Gedurende dit thema zullen we ons voornamelijk bezig houden met het thema Brieffreund. Oftewel het schrijven van een brief naar een Duitser. Op het einde van dit thema moet je dus uiteindelijk een brief naar iemand opsturen.
Thema Brieffreund
Planung Thema 2
Op deze pagina vind je de weekplanning van het tweede thema Hobbys und Freizeit.
Aufgabe 1 allein: Open het Arbeitsbuch en maak de opdrachten die staan bij Level 1 Postkarte.
Aufgabe 3 Zusammen:
Kies een van de vier kaarten uit die je het meest aanspreekt. Schrijf een kaartje terug in het Duits.
Gebruik hiervoor de woorden uit de woordenlijst.
Kom je er niet uit? Vraag het na of zoek de woorden op, op www.uitmuntend.de
Schrijf minstens 40 woorden.
Plaats de brief in je Arbeitsbuch.
Briefe lesen
Aufgabe 1 allein: Open het Arbeitsbuch en maak de opdrachten die horen bij Briefe lesen.
Brief 1
Brief 2
Level 2 Briefkontakt
Wörterliste Level 2
Liebe Frau
Lieber Herr
Wie geht's dir?
Wie geht's Ihnen?
Ich hoffe, dass
ich finde, dass
bitte
danke
Darf ich dich einladen?
Haben Sie Lust auf ......
Es tut mir Leid, aber .....
Entschuldigung
Ist es möglich, dass
Gute Besserung
Gute Reise
Viel Spaß
Mein Beileid
Finalprodukt Brieffreund schreiben!
Bij level 7 in de Testwoche is het de bedoeling dat je een brief gaat schrijven in het Duits. De komende weken gaan we daar regelmatig mee oefenen en leer je hoe je het beste een brief in het Duits kan schrijven. Leer daarvoor dus de woordjes goed.
In de laatste schoolweek krijg je uiteindelijk een brief van een persoon uit Duitsland. De laatste les krijg je dan de hele les de tijd om te reageren op deze brief en een passende brief terug te sturen.
Gedurende dit thema volgen regelmatig oefeningen, zodat je niet onvoorbereidt met deze opdracht aan de slag gaat.
Bij het vorige thema hebben jullie de twee werkwoorden haben en sein geleerd.
Op deze pagina gaan we die beide onderdelen nog een keertje herhalen, om er zeker van te zijn, dat jullie het nog goed beheersen.
Aufgabe 1 allein: Maak de volgende opdrachten.
Bekijk je Feedbackformulier voor het onderdeel haben/sein.
Maak de volgende opdracht als de feedback in het rood staat. Zo niet ga verder naar geel.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
als je aangeeft hoe laat het is gebruik je Uhr. "Es ist drei Uhr".
Zeit
Wie spät ist es? Welcher Tag ist es? Und welcher Monat?
Bij dit level leer je in het Duits zeggen en begrijpen hoe laat het is, welke dag en welke maand.
Aufgabe 1 allein/Nachbar: Open het Arbeitsbuch en maak de opdracht die hoort bij Level 3 Zeit.
Aufgabe 2 Zusammen: Over een aantal weken wordt er een feestje georganiseerd op school. Bedenk met zijn alle wat we nodig hebben voor dit schoolfeest. De woorden komen op het bord te staan.
Denk aan de volgende thema's: Dekoration / Essen / Getränke / Unterhaltung
Maak een boodschappenlijste van de producten die jullie nodig hebben.
Aufgabe 3 Zusammen: Elk lokaal krijgt zijn eigen feestruimte. Wat moeten bezoekers weten over jullie klas?
Denk aan de volgende thema's: Sprachen / Länder / Hobbys / Das mögen wir nicht / Das mögen wir.
Aufgabe 4 Allein: Je gaat aan de slag met de planning van het feestje. Het schoolfeest duurt de hele dag. Vul de volgende tabel in.
In de eerste kolom vul je de volgende woorden in: abends, morgens, mittags, nachts, nachmittags, vormittags
In de tweede kolom vul je de volgende woorde in: schwimmen, besichtigen, essen, spielen, besuchen
In de derde kolom vul je in waar de activiteiten zullen plaats vinden.
Vul de tabel verder aan:
Tageszeit
Was kann man dort machen
Ort
Vormittags
Schwimmen, essen
Arriba Schwimmbad in Norderstedt
Aufgabe 5 Allein: Je gaat aan de slag met de uitnodigingen voor het schoolfeest. Hieronder op de afbeelding staat wat er allemaal in je uitnodiging moet komen te staan. Probeer je uitnodiging ook nog wat te versieren. Zorg dat elk onderdeel in de uitnodiging staat.
!!!! Dit is een opdracht ter voorbereiding op das Finalprodukt.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bij Level 2 hebben we de Präsens besproken en hebben we gezien hoe we de tegenwoordige tijd in het Duits vervoegen. Nu zijn er bij een paar vormen enkele uitzonderingen. Daar gaan we even samen naar kijken.
Aufgabe 1 Zusammen: Kijk Teil 2 en Teil 3 en noteer in je aantekeningen welke
Aufgabe 2 allein: Maak de onderstaande opdrachten.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bij het maken van het interview hebben we al een keer kort gewerkt met het stellen van vragen. Nou is het wel handig om te weten hoe je een vraag in het Duits kunt stellen en welke vraagwoorden je daarvoor kunt gebruiken. Daarom gaan we bij dit onderdeel aan de slag met de verschillende W-Fragen.
Aufgabe 1 Gruppe Nachbar: Maak de volgende opdracht met degene die naast je zit. Kijk of je erachter kunt komen wat de betekenis is van de vraagwoorden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Aufgabe 3 Gruppe Nachbar(in): Maak het werkblad, dat je van de Expert hebt gekregen met de W-Fragen.
Ein Gruppe
Bij de uitleg van der/die/das hebben we tot nu toe alleen nog maar gewerkt aan de vertaling van de en het. Vandaag gaan we aan de slag met de vertaling van een in het Duits.
Neem nog een keer goed de uitleg van der/die/das erbij, want die je heb je bij deze uitleg weer nodig.
Aufgabe 1 Zusammen: De Expert legt uit hoe de Ein-Gruppe werkt. Vul het rijtje dat in je Arbeitsbuch staat aan.
Aufgabe 2 Allein: Maak de volgende opdracht in de Wikiwijs. Let goed op meervoudsvormen!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je bent gekoppeld aan een leerling in Duitsland en je moet hem of haar een brief sturen.
Je kent de andere persoon nog niet, maar wil wel veel over die ander te weten te komen.
Schrijf eerst in het kort op wie jezelf bent.
Stel daarna enkele vragen met behulp van de W-Fragen om meer informatie over de ander te weten te komen.
Level 5 Weihnachten
Grammatik Wiederholung
Weihnachten in Halle
Timon ist 13 Jahre alt. Er wohnt in Halle. Halle ist eine Stadt in Deutschland. Heute ist es sehr kalt, der Winter ist da! Alles ist weiß. Die Kinder sind froh und spielen draußen. Die Geschäfte und die Häuser haben schöne Lichter. Der Weihnachtsmann steht draußen und wartet auf die Kinder. Timon geht in die Geschäfte und kauft die Geschenke für Weihnachten.
Das Haus von Timon ist schön dekoriert. Ein Weihnachtsbaum ist auch schon da. Die Mutter dekoriert ihren Weihnachtsbaum. Der Stern kommt ganz oben drauf. Timon legt die Geschenke und eine Krippe unter dem Weihnachtsbaum.
Nachmittags spielt Timon draußen. Der Schnee ist weiß und die Luft riecht frisch. Die Freunde von Timon sind auch da. Sie sind alle fröhlich. Sie reiten Schlitten und malen ein Engelchen im Schnee.
Abends geht Timon wieder nach Hause. Das Essen ist fertig! Timon findet die Suppe und das Brötchen sehr lecker. Um halb neun ist Timon müde. Das Bett ist schön warm. Gute Nacht Timon!
Aufgabe 1 allein: Malte vindt de kerstperiode super leuk. Het is zijn favoriete periode in het jaar. Daarom zou hij het super leuk vinden om van jullie allemaal een versierde kerstkaart te krijgen.
Probeer dus een Weihnachtskarte te maken voor Malte, waarin je hem een fijn kerstfeest toewenst in het Duits natuurlijk.
Frohe Weihnachten
Guten Rutsch ins neue Jahr
Ich wünsche Dir besinnliche Feiertage.
Ich wünsche Dir und Deinen Liebsten viel Freude und friedliche Weihnachten.
Eine Welt voller Frieden. Ein Zuhause voller Liebe. Ein Herz voller Freude.
Ich wünsche Dir frohe Weihnachten! Bleib gesund.
Ich wünsche Euch besinnliche und fröhliche Festtage.
Ich hoffe, die Feiertage bringen Dir die Musik des Lachens und die Wärme der Freundschaft.
Was für ein Jahr!
Ein frohes Fest der ganzen Familie.
Was für ein verrücktes/chaotisches/wundervolles Jahr.
Ich wünsche Dir viel Liebe, Freude und einen guten Rutsch.
Ich wünsche Dir ein neues Jahr voller Frieden und Liebe.
Ich hoffe, das neue Jahr bringt Dir viel Freude.
Level 6 Wiederholung
Grammatik Misch
Haben & sein
Vul de juiste vorm van haben & sein in
Jan ………………..eine Schwester
Ich ………………sehr müde (moe), ich gehe ins Bett
Wir ……………….ein Eis
……………….ihr krank (ziek)?
Frau Müller, ………………Sie hunger?
Wir …………….viel Glück mit dem Wetter (met het weer) heute
Kim ………….14 Jahre alt
Pim…….. neue Sportschuhe
Du………….sehr nett!
Ich ………..keine Ahnung (geen idee)
……………………ihr noch Brötchen (broodjes)? Ich habe hunger!
Meine Eltern ………….. ein neues Haus gekauft.
Er …………..keine Stiefmutter
Sie (mv) …………..sechs Jahre alt
Deutschland ……………ein interessantes Land
Präsens
Vervoeg de werkwoorden op de juiste manier. Denk hierbij aan de Feesttenten en aan de uitzonderingsregels!
ich …………. (spielen)
er…………………..(kommen)
wir ……………(kochen)
sie (ev) ………………(retten)
du ……………(arbeiten)
ihr ……………(tanzen)
es ……………(schneien) (sneeuwen)
Sie ……………..(hören)
er …………….(landen)
sie (ev) …………….(klettern)
ihr…………….(braten)
ich …………..(machen)
sie (mv) ……………..(lachen)
er ………………(spielen)
ihr …………….(hören)
Der, die, das
Lees nog eens het stappenplan door (Thema 1) en maak dan de onderstaande oefening
Het volgende moet je kennen en kunnen voor de Kenntnisstest 2:
De woordjes van Thema 1 + 2
Luisterfragment
Leestekst
haben/sein
präsens
der/die/das/ein/eine
W-Fragen
Finalprodukt Brieffreund
Bij het Finalprodukt ga je een korte brief schrijven. (ongeveer 70 woorden)
Tijdens de les krijg je een Duitse brief van een leerling uit Duitsland.
Het is de bedoeling dat je op deze brief gaat reageren, door de vragen van die persoon te beantwoorden.
Tijdens het maken van das Finalprodukt mag je het volgende meenemen:
Een uitgeprinte woordenlijst. (deze mag je met elkaar delen.)
Een lijst met de grammatica regels.
Bij het Finalprodukt zit ook een woordenlijst met handige woorden, die je zou kunnen gebruiken.
Veel succes bij het maken van das Finalprodukt.
Voorbeeld:
Hallo lieber Schüler/liebe Schülerin,
Ich bin Hans und ich wohne in Deutschland in Aachen. Ich bin vierzehn Jahre alt. Ich möchte gerne viele neue Freunde kennen lernen über die ganze Welt und darum habe ich dir diesen Brief geschrieben. Kannst du vielleicht auf den folgenden Fragen reagieren?
Wer bist du?
Wo wohnst du?
Wie alt bist du?
Was ist dein Hobby?
Vielleicht möchtest du auch noch etwas mehr über mich zu wissen kommen. Also schreibe mich gerne auch noch zurück mit drei Fragen über mich. Auch gebe ich 25 Februar ein großes Fest. Hast du bock auch zu kommen?
Mit freundlichem Gruß,
Hans Bock
Grammatikliste
hebben
haben
ik heb
ich habe
jij hebt
du hast
hij/zij/het heeft
er/sie/es hat
wij hebben
wir haben
jullie hebben
ihr habt
zij/u hebben (heeft)
sie/ Sie haben
zijn
sein
ik ben
ich bin
jij bent
du bist
hij/zij/het is
er/sie/es ist
wij zijn
wir sind
jullie zijn
ihr seid
zij/u zijn (bent)
sie/Sie sind
M = der/ein
V = die/eine
O = das/ein
MV = die/keine
Stap 1
Eindigt het woord op –chen of –lein = O
Stap 2
Mannelijke personen of mannelijke beroepen = M
Vrouwelijke personen of beroepen die eindigen op –in = V
Stap 3
Eindigt het woord op –heit, -keit, - schaft, -ung, -ei, -ik, -ion, -tät, -ur = V
Stap 4
Eindigt het woord op –e = vaak V (zie uitzonderingen)
Stap 5
Windrichtingen, dagen, maanden, seizoenen en windrichtingen = M
Het arrangement Deutsch Schuljahr 2 Thema 2 Brieffreund is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Haben und Sein Gelbe Aufgabe
Haben und Sein grüne Aufgabe
Präsens
Präsens Sätzen
Präsens d/t
Präsens s Klang
Präsens völlig
W-Fragen
W-Fragen 2
Ein- Gruppe
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.