Herhaling van hoofdstuk 8: Financiële zelfredzaamheid

Herhaling van hoofdstuk 8: Financiële zelfredzaamheid

Inleiding

Welkom bij de digitale les over financiële zelfredzaamheid. Het doorlopen van deze les kost je ongeveer een uur, wanneer je tijdens het doorlopen van deze les alle tussenliggende vragen goed beantwoord en nergens terug hoeft te kijken/lezen. Het doel is je voor te bereiden op de toets over hoofdstuk 8. Je komt regelmatig vragen tegen. Pas wanneer je die juist hebt beantwoord, kun je verder.

Ik behandel in deze les kort alle paragrafen uit het hoofdstuk en doe de berekeningen nog een keer voor. Daarna volgt een toets in Microsoft Forms.

Je krijgt daar direct de uitslag van en dan weet je hoe je ervoor staat. Afhankelijk van de fouten, die je nu nog hebt gemaakt, kun je een extra module doen. Waarin ik de stof nogmaals uitleg of sommen nogmaals voordoe. Of je kunt het jezelf wat moeilijker maken met bouwsteen 8.2 als deze les heel goed ging. Tot slot hoor ik graag van jullie hoe jullie deze les vonden met 3 korte vragen.

Veel succes met het volgen van deze les

Werken in Wikiwijs en lesdoelen

Deze les is gemaakt in Wikiwijs. Rechts onderaan iedere pagina zie je een pijltje om naar de volgende bladzijde te gaan. Aan de linkerkant zit het pijltje om terug te gaan in de les. Je moet alle tussentijdse vragen goed hebben beantwoord, voordat je verder kan gaan.

 

De lesdoelen van deze les:

Aan het eind van deze les ken je de belangrijkste theorie van hoofdstuk 8 uit je hoofd

Aan het einde van deze les weet je wat je nog goed moet leren voor de toets in de toetsweek

8.1 Samen leven, zelf verantwoordelijk

Samenwonen

 

 

Wie gaat samenwonen, doet er goed aan afspraken te maken. Voor het geval je als stel kinderen krijgt of je in de toekomst het niet meer zo goed met elkaar kunt vinden en uit elkaar wilt gaan.

Samenwonen met afspraken doe je over het algemeen door;

1.  Te trouwen/een huwelijk

2. Geregistreerd partnerschap aan te gaan

3.  Een samenlevingscontract op te (laten) stellen

Die eerste twee kun je nog op 2 manieren doen: Onder huwelijkse voorwaarden of in gemeenschap van goederen. Standaard in Nederland is gedeelde gemeenschap van goederen. Dat houdt in dat je pas samen geld gaat verdienen op het moment dat je samen leeft. Wat je voor de verbintenis al bezit, blijft van jou. Persoonlijke schenkingen en erfenissen vallen ook buiten de gemeenschap van goederen.

Jezelf financieel kunnen redden is belangrijk; je kunt niet in de toekomst kijken en het is belangrijk dat jij je hele leven voor in ieder geval jezelf kunt zorgen. En dat je leert hoe je je financiën in balans houdt, dat er tenminste net zoveel geld binnenkomt als dat je uitgeeft. We noemen dat financiële zelfredzaamheid.

8.2 Financiele planning

Bekijk het onderstaande filmpje over het opstellen van je financiële planning

 

Het nut van een financiële planning

Met een financiële planning ga je je inkomsten en uitgaven op de middellange en lange termijn inschatten. Dat is alles langer dan ongeveer 3 jaar. Tot 5 a 10 jaar spreek je over de middellange termijn. Met meer dan 10 jaar het je het altijd over de lange termijn.

Dat is handig. Wie inzicht heeft in zijn financiële toekomst, kan plannen gaan maken voor die toekomst. Zoals vervroegd met pensioen, wat minder gaan werken per week of een wereldreis maken tijdens een sabbitical (dat is een lange onbetaalde vakantie, waarbij je gewoon in dienst blijft bij je werkgever). Je planning laat je zien of je dergelijke dingen kan gaan doen.

Er staat ook in welke grote uitgaven je moet verwachten in de toekomst. Bijvoorbeeld een nieuwe auto of onderhoud aan je huis als dat je bezit is. Of een wasmachine die je moet vervangen. Als je verstandig bent, reserveer je daar maandelijks een klein bedrag voor dat je op een spaarrekening zet.

Je kunt ook inschatten of je meer of minder wilt/kan/moet gaan werken. Wie maandelijks geld tekort komt, wil meer werken. Iemand die voldoende verdiend, wil misschien geld inruilen voor wat meer vrije tijd.

 

8.3 Verzekeren

Met een verzekering spreid jij je risico op een ramp/ongelukjes door te delen met andere mensen. Iedereen betaalt ieder jaar of iedere maand premie. Al deze premies bij elkaar zijn voldoende, om de mensen met schade een geldbedrag te geven, waarmee ze hun schade weer kunnen herstellen. De verzekeraar verdient dan niets en hoeft niets bij te leggen.

Hoeveel premie je moet betalen hangt af van 2 dingen:

  • Hoe groot is de kans op schade?
  • Hoe groot is het schadebedrag in totaal?

Het eerste bereken je door het aantal schadegevallen te delen door het aantal mensen dat de verzekering heeft. Wanneer er 30 mensen zijn verzekerd en er 6 per jaar schade hebben/claimen, dan de kans op schade 6 gedeeld door 30 x 100%  =  20%

Stel dat de 6 schadegevallen bij elkaar 1.500 euro kosten. Iedere verzekerde moet dan 1.500 gedeeld door 30 = € 50,- aan premie betalen,

Mensen die vaak/veel schade claimen noemen we slechte risico’s. De mensen die voorzichtiger zijn en weinig schade veroorzaken noemen we de goede risico’s. Maar de goede risico’s moeten wel iedere keer opnieuw premie betalen. En die gaat omhoog als er meer schade wordt veroorzaakt.

Je loopt dan als verzekeraar het risico, dat al je goede risico’s weglopen, vb omdat ze de premie te hoog vinden worden. En dan houd je alleen de slechte risico’s over. Dat proces heet averechtse selectie.

Om dat te voorkomen, doen veel verzekeraars aan premiedifferentiatie: Afhankelijk van je risico word je ingedeeld in een groep die net zoveel(of weinig) schade veroorzaakt als jij. Jouw groep krijgt een aparte premie. Mensen die veel claimen, betalen dan ook meer geld voor hun verzekering.

Sommige mensen worden onvoorzichtiger omdat ze verzekerd zijn. De verzekering 'betaalt toch wel' en dan gaan mensen meer/sneller risico nemen.  Dat noem je moreel wangedrag.

Verzekeringen zijn collectief of particulier. Collectieve verzekeringen zijn verplicht. Iedereen betaalt premie en de overheid bepaalt de hoogte van de uitkering.

Particuliere verzekeringen zijn vrijwillig (met uitzondering van een ziektekostenverzekering, die moet iedereen boven de 18 in Nederland hebben. De verzekeraar bepaalt de hoogte van de uitkering. Die bedragen staan in de polisvoorwaarden.

Voor de basisverzekering moet iedereen zich kunnen verzekeringen, hiervoor mag een verzekeraar jou niet weigeren. We zeggen dat de verzekeraar een acceptatieplicht heeft.

Vragen:

 

8.4 Kopen of huren

De keuze tussen kopen of huren heeft veel gevolgen. Je moet er daarom goed over nadenken. 

Bekijk het onderstaande filmpje:

Een huis huren

Wie een huis huurt, heeft weinig zorgen. Zolang je iedere maand netjes de huur betaald, is alles dat te maken heeft met je woning eigenlijk geregeld. De verhuurder doet het onderhoud, houdt de omgeving netjes schoon en draagt zorg voor verplichte verzekeringen en betaling van de nodige belastingen. En als je ergens anders wilt gaan wonen, zeg je gewoon de huur op. Je bent dus heel flexibel.

Maar je bent je geld ook kwijt. En bovendien worden de huur en servicekosten meestal jaarlijks met een paar procenten verhoogd, ieder jaar opnieuw. Je kunt je huis ook niet zomaar aanpassen aan je eigen wensen. Daarvoor zul je toestemming moeten krijgen van de verhuurder.

Een huis kopen

Bij een huis kopen heb je die beperkingen niet. Het is immers jouw huis en je kunt ermee doen wat je wilt. En als je de lening voor het kopen ervan (een hypothecaire lening of ‘hypotheek’ zoals de meeste mensen zeggen) hebt afbetaald, is het huis van jou. Je bouwt op die manier gedurende je leven vermogen op. Bijvoorbeeld als aanvulling op je pensioen later.

Dat bedrag verandert ook niet meer zolang de lening/afgesproken rente loopt. Je weet precies waar je in de toekomst aan toe bent. En als het huis meer waard wordt, is de winst voor jou.

Omgekeerd kan natuurlijk ook, je huis kan ook minder waard worden. Dat is een risico dat je als eigenaar neemt. En als eigenaar moet jij de verzekeringen en onderhoud verzorgen en betaal jij de belastingen (inkomstenbelasting en OZB/gemeentelijke belastingen)

Wat voor jou de beste keuze is, hangt af van je persoonlijke wensen en omstandigheden. Maar het is altijd een beslissing waarover je goed moet nadenken.

Bekijk het volgende fimpje:

 

8.5 Erven

Wanneer iemand overlijdt, laat hij of zij zijn/haar bezittingen en schulden achter. Dat noemen we een erfenis.

Zonder testament wordt een erfenis verdeeld over:

  1. De partner van de overledene
  2. De kinderen van de overledene

Ieder krijgt dan een gelijk deel

Met een testament kan de overledene aangeven, hoe hij zijn/haar erfenis verdeeld wil zien. Zo’n verklaring/een testament laat je maken bij de notaris als je nog in leven bent.

Vaak moeten erfgenamen belasting betalen over een deel van hun erfenis. We noemen dat successierechten. (Denk maar aan het Engels ‘successor’ dat ‘opvolger’ betekent.) De partner krijgt een hoge vrijstelling . Dat zorgt ervoor, dat degene die overblijft, niet zijn/haar huis uit hoeft om de successierechten aan de belastingdienst te kunnen betalen.

In 2019 was die vrijstelling € 650.913,-- .De kinderen krijgen een veel lagere vrijstelling, ongeveer 3 % daarvan (€ 20.616,-- in datzelfde jaar). Precieze bedragen krijg je in een tabel wanneer je opgaven moet maken.

Bovendien kunnen kinderen hun erfdeel uit de woning nog niet opeisen. Wie van de partners overblijft, mag het huis blijven bewonen, zolang hij/zij dat wil. We noemen dat recht op vruchtgebruik van de woning. Zodat je naast je maatje ook nog niet eens je huis kwijtraakt. Dat eerste is al erg genoeg en gaat je leven in de toekomst al voldoende aanpassen zonder een gedwongen verhuizing.

Pas bij verkoop (of overlijden) van de partner, kunnen de kinderen dit stuk van de erfenis opeisen. De kinderen betalen nu alleen maar hun erfbelasting, de erfenis zelf laat nog even op zich wachten.

Andere familieleden, zoals broers of zussen zijn nog veel slechter af. Hun vrijstelling is nu € 2.173,- . Over iedere euro die zij meer krijgen uit een erfenis, moeten ze belasting betalen. Wel is hun percentage lager. Naaste familieleden betalen een lager percentage dan vb. vrienden of kleinkinderen.

Tot slot is er ook nog de hoogte van het bedrag dat je erft. Als dat meer wordt dan ongeveer € 125.000,--, moet je een hoger percentage aan belasting gaan afdragen.

Dat klinkt best gemeen, een staat die heel veel ‘afpakt’ van de familieleden. De Nederlandse regering doet dit om met name de rijkdom bij de zeer vermogenden ( mensen met meer dan 10/20 miljoen aan vermogen) weg te halen en dit te geven aan mensen met weinig inkomsten in de vorm van subsidies. Om bijvoorbeeld hun huur of ziektekosten te kunnen betalen, om te kunnen wonen/ waartegen zij zich verplicht moeten verzekeren. Zo wil onze overheid de verschillen tussen rijk en arm wat kleiner maken in Nederland (‘nivelleren’ noemt de overheid dat). En dat klinkt dan weer best redelijk.

Kijk naar het onderstaande filmpje over verdelen van een erfenis en beantwoord de vragen

Gebruik de klascode  bulluta

 

 

 

Bij problemen kun je ook deze link gebruiken: https://edpuzzle.com/assignments/60d217f9e653484162347f7a/watch

Toets hoofdstuk 8

8.6 Toets hoofdstuk 8

Volg deze link om de toets in Microsoft Forms te maken als de bovenstaande link niet werkt. Je moet de toets dan wel afsluiten om terug te komen in deze wikiwijs:

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=zrpvyrp8U02GgaBihPf_Rn9tMw2UNddMjOH2I3_Ne6xUOEdYVk9OUzc3N1hZSkk4MFBFMFJJTlVVOC4u

 

 

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=zrpvyrp8U02GgaBihPf_Rn9tMw2UNddMjOH2I3_Ne6xUOEdYVk9OUzc3N1hZSkk4MFBFMFJJTlVVOC4u

8.7: Drie korte vragen

8.8 Extra stof naar aanleiding van de toetsuitslag

Afhankelijk van de uitslag van de toets, ga je verder met 1 van de onderstaande modules:

1. Je hebt meer dan 1 fout in de vragen 1 -10.   

Volg dan de kennisclip 'theorie'  hieronder

2. Je hebt 1 of 2 fout in de vragen 11 en 12.

    Volg dan de kennisclip 'rekentechnieken' hieronder. En maak de opgaven 8.8, 8.10      en 8.19 uit je boek nogmaals.

 

 

3. Je hebt minder dan 2 fout en vraag 11 en 12 goed.

   Maak dan de bouwsteen 8,2 die bij hoofdstuk 8 hoort. Deze vind je op blz 110 in je

   boek.

 

 

8.9 Bronvermeldingen

Bibliografie:

 

1. Kopen en Werken, Uitgeverij LWEO B.V., Amsterdam, 2019

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=zrpvyrp8U02GgaBihPf_Rn9tMw2UNddMjOH2I3_Ne6xUOEdYVk9OUzc3N1hZSkk4MFBFMFJJTlVVOC4u

Toets

Start

Bibliografie:

Kopen en Werken

LWEO BV, 2019

Uitgever: LWEO BV, Amsterdam

  • Het arrangement Herhaling van hoofdstuk 8: Financiële zelfredzaamheid is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Miriam Hoogland
    Laatst gewijzigd
    2021-07-13 14:28:17
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit leerarrangement is bedoeld als vervanging voor de les economie van 18 juni 2021. Hoofdstuk 8 is volledig behandeld en de leerlingen kunnen zich nu gaan voorbereiden op de laatste toets van dit jaar. Dit arrangement richt zich op de leerlingen van 3 HAVO en 3 VWO.
    Leerniveau
    VWO 3;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    erven, financieel zelfstandig, huis kopen of huren, samenwonen, verzekeringen, zelfredzaamheid

    Bronnen

    Bron Type
    Toets hoofdstuk 8
    https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=zrpvyrp8U02GgaBihPf_Rn9tMw2UNddMjOH2I3_Ne6xUOEdYVk9OUzc3N1hZSkk4MFBFMFJJTlVVOC4u
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    toets/oefening

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.