0. Info startweek
- Feest en dansen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar dansen heeft soms ook veel meer betekenis!
- Aantal XM:10
- Jouw eigen coach begeleid deze quest
- Building Learning Power: leerspier met korte aanduiding hoe deze terugkomt
- Belangrijkste opbrengsten:wereldkaart met dansen, Ierse reel, Gumboot dancing, jouw choreografie
Inhoud en eXplore miles
Waarom zou je voor deze quest willen kiezen?
Dansen is heerlijk en hoort bij feesten. Leer over twee bijzondere dansen en maak daarna jouw eigen choreografie..
Leerdoelen van deze quest
4.06 je kunt met beheersing, coördinatie, precisie en consistentie jouw prestaties in diverse fysieke vaardigheden en technieken telkens verbeteren.
4.14 je kunt fysieke beweging gebruiken voor expressie, plezier, communicatie en kunst.
Welke producten moet je leveren?
Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:
- wereldkaart dansen
- Ierse reel kenmerken en filmpje met eigen uitvoering
- Gumboot en vergelijkbare dansen, verwerking met danselementen
- Eigen choreografie maken en laten uitvoeren met beschrijving
➜ Zet in Egodact bij het onderdeel logboek deze onderdelen alvast neer zoals dit rijtje hierboven. Dan kun je als je een van deze onderdelen af hebt, hier de linkjes aan toevoegen uit Seesaw.
LET OP BELANGRIJK
Deze quest kun je zelfstandig maken maar vraagt echt om samenwerking!
Deze quest gaat over muziek en dansen. Daarom vind de uitvoering van deze quest plaast na 14.30 bij een van jullie thuis of in een ruimte bij HVX. Voor het gebruik van een ruimte bij HVX heb je toestemming van jouw coach nodig!
eXplore miles
Deze quest levert jou 10 eXplore miles op als je hem helemaal doorloopt, alle stappen zet en alle deliverables op tijd levert.
1. Jij begint
Motivatiemotor
➜ Maak een tegel aan in Egodact. Beschrijf daarin waarom je deze quest tot een goed einde zou willen brengen.
2. Dansen
2a. Wereld dansen
Onderzoek
Dans is al eeuwenlang een vorm van uitdrukking, een communicatiemiddel en een manier om culturele identiteit vast te stellen. Net zoals alle andere vormen van lichamelijke activiteit, kan dans je geestelijk welzijn bevorderen door het vrijkomen van endorfine. Dans kan ook spanning verlichten.
Beschrijving van de 4 danselementen
De 4 danselementen zijn:
1) Lichaam Wat beweegt er?
2) Ruimte Waar beweeg ik?
3) Kracht Hoe beweeg ik?
4) Tijd Wanneer beweeg ik?
Deze elementen vormen samen niet alleen de beweging van dans, maar ook het gevoel en karakter van dans. Bij het ‘maken’ van dans vormen de elementen het ‘geraamte’ waarmee en waaraan gebouwd en gesleuteld kan worden.
Lichaam
Het lichaam is het ‘instrument’ dat wordt gebruikt tijdens een dansles. Als het element ‘lichaam’ in een les centraal staat, stel je de vraag: Wat beweegt er? Hierop zijn 2 antwoorden mogelijk:
1. Het hele lichaam
2. Het lichaam in afzonderlijke delen
Afzonderlijke delen van het lichaam zijn bijvoorbeeld: hoofd, armen, benen, bekken, knieën, tenen, ellebogen enz. Je kan natuurlijk ook afzonderlijke lichaamsdelen met elkaar bewegen zonder dat het hele lichaam in totaal mee doet. In dat geval zijn er vaak wel onderlinge relaties tussen deze verschillende lichaamsdelen.
Bijvoorbeeld connecties tussen: boven/onder, links/rechts. Diagonaal, hiel/zitbot, hand/schouder, kop/staart en ten slotte ook adem. Deze laatste is iets abstracter maar zorgt wel degelijk voor relatie tussen verschillende lichaamsdelen.
Andere aspecten die gebruikt kunnen worden bij een dansles:
- Lichaamsacties stilstaand: staan/zitten, knielen/liggen, toegeven/duwen, trekken/reiken, openen/sluiten, heffen/zinken, spreiden/insluiten en naderen en terugtrekken.
- Lichaamsacties in voortbeweging: lopen, springen, draaien en vallen.
- Lichaamsvormen: recht, rond, bol, hol, lang, plat en gedraaid.
Ruimte
Bij het danselement ruimte vraag je jezelf af: Waar beweeg ik? Ook hier zijn er weer twee mogelijkheden:
1. In de algemene ruimte
2. In mijn persoonlijke ruimte
Van ‘ruimte’ kan je op verschillende manieren een interessant element van een les maken. Dit kan heel bewust op de algemene of persoonlijke ruimte, maar ook op de volgende punten:
- plaatsing in de ruimte: stilstaand of verplaatsend. Bijvoorbeeld op de plek dansen of door de zaal dansen.
- projectie en extensie in de ruimte: klein-dichtbij-gesloten, neutraal-midden of groot-ver-geopend. Bijvoorbeeld bewegingen vergroten (meer ruimte innemen) of verkleinen (minder ruimte innemen).
- oriëntatie in de ruimte: naar voor (publiek?), naar jezelf, naar een partner of naar een object.
- hoogtelagen in de ruimte: hoog, midden of laag Bijvoorbeeld bij de hoge laag gaat het om staand dansen, op je tenen dansen, met je handen omhoog dansen of zo hoog mogelijk dansen; de diepe laag is onder kniehoogte, zittend of liggend dansen; de middenlaag zit tussen de vorige twee, tussen knie- en schouderhoogte ongeveer.
- richtingen in de ruimte: voorwaarts, zijwaarts, achterwaarts, diagonaal, in een cirkel, maar ook direct of indirect.
Bijvoorbeeld:
- Dansen met zwaaiende handen, niet alleen op de plek maar door de hele zaal.
- De zwaaiende handen dansen voor alle mensen die heel ver weg zijn (vergroten van de beweging) en voor de mensen die heel dicht bij zijn (verkleinen van de beweging).
- De zwaaiende handen dansen hoog in de lucht of dicht bij de grond (lagen).
- Ten slotte zwaaien ze alle kanten op, naar voor, naar achter enzovoorts (richtingen).
Kracht
Bij het element kracht vraag je jezelf af: Hoe beweeg ik? Hier is helaas niet zo’n duidelijk antwoord op te geven als bij de elementen lichaam en ruimte. Eigenlijk is kracht de verhouding en het verschil tussen spanning en ontspanning, door middel van energie.
Bijvoorbeeld gespannen/krachtig; ontspannen/slap. Daartussenin: Een lichte spanning. Voorbeeld: dansen als een hele sterke meneer/mevrouw (krachtig). Dansen als een lappenpop (slap). De energie die je hierbij gebruikt kan je verdelen in vrije energie en gebonden energie.
Vrije energie Gebonden energie
Makkelijk vloeiend Controleren van de energie
Naar buiten Naar binnen
Vrijgelaten Tegengehouden
Bevrijdend Beschermend
Klaar voor om te gaan Klaar voor om te stoppen
Vrij gaand De binnenkant binnen laten en de buitenkant buiten
Met overgave Beperkt
Hierbij is het gebruik van het gewicht of de zwaartekracht ook heel belangrijk. Binnen het gebruik van gewicht zijn weer twee opties:
1. Actief gewicht: sterk/licht-zacht; Bijvoorbeeld actieve inzet van gewicht: krachtig; bij springen of acties als slaan, stoten en duwen.
2. Passief gewicht: zwaar/zwak-slap; Bijvoorbeeld passief toegeven aan de zwaartekracht door het lichaamsgewicht als het ware te laten vallen.
Daartussen zit nog dansen met actieve inzet van gewicht maar ook de eigen zwaartekracht ontkennend: dansen ‘zo licht als een veertje’. Of: We dansen met zwaaiende handen die zo licht zijn dat ze door de wind meegenomen worden (lichte spanning). Over het algemeen wisselt de spanning voortdurend tijdens het dansen.
Tenslotte is kracht te verdelen in 8 lichaamskwaliteiten: stoten, duwen, glijden, bibberen, zweven, fladderen, slaan en trekken
Tijd
Bij het element tijd is de vraag: Wanneer beweeg ik?.
Je kan hierbij kijken naar het tempo van de beweging: snel, langzaam, versnellen of vertragen. Slow-motion (heel langzaam). Plotseling of stops.
De tijd voor de bewegingen kan je vaak ook terug vinden in verschillende elementen van muziek: - maat: onderverdeling van accenten in de pulse (dit kunnen harde of zachte accenten zijn)
- ritme: het variëren van kracht en accenten in de tijd
- cadans: een doorgaande beweging in de muziek.
Tenslotte kun je er natuurlijk ook voor kiezen om een beweging lang of kort uit te voeren of om een lange of korte pauze tussen de bewegingen te plaatsen.
OPDRACHT
Zoek op de wereldkaart, een plek waar specifieke dansen voorkomen. Per continent (Afrika · Antarctica · Azië · Australië / Oceanië · Europa · Noord-Amerika · Zuid-Amerika) geef je 3 voorbeelden van specifieke dansen. Plaats afbeeldingen op een wereldkaart en schrijf erbij welke dans het is en verdere bijzonderheden (kleding, feest, hoeveel mensen, welke muziek etc.).
Plaats een foto van jouw wereldkaart in Seesaw en hang de wereldkaart op de Learning Wall in jouw coachlokaal.
2b. Ierse dans
Onderzoek
Iers dansen is begonnen als een activiteit van de gemeenschap tijdens oogstfeesten en tijdens andere vieringen van de gemeenschap. Dit gebeurt nog steeds tijdens een ceilidh (een sociale gebeurtenis met Schotse of Ierse muziek en gezang, traditioneel dansen en verhalen vertellen). De drie belangrijkste dansen zijn de reel, de jig en de hornpipe. De stapjes van die dansen lijken erg op elkaar, want ze passen bij de timing van de begeleidende muziek.
De dansers maken effectief gebruik van het samen bewegen en maken met hun schoenen extra geluid. Iers dansen kan solo worden opgevoerd of in groepen (zoals bijvoorbeeld door Riverdance).
OPDRACHT
Beschrijf de kenmerkende elementen uit de Ierse dans: → Bewegingen van het onderlichaam (o.a. wat doen de voeten?). → Bewegingen van het bovenlichaam. → De relatie tussen de dansers. → Welke kant de dansers opdansen. → ‘Paden’ die gebruikt worden. → Zijn de bewegingen vloeiend of abrupt en onverwachts?
Maak hiervan een uitwerking en post deze in Seesaw. Ondersteun jouw beschrijving met screenshots van de momenten uit de dans die jij beschrijft.
2c. Verwerking Ierse dans
Verwerking
Maak jouw eigen reeld. De reel is een dans die uitgevoerd wordt in ‘reeltijd’ , namelijk 2/2 of 4/4 maat en kan met schoenen met een zachte of een harde zool uitgevoerd worden.
De volgende stappen horen bij een basale reel:
→ 3s (three dance move)
→ 7 stappen naar rechts
→ Hop, stap terug naar rechts en links x 2
→ Quick step (omhoog, terug, punten, stap terug)
→ 7s (seven dance move)
De danspassen van de reel hebben geen vaste volgorde.
Deze Ierse dans wordt gebruikt bij vreugdevolle, informele, sociale feestelijkheden. Laat dat zien in jouw uitvoering van deze dans.
Zorg ervoor dat je vooraf een goede warming up doet met aandacht voor je de kuiten en dijen. Zorg ervoor dat je je enkel, heup en kniegewrichten roteert en mobiliseert voor het strekken, en dat je de juiste spieren strekt.
OPDRACHT
Maak een filmpje waarin je, op muziek, de basispassen van de Ierse dans laat zien.
Post je filmpje in Seesaw met link naar Egodact
2d. Gumboot dancing
Onderzoek
Gumboot dancing werd, niet alleen als communicatiemiddel gebruikt, maar in het licht van onderdrukking, ook om de culturele identiteit te vieren en te bevestigen. In veel landen wordt de dans gebruikt om kracht en macht te vieren.
OPDRACHT
Naast Gumboot dancing zijn er ook andere voorbeelden van dansen die gebruikt wordt om kracht en vaardigheid te laten zien. Zoek 3 andere dans voorbeelden en beschrijf van iedere dans:
→ Wanneer de dans wordt opgevoerd.
→ Wie hem uitvoert.
→ De belangrijkste acties in de dans.
→ De belangrijkste lichaamsdelen die gebruikt worden.
→ Speciale benodigdheden of kostuums
Ondersteun je verhaal met foto's, filmpjes e.d.
Plaats jouw uitwerking op Seesaw met een link naar Egodact
2e. Verwerking Gumboot
OPDRACHT:
Bij dansen onderscheiden we 4 danselementen: Lichaam, Ruimte, Kracht en Tijd. Maar voor de Gumboot een beschrijving van ieder van deze elementen en hoe ze in Gumboot gebruikt worden.
3. Afronding
3a. Jouw choreografie
Hoe maak ik een choreografie?
In de eXpoweek lever je bewijs door....
Jouw eigen, feestelijke serie te maken, waarbij je de beide dansstijlen die je geoefend hebt een plaats geeft.
Je onderzoekt verschillende choreografische tools om jouw choreografie te veranderen en te verbeteren.
Deze tools zijn:
→ Canon – Dit kan een beweging zijn die herhaald wordt door verschillende groepsleden of wanneer een of meer groepsleden een serie beginnen voor of na de anderen.
→ Inversie (‘terugspoelen’) – Een beweging of serie herhalen in omgekeerde volgorde.
→ Pauze – een moment dat er niets gebeurt.
→ Slow motion – Een beweging die steeds langzamer gaat.
→ Reflectie op verschillende niveaus – De beweging uitvoeren op een hoger of lager niveau (in de lucht of op de grond).
→ Elkaar aankijken en relaties – Elkaar spiegelen, van elkaar wegkijken, verschillende groeperingen maken. → Translocatie – Dezelfde beweging uitvoeren met een ander lichaamsdeel (een schop met de benen wordt een glijdende beweging met de armen).
→ Insertie – Het toevoegen van draaien, sprongen, omrollen of andere acties om de series met elkaar te verbinden.
OPDRACHT
Maak jouw choreografie. Gebruik de elementen die hierboven staan. Beschrijf hoe je de vier danselementen (lichaam, ruimte, kracht en tijd) gebruikt in jouw choreografie. Laat jouw choreografie door minimaal 3 dansers uitvoeren en maak hiervan een filmverslag dat je, met jouw beschrijving, post in Seesaw en linkt naar Egodact.
3b. Terugkijker
Reflective journal
➜ Werk je
reflective journal bij in je logboek in Egodact
- Zelfevaluatie: hoe goed gaf de dans het idee van vieringen weer en wat heeft daarbij geholpen, of wat zat daarbij in de weg.
- Kon je de dans als communicatiemiddel van vreugde gebruiken?
- Hoe kun je jouw uitvoering in de toekomst verbeteren?
Bronnen
15 LIEDJES MET HET WOORD DANS OM DEZE ZOMER TE LUISTEREN!
Iedere dag luisteren we wel naar muziek: op de fiets naar school, in de auto naar je werk of thuis achter de computer wanneer je je administratie zit te doen. Misschien zet je de volgende keer wel één van deze nummers op:
1. Dancing Queen - ABBA
Ze klassieker mag natuurlijk niet ontbreken aan deze lijst!
2. Sexy Als Ik Dans – Nielson
Deze hit is al een paar jaar oud, maar je kunt er nog steeds helemaal op los gaan!
3. Hoe Het Danst – Marco Borsato, Davina Michelle & Armin van Buuren
De gouden combinatie van Nederlandse bodem gebundeld voor een lekkere dansplaat!
4. Dance Monkey – Tones and I
Een bekende hit die nog steeds in de hitlijsten staat en het goed doet bij een lekkere barbecue!
5. Dance Again – Jennifer Lopez en Pitbull
Een fijne throwback die je kunt beluisteren op een zomerse avond met een paar vrienden. Niets is leuker dan herinneringen ophalen.
6. Just Dance – Lady Gage
Zit je er even door heen? ‘Just dance, gonna be okay!’ Dat zingt Lady Gaga niet voor niets!
7. Dansen Aan Zee - BLØF
Nog een fijne klassieker van Nederlandse bodem die niet gemist kan worden!
8. One Dance – Drake, WizKid, Kyla
Dit was de populaire single van 2016! Ken jij hem nog?
9. I Wanna Dance with Somebody – Whitney Houston
Wil jij ook die heat met iemand voelen, waar Whitney Houston over zingt? Pak je partner beet en waag samen een dansje!
10. Better When I’m Dancin’ – Meghan Trainor
Meghan Trainor voelt zich beter wanneer ze danst, jij ook? Misschien kan deze tune je hierbij helpen!
11. Dance Again – Selena Gomez
Het nieuwe album van Gomez bevat dit wat langzamere dansnummer. Perfect voor een improvisatie in de huiskamer.
12. Shut Up and Dance – WALK THE MOON
De titel zegt al genoeg!
13. You Should Be Dancing – Bee Gees
Dit nummer mocht gewoon niet ontbreken in deze lijst. Dans je zomer door met de Bee Gees!
14. Dancing On The Ceiling – Lionel Richie
Je kent deze hit vast nog wel van vroeger! Misschien weer het herintroduceren waard.
15. Dancing On My Own – Calum Scott
Niemand hoort alleen te dansen, maar voel je je wat down deze periode? Zing en dans dan mee met Dancing On My Own en hopelijk voel je je dan snel beter!
Karakteristieke elementen van Iers dansen zijn: → Snelle voetbewegingen. → Strak en stijf bovenlijf tijdens het dansen. → De meeste bewegingen worden op de tenen uitgevoerd. → Er wordt soms gesprongen en in de lucht ‘geschopt’.
Dansen in dezelfde categorie passen als Gumboot dancing. De bedoeling is dat ze ook andere voorbeelden vinden van hoe dans gebruikt wordt om kracht en vaardigheid te laten zien, bijvoorbeeld: capoeira, Zulu-oorlogsdansen, de haka, Masai-dansen of Cossack.
ZO MAAK JE JOUW EIGEN CHOREOGRAFIE
Loop je vast bij het maken van je eigen choreografie of wil je het voor het eerst proberen? Wij zetten 6 tips voor je op een rij!
1. Speel met de volgorde
Heb je een choreografie gemaakt, maar komt hij niet goed uit de verf? Speel dan eens met de volgorde. Zo maak je van je stuk al snel nieuw materiaal, doordat het heel anders overkomt op de kijker. Knip je choreografie op in stukken, nummer ze en gooi de nummers door elkaar. Deze methode kan je meerdere keren toepassen totdat je een verrassende volgorde hebt! Misschien merk je ineens dat je tussen stuk 3 en 4 een overgang mist en dan ben je weer een stap verder.
2. Leer schrappen
Kunstenaars hebben er moeite mee te schrappen. Je kent het wel van schrijvers, die soms hele hoofdstukken uit hun boek moeten schrappen. Hetzelfde geldt voor dansers. Je hebt je hart in de choreografie gelegd, maar soms is het nodig om danspassen weg te laten. Loop een paar dagen weg van je choreografie en bekijk het met een frisse blik. Wees niet bang om jezelf de vraag te stellen: wat is overbodig?
3. Maak gebruik van de ruimte
Beginnende choreografen vergeten vaak de hele ruimte op het podium bewust te gebruiken. Denk hierbij aan de opstellingen van de dansers waarmee je de spanning vast kan houden. Zo kan je ook spelen met meerdere elementen door elkaar. Als twee dansers voorin uitbundig dansen, dan betekent het niet automatisch dat de dansers achterin doodstil moeten staan. Zij kunnen juist het verhaal van je dans versterken of een verrassende wending geven. De kijker krijgt dan het gevoel iets te missen als ze niet hun volle aandacht bij de dans houden!
Ook als je een choreografie met één of twee dansers bedenkt, is het belangrijk na te denken over de ruimte op het podium. Wat nou als de dansers in het begin naast elkaar dansen en dan plots aan weerszijden van het podium eindigen?
4. Maak eerst het begin en einde
Heb je moeite met een einde te breien aan je choreografie? Misschien is het een idee om te starten met het bedenken van het begin en het einde. Dan kan je daarna specifiek nadenken hoe je het beste van punt A naar punt B komt, zonder dat je eindeloos verdwaalt.
5. Analyseer de muziek
Heb je nou helemaal geen inspiratie voor de dans, maar weet je wel op welke muziek je wilt dansen? Maak de muziek dan de kracht van je choreografie! Neem de tijd om het nummer te analyseren. Luister de eerste keer naar de maat, de tweede keer naar de accenten, de derde keer naar de tekst. Wat wordt er gezongen? Hoe kan je dit gebruiken in de choreografie?
6. Kijk hoe anderen het doen
Misschien een open deur, maar we bedoelen niet zomaar wat filmpjes bekijken. Kijk echt goed! Analyseer de choreografieën van anderen net zoals je de muziek analyseert. Hoe maken zij gebruik van het podium? Hoe is de chemie tussen dansers? Tussen de dans en de muziek? Doe er je voordeel mee!
