beschrijf je een voorbeeld van een ding dat voor jou waarde heeft. Je motiveert ook waarom dit voor jou zoveel betekent. Je vertelt ook over het interview dat je hebt gehouden met een andere leerling. En dat die iets heel anders waardevol vindt.
Je sluit af door te vertellen dat iedereen anders is.
Opdracht
Schrijf het artikel voor de schoolkrant van maximaal 75 woorden. Gebruik voor je artikel de informatie uit de situatiebeschrijving. Gegevens die onbekend zijn, mag je zelf bedenken. Maak er een samenhangend geheel van en zet er een passende titel boven. Zet je voor- en achternaam onder het artikel. Besteed in jouw artikel aandacht aan de volgende onderwerpen:
- jezelf voorstellen met naam en klas;
- aanleiding voor het schrijven van het artikel;
- twee voorbeelden van producten die voor jou waardevol zijn;
- motivatie bij eigen waardevolle product;
- beschrijving van andere leerling en wat deze persoon waardevol vindt;
- afsluiting met dat iedereen anders is en andere dingen waardevol vindt.
Ben je klaar? Kijk dan zelf wat de uitslag is (in de volgende tab onder score). Bekijk de antwoorden die daar staan goed, want daar kan je van leren hoe je nóg beter een artikel kan schrijven.
Heb je na het controleren nog vragen? Stuur die dan naar je trainer via stplo@wolfert.nl.
Ga nu naar oefenwedstrijd 2.
Oefenwedstrijd 1: de score
Uitslag. Wat is de uitslag van je oefenwedstrijd/-artikel? Ben je al een kampioen artikelenschrijven? 
Kijk met onderstaande uitleg hoeveel je gescoord hebt. Op de onderdelen waar je niet veel punten hebt gescoord, ga je opnieuw de training volgen die daar bij past.
Kom je er niet uit, vraag de scheidsrechter dan om een oordeel of advies via stplo@wolfert.nl.
Je kan maximaal 13 punten scoren.
6 punten voor inhoud maximaal. De score kan niet lager zijn dan 0.
Als de volgende zaken niet in je artikel staat, moet er per keer 1 punt vanaf:
- Jezelf voorstellen met naam en klas
- aanleiding voor het artikel (dus: waarom schrijf je het artikel)
- beschrijving klassengesprek
- voorbeeld 1 waardevol product
- voorbeeld 2 waardevol product
- motivatie bij waardevolle producten.
Voorbeeld: als je jezelf niet hebt voorgesteld en maar 1 voorbeeld van een waardevol product hebt opgenomen, heb je 2 punten aftrek. Voor dit onderdeel heb je dan 4 van de 6 punten verdiend.
5 punten voor taalverzorging. De score kan niet lager zijn dan 9.
Je krijgt aftrek als je hebt:
- één of twee formuleringsfouten (onvolledige zinnen, onjuiste woordkeuze, onjuiste verwijzingen, onjuiste zinsbouw)
- drie of vier formuleringsfouten: dan min 2 punten
- vijf of meer formuleringsfouten: dan min 3 punten
- één of twee spelfouten (fouten in de spelling van werkwoordsvormen, overige spelfouten, inclusief ten onrechte opgenomen of weggelaten hoofdletters)
- drie of vier spelfouten: dan min 2 punten
- vijf of meer spelfouten: dan min 3 punten
- twee of meer interpunctiefouten.
2 punten voor conventies. De score kan niet lager zijn dan 0.
Je krijgt aftrek als de volgende zaken er maar gedeeltelijk of helemaal niet zijn:
- passende titel
- vermelding voor- en achternaam onder artikel
- alinea-indeling
- samenhang
- logische volgorde
- passend taalgebruik.
Kom je er niet uit, vraag de scheidsrechter dan om een oordeel of advies via stplo@wolfert.nl.
Als je klaar bent, ga je naar oefenwedstrijd 2.
Oefenwedstrijd 2: de oefening
Ga eerst naar de uitleg onder 'oefenwedstrijden'.
Maak daarna deze oefening.
Oefenwedstrijd 2
Situatiebeschrijving
Bij Nederlands hebben jullie gesproken over telefoonstress onder jongeren: veel jongeren krijgen stress van telefoneren. Ze appen liever of facebooken, omdat ze dan meer tijd hebben om na te denken over wat ze willen schrijven. Met bellen heb je die tijd niet, dan moet je meteen reageren en dan kan het misgaan.
Iedereen uit jouw klas weet wel een voorbeeld van een goed of heel slecht telefoongesprek te bedenken. Maar over wat nu een goed telefoongesprek is, wordt verschillend gedacht. Sommige leerlingen geven aan dat het vooral belangrijk is om goed te luisteren tijdens het gesprek. Maar er zijn ook leerlingen die aangeven dat het vooral gaat om het bereiken van je doel. Voor sommige leerlingen is ‘als de boodschap maar overkomt, het maakt niet uit hoe’ het meest belangrijk. Er zijn nogal wat verschillen!
De schrijfopdracht is dat je een artikel schrijft voor de schoolkrant over wat volgens jou een goed telefoongesprek is. Je begint het artikel met een korte introductie van jezelf. Vervolgens vermeld je de aanleiding voor het schrijven van dit artikel. Daarna beschrijf je jouw ervaringen met bellen, bijvoorbeeld hoe vaak je belt of in welke situatie je liever een app stuurt in plaats van belt. Vervolgens geef je twee eisen waaraan volgens jou een goed telefoongesprek moet voldoen. Ook geef je een korte beschrijving van een telefoongesprek dat jij hebt gevoerd en waar je heel tevreden over bent. Je legt uit waarom jij zo tevreden bent over dit gesprek. Daarna geef je aan of bel-les op scholen ingevoerd moet worden, of juist niet. Je licht jouw keuze toe. Je rondt het artikel af met jouw idee over het gebruik van de telefoon in de toekomst.
Ben je klaar met schrijven van oefening (oefenwedstrijd) 2? Doe dan het volgende:
1. Controleer jouw artikel met de tab score. Kijk of je nog zaken kan verbeteren. Deze antwoorden zijn zoals ze met het eindexamen een artikel nakijken!
2. Vraag daarna een andere leerling om je schrijfopdracht na te kijken met behulp van de tab 'score'
3. Heb je wat aan de feedback van je medeleerling?
4. Pas je artikel aan met hulp van de feedback
5. Stuur het aangepaste artikel aan de trainer via stplo@wolfert.nl
6. Nadat je de feedback van de trainer hebt ontvangen: bestudeer de feedback. Die kan je gebruiken voor de eindtoets/de wedstrijd
Ga nu naar de tab peptalk.
Oefenwedstrijd 2: de score
Uitslag. Wat is de uitslag van je oefenwedstrijd/-artikel? Ben je al een kampioen artikelenschrijven? 
Kijk met onderstaande uitleg wat je uitslag is. Op de onderdelen waar je niet veel punten hebt gescoord, ga je opnieuw de training volgen die daar bij past.
Kom je er niet uit, vraag de scheidsrechter dan om een oordeel of advies via stplo@wolfert.nl.
Je kan maximaal 13 punten verdienen met deze oefenwedstrijd. Kijk zelf hoeveel punten je hebt gescoord.
Mail in ieder geval je artikel als bewijs dat je deze training hebt gedaan naar je trainer via stplo@wolfert.nl.
Voor inhoud kan je maximaal 6 punten verdienen. Maar ook punten verliezen. Voor elk onderdeel wat je niet hebt opgenomen reken je 1 punt aftrek. Maximaal heb je voor dit onderdeel 6 punten aftrek.
- introductie van je zelf
- aanleiding voor het artikel (waarom je het schrijft)
- beschrijving ervaring met bellen
- eis 1: goed telefoongesprek
- eis 2: goed telefoongesprek
- beschrijving van telefoongesprek waar je tevreden over bent
- uitleg waarom je tevreden bent over dat telefoongesprek
- jouw mening over wel/niet invoeren bel-les op school
- een toelichting bij jouw mening (dus waarom je dat vindt)
- jouw idee over gebruik van de telefoon in de toekomst
Voorbeeld: als je geen introductie van je zelf hebt opgenomen en maar 1 eis van een goed telefoongesprek hebt opgenomen, heb je 2 punten aftrek. Voor dit onderdeel heb je dan 4 van de 6 punten verdiend.
Voor taalverzorging kan je 4 punten verdienen. Maar ook punten verliezen. Hoeveel punten, lees je hieronder.
- één of twee formuleringsfouten (onvolledige zinnen, onjuiste woordkeuze, onjuiste verwijzingen, onjuiste zinsbouw): min 1
- drie of vier formuleringsfouten: min 2
- vijf of meer formuleringsfouten: min 3
- één of twee spelfouten (fouten in de spelling van werkwoordsvormen, overige spelfouten, inclusief ten onrechte opgenomen of weggelaten hoofdletters): min 1
- drie of vier spelfouten: min 2
- vijf of meer spelfouten min 3
- twee of meer interpunctiefouten (punten, komma’s, vraagtekens en zo): min 1
Voor conventies kan je maximaal 3 punten verdienen. Maar ook punten verliezen. Hoeveel punten, lees je hieronder.
Als het volgende er niet in staat kost dat je per keer 1 punt. Maar maximaal 3 punten.
- passende titel
- jouw voornaam en achternaam onder het artikel
- een alinea-indeling
- samenhang tussen de teksten (dus de teksten horen bij elkaar en zijn logisch (met signaalwoorden) met elkaar in verband gebracht)
- logische volgorde van de alinea’s
- passend taalgebruik (het is voor de schoolkrant, dus hoeft niet heel formeel taalgebruik).
Kom je er niet uit, vraag de scheidsrechter dan om een oordeel via stplo@wolfert.nl.
Peptalk
Kan je nog wat peptalk gebruiken voor de wedstrijd: de eindtoets?

Als je alle trainingen hebt gevolgd, moet het lukken! Het overwinningslied en de beker staan al klaar!

Hierbij krijg je nog een samenvatting van wat je moet weten om kampioen artikelenschrijven te worden:
- Bedenk eerst wat de doelgroep is van je artikel, dus voor wie je het schrijft.
- Bepaal welke informatie je wilt vertellen in je artikel. Let op dat je alle informatie uit de opdracht in jouw artikel verwerkt!
- Schrijf een duidelijke inleiding waarin het onderwerp en de hoofdgedachte wordt geïntroduceerd.
- Laat in het middenstuk jouw onderwerp uitgebreid aan bod komen en verdeel deze over samenhangende alinea’s.
- Schrijf een duidelijk slot van je artikel met daarin bijvoorbeeld een conclusie, samenvatting of, als je een vraag in de inleiding hebt gesteld, een antwoord op een vraag.
- Bedenk een passende titel voor je artikel.
- Zorg ervoor dat de tekst in correct Nederlands geschreven is.
- Zorg ervoor dat het gehele artikel uit maximaal 75 woorden bestaat
- Vergeet niet je naam onder het artikel te schrijven en vergeet de regels wit niet tussen de alinea's.
- Gebruik een schrijfplan, als je dat handig vindt.
Je bent nu klaar voor de eindtoets/de wedstrijd. Ga naar de volgende tab.
Wedstrijd: toets
Wedstrijd / finale toets
En dan nu de finale: je maakt onderstaande eindtoets over artikelen schrijven. Deze toets is op examenniveau. Je krijgt hiervoor een cijfer.
Succes!
Op jouw school wordt elk jaar aan het begin van het examenjaar een werkweek georganiseerd. Naast het leren van allerlei nieuwe dingen is natuurlijk ook de gezelligheid erg belangrijk. Met veel plezier denk je terug aan het verblijf op de biologische boerderij Oud Vordenhove op de Veluwe. Samen met jouw klasgenoten heb je in het afgelopen jaar op de boerderij ervaren dat het werken in de buitenlucht niet alleen lichamelijke inspanning vraagt, maar ook veel afwisseling biedt.
Tijdens die week zag je van dichtbij hoe in de huidige tijd steeds vaker op een duurzame en gezonde manier voedsel wordt geproduceerd. Enige tijd na de werkweek zie je in de aula van je school onderstaande poster.
Boer zoekt schrijftalent
Ben jij die examen leerling vmbo die ons over het boerenleven gaat vertellen?
Ben jij die leerling die ook een leuk verhaal kan schrijven?
Dan is deze schrijfwedstrijd iets voor jou!
Zet je ideeën over het boerenleven in 2021 in een artikel en stuur dat naar www.boerzoektschrijftalent.nl.
De drie beste, leukste of origineelste inzendingen komen in De Weekbode,
het huis-aan-huisblad van jouw regio.
Dan ben je dus ook meteen een beetje beroemd!
Voor 1 maart 2022 moet jouw artikel in ieder geval binnen zijn op de site.
Wil je nog handige schrijftips? Die vind je daar ook.
Natuurlijk belonen wij jouw werk!
* Eerste prijs: een dagje quad rijden voor 2 personen
* Tweede prijs: 2 kaartjes voor Monstertrucks in Gelredome Arnhem.
* Derde prijs: cadeaubon ter waarde van €30,-
Wie gaat jouw schrijfwerk beoordelen? De jury bestaat uit: Hans Adriaans (journalist De Weekbode) Petra Visser (directeur bibliotheek) Cees Janssen (directeur ROC De Gaard)
Opdracht
Schrijf een artikel voor De Weekbode. Gebruik hierbij bovenstaande informatie uit de schrijfopdracht en de inhoud van de tekst De bonus van het boerenbestaan.
Besteed in jouw artikel aandacht aan de volgende onderwerpen:
- jouw ervaring op de boerderij Oud Vordenhove;
- twee werkzaamheden die je op de boerderij hebt verricht;
- jouw mening over het werken op een boerenbedrijf;
- twee argumenten voor deze mening, ontleend aan voorgaande tekst, aan de tekst De bonus van het boerenbestaan of aan de eigen ervaring;
- jouw mening over biologische boerderijen;
- twee redenen waarom mensen kiezen voor het werken op een biologische boerderij;
- jouw verwachting over de toekomst van het boerenbedrijf.
Maak er een samenhangend geheel van en zet er een passende titel boven. Vermeld je naam, je school en de klas waarin jij zit.
Lever jouw artikel in bij de scheidsrechter voor de uitslag door het te sturen naar stplo@wolfert.nl. Van de scheidsrechter (docent) krijg je vervolgens een cijfer.
Contact
Kom je ergens niet uit? Stuur dan een e-mail aan de trainer via stplo@wolfert.nl