Algemeen
Jaarplanning
Hieronder een draaiboek per periode. De draaiboeken bevatten informatie over het rooster, de lesinhoud, thema's en inhoudelijke organisatie van de lesdagen van de doorstroomgroep.
Portfolio 1
Portfolio 2
Portfolio 3
Keuzedeel Persoonlijk Profileren
Algemene informatie
Examen Persoonlijk Profileren
Waarom Persoonlijk Profileren?
Introductie op het keuzedeel
Jezelf profileren betekent letterlijk 'jezelf kenschetsen' of 'karakteriseren'. Mensen die zichzelf goed weten te profileren, behalen sneller hun doelen en zijn hiermee succesvoller.
Tijdens deze opleiding HZW is het van groot belang dat jij jezelf als instrument gaat zien. Het werken met mensen (cliënten/bewoners) doe je voornamelijk door jezelf in te zetten. Dit keuzedeel Persoonlijk Profileren zorgt ervoor dat jij weet waar je nu staat en waar je aan het einde van de opleiding moet zijn.
Tijdens dit keuzedeel ben jij voornamelijk bezig met de volgende vragen:
- Hoe haal je het beste uit jezelf naar boven?
- Wat zijn je talenten en kwaliteiten?
- Beren op de weg; wat weerhoudt mij om vrij te profileren/bewegen?
- Hoe kom je over op anderen, wat neem je waar en wat neemt je omgeving waar?
- Hoe profileer je op een daadkrachtige manier?
- Hoe communiceer je helder, en wanneer nodig overtuigend, waar je wensen en belangen liggen?
In dit keuzedeel leer je hoe je jezelf sterker kunt profileren en hoe je optimaal gebruik kunt maken van je talenten en vermogens.
Je bent en blijft 100% jezelf,maar dan wel de beste versie van jezelf!
Planning
Werkprocessen
Het examen gaat over de werkprocessen:
D1-K1-W1: Onderzoekt zichzelf
D1-K1-W2: Verkent de ontwikkelingen in de wereld waar hij deel van uitmaakt en zoekt daarin zijn mogelijkheden.
D1-K1-W3: Levert een bijdrage aan de wereld en zijn directe leefomgeving.
Portfolio
Hoe vul je je portfolio?
Hoe vul je je portfolio?
1. Je maakt de voorwaardelijke opdrachten
- Je laat de uitwerkingen van de opdrachten door je begeleider/docent nakijken.
- Je krijgt feedback.
- Je past de uitwerking nog aan als dat nodig is.
- Je levert de definitieve uitwerking in.
- De uitwerkingen worden beoordeeld door je begeleider.
2. Overige bewijzen
- Je verzamelt in overleg met je begeleider/docent nog meer bewijzen voor in je portfolio (waar ben je trots op, succeservaringen, bewijs waarin je aantoont dat jij bent gegroeid, oftewel geprofileerd bent).
3. Index maken
- Zorg ervoor dat je portfolio een duidelijke inhoudsopgave heeft, zodat het voor jezelf en degene die het leest overzichtelijk is.
- Je maakt een index met het formulier zoals hieronder staat beschreven (zie voorbeeld van een indexformulier).
4. Portfolio compleet?
- Controleer met de 'Checklist portfolio' of je portfolio compleet is.
- Als het portfolio compleet is, dan lever je het in bij je begeleider/docent.
- Het portfolio wordt beoordeeld door de examinator.
Checklist Persoonlijk Portfolio
1. Hoe kom ik over op anderen.
2. Wie bewonder ik.
3. 360 graden feedback.
4. Talenten.
5. Belangrijke gebeurtenissen.
6. CV
7. Leerdoelen.
8. Big Five.
9. Belbin
10. Enneagram
11. Normen/Waarden.
12. Kwaliteiten.
13. Kernkwaliteiten.
14. Plan van aanpak Project.
15. Reflectie op Project.
Les 1 Introductie
Inleiding
Keuzedeel Persoonlijk Profileren
Studielast 240 SBU
Relevantie van het keuzedeel
De beginnend beroepsbeoefenaar heeft goede ideeën, die benut moeten worden. Ze moeten gehoord worden, niet alleen in het werkveld, maar ook binnen de maatschappelijke context. De beginnend beroepsbeoefenaar moet leren actief te participeren in deze maatschappij en een bijdrage leveren aan de ontwikkelingen in de maatschappij.
Beschrijving van het keuzedeel
In dit keuzedeel wordt de beginnend beroepsbeoefenaar bewust gemaakt van zijn talenten en drijfveren. Hij leert zijn kwaliteiten beter en bewuster in te zetten, te overtuigen en beter samen te werken. Hij leert hoe hij zijn ideeën moet vertellen en met zijn kennis en kunde kan bijdragen aan de maatschappij.
Aard van keuzedeel
Verbredend
Verdiepend
Meer geluk, liefde en succes? Begin bij jezelf!
Persoonlijke groei gaat over het ontwikkelen van eigenschappen in jezelf, die het mogelijk maken je doelen te bereiken. Dit kunnen zowel materiële doelen zijn, zoals een nieuwe auto of een andere functie, als immateriële doelen, zoals liefde en succes. Maar persoonlijke ontwikkeling is veel meer dan dat. Het gaat verder dan alleen maar een algemeen leerproces, kennis vergaren, ontwikkelen op je werk, groeien als persoon in vaardigheden en capaciteiten of bijvoorbeeld karakterontwikkeling. Persoonlijke ontwikkeling heeft een diepere laag en dat is die van spirituele groei, van bewust leven.
Bewustwording
Persoonlijke ontwikkeling is vooral de bewustwording van jezelf, van je eigen kracht en je kwaliteiten. Daarvoor zijn zelfbewustzijn en zelfinzicht nodig. Hiermee kun je loslaten wat je tegenhoudt jouw leven te leiden zoals jij dat wilt. Dan kun je – vanuit een stevig fundament – je dromen realiseren en je doelen bereiken.
Als je weet wie je bent en wat je kracht is, kun je loslaten wat jou (innerlijk en uiterlijk) belemmert je dromen en doelen te bereiken. Je kunt de juiste stappen op jouw pad van persoonlijke ontwikkeling zetten. Je durft jezelf te zijn, authentiek, en je weet dat je levensweg een leerproces is. En dat jouw persoonlijke ontwikkeling je hele leven voortduurt, waarbij je elke keer weer een nieuwe balans kunt vinden.
Handelen
Persoonlijke groei is dus niet alleen je aandacht naar binnen keren om jezelf te leren kennen en er achter te komen wat je kracht is en wat je belemmert. Maar het gaat ook over het ondernemen van stappen en daarna het handelen in overeenstemming met je ware zelf. Het gaat om inzicht krijgen in wat je (anders) moet doen om jouw dromen en doelen te realiseren. Hierbij geldt dat de gebeurtenissen en ervaringen in je leven je helpen groeien. En hoe bewuster je in het leven staat, hoe makkelijker je deze gebeurtenissen en ervaringen zult gebruiken voor persoonlijke ontwikkeling. Vandaar ook dat persoonlijke ontwikkeling in fasen gaat. Uitgroeien tot je volledige potentie kost tijd. Naarmate jij je hier bewuster van wordt, zal deze groei wel sneller en gemakkelijker toenemen.
Proces van bewustwording
Je persoonlijke ontwikkeling is een continu, holistisch proces van bewustwording. Het is gericht op het bereiken van een hoog niveau van persoonlijk welzijn. Door bewust te zijn van jezelf en je eigen unieke waarde, door stevig geaard te zijn, kun je vanuit veerkracht en souplesse meebewegen met de flow van het leven. Hierdoor voel je je:
- gezond;
- gelukkig;
- fysiek sterk;
- mentaal krachtig;
- emotioneel veerkrachtig.
Door te leven vanuit je hart – in balans met je mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten en geleid door je eigen lichaam en leven – kun je leven in liefde en kracht. Je kunt dan alles uit jezelf en jouw leven halen. Hierbij is van belang dat je je persoonlijke ontwikkeling volledig individueel bepaalt.
Iedereen ontwikkelt zich op zijn eigen, unieke manier en in zijn eigen tempo.
Jouw groei is afhankelijk van de omstandigheden in je leven, van de keuzes die je maakt en vooral van hoe je op gebeurtenissen en ervaringen in je leven reageert. De manier waarop je in het leven staat, je zelfkennis en zelfinzicht bepalen hoe jouw persoonlijke ontwikkeling verloopt.
Haal meer uit je leven
Dus wil je jouw welzijn naar een hoger niveau tillen en meer uit jezelf én je leven halen? Wil je bepaalde doelen of dromen bereiken, of eindelijk leven in balans met jezelf en jouw leven? Wees dan zelf de verandering, door bewust te gaan leven en persoonlijk te groeien! Neem verantwoordelijkheid en leiding in en over je leven. Leg de schuld niet bij anderen of bij externe factoren. En vooral: verval nooit in slachtofferschap. Wat je ook meemaakt of voor welke uitdaging je ook staat, je kunt dit aan en je kunt er van leren.
Verbonden met jezelf, verbind je je met de wereld
Persoonlijke groei heeft te maken met het doorbreken van zaken die iemand in de weg kunnen staan, die jouw ontwikkeling als mens onnodig remmen of zelfs helemaal stoppen. Via het verwerven van praktische vaardigheden, vernieuwde gedachten, een (wat) andere houding, gedrag en/of communicatie stimuleer je jouw ontwikkeling als mens.
Openheid, respect, authenticiteit, congruentie en humor spelen een doorslaggevende rol in je werk. Deze eigenschappen zijn essentieel om als mens én als coach/begeleider te kunnen groeien.
Bibliotheek van de werkprocessen
De bibliotheek van een beginnend professional
Wat moet je aan het eind van de stage/opleiding kunnen? Je hebt dan alle werkprocessen middels verslagen, foto en filmmateriaal etc bewezen. Je hebt een Wiki gemaakt waarin je de bewijsstukken per werkproces hebt gerangschikt. Al deze bewijstukken zijn getekend en beoordeeld op authenticiteit door een docent en/of stagebegeleider.
D1-K1-W1 Onderzoekt zichzelf
Omschrijving:
De beginnend beroepsbeoefenaar reflecteert op zichzelf. Hij onderzoekt in welke omgeving en bij welke omstandigheden hij wel en niet tot zijn recht komt, wat de motieven en drijfveren zijn voor eigen handelen, wanneer hij floreert, waar hij goed in is, waar zijn voorkeuren liggen en hoe hij reageert bij stress of bij veranderingen.
Resultaat:
De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een beeld van eigen kwaliteiten, talenten, drijfveren en voorkeuren.
Gedrag:
- toont zich bewust van zijn gedrag (positief, kracht en valkuilen);
- toont zich in staat om vragen, standpunten en gedragingen vanuit een verschillend perspectief waar te nemen;
- staat open voor en luistert actief naar nieuwe ideeën en kritiek;
- vormt zich een realistisch beeld van zijn kwaliteiten, talenten, drijfveren en voorkeuren.
De onderliggende competenties zijn: leren, onderzoeken, aandacht en begrip tonen.
D1-K1-W2 Verkent de ontwikkelingen in de wereld waar hij deel van uitmaakt en zoekt daarin zijn mogelijkheden
Omschrijving:
De beginnend beroepsbeoefenaar ontwikkelt maatschappelijk bewustzijn, weet wat er speelt in de wereld en in zijn directe leef-en werkomgeving en beseft dat hij deel uitmaakt van een groter geheel (een groter krachtenveld). Hij volgt hiertoe actief trends en ontwikkelingen in zijn vakgebied en de maatschappij. Hij schat in hoe deze zijn eigen werk zullen beïnvloeden en wat de toepasbaarheid is van zijn eigen expertise in een breed (maatschappelijk) perspectief. Hij deelt zijn visie met anderen en betrekt anderen in het gesprek daarover.
Resultaat:
De beginnend beroepsbeoefenaar kent de mogelijkheden van zijn omgeving en welke bijdrage hij kan leveren aan de ontwikkeling van die omgeving.
Gedrag:
- onderneemt proactief actie om trends en ontwikkelingen in zijn vakgebied en de maatschappij te volgen;
- heeft een onderzoekende houding bij het inschatten van de toepasbaarheid van zijn expertise in breed (maatschappelijk) perspectief, ziet zijn leefomgeving als een leeromgeving;
- laat anderen zien een duidelijke visie te hebben op de toekomst vanuit een breed (multidisciplinair) perspectief en stimuleert anderen (door eigen gedrag) om ook mee te denken.
De onderliggende competenties zijn: analyseren, leren, omgaan met verandering en aanpassen.
D1-K1-W3 Levert een bijdrage aan de wereld en zijn directe leefomgeving
Omschrijving:
De beginnend beroepsbeoefenaar toont eigen kwaliteiten in de samenleving waar hij deel van uitmaakt, door samen te werken met projectleden, collega's en/of andere betrokkenen. Hij neemt initiatief om de match te realiseren tussen persoonlijke identiteit en omgeving (verbinding tussen mogelijkheden en eigen talent) door betrokkenheid te tonen bij wat er moet gebeuren en zijn ideeën te presenteren. Hij creëert en/of draagt actief bij aan persoonlijke netwerken. Hij initieert samenwerking c.q. overleg met anderen als hij dat nodig vindt. Hij overtuigt anderen, zijn collega’s of mensen met wie het samenwerkt als het gaat om zijn nieuwe ideeën of activiteiten. Indien nodig, organiseert hij zelf zijn hulp- en/of adviesbronnen en mobiliseert hij zijn netwerk.
Resultaat:
Ideeën, standpunten en/of voorstellen zijn onderbouwd met steekhoudende argumenten en pakkende voorbeelden. Eigen belangen en/of belangen van anderen zijn goed behartigd.
Gedrag:
- gaat makkelijk om met mensen (van verschillende echelons) in zijn directe omgeving;
- is vriendelijk en gastvrij (hospitality) in zijn omgang met anderen
- kan goed samenwerken met projectleden, collega’s en/of andere betrokkenen;
- maakt in het contact een krachtige, positieve, bevlogen indruk en weet zichzelf en zijn ideeën zo te presenteren dat het indruk maakt (gedraagt zich als ambassadeur, geeft het goede voorbeeld);
- toont lef en durf (nek uitsteken) en een sterke mate van betrokkenheid bij wat er moet gebeuren;presenteert zichzelf als ter zake kundig en maakt een geloofwaardige indruk (anderen weten wie ik ben en wat ik kan);
- streeft overeenstemming na door bezwaren van anderen serieus te nemen en creëert draagvlak en betrokkenheid;
- houdt rekening met de verwachtingen, taal en benaderingswijze van een ander;
- is proactief, betrokkenen en helpt anderen hun idee vorm te geven;
- laat zien achter de eigen beslissingen te staan en voelt zich verantwoordelijk voor zijn ideeën (ideeën zijn geloofwaardig, realistisch, uitvoerbaar en haalbaar)
De onderliggende competenties zijn: relaties bouwen en netwerken, overtuigen en beïnvloeden, presenteren, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, met druk en tegenslag omgaan, gedrevenheid en ambitie tonen.
Welk gedrag wordt er van je verwacht tijdens dit keuzedeel?
- Je bent verantwoordelijk voor de uitvoering van je eigen taken.
- Je hebt een onderzoekende en proactieve houding.
- Je zoekt oplossingen voor mogelijke uitdagingen in jouw werkveld.
- Je bent in staat kritisch naar jezelf te kijken.
- Je bent maatschappelijk betrokken.
- Je bent op de hoogte van je vakgebied.
- Je kan informatie analyseren en omzetten in concrete activiteiten.
- Je zorgt voor een goede afstemming tussen alle betrokken partijen.
- Je plant en organiseert activiteiten binnen de gestelde periode.
- Je kan informatie analyseren en omzetten in concrete activiteiten.
- Je werkt samen en toont betrokkenheid en gastvrijheid in de omgang met anderen.
- Je reflecteert op je eigen houding en handelen.
Leervragen
Opdracht 1
Hoe kom jij over op anderen.
Persoonlijk Profileren heeft te maken met hoe jij overkomt op een ander. Ben je zelfverzekerd, krachtig, begripvol, bied je structuur, veiligheid, grenzen?
Als je werkt in de zorg of op een andere manier met mensen is het erg belangrijk hoe jij op anderen overkomt.
Schrijf een verslagje van ongeveer een halve tot maximaal een A4 over hoe jij denkt dat je over komt op anderen. Welke eigenschappen zien anderen terug in jou, neem daarin de positieve, maar ook negatieve aspecten mee.
Het gaat om jouw idee hierover, dus je hoeft anderen hier niet naar te vragen.
Maak de opdracht eerst in word en sla op in je eigen laptop. Dit document kun je dan zelf bewaren (in laptop of in cloud).
Les 2 Talenten
Opdracht 2:
Welke persoon in jouw priveleven bewonder je? Leg uit waarom. Vertel daarna welke drie eigenschappen hij of zij bezit waardoor jij hem of haar bewondert.
Noem daarna 1 bekend persoon die jij vervelend vindt en leg uit waarom. Welke (min. 2) eigenschappen van deze persoonn vind jij vervelend?
Maak de opdracht eerst in word en sla op in je eigen laptop. Dit document kun je dan zelf bewaren (in laptop of in cloud)
Opdracht 3:
Wat vinden jouw collegas jouw sterke punten en waar zitten nog verbeterpunten? En wat vind jij zelf?
Een 360 graden feedback is een manier van feedback vragen waarbij feedback wordt gevraagd over jouw gedrag aan collega's van verschillende disciplines (hiërarchisch hoger, lager of hetzelfde) en van jezelf. Eventueel kun je ook aan mensen die buiten je werkkring staan, maar wel betrokken zijn, feedback vragen. 360 graden feedback wordt gebruikt om jou te helpen bij het ontwikkelen van werkvaardigheden en gedrag.
Op onze opleiding laat je meerdere keren per jaar de 360 graden feedback invullen door collega's en door jezelf. Heb je dit vrij recent nog laten doen, dan mag je die feedback voor deze opdracht gebruiken.
Vul eerst voor jezelf een 360 graden feedbackformulier in (bijlage). Stuur deze dan door naar je werkbegeleider en twee andere collega's. Als je de ingevulde exemplaren retour hebt, reflecteer je op de verschillen en overeenkomsten.
Schrijf hierover een verslag van ongeveer 1 A4
In dit verslag verwerk je de volgende punten: Wat viel je op? Wat waren de verschillen/overeenkomsten? Welke leerpunten haal je hier uit? ( minimaal 2 )
Maak de opdracht eerst in word en sla op in je eigen laptop. Dit document kun je dan zelf bewaren (in laptop of in
Opdracht 4
In de bijlage vind je een lijst met allerlei woorden die te maken hebben met gedrag. Kies hier 20 woorden van die bij jou passen en maak hiervan een top 20, waarvan op nr 1 het woord staat dat het meest bij jou past.
Noem vijf gedragseigenschappen die je in je werk goed kunt inzetten en beargumenteer waarom.
Maak de opdracht eerst in word en sla op in je eigen laptop. Dit document kun je dan zelf bewaren (in laptop of in cloud)
Les 3 Vorming
Opdracht 5:
Beschrijf dan 4 belangrijke gebeurtenissen in je leven die jou gemaakt hebben tot de persoon die je nu bent. Dit kunnen zowel positieve als negatieve gebeurtenissen zijn. Schrijf er ook bij tot welk gedrag/verandering/inzicht jou dit heeft gebracht.
Maak de opdracht eerst in word en sla op in je eigen laptop. Dit document kun je dan zelf bewaren (in laptop of in cloud)
Les 4 CV
Opdracht 6
Een curriculum vitae (Latijn voor 'levensloop', kortweg cv) is een document waarin iemand een overzicht geeft van gevolgde opleidingen, werkervaringen en nevenactiviteiten.
Bij sollicitaties wordt het cv tegellijk met de sollicitatiebrief gestuurd. Meestal worden de laatste ervaringen bovenaan gezet, ook de laatst behaalde diploma's staan bovenaan. De lengte van het cv ligt natuurlijk aan de hoeveelheid diploma's en werkervaring, maar is maximaal 1,5 à 2 bladzijden lang.
Waarschijnlijk heb je al eens een curriculum vitae (cv) gemaakt.
In deze opdracht bekijk je je cv nog eens kritisch. Is het nog up-to-date, waar kun je het aanvullen of verbeteren?
Je gaat je cv vernieuwen en leest hiervoor informatie op deze website of je kiest een andere website. Kies een mooie template of lay-out, een geschikt lettertype en grootte en maakt je cv zoals deze het beste bij jou past.
Ben je hiermee klaar, dan stuur je het aan tenminste 1 medestudent uit je klas (meer mag ook) en vraagt feedback. Deze feedback verwerk je in je cv en het uiteindelijke resultaat ga je hier uploaden.
Maak de opdracht eerst in word en sla op in je eigen laptop. Dit document kun je dan zelf bewaren (in laptop of in cloud)
Les 5 Leerdoelen + uitleg sociaal maatschappelijk project
Opdracht 7:
Je weet nu al veel over jezelf: waar ben je goed in? Waar wordt je om gewaardeerd? Wat zijn je valkuilen? Waar kun je nog in groeien.
In je opleidingsplan (komt nog) ga je ook werken met SMART leerdoelen en dit is een eerste kennismaking (oefening) daarmee. Als je al met je opleidingsplan bent begonnen dan weet je al hoe dit werkt.
In deze opdracht ga je dus oefenen met een SMART leerdoel. SMART is een methode waarmee je duidelijk beschrijft wat, hoe, waarom en wanneer je iets wilt bereiken.
Een SMART-geformuleerde doelstelling leidt tot een duidelijk een haalbaar actieplan waar voldoende draagvlak voor is. Dit zorgt ervoor dat jij en je collega's meer gemotiveerd zijn hiermee aan de slag te gaan.
Bovendien weet je precies wanneer je doel wel of niet behaald is, omdat je dit meetbaar hebt gemaakt. Naar aanleiding hiervan kun je weer nieuwe SMART-leerdoelen opstellen, zodat jij jezelf kan doorontwikkelen en blijft verbeteren.
In de bijlage vind je een eenvoudige uitleg over het SMART-formuleren van leerdoelen.
Je schrijft eerst op wat je wilt gaan verbeteren (wat wil je leren, waarin wil je groeien). In de bijlage vind je meer uitleg en voorbeelden. Op Google kun je ook nog meer informatie zoeken/vinden.
Daarna zet de de woorden van SMART (specifiek – meetbaar – acceptabel – realistisch –tijdgebonden) onder elkaar en onderstreept deze woorden.
Daarna ga je terug naar je leerdoel en formuleert deze dan op zo'n manier, dat deze SMART gemaakt is.

Les 6 Persoonlijkheidstest
Opdracht 8
De Job personality test is test die veel gebruikt wordt bij assessments en loopbaanonderzoek.
Je persoonlijkheid bestaat volgens de meeste pyschologen uit 5 groepen van eigenschappen:
extraversie, vriendelijkheid, emotionele stabilieit, ordelijkheid en openheid.

Klik op de onderstaande link om de persoonlijkheidstest te maken!
Persoonlijkheidstest | Gratis Big Five test | 5 minuten (jobpersonality.com)
Schrijf vervolgens een verslag. Beantwoord daarin de volgende vragen:
- Wat komt er uit de test?
- Klopt de uitslag van deze test voor jou?
- Wat klopt er wel? Met een voorbeeld.
- Wat klopt er niet? Met een voorbeeld.
Maak de opdracht eerst in word en sla op in je eigen laptop. Dit document kun je dan zelf bewaren (in laptop of in cloud)
Les 7 Teamrollen
Opdracht 9
De Britse onderzoeker Meredith Belbin geeft als definitie van een teamrol: ‘de kenmerkende manier waarop iemand zich gedraagt, zijn bijdrage levert en met anderen omgaat.’ Bij elke teamrol horen een paar kwaliteiten en sterke kenmerken die belangrijk zijn voor het team. Daartegenover staan ook een aantal zwakheden. Over het algemeen heb je meerdere rollen die bij je passen (ongeveer 2 of 3), dit zijn dan de primaire rollen.
Het Belbin-teamrolmodel bestaat uit 9 verschillende rollen. In een succesvol team zijn al deze rollen aanwezig.
Bedrijfsman
Taakgericht, nuchter en ordelijk. Zet plannen en ideeën om in praktische taken en bezigheden.
|
Brononderzoeker
Extravert, enthousiast en vaardig in de communicatie. Verkent mogelijkheden en legt contacten.
|
Plant
Creatief, verbeeldingsrijk en onorthodox. Brengt visie en nieuwe zienswijzen.
|
Monitor
Verstandig, doordacht en rationeel. Bewaart het overzicht en weegt alle mogelijkheden af.
|
Vormer
Dynamisch, gedreven en uitdagend. Zet druk op het team en ruimt weerstanden uit de weg.
|
Voorzitter
Brengt mensen bijen en coördineert de inspanningen van het team. Op zoek naar het gezamenlijke besluit.
|
Zorgdrager
Oog voor detail, check en dubbelcheck, perfectionisch, kwaliteitsbewaker.
|
Groepswerker
Opmerkzaam, behulpzaam en diplomatiek. Luistert en ondersteunt. De sfeermaker.
|
Specialist
Weet veel van weinig, deskundig op bepaald gebied. Stille eenling.
|
Maak nu de Belbintest om te ontdekken welke teamrol jij vertegenwoordigt.
Beschrijf daarna de voor jou opvallende kenmerken (tenminste 7).
Maak de opdracht eerst in word en sla op in je eigen laptop. Dit document kun je dan zelf bewaren (in laptop of in cloud)
Les 8 Normen en Waarden
opdracht 10
Het woord enneagram komt uit het Grieks en betekent negen. Er zijn dan ook 9 verschillende typen. Van alle ennegramtypen zit er wel iets in je, maar ieder mens heeft één dominant type. Dat type bepaalt je gedrag, je afweermechanisme, je voorkeuren en je beperkingen. Het enneagram geeft je inzicht in wie je echt bent, wat je verborgen talenten zijn en hoe je het optimale uit jezelf kunt halen. In deze test ga je de negen enneagram-typen leren kennen en ontdekken tot welke jij het meest behoort.
enneagram-test
OPDRACHT: Maak een verslag. Zet hierin:
- Wat is de uitslag van de test.
- Wat herken je hiervan, met 1 voorbeeld.
- Wat herken je hier niet van, met 1 voorbeeld.
Maak de opdracht eerst in word en sla op in je eigen laptop. Dit document kun je dan zelf bewaren (in laptop of in cloud)
Opdracht 11
Normen en waarden zijn de regels van hoe jjij je hoort te gedragen in sociale situaties. Dit is afhankelijk van cultuur, achtergrond, leefwijze, maar ook wat jij persoonlijk belangrijk vindt.
De term ‘normen en waarden’ bestaat uit de twee woorden. Beide woorden hebben een hele andere, maar wel met elkaar samenhangende betekenis. Gaandeweg hebben we ze samengevoegd, als zijnde één term.
Ze geven ons richting en beïnvloeden ons gedrag. Wat wij als normaal zien (de norm), komt voort uit een overtuiging die wij hebben (de waarde).
Als voorbeeld:
We vinden het normaal dat je iemand aankijkt als je met elkaar praat. Dat zien we als beleefd en daarmee tonen we dat we eerlijk / oprecht zijn. De waarden zijn in dit geval beleefdheid en eerlijkheid.
Omdat we blijkbaar waarde hechten aan beleefdheid en eerlijkheid, zien we zaken als iemand aankijken tijdens een gesprek als vanzelfsprekend.
Normen zijn richtlijnen hoe je sociaal gewenst met elkaar omgaat. Het zijn ongeschreven gedragsregels die we als normaal, vanzelfsprekend betitelen.
Als je met iemand hebt afgesproken, is het normaal dat je op tijd komt. Of als de kassière je teveel geld teruggeeft, dan is het normaal dat je dat zegt.
Waarden zijn de dingen die waardevol gevonden worden door iemand of door een groep mensen (bijv. de samenleving).
Het is vaak een enkel woord, zoals eerlijkheid, respect, gelijkheid.
In het voorbeeld van op tijd komen als je hebt afgesproken met iemand, dan is de achterliggende waarde stiptheid of respect voor de ander.
De waarde die geldt bij het voorbeeld van de kassière die teveel teruggeeft, is eerlijkheid.
Opdracht:
- Noem nu 4 waarden met bijpassende normen (1 norm per waarde) die bij ons cultuur horen. Beargumenteer je antwoord.
- Noem 4 waarden die jijzelf belangrijk vindt en geeft bij iedere waarde een norm die daar voor jou bij hoort. Beargumenteer je antwoord.
Maak de opdracht eerst in word en sla op in je eigen laptop. Dit document kun je dan zelf bewaren (in laptop of in cloud)
Les 9 Kerkwaliteiten en uitleg opdracht
Opdracht 12
Hoe meer jij je bewust bent van je eigen kwaliteiten en hoe meer je deze kwaliteiten inzet, hoe beter jij je voelt, hoe meer je in je persoonlijke kracht komt.
OPDRACHT: In de bijlage vind je een formulier met vragen over je kwaliteiten.
Eerst het formulier downloaden en bewerken, vervolgens downloaden.
Vul het formulier in, beschrijf vervolgens de volgende vragen (min 1 A4).
- Welke kwaliteiten horen het meest bij jou?
- Welke kwaliteiten zou je nog meer willen ontwikkelen?
- Hoe wil je dat aanpakken en wat heb je er voor nodig?
- Wat gebeurt er als je deze kwaliteiten meer hebt ontwikkeld?
Maak de opdracht eerst in word en sla op in je eigen laptop. Dit document kun je dan zelf bewaren (in laptop of in cloud)
Kernkwaliteiten
Opdracht 13
Wat is het verschil tussen kwaliteiten en kernkwaliteiten? Je spreekt over kwaliteiten als je het hebt over je sterke punten. Je kunt bijvoorbeeld beschikken over technische kwaliteiten of over schrijfkwaliteiten. Wanneer het gaat over kernkwaliteiten, heb je het over kwaliteiten die iemand het meest typeren. Dit zijn in feite je persoonskenmerken of karaktereigenschappen. Kernkwaliteiten zijn dus eigenschappen die tot de kern van je persoonlijkheid horen. Het is iets wat bij jou hoort, wat je niet zomaar aan of uit kunt zetten. Het zijn de positieve punten die het eerst bij een ander opkomen als het hem gevraagd wordt. Bijvoorbeeld dat je erg creatief bent. Iedereen heeft een eigen set aan (kern)kwaliteiten.
Een vaardigheid is iets anders dan een kwaliteit. Vaardigheden kunt je aanleren; een (kern)kwaliteit is iets waarover je beschikt. Het onderscheid tussen kwaliteiten en vaardigheden zit vooral in het feit dat kwaliteiten van binnenuit komen en vaardigheden van buitenaf aangeleerd zijn. Vaardigheden zijn dus aan te leren en kwaliteiten kun je ontwikkelen.
Bij de kernkwaliteit hoort dus je valkuil, maar ook een allergie en een uitdaging.
Een handige methode om achter je kernkwaliteiten (maar ook je valkuilen, uitdagingen en allergieën) te komen zijn de kernkwadranten van Ofman. Hierna leggen we uit hoe je hier gebruik van kan maken. Een kernkwadrant is een model waarin je in één oogopslag zicht hebt op jouw (kern)kwaliteiten, valkuilen, uitdagingen en allergieën.

Tegenover elke kwaliteit staat een valkuil. Als je namelijk je kwaliteit overdrijft, wordt het een zwakte. Bijvoorbeeld als je te erg daadkrachtig bent, dan word je een drammer.
Behalve een valkuil heeft ook elke kernkwaliteit een uitdaging. De uitdaging is het positief tegenovergestelde van de valkuil. Bij ‘drammer’ kan dat bijvoorbeeld ‘geduld’ zijn.
Uitdagingen zijn dingen die je in een ander bewondert en die je zelf wat meer of vaker zou willen hebben. Misschien wil je beter in iets worden en dat kan nou net de oplossing zijn voor jouw valkuil. Denk dus goed na over waar je zelf beter in zou willen worden en kijk eens naar mensen die jij waardeert of respecteert. Vaak hebben zij die eigenschappen die jij zelf ook wel zou willen hebben.
Welke eigenschappen irriteren jou mateloos bij anderen? Wie vind jij een vervelend persoon en wat voor eigenschappen heeft die persoon eigenlijk? Die eigenschappen zijn jouw allergieën. Een voorbeeld van een allergie: arrogant, gesloten of emotieloos. Iemand met bijvoorbeeld veel daadkracht vindt een teveel aan de uitdaging ‘geduld’ vaak niet erg prettig. Hij ziet wachten, niets doen als passiviteit. Hij kan daar moeilijk mee omgaan en het irriteert hem zelfs: hij is allergisch voor passiviteit. Deze weerzin tegen te veel uitdaging noem je dus de ‘allergie’. Wat iemand het meest kwetsbaar maakt is niet zijn valkuil, maar zijn allergie.
Het klinkt gek, maar je leert het meest van de mensen die ‘in jouw allergie’ zitten. De eigenschappen die zij hebben zijn waarschijnlijk eigenschappen die jij (in mindere mate) nodig hebt. Of zo'n allergie is een schaduwkant van jou, dus iets wat je liever wilt verbloemen.
OPDRACHT: Uit de lijst in de bijlage kies je tenminste 4 kernkwaliteiten die bij jou horen en hierbij noem je een voorbeeld, waarbij ook de valkuil, allergie en uitdaging aan bod komt.
Zet deze in een kernkwadrantmodel zoals Ofman dat ook heeft gedaan.
Je maakt dus 4 modellen (mag in 1 word bestand)
Maak de opdracht eerst in word en sla op in je eigen laptop. Dit document kun je dan zelf bewaren (in laptop of in cloud)
Les 10 Presenteren
Opdracht 14
Sociaal Maatschappelijk Project
Format Plan van aanpak
Om een activiteit te laten slagen is het belangrijk dat je werkt volgens een methodisch plan. Welke begeleidende activiteiten zet je in, hoe doe je dat en wat heb je nodig? Je maakt een concreet plan voor de voorbereiding en uitvoering van je maatschappelijke project. Je stelt je maatschappelijke (begeleiding) doel vast en werkt het plan van aanpak uit.
Examengesprek
Lessen
Job personality persoonlijkheidstest
Persoonlijkheidstest
stage
stageopdracht
Aanmeldformulier SSC
Periode 1
Week 1
Lesweek 1:
Een nieuwe klas en nieuwe studenten. Allemaal een andere opleiding en toch allemaal in hetzelfde schuitje. Nieuwe SLB'ers en nieuwe docenten. Een goed moment om kennis te maken met elkaar!
We starten met een eerste kennismaking op deze eerste lesdag!
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Bufferweek
Periode 2
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Bufferweek
Periode 3
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Bufferweek