Intro & info
> Wat is Scheikunde ?
Vragen ...
Zomaar wat vragen uit het dagelijks leven...
- waarom beslaat de spiegel als ik douche?
- hoe wordt de accu van mijn mobiel weer 'vol'?
- waarom kan je een gewone paperclip buigen maar breekt een glazen roerstaafje?
- hoe krijgt een wasmiddel die vetvlek uit je nieuwe shirt (en gewoon water niet)?
- is het koolzuur uit cola (e.a. frisdranken) nou ook slecht voor het klimaat?
Eerlijk gezegd zijn het 'gewoon' dit soort vragen waar het bij scheikunde om gaat. En bij het zoeken naar antwoorden op die vragen begin je bij de basis van scheikunde ...
Stoffen ...
de wereld om ons heen bestaat uit stoffen; wij bestaan uit stoffen, al ons eten en drinken bestaat uit stoffen. Miljoenen soorten stoffen; vaste stoffen, vloeistoffen, gassen; van heel eenvoudige stoffen zoals water tot super ingewikkeld zoals eiwitten in alle levende wezens.
En al die stoffen hebben hun eigen unieke combinatie van eigenschappen, net zoals jijzelf.
Aan die stofeigenschappen kan je stoffen dus herkennen én je kan ze gebruiken; bijv. om verschillende stoffen van elkaar te scheiden (vandaar de naam SCHEIkunde).
Scheikunde gaat dus over stoffen; . . .
|
► welke eigenschappen ze hebben
► hoe ze gebouwd zijn
► en hoe ze kunnen veranderen |
> Werkwijze (?)
zelf doen
De komende twee perioden ga je zélf een vraag, (over) een voorwerp en/of stof bedenken én -met een scheikundige 'blik'- onderzoeken.
Hiermee kom je vanzelf (en/of aan de hand van vragen) langs de 'kern-onderwerpen' van de scheikunde over eigenschappen, bouw en verandering van/in stoffen.
Reden hiervoor is dat je iets het beste 'leert', gaat begrijpen en 'eigen maakt' als je het zélf onderzoekt! En het begrijpen en 'eigen maken' van deze kern-onderwerpen is zó belangrijk;
als je deze basis echt beheerst dan komt het met de rest van scheikunde ook wel goed!
zelf bedenken
Om je op weg te helpen staat hieronder een werkwijze die je kan gebruiken bij jouw onderzoek.
Dit is een algemene manier van onderzoek doen die je natuurlijk 'altijd & overal' zou kunnen toepassen. Maar let op; dit is één manier van onderzoek doen en je kan natuurlijk ook op een andere manier te werk gaan die beter bij je past!
Dit doe je door eerst telkens...
- jezelf een vraag te stellen
- te bedenken welke vraag/vragen je eerst nog moet uitzoeken voor je díe vraag kan beantwoorden.
- dit voor elke 'deelvraag' herhalen net zolang tot je geen 'deelvragen' meer kunt bedenken
vervolgens ga je ...
- bedenke welke informatie je nodig hebt om de (deel-)vragen te beantwoorden
- voor elke deelvraag deze informatie op te zoeken
- deze informatie gebruiken om de 'bovenliggende' vragen te beantwoorden, etc...
net zolang tot je de oorspronkelijke vraag hebt beantwoordt.
> Route, planning & toetsing
opbouw
► De quest is opgebouwd uit drie blokken:
- EIGENSCHAPPEN van stoffen
- BOUW & STRUCTUUR van stoffen
- VERANDERINGEN in & van stoffen
Het is het meest logisch om deze blokken in volgorde op te pakken maar evt. kan je ook beginnen met de het tweede blok waarin je de Bouw & Structuur van stoffen gaan bestuderen...
► De opbouw en werkwijze is voor elk niveau hetzelfde maar bij HAVO en VWO niveau ga je per niveau wel steeds 'dieper' de stof in en zal je dus in dezelfde tijdsperiode méér gaan onderzoeken en bestuderen
planning
Voor het onderzoeken & bestuderen van al deze onderwerpen heb je de eerste twee perioden van het nieuwe schooljaar de tijd.
► Voor je eigen planning kan je hier voor elk hoofdonderwerp de onderstaande 'tijdsbesteding' aanhouden:
- EIGENSCHAPPEN: ± 3 - 4 weken
- BOUW & STRUCTUUR: ± 3 weken
- VERANDERINGEN: ± 3 weken
► Ga er ook vanuit dat je zo'n 2 (tot 3) uur per week nodig hebt om de stof te kunnen uit- & onderzoeken en echt goed te bestuderen !!
Belangrijkste hierbij is trouwens wel dat je de stof echt begrijpt en kan toepassen bij het beantwoorden/oplossen van (scheikundige) vragen en problemen.
(Liever dat je iets nog niet helemaal bestudeerd hebt maar de rest wél echt begrijpt dan dat je gaat haasten om het af te hebben maar het eigenlijk niet echt begrijpt. Deze basis-onderwerpen komen telkens terug dus dat wat je misschien nog niet aan toegekomen bent kom je zeker nog weer tegen).
toetsing
► Deze basis-onderwerpen zullen NIET in een apart schoolexamen worden getoetst maar komen terug in alle verdere schoolexamens én het centraal examen voor scheikunde.
► Kennis en begrip van de onderwerpen zal wel tussentijds formatief worden getoetst aan de hand van diagnostische toetsen en bespreking van de in te leveren documenten.
1. ► EIGENSCHAPPEN van stoffen
uitzoeken
Zoals in de introductie al aangegeven zijn de eigenschappen van stoffen de basis van de scheikunde. Om een stof goed te begrijpen én op de 'juiste' manier te kunnen gebruiken moet je de eigenschappen van een stof kennen (en natuurlijk begrijpen wat 'stof-eigenschappen' nou eigenlijk zijn) .
► Daarom ga je eerst eens uitzoeken welke 'stof-eigenschappen de door jou gekozen stof heeft.
opdrachten
Maak een nieuw document aan met de titel "[naam stof]: EIGENSCHAPPEN" en zet daarin alle (belangrijke) dingen die je hebt onderzocht over stofeigenschappen etc. in het algemeen...,
... én toegepast op jóuw stof in het bijzonder.
Zorg hierbij dat je in elk geval de volgende onderwerpen hebt meegenomen:
► stof-eigenschappen en -constanten
► fasen & fase-overgangen; én de 'temperatuurschalen' van Celsius en Kelvin
► de verschillen tussen mengsels en zuivere stoffen
► scheidingsmethoden en de relatie ervan met stofeigenschappen
2. ► BOUW & STRUCTUUR van stoffen
uitzoeken
Bijna alle stofeigenschappen kan je voor een heel groot deel verklaren aan de hand van de bouw en structuur van de stoffen. Om je alvast een begin te geven: álle stoffen bestaan uit (verschillende soorten) deeltjes
► Voor dit deel van je onderzoek ga je alles uitzoeken en bestuderen over de verschillende (soorten) deeltjes waaruit stoffen bestaan. Ook onderzoek je hoe die deeltjes zélf weer opgebouwd zijn. En tenslotte zoek je uit hoe die deeltjes in de verschillende soorten stoffen met elkaar verbonden zijn.
opdrachten
Maak een nieuw document aan met de titel "[naam stof]: BOUW" en zet daarin alle (belangrijke) dingen die je hebt onderzocht over de bouw van stoffen en deeltjes etc. in het algemeen...,
... én toegepast op jóuw stof in het bijzonder.
Zorg hierbij dat je in elk geval de volgende onderwerpen hebt meegenomen:
► de deeltjes waaruit stoffen bestaan
► het periodiek systeem waarin alle deeltjes schematisch zijn ingedeeld; inclusief de begrippen atoomnummer en massa(getal)
► de bouw van de deeltjes zelf; inclusief de 'onderdelen': protonen, neutronen en electronen
► de structuren waarin de deeltjes met elkaar verbonden kunnen zijn én de verschillende soorten 'bindingen' waarmee deeltjes met elkaar verbonden kunnen zijn
► de drie soorten stoffen met elk hun eigen structuur: moleculaire stoffen, ionen & zouten en metalen
3. ► VERANDERINGEN in & van stoffen
uitzoeken
Alles verandert overal (tot en met -en in- de verste sterrenstelsels): bomen groeien en bladeren vallen af en vergaan weer; water in de oceanen verdampt en wordt weer regen; de zuurstof in de lucht wordt in je lijf gebruikt en omgezet in koolzuurgas dat je weer uitademt.
En al die veranderingen zijn eigenlijk veranderingen van & in stoffen. Stoffen kunnen veranderen in een andere vorm van dezelfde stof én kunnen veranderen in andere stoffen.
Nu je begrijpt hoe stoffen zijn gebouwd kan je al deze mogelijke veranderingen van en in stoffen gaan onderzoeken en begrijpen.
► In dit deel van je onderzoek ga je de veranderingen in en van stoffen bestuderen. Je gaat uitzoeken hoe het zit met verschillende soorten veranderingen, en wat de algemene principes van veranderingen zijn.
Verder ga je leren hoe je veranderingen als 'formule' / 'vergelijking' kan opschrijven en hoe je met behulp van deze vergelijkingen allerlei berekeningen kan uitvoeren.
opdrachten
Maak een nieuw document aan met de titel "[naam stof]: "VERANDERINGEN" en zet daarin alle (belangrijke) dingen die je hebt onderzocht over veranderingen in & van stoffen etc. in het algemeen...,
... én toegepast op jóuw stof in het bijzonder.
Zorg hierbij dat je in elk geval de volgende onderwerpen hebt meegenomen:
► de verschillende soorten veranderingen in en van stoffen (definities)
► de algemene principes die gelden voor deze veranderingen zoals energie-effecten en massa-behoud.
► het 'vertalen' van deze veranderingen inclusief -kloppende- vergelijkingen
► het 'chemisch' rekenen met en op basis van de vergelijkingen