Für dieses Thema hat Malte wiederum einen Brief von Frederike bekommen. Diesmal hat Frederike selbst ein Foto mitgeschickt.
Lieber Malte,
Ich hatte vor einen paar Tagen einen Ausflug nach Köln gemacht. Es war Super da. Es gab so viel zu sehen in Köln. Ich habe den Kölnerdom besucht und über das kölnisches Wasser gelernt. Auch hatte ich noch viel Zeit um einigen Einkaufen zu machen. Das Wetter war auch Super. Es war nicht zu warm und ein klein bisschen bewölkt. Die Menschen in Köln waren auch sehr nett zu mir. Und auch das Essen hier war köstlich. Ich habe in Köln auch etwas für dich für unser erstes Date gekauft.
Ich fand es also sehr schön in Köln.
Ich finde es aber schade, dass ich von dir immer noch keinen einzelnen Brief bekommen habe. Kannst du vielleicht diesmal auch einen Brief zu mir schicken. Das würde ich sehr schön finden.
Viele Grüße
Frederike
Thema Köln
Stundenplan Thema 2
Op deze pagina vind je de weekplanning van het tweede thema Monschau.
Woche 45:
Stunde 1: Wörter Level 1 + Malte helfen + über die Grenze
Malte hat diesmal wieder einen Brief von Frederike von ihrem Ausflug in Köln bekommen. Er bemerkt dadurch, dass er eigentlich nicht so romantisch ist als Frederike, weil er immer noch keinen Brief zu ihr geschickt hat. Er hat darum das Gefühl auch einen schönen Brief nach Frederike zu schicken. Vielleicht ist es eine gute Idee, als ihr allen auch einen Brief zu Frederike schickt.
Aufgabe 1 allein: Schreibe eine Grußkarte nach Frederike worin du dich selbst vorstellt.
In der Grußkarte muss folgendes stehen in ganzen Sätze (zinnen):
dein Name
dein Alter
dein Wohnort
dein Hobby
dein Lieblingsort in Deutschland
Was du gerne über Frederike wissen möchtet
Aufgabe 2 allein: Topographie. Malte ist sehr bewundert von Frederike ihre Reise in Köln. Er möchtet Deutschland darum etwas besser kennen lernen und möchtet das ihr auch Deutschland etwas besser kennen lernt. Darum hat er für euch eine Aufgabe gemacht.
Der zweite Stunde von Level 1 werdet ihr überprüft, ob ihr das könnt!!!
Über die Grenze
Aufgabe 1 Gruppe (5 Gruppen): Von dem Experten bekommt ihr einen Poster. Mit ihrer Gruppe macht ihr folgendes:
Ihr macht Notizen von dem Poster.
Ihr bedenkt 5 Multipechoiche Fragen an Hand des Posters.
Präsens
De Präsens oftewel de tegenwoordige tijd in het Duits is vorig jaar al een keer aan bod gekomen. Op deze pagina gaan we de theorie en uitleg rondom dit onderwerp nog een keertje herhalen, zodat we deze perfect beheersen.
Aufgabe 1 zusammen: De expert legt uit hoe je de präsens van zwakke werkwoorden toepast in het Duits.
De expert geeft een handig ezelsbruggetje.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Voor das Finalprodukt gaan jullie aan de slag met het maken van een Grußkarte in het Duits. De voorbereidingen hiervoor maak je elke week aan de hand van de thema's van de levels.
In de Grußkarte, die je gaat schrijven naar je opa of oma vanaf je favoriete vakantiebestemming, zal er grotendeels uitzien als een korte blog. Aangezien het een Grußkarte wordt, moet dit een geschreven brief worden.
Bij Level 1 werk je aan je briefopening.
Bij Level 2 werk je hoe het weer is geweest.
Bij Level 3 geef je een omschrijving van de stad en omgeving.
Bij Level 4 geef je een omschrijving van het lekkere eten daar.
Bij Level 5 omschrijf je hoe de mensen waren.
Bij Level 6 Lever je, je uiteindelijke Grußkarte in bij de expert.
Landeskunde Köln
Aufgabe 1 zusammen: Der Experte gebt euch eine Präsentation über die Stadt Köln. Ihr müsst gut zuhören, weil am Ende bekommt ihr ein Kahoot über diese Präsentation.
Am besten könnt ihr einige Notizen machen über die Präsentation.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Aufgabe 4 allein: Maak een omschrijving van het weer bij de volgende afbeeldingen. Probeer dit zo te doen, zodat je het mogelijk ook kunt gebruiken voor je Blog!
Aufgabe 5 allein: Combineer de tekst met de juiste afbeelding.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Aufgabe 6 Gruppe: Bekijk eerst het onderstaande filmpje. Probeer daarna zelf een weerbericht te schrijven van het weer in Tilburg. Dit doe je in tenminste vijf zinnen. Enkelen zullen dit geschreven weerbericht moeten voordragen!
Als je in Duitsland op vakantie bent, dan kan het zijn dat je aan iemand iets moet vragen, waarvan je het precieze woord niet weet. Het is dan ontzettend belangrijk dit woord/voorwerp te kunnen omschrijven met andere woorden die je wel weet.
Aufgabe 1 allein: Geef van de volgende woorden een omschrijving zonder het desbetreffende woord in het Duits te benoemen. Zorg ervoor dat de omschrijving duidelijk genoeg is, zodat een ander het kan raden.
Wohnwagen
Museum
Zelt
Camping
BBQ
Aufgabe 2 spiel: we gaan 30 seconds spelen met de klas in het Duits. De groep wordt in tweeën gedeeld. De leerling krijgt een kaartje en probeert de woorden in het Duits te omschrijven. Raad de groep het zonder een enkel woord Nederlands te gebruiken, dan krijgt je groepje 1 punt. Telkens wordt iemand anders naar voren gevraagd.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In den Niederlanden wie in Deutschland gibt es einige Verben (werkwoorden), die nicht die normale Regeln hantieren. Sie funktionieren auf eine andere Weise, gleich wie in den Niederlanden. Es handelt sich um den folgende Verben: dürfen, müssen, können, mögen, wollen, wissen und sollen.
Aufgabe 1 zusammen: Nehme folgende Tabelle über in deinem Heft (schrift)/ oder Word!
Personalpronomen
dürfen
müssen
können
mögen
wollen
wissen
sollen
ich
soll
du
musst
sollst
er/sie/es
darf
muss
kann
mag
will
weiß
soll
wir
dürfen
können
mögen
wollen
wissen
sollen
ihr
könnt
mögt
wisst
sollt
sie/Sie
müssen
können
mögen
wollen
wissen
sollen
Enkele vormen zijn al in de tabel ingevuld. Voor de overige vormen moeten jullie het volgende fragment met Malte en Thomas bekijken.
Aufgabe 2 zusammen: Wenn ihr die Tabelle eingefüllt hat, beantwortet ihr die folgende Frage!
Wat zijn de nederlandse vertalingen van de modale werkwoorden? Kijk voor de vertaling nogmaals het filmpje met Malte.
Aufgabe 3 allein: Mache die folgende Aufgabe mit den Modalverben.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Zoals je nu waarschijnlijk hebt gemerkt zijn er twee vertalingen voor mogen en twee vertalingen voor moeten in het Duits.
Mogen = dürfen of mögen
Moeten = müssen of sollen
Aufgabe 4 Zusammen:bekijk de volgende zinnen en geef aan wat voor betekenis gekoppeld is aan mogen en of moeten. Noteer voor jezelf het verschil tussen beide werkwoorden.
Ich darf nicht nach Hause gehen, weil ich Straf habe.
Ich mag kein Blutworst, weil es fies ist.
Wir müssen uns verbergen, weil es eine Erdbebung gibt.
Du sollst den neuen James Bond film ins Kino sehen.
Aufgabe 5 Gruppe Nachbar: Vul de ontbrekende Modalverben in.
Ergänze die richtige Formen der Modalverben:
Hier ist das Rauchen verboten. – Hier ___________ ich nicht rauchen.
Im Zimmer ist es dunkel. – Ich______________ meine Brille nicht finden.
Ich habe kein Geld mehr. – Ich______________ zur Bank gehen.
Ich bin mit dem Test fertig. – Ich ______________ nach Hause gehen.
Ich habe ein Ziel. – Ich ________________mir einen neuen Fernseher kaufen.
Der Professor hat gesagt, der Student _______________ seine Arbeit mit dem Computer schreiben.
Mein Computer ist kaputt. – Leider ________________ich die Arbeit nur mit der Hand schreiben.
Ich möchte lieber ein Bier, ich ______________ keinen Wein.
Du ________________nicht am Konversationskurs teilnehmen, wenn du nicht _______________, dein Deutsch ist schon sehr gut.
Aber die Vorlesung "Deutsche Phonetik"______________du unbedingt besuchen, die______________ ich sehr empfehlen.
Ich sage es dir jetzt zum letzten Mal: Du _____________ nicht ständig den Hund am Schwanz ziehen!
Eigentlich ________________ ich den Brief heute noch abschicken, aber ich habe keine Briefmarken mehr.
Gerne würde ich mehr Spezialeffekte in den Film einbauen, aber ich ______________ die neuen Geräte noch nicht so gut bedienen.
Das ist keine Einbahnstraße, hier ______________ du links abbiegen.
An welcher Stelle __________________ wir den Fluss überqueren?
Rein theoretisch _________________ihr mein Auto leihen, aber ihr ________________ noch nicht Auto fahren, weil keiner einen Führerschein hat.
Wenn ihr meine Kinder wäret, dann __________________ ihr abends bis zehn Uhr aufbleiben.
Die Zeuge _______________ nicht, dass sie Verdächtigen eines Diebstahls sind.
Die Polizei_____________ leider nicht alle Verbrecher aufheben.
Ich _____________ meine Schwester nicht, weil sie mir jeden Tag irritiert.
Ihr _______________ eure Auto waschen, weil es sehr schmutzig ist.
Ilse ______________ unbedingt die goldenen Ohrringe kaufen.
Herr Altmaier, Sie _______________ heute Abend die gestreifte Hose anziehen.
Ihr _____________ jetzt zum Experten gehen für ein neues Rätsel.
Level 4 das Essen
Wörterliste Level 4
Das Essen ist/war köstlich.
Das bekannteste Gericht von ............. ist ..............
Das Essen ist/war Super.
Das Trinken ist/war gut.
Die Speisekarte
Ich habe von das Essen und Trinken genossen.
Die Spezialitäten sind ..........
Ich hätte das gerne noch einmal.
Es schmeckt gut.
Ich habe etwas neues probiert.
In .................. trinkt man am liebsten ..............
In .................. isst man am liebsten ..............
Ich habe versucht ................... zu essen/trinken.
Die Nachgerichten waren Super.
Ich habe von allen Gerichten genossen.
Das Finalprodukt
Aufgabe 1 allein: Zu Vorbereitung für dein Finalprodukt schreibt ihr einen kurzen Review über das beste Gericht, dass du jemals gegessen hat. Benutzte die Wörter der Wörterliste und suche nach Wörter, die du nicht kennst auf uitmuntend.de. Die Review besteht aus mindestens 30 Wörter.
Modalverben Wiederholung
Sankt Nikolaus
In Nederland is momenteel Sinterklaas in het land. Sinterklaas wordt echter niet alleen in België en Nederland gevierd, maar ook in meerdere landen, waaronder Duitsland en Oostenrijk. De tradities zijn alleen erg verschillend met onze tradities.
Aufgabe 1 Zusammen: Bekijk het filmpje en beantwoord de onderstaande vragen.
Frage 1: Womit hat Sankt Nikolaus etwas zu tun?
Frage 2: Woher kommt der Sankt Nikolaus?
Frage 3: Was machte Sankt Nikolaus früher? Nenne zwei Punkte!
Frage 4: Warum gibt es die Nikolaus Stiefel?
Frage 5: Was hat Knecht Rupert mit Sankt Nikolaus zu tun?
Aufgabe 2 Zusammen:
Frage 1: Waarom moet de presentator zijn broek uittrekken?
Frage 2: Hoelang kan men zo'n pak gebruiken?
Frage 3: Hoeveel weegt het gehele pak samen?
Frage 4: Hoelang heeft hij in het pak rondgelopen?
Frage 5: Wat beviel de presentator het meeste van deze dag?
Adjektive
Letztes Schuljahr und dieses Schuljahr habt ihr schon einige Adjektive gesehen. Vielleicht wisst ihr schon, was Adjektive sind durch Englisch. Heute werden wir lernen, wie man die Adjektive auf Deutsch verwendet.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Uiteindelijk lever je op de inleverdatum je Finalprodukt in.
Das Finalprodukt bestaat uit een brief, die je schrijft naar je opa en oma vanuit je favoriete vakantiebestemming. Je beschrijft als het ware hoe je, je vakantie daar beleefd hebt.
In je Ansichtskarte komt het volgende terug:
(Het aantal woorden is een soort indicatie. Probeer die aantallen minimaal te bereiken.)
Je naam en datum van de brief
een beschrijving van de stad/omgeving (40 woorden)
een beschrijving van het eten (30 woorden)
een beschrijving van de mensen daar (20 woorden)
een beschrijving van het weer (20 woorden)
een afbeelding van je favoriete vakantiebestemming
uiteindelijk lever je, je Ansichtskarte op papier in. Dus niet digitaal!!!
Je wordt op het volgende beoordeeld.
Uitvoering van de opdracht.
Grammatica/zinsbouw
Woordgebruik
Grammatikliste
Das Präsens
Fe
d/t
S-klank
ich
+e
du
+st
+est
+t
er/sie/es
+t
+et
wir
+en
ihr
+t
+et
sie/Sie
+en
Das Perfekt:
Standard: ge + stam + t
Uitzondering 1: Stam op d/t = ge + stam + et
Uitzondering 2: Stam op ier = stam + t
Uitzondering 3: WW begint met ver/be/un/zer/er = stam + t
Uitzondering 4: WW met voorzetsel = voorzetsel + ge +stam + t
Modalverben:
dürfen
können
müssen
mögen
wollen
wissen
sollen
ich
darf
kann
muss
mag
will
weiß
soll
du
darfst
kannst
musst
magst
willst
weißt
sollst
er/sie/es
darf
kann
muss
mag
will
weiß
soll
wir
dürfen
können
müssen
mögen
wollen
wissen
sollen
ihr
dürft
könnt
müsst
mögt
wollt
wisst
sollt
sie/Sie
dürfen
können
müssen
mögen
wollen
wissen
sollen
Adjektive:
Der Gruppe
der/die/das + welch.... + jed... + all......
Ein Gruppe
ein/eine + Possessivpronomen
M
V
O
MV
Der Gruppe
-e
-e
-e
-en
Ein Gruppe
-er
-e
-es
-en
Plätzchen Wettbewerb
Für die lezte Woche dieses Jahr, möchten wir gerne einen Plätzchenwettbewerb organisieren.
Plätzchen sind eigentlich sehr süße und dekorierte Kekse, die man am liebsten mit Weihnachten isst. Darum spricht man eher über Weihnachtsplätzchen.
Wie kann man teilnehmen?
Wenn du teilnehmen möchtest an dem Plätzchenwettbewerb, kannst du ein persönliches Bericht über Teams nach Sjors Meeuws schicken.
Het arrangement Deutsch Schuljahr 3 Thema 2 Köln is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Präsens
Präsens d/t
Präsens s Klang
Präsens kollidierende Klänge
Präsens völlig
Präsens
Präsens Sätzen
das Perfekt
Übersetz die Wörter auf Deutsch
Kombiniere die Sätze mit den Bildern
das Perfekt
Wollen
können
mögen
müssen
wissen
sollen
dürfen
Modalverben
Adjektive
Grammatik Misch
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.