Voedselketens en voedselwebben Havo 1

Voedselketens en voedselwebben Havo 1

Start

Online les: Eten of gegeten worden?

 

In de natuur gaat het er soms hard aan toe. Als je niet oppast, zit je zo in de maag van een ander dier!

Planten en dieren, dus ook de mens, hebben een rol in een voedselketen of voedselweb.

In deze online les gaan we daar dieper op in.

 

Wat ga je leren?

Aan het eind van de les:

- Weet je hoe een voedselketen en voedselweb er uit zien.

- Kan je zelf een voedselketen en voedselweb maken.

- Weet je welke drie groepen dierlijke eters er zijn.

- Weet je wat voedselpiramides zijn.

 

Wat ga je doen?

  • Begin de les door de volgende video te bekijken.
  • Ga daarna verder met het bestuderen van de leerstof, kijk de filmpjes en maak de oefenvragen. Je eindigt de les met het maken van de eindtoets.
  • Als je de eindtoets ingeleverd hebt, ben je klaar en ga je alvast beginnen met het lezen voor volgende les als daar tijd voor is.

Mocht je extra uitleg nodig hebben (uitleg in de vorm van een kennisclip) of wil je juist nog meer leren? Kijk dan bij extra.

Instaptoets

Een voedselketen begint altijd met een plant, wat heb jij nog onthouden over planten?

Lesmateriaal

Voedselketen

Planten kunnen hun eigen voedingsstoffen maken met behulp van fotosynthese. Helaas kunnen dieren zoals mensen dat niet. Wij krijgen voedingsstoffen binnen door te eten.

Eekhoorns eten bessen en noten, vossen eten muizen en mensen eten aardappelen en kip.
In de biologie hebben we dieren in verschillende groepen ingedeeld op basis van wat ze eten.

  • Planteneters eten planten, zoals de eekhoorn.
  • Vleeseters eten vlees, dus andere dieren. De vos is daar een voorbeeld van.
  • Alleseters eten zowel vlees als planten. Mensen en zwijnen zijn alleseters.

 

In een voedselketen kunnen we de relatie tussen deze verschillende organismen laten zien.
De verschillende organismen die je in zo'n voedselketen zet noem je schakels.
Hieronder zie je een voorbeeld van een voedselketen.

Een voedselketen begint altijd met een plant, deze kan namelijk zijn eigen voedingsstoffen produceren, daarom noemen we deze de producenten. Vervolgens komen de dieren die deze planten eten en dan de dieren die deze dieren eten. Deze noemen we de consumenten. Aan het eind van een voedselketen staan de organismen die de resten van de dode organismen opeten. Zij worden de reducenten. Dit zijn meestel schimmels en bacteriën.

Voorbeeld van een voedselketen in een Zweeds meer. Composition by Amada44

Voedselweb

Overal waar organismen voorkomen, zijn er voedselketens.
In een levensgemeenschap komen meerdere voedselketens voor.
De blaadjes van een boom worden gegeten door rupsen, maar de vruchten van diezelfde boom worden gegeten door koolmezen. De rupsen worden dan weer gegeten door spechten, maar ook door de koolmezen. Zo zie je dat de voedselketens op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn.
Als we deze voedselketens met elkaar verbinden, krijg je een voedselweb.

Hieronder zie je daar een voorbeeld van.

Afbeelding gevonden op: https://terugnaardeaarde.wordpress.com/2012/08/ 

Voedselpiramides

In een voedselketen zal je misschien opgevallen zijn dat de volgende schakel steeds uit een kleiner aantal organismen bestaat.
Een boom heeft misschien wel 2000 blaadjes, deze worden opgegeten door 1000 rupsen, deze dan weer door 25 koolmezen en die door 1 valk. Dit kan je goed zien in een piramide van aantallen.
Omdat we eigenlijk spreken van 1 boom, kan het dus ook wel voorkomen dat de onderste laag van deze piramide heel klein is, kijk maar naar de afbeelding.

Als we deze piramide uitwerken op basis van het gewicht (biomassa) van de organismen op de verschillende lagen, spreken we van een piramide van gewicht (biomassa). Hierin zal de onderste laag wel altijd de grootste laag zijn.

Afbeelding gevonden op: https://nanopdf.com/download/scholierencom-1002_pdf

Waarom zijn er meer rupsen dan koolmezen?

Je hebt gelezen dat er op iedere laag van een voedselpiramide steeds minder organismen zijn. Dit komt doordat een organisme maar een deel van zijn eten uit de laag onder zich gebruikt om te groeien.

In de afbeelding is goed te zien wat er met de rest van het eten gebeurd.

  • De planteneters kunnen een deel van de planten niet gebruiken. Dit deel poepen ze dan ook uit. In de afbeelding is dit het bruine deel (onverteerbaar).
  • De voedingsstoffen die ze wel kunnen gebruiken, wordt voor een deel gebruikt om in leven te blijven. Je gebruikt namelijk de voedingsstoffen uit je eten om te kunnen bewegen, na te denken en om warm te blijven. Dit is in de afbeelding het oranje deel (verbranding).
  • Alleen de voedingsstoffen die wel gebruikt worden om te groeien, worden doorgegeven aan de volgende laag in de voedselketen. Dit is het groene deel.

Afbeelding gevonden op: https://www.i-love-bio.nl/klas4/ecologie/piramide%20van%20biomassa.html

Opdrachten

Maak de opdrachten als voorbereiding voor de eindtoets. 

 

Oefenvragen

Begrippen oefenen

Kies rechtsonderin een van de verschillende manieren
om te leren en check of je alle begrippen begrijpt!

Extra oefenvideo met vragen

Oefenvideo met vragen

 

Kijk de video en maak de vragen die voorbij komen.

Let op! In de video komen begrippen voorbij de je niet hoeft te leren.

Producent = 1e schakel in een voedselketen

Consument 1e orde = Schakel (planteneter) na de producent.

Consument 2orde = Schakel na 1e orde, etc.

 

Extra: Verdiepend

Plankton

Nu je weet dat iedere voedselketen begint met planten, kan je je misschien afgevraagd hebben hoe dat dan zit op plekken waar planten helemaal niet kunnen groeien, zoals midden op de oceaan?
De enige plek waar een plant aan fotosynthese zou kunnen doen in de oceaan is op het oppervlakte. Gelukkig zijn er planten die zich daarin hebben gespecialiseerd.
Plantaardig plankton, ook wel fytoplankton genoemd, zijn microscopisch kleine planten die met behulp van kleine haartjes en andere uitsteeksels in de boventste laag van het water blijven drijven. Net als landplanten doen plankton aan fotosynthese door water en koolstofdioxide uit de omgeving met behulp van zonlicht om te zetten in glucose en zuurstof.
Plankton is een van de belangrijkste bronnen van zuurstof voor ons, ze zorgen namelijk voor wel meer dan de helft van de zuurstof!

Helaas gaat het tegenwoordig niet heel goed met deze fytoplankton. Dat komt namelijk door overbevissing. Wanneer er in een voedselketen een vleesetende vis, zoals de kabeljauw in onderstaand filmpje, zal de planteneten die normaal de prooi is van deze vleeseters alle kans krijgen om zich voort te planten zonder risico te hebben om opgegeten te worden. Zo zal je uiteindelijk heel veel planteneters hebben die zijn gang kan gaan en de fytoplankton op kan eten. Daar gaat de grootste productie van zuurstof op aarde...

 

 

Extra: Herhalen

Als je nog moeite hebt met het antwoorden van de vragen, kijk dan onderstaand filmpje waarin de leerstof nog een keer uitgelegd wordt.

 

Eindtoets

Bronnen

Leerstof op basis van de tekst uit Nectar v4 1 Havo, paragraaf 6.3 Eten of gegeten worden.

Afbeeldingen: Verwijzing onder de betreffende afbeeldingen.

Video's:

Omroep NTR. (2010, 11 oktober). Schooltv: Bio-bits bovenbouw Ecologie - Oceanen: voedselweb en energiestromen [Video]. SchoolTV. https://schooltv.nl/video/bio-bits-bovenbouw-ecologie-oceanen-voedselweb-en-energiestromen/#q=plankton

Omroep NTR. (2012, 11 januari). Schooltv: De voedselketen - Van plant naar dier naar mens [Video]. SchoolTV. https://schooltv.nl/video/de-voedselketen-van-plant-naar-dier-naar-mens/#q=voedselketen

Groen, B. (2021, 4 juli). Kennisclip: Eten of gegeten worden havo 1 [Video]. Screencast-o-Matic. https://screencast-o-matic.com/watch/criVYTV1mN5?sec=1.756034

  • Het arrangement Voedselketens en voedselwebben Havo 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Bart Groen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2021-07-04 16:07:31
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Online les: Voedselketens en voedselwebben Biologie Havo leerjaar 1
    Leerniveau
    HAVO 1;
    Leerinhoud en doelen
    Dynamisch evenwicht; Biologie; Biosfeer; Ecosysteem;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    biologie, voedselketen, voedselweb
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Herhaling planten

    Oefenvragen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.