Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) is een verplicht vak voor alle leerlingen in de bovenbouw van het vmbo, en de 2e fase van havo en vwo.
Kunstdisciplines bij CKV
Bij CKV ga je met verschillende kunsten aan de slag. We noemen ze ook wel 'kunstdisciplines'.
In deze clip zitten je verschillende kunstdiscipline's in 1 video. Welke herken je?
Kunstdisciplines zijn dus verschillende vormen van kunst. Deze vormen zijn onderverdeeld in:
Wat ga je doen bij het vak CKV?
- Ontdekken:
aan de hand van opdrachten, workshops en/of excursies ga je kennismaken met verschillende kunsten zoals fotografie, mode, film, dans of schilderkunst.
- Beleven:
culturele en kunstzinnige activiteiten meemaken (mogelijk aangepast aan corona maatregelen).
- Maken:
je gaat een eigen (kunst)werk(en) produceren en presenteren.
- Reflecteren:
je kijkt terug op je werkproces en leert verslag leggen van je ervaring over kunst en cultuur.
Kunst of Cultuur?
Kunst of Cultuur, wat is het verschil?
Weet jij het verschil tussen kunst en cultuur?
Bekijk de 3 filmpjes. Wat wordt er verstaan onder kunst en wat is cultuur?
Komt dat overeen met hoe jij kunst en cultuur ervaart?
CKV Examenprogramma HAVO
In periode 1 t/m 4 werk je aan verschillende opdrachten voor in je kunstdossier en onderneem je culturele en kunstzinnige activiteiten gekoppeld aan verschillende kunstdisciplines.
Je PTA is hier de richtlijn. Dat betekent dat er ook deadlines zitten aan de opdrachten voor CKV. Ook krijg je cijfers voor de opdrachten die je gaat maken.
Zo ziet het PTA_HAVO (programma van toetsing en afsluiting) eruit:
CKV Examenprogramma VWO
In periode 1 t/m 5 werk je aan verschillende opdrachten voor in je kunstdossier en onderneem je culturele en kunstzinnige activiteiten gekoppeld aan verschillende kunstdisciplines.
Je PTA is hier de richtlijn. Dat betekent dat er ook deadlines zitten aan de opdrachten voor CKV. Je krijgt cijfers voor de opdrachten die je gaat maken.
Zo ziet het PTA_VWO (programma van toetsing en afsluiting) eruit:
CKV Thema's
Tijdens het ontdekken, onderzoeken, ervaren en werken aan opdrachten van CKV, werk je vanuit een aantal dimensies of thema's.
De CKV dimensies zijn:
Onderstaande video gaat over: 'waarom maken mensen zich kwaad over kunst?'.
Aan welke dimensie zou je de inhoud of de discussie uit dit filmpje kunnen koppelen en waarom?
CKV Kunstdossier
Kunstdossier
Jouw examen voor CKV is dus het compleet krijgen van jouw kunstdossier.
Hier heb je 1 jaar de tijd voor.
Alle opdrachten en verslagen (zoals ze in je PTA staan) tellen mee voor je examen.
De presentatie is dus ook een verplicht onderdeel voor je kunstdossier, waarbij je het vak CKV afrond.
DE EERSTE OPDRACHT IN PERIODE 1 IS:
HET CULTUREEL ZELFPORTRET - DEADLINE VRIJDAG 8 APRIL
VOOR VWO GELDT OOK EEN TWEEDE OPDRACHT: orienterende opdracht kunstdiscipline. Zelfde deadline.
P1. (H/V) Cultureel zelfportret
Uitleg van Opdracht 1:Cultureel Zelfportret (CZP).
Je kunstdossier start je met het maken een cultureel zelfportret.
Dit doe je in 3 stappen:
1.Kunstautobiografie - Hierin beschrijf je, wat je tot nu toe in je leven op het gebied van kunst en cultuur hebt gezien, gedaan en ervaren.
2. Zelfportret - Wie ben jij NU op gebied van kunst en cultuur? Wat is jouw smaak? Met welk concertkaartje kunnen mensen jou blij maken en voor welke film wakker maken? Maar ook kunst waar je de kriebels van krijgt of helemaal niets van snapt.
Wat belangrijk is: Het is jouw eigen verhaal, jouw mening of ervaring.
3. Vormgeving: de manier waarop je de opdracht vormgeeft en inlevert.
Bij vormgeving kun je denken aan:
- een filmpje
- een rap of gedicht
- een videoclip
- een podcast
- een magazine
Je kunstautobiografie + je zelfportret + de vorm waarin je de opdracht inlevert
= je culturele zelfportret.
Je culturele zelfportret maakt zichtbaar wie jij bent op het gebied van kunst en cultuur.
Alle onderdelen zijn dus even belangrijk!
Hoe ga je te werk?
Om tot een cultureel zelfportret te komen ga je als volgt aan de slag. Volg hiervoor de stappen.
Je maakt deze opdracht individueel.
1. Kunstautobiografie en 2. zelfportret
-Geef antwoord op vragen. De antwoorden op die vragen schrijf je op in een schrift, of in Notities of Pages van je Ipad.
- Verzamel ook foto's die je verhaal bevestigen: als je in Rome bent geweest voeg dan een foto toe met jou en (bijvoorbeeld) het Colosseum.
3. Vormgeving:
Verwerk je antwoorden op een creatieve manier. Zowel jij en jouw smaak van het verleden en heden is zichtbaar in het eindproduct.
De oefenopdrachten kun je gebruiken ter inspiratie of hulp. Als je ervoor kiest om deze te maken, kun je die natuurlijk gebruiken voor de opdracht!
Stap 1- Kunstautobiografie
Kunstautobiografie (focus op verleden)
1. Wat is je het meest bijgebleven aan culturele ervaringen? - Hierbij kun je denken aan de landen die je hebt bezocht op vakanties en de bijzonderheden van de desbetreffende cultuur hebt gezien en meegemaakt (bezoek aan kerken, tempels en andere bijzondere architectuur).
- Maar ook (pop)concerten of festivals die je hebt meegemaakt en voorstellingen op het gebied van cabaret, toneel en film.
2. Wat heb je zelf in het verleden gedaan aan/met:
3. Naar welk (openlucht)museum ben je wel eens geweest?
Hoe heette dat museum? En wat vond je ervan? Welke woorden horen voor jou bij een museum?
4. Ben je weleens in de schouwburg of het theater geweest?
Zo ja, wat kun je je daarvan nog goed herinneren? Welke voorstelling heb je toen gezien? Wat vond je ervan?
Welke woorden horen voor jou bij een theatervoorstelling?
5. Welk boek is je het beste bijgebleven?
Oefenopdracht 1 - autobiografie
Zoek een videoclip die jij (ooit) mooi of tof vond. Misschien omdat ie zo mooi gefilmd was of een bijzondere tekst had. Of werd het verhaal grappig verteld?
Gebruik de onderstaande vragen om uit te leggen waarom je gekozen hebt voor de videoclip. Alleen zeggen “ja die was wel leuk toen” is dus niet voldoende. Leg dus goed uit waarom! Je mag screenshots van de videoclip toevoegen als je dat helpt het beter uit te leggen.
Schrijf of vertel. Minimaal 100 woorden / 1 minuut.
Link van de videoclip: Ik heb deze clip gekozen omdat: (uitleggen waarom deze zo goed bij jou paste, in het verleden) Ik vond het zo bijzonder omdat: (uitleggen hoe het is gemaakt, wat je ziet, hoort etc).
Bijvoorbeeld:
Stap 2- Zelfportret
Zelfportret (Focus op het NU).
Welke kunstenaars ken je? Schrijf er zo veel mogelijk op. Denk aan muzikanten, dansers, theatermakers, cabaretiers, architecten, filmmakers, etc. Schrijf erachter wat je van hem/haar weet en vindt.
Wat vind jij een mooi kunstwerk? En waarom?
Hebben jullie thuis kunst? Bijvoorbeeld, een schilderij aan de muur of een beeld? Wat vind je ervan?
Welke muziek vind jij leuk of goed? Of noem je favoriete artiest. Welke muziek vind jij vreselijk? Dans je wel eens op muziek? Zo ja waar dans je dan?
Verzin je zelf bewegingen of doe je ze na van de videoclips?
Heb je wel eens een dansvoorstelling gezien? Welke en wat vond je ervan?
Naar welke programmaʼs of series kijk je het liefst en waarom?
Naar welke films kijk je graag?
Kom je wel eens in de bioscoop of kijk je films veel online?
Lees je weleens filmrecensies? Trek je er iets van aan wat ze over een film schrijven? Noem een soort film waar je nooit naar toe zou gaan. Welke film is je altijd bijgebleven? Schrijf trefwoorden erover op.
Wat vind jij een mooi of bijzonder gebouw en waarom? Hoe ziet het eruit? Waar staat het?
Wat vind jij een afschuwelijk gebouw en waarom? Hoe ziet het eruit? Waar staat het?
Noem drie dingen in of aan het huis waar je woont die je erg mooi vindt. Geef aan waarom je dit vindt. Noem een bouwwerk bij jou in de buurt dat je opvallend vindt en waarom.
Vind jij mode belangrijk, zo ja waarom? Welke ontwerpers spreken jou aan en waarom?
Oefenopdracht zelfportret:
Teken een eigen ijsberg en zet zoveel mogelijk woorden die op jou van toepassing zijn in te tekening.
Bijvoorbeeld
Wat doe je? Ik speel een muziekinstrument
Wat denk je? Ik hou niet van theater
Wat wil je? Ik ben wel benieuwd hoe het is om naar een balletvoorstelling te gaan, dat heb ik nog nooit gedaan!
Stap 3- Vormgeving
3. Vormgeving van je antwoorden op de opdracht
Hoe wil je deze eerste opdracht vormgeven?
Bedenk een vorm waarin je jezelf door middel van de autobiografie (verleden) als het zelfportret (heden) laat zien in tekst en beeld en geluid.
Je maakt hier 1 (eind)product van. Dit eindproduct lever je dus in.
Bij vorm kun je (nogmaals) denken aan:
- een filmpje
- een rap of gedicht
- een videoclip
- een podcast
- een magazine
Werk inleveren en beoordeling
Inleveren:
Je levert je opdracht als eindproduct (je culturele zelfportret) in:
- Voorzien van je naam, coachgroep, examenjaar en naam van de opdracht.
- Je geeft er ook een korte toelichting bij.
Deze opdracht moet voor de 1e SE week worden ingeleverd: (deadline vrijdag 8 oktober).
Blox: Tijdens BloX CKV kun je werken aan de opdracht, vragen om feedback of je feedback verwerken.
SeeSaw:
In SeeSaw is de classroom CKV 4hv aangemaakt. Daar lever je je opdrachten in (dus NIET in je eigen coachgroep map).
Communicatie Teams:
- De coach houdt het ingeleverde en beoordeelde werk bij in een document en zal deze regelmatig updaten en hiervan een tussenstand geven. Dit gebeurt in de CKV chatgroep in Teams.
- In deze chat kun je ook vragen stellen.
Beoordeling:
Je krijgt cijfers voor de opdrachten en aanwezigheid bij activiteiten en excursies is verplicht onderdeel van de opdracht.
(Wanneer is kunst (in brede zin) mooi of lelijk en waarom?)
of
Traditie en Innovatie
(Hoe innoveer je (vernieuw je) traditionele kunst? Moet je dat wel willen? En dat soort vragen..)
of
Amusement en Engagement
(is kunst in brede zin vooral vermakelijk? Wanneer is deze betrokken bij maatschappelijke onderwerpen?)
Begeleiding
Vragen over de inhoud van deze Quest graag stellen aan mevrouw van Westrop.
Beoordelingsrubrics
Hier komen de voorbeeld rubrics voor beoordeling van de opdrachten.
P3. (H/V) Film
0. Doel en Opdracht HAVO
Doel
Opdracht
- Deze periode maak je kennis met de kunstdiscipline FILM.
- Je gaat werken met het CKV thema FEIT EN FICTIE.
- De opdrachten werk je uit in een Keynote met de titel " CKV havo FILM periode 3" + naam + coachgroep.
- Je PO bestaat uit het maken van een korte film. Duur: minimaal 3 minuten, maximaal 6 minuten.
- Je mag voor je PO samenwerken! Groepje van 2-4 personen is aan te raden ivm de hoeveelhied werk.
- De uiterste inleverdatum voor HAVO is vrijdag 11 februari.
Je levert dan dus je volledige Keynote in + je korte film.
De film kun je versturen via www.wetransfer.com of airdroppen op school VOOR DE DEADLINE.
0. Doel en Opdracht VWO
Doel
Opdracht
- Deze periode maak je kennis met de kunstdiscipline FILM.
- Je gaat werken met het CKV thema FEIT EN FICTIE.
- Je gaat tevens onderzoek doen naar een filmaspect naar keuze.
- De opdrachten werk je uit in een Keynote met de titel " CKV vwo FILM periode 3" + naam + coachgroep.
- Je PO bestaat uit het maken van een korte film of documentaire. Duur: minimaal 3 minuten, maximaal 6 minuten.
- Je mag voor je PO samenwerken! Groepje van 2-4 personen is aan te raden ivm de hoeveelhied werk.
- De uiterste inleverdatum voor VWO is dinsdag 15 februari.
Je levert dan dus je volledige Keynote in + je korte film.
De film kun je versturen via www.wetransfer.com of airdroppen op school VOOR DE DEADLINE.
1. Feit of Fictie (h+v)
Feit en fictie
Feit of fictie is tegenwoordig een actuele vraag. Wat is echt en wanneer is iets bedacht? In de kunsten spelen kunstenaars veel met dit thema.
CKV maakt bewust van feit en fictie, waarbij de grenzen niet altijd makkelijk zijn waar te nemen. Is dit belangrijk om te weten? Waarom wel/ niet?
1a. Onderzoekje feit en fictie (h+v)
Onderzoek over feit en fictie
Opdracht 1
a. Wat betekent feit of fictie (beschijf in je eigen woorden). Geef een voorbeeld van beiden.
b. Bekijk het videofragment. (vragen gaan daarna verder)
Waarom vindt deze museumdirecteur fictie noodzakelijk? Ben jij het met haar eens en waarom wel of niet?
c. Waarom gebruikt een kunstenaar soms fictie?
d. Wanneer is iets waargebeurd of niet? Hoe kun je dat bepalen?
e. Biedt fictie een kunstenaar andere mogelijkheden dan feiten?
f. Kan iets tegelijkertijd feit en toch fictie zijn?
g. Wanneer wordt fictie een leugen?
h. Is een autobiografie een feit? En wat gebeurt als dit boek wordt verfilmd?
Opdracht 2
a. Onderzoek welke filmgenres gebaseerd zijn op feiten en welke op fictie. Noem/zoek daar ook een paar films bij.
b. Maak hiervan een mindmap of beeldverslag (minimaal 1, maximaal 2 pagina's).
Zet aan 1 kant de feitgenres (met kenmerkende aspecten) en aan de andere kant de fictie genres (met de kenmerkende aspecten).
c. Schrijf je bron erbij (waar heb je deze informatie gevonden?)
d. Welk genre/ welke genres vind jij interessant? Waarom?
1b. Onderzoekje film (vwo)
Filmaspecten
(deze opdracht is voor vwo)
Opdracht:
De link hieronder, verwijst naar verschillende lessen van het Eyefilmmuseum over een aantal filmaspecten, zoals Montage, Camerawerk of Muziek (geluidseffecten).
Kies 1 aspect die jou interessant lijkt en maak de lessonup die horen bij dit aspect naar keuze.
Hoe werkt de taal van film? Waaruit is deze opgebouwd?
Elk audiovisueel product bestaat uit:
1. NARRATIEF In film worden verhalen, ideeën, ervaringen en gevoelens verbeeld door middel van verhaalmiddelen (wie wat waar), verhaalstructuren (begin, midden, eind) en verhaaltechnieken (tijdverloop, flashbacks, tegenstellingen).
2. VORMGEVING Film krijgt vorm door gebruik te maken van: camerawerk (cinematografie), art direction (mise-en-scene), spel/framing, montage en geluid.
3. CONTEXT Film wordt bekeken en gecreëerd in contexten: geschiedenis, cultuur en maatschappij, economie, en ook de toeschouwer, het publiek geven betekenis aan film.
Door narratief, vormgeving en context te combineren en te onderzoeken, ontdek je de betekenis van audiovisuele producten.
Bedenk nu een verhaal voor je film. Schrijf je ideeen op:
Wat voor soort film wordt het: een grappige film, een spannende of iets anders?
Vanuit welk genre willen jullie je verhaal vertellen? (Wordt de film dus FEIT OF FICTIE?)
Voor wie is je film bedoeld? Voor kinderen, voor volwassenen?
Waar gaat het over? Wat is het verhaal?
Welke personen komen in je verhaal voor? Wie gaan die spelen?
Waar speelt het verhaal zich af?
Heb je speciale kleding of andere spullen nodig?
Welke muziek gebruik je?
2c.Soorten camerashots
De cameraman gebruikt verschillende soorten camerashots, wij bekijken het camerastandpunt en het beeldkader. De afkortingen ga je gebruiken bij je storyboard.
UITLEG SHOTS
Als je een scene in één keer opneemt wordt het snel saai. Als je een scène gaat opnemen doe je dat in korte stukjes, shots genaamd. Op die manier kun je de stand van de camera steeds afwisselen. Later, bij het monteren van je film, plak je die shots dan aan elkaar.
Hiernaast zie je een voorbeeld waarbij heel veel gebruik gemaakt is van verschillende camerastandpunten om het verhaal te vertellen. Ideetje voor jullie eigen film?
bron: Centraal Beheer
Belangrijk om te weten én om je aan te houden....
Geen grof taalgebruik
Wil je iemand filmen, vraag dan eerst toestemming! Bijna niemand vindt het prettig om zomaar ineens gefilmd te worden.
Filmpjes die je op of in opdracht van school maakt worden niet op internet gezet, tenzij er toestemming is van iedereen, óók van de ouders
Filmfragmenten niet meer nodig? Haal ze van je computer.
2d.Storyboard
Bekijk hiervoor eerst onderstaande film. Na het bekijken van de film maak je een storyboard.
2e.Filmen
Tips bij het filmen
Als je gaat filmen:
Tel af van 5 tot 0 (2 en 1 worden in stilte gezegd)
Laat de acteurs doorspelen nadat je gestopt bent met filmen en roep dan bijvoorbeeld "we zijn gestopt"
Zorg dat iedereen stil is tijdens het filmen
Hou de camera zo stil mogelijk (steun eventueel op iemands schouder)
2f.Monteren van je film
Bij het monteren van je film plak je in iMovie ( Apple ) de verschillende shots op een mooie manier aan elkaar. Vergeet ook niet de titel van je film toe te voegen en te eindigen met een aftiteling. In de aftiteling staat o.a wie er aan de film hebben meegewerkt en in welke rol.
Aan de slag! :)
P4. HAVO presentatie
Afronding CKV
Deze periode ronden jullie CKV af door een creatieve presentatie te geven over alles wat je hebt gedaan. Denk hierbij niet alleen aan een Keynote: maar verzin een ludieke manier om je kennis en werk 'uit te stallen'. Een keynote mag je zeker wel gebruiken als hulpmiddel extra materiaal.
SE week: presentaties
Voor deze presentatie wordt je ingedeeld tijdens de SE week periode 4. Het SE is dus je presentatie.
Je bereid deze presentatie voor in DUO's.
Per duo heb je 15 (max 20) minuten waarin alle opdrachten van BEIDEN in de presentatie verwerkt zit.
Lees hieronder de richtlijnen voor de presentatie.
Richtlijnen presentatie voor afronden CKV
Inhoud:
Tijdens de presentatie vertel je over de opdrachten en laat je zien wat jij hebt gedaan: in beeld en tekst.
Reflectie - Ook vertel je over/laat je zien:
Hoe jouw inzet was
Welke leerspieren je hebt getraind en met welke opdrachten
Wat er is veranderd in jouw beeldvorming, over jouw kennis en/of over jouw (voor)oordeel over kunst en cultuur
Waar ben je tevreden over en wat had je anders willen doen?
Wat je verder nog kwijt wil
Vorm
Zoals hierboven al is beschreven bedenk je een creatieve vorm voor je presentatie.
P4. VWO onderzoek_kunstwerk
De opdracht
De opdracht CKV voor deze periode bestaat uit 3 onderdelen:
Onderzoek
Thema Mooi of Lelijk (Schoonheid of Lelijkheid)
Eigen kunstwerk
Onderzoek
In deze periode gaan jullie onderzoek doen.
Bekijk hiervoor deze LessonUp en de opdracht Onderzoek
Je maakt op basis van het thema en je onderzoek een eigen kunstwerk. Een ander woord voor kunstwerk is: creatie, kunstproduct, kunstuiting, kunstvoorwerp, schepping, werk. Dit staat in relatie tot een kunstvorm (zoals beeldende kunst of architectuur).
Kunst is de bewuste creatie van iets moois of betekenisvols met behulp van vaardigheid en verbeelding. Het omvat een breed scala aan menselijke activiteiten, waaronder schilderen, tekenen, grafiek, beeldhouwen, moderne mediakunst, theater, dans, muziek en zang, fotografie, film, architectuur, literatuur en poëzie.
In jouw kunstwerk verwerk je ook het thema mooi of lelijk (die neem je al mee in de onderzoeksvraag).
In onderstaand voorbeeld gaat de informatie over Fashion Design. (je hoeft de opdracht in deze Lessonup niet te maken, maar dient ter voorbeeld).
Op basis van wat je leert over deze designer, zou je je onderzoeksvraag hierop kunnen maken en je eigen kunstwerk ook. Bijvoorbeeld: welk verhaal wil jij met een mode (item) vertellen? En vindt jij dat het er dan mooi of lelijk uit moet zien om je boodschap over te brengen?
Woensdag 16 maart: 1e versie onderzoek inleveren voor feedback
Maandag 28 maart: onderzoek af en ideeen kunstwerk met coach besproken hebben
Maandag 11 april: onderzoek en kunstwerk inleveren
Heel veel succes en plezier! :)
P5. VWO presentatie
Afronding CKV
Deze periode ronden jullie CKV af door een creatieve presentatie te geven over alles wat je hebt gedaan. Denk hierbij niet alleen aan een Keynote: maar verzin een ludieke manier om je kennis en werk 'uit te stallen'. Een keynote mag je zeker wel gebruiken als hulpmiddel extra materiaal.
SE week: presentaties
Voor deze presentatie wordt je ingedeeld tijdens de SE week periode 5. Het SE is dus je presentatie.
Je bereid deze presentatie voor in DUO's.
Per duo heb je 15 (max 20) minuten waarin alle opdrachten van BEIDEN in de presentatie verwerkt zit.
Lees hieronder de richtlijnen voor de presentatie.
Richtlijnen presentatie voor afronden CKV
Inhoud:
Tijdens de presentatie vertel je over de opdrachten en laat je zien wat jij hebt gedaan: in beeld en tekst.
Welke kennis heb jij opgedaan? Wat was nieuw voor je, wat wist je al? Geef voorbeelden.
Welke inzichten en vaardigheden heb je ontwikkeld?
Reflectie - Ook vertel je over/laat je zien:
Hoe jouw inzet was.
Welke leerspieren je hebt getraind en met welke opdrachten?
Wat er is veranderd in jouw beeldvorming en/of over jouw (voor)oordeel over kunst en cultuur?
Waar ben je tevreden over en wat had je anders willen doen?
Het arrangement CKV (4HV) Kunstdossier 21/22 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.
/f.eu1.jwwb.nl%2Fpublic%2Fq%2Fc%2Fa%2Ftemp-rvgkjibrzovtgrvuuuyq%2Flx0cb7%2Fharing.png)
Orienterende opdracht vwo_ CKV_ p1
