Wat ga je leren?
- Je leert inzicht krijgen in de basishandelingen van het tekstverwerken;
- Je leert hoe je tekst invoert en opmaakt en opslaat;
- Je kunt een taal instellen in word;
- Je leert elementen invoegen in word;
- Je leert de shortcuts van word.
Inleiding
Microsoft Word is een tekstverwerkingsprogramma waarmee je mooie teksten kan schrijven, je tekst op taalfouten kan laten checken en nog veel meer. In deze cursus geven we je de basis mee voor hoe jij Word nou precies kan gebruiken, bijvoorbeeld bij het schrijven van een opdracht of een verslag. Deze cursus gaat uit van de desktopversie (applicatie op je computer, niet online in de browser) van Word, van Office 365. Het is handig om deze pagina goed te bewaren, zodat je eventueel later nog dingen kan terugzoeken.
Hieronder vind je de gehele handleiding:
Starten met Word
Wanneer je Word opent, zul je de volgende pagina te zien krijgen (kan enigszins afwijken):
Hier zie je de volgende dingen:
- Recent: Hier zie je recente bestanden, bestanden die je laatst geopend of bewerkt hebt.
- Nieuw: Hier kan je een nieuw bestand aanmaken, je krijgt dan verschillende opties voor standaard bestanden waaruit je kan kiezen, bijvoorbeeld een leeg bestand of een CV, brochure of uitnodiging.
- Openen: Met openen kan je een Word document wat jij (of iemand anders) al gemaakt hebt openen. Zie ook: Bestand openen.
- Nieuw leeg document: Hier kan je een nieuw leeg document openen. Dit scheelt 1 stap met als je op nieuw klikt, omdat je dus niet hoeft te kiezen wat voor document je wilt maken. Zie ook Nieuw bestand maken.
Bestand opslaan
Wanneer je Word afsluit wil je natuurlijk niet je bestand kwijtraken. Daarom moet je je bestanden opslaan. Je kan dit op twee manieren doen:
- Lokaal op jouw computer. Je kan dan niet automatisch laten opslaan dus moet je dat telkens zelf doen. Gebruik dit liever niet. Mocht je laptop stuk gaan, dan ben je ook de bestanden op je laptop kwijt.
- Voorkeur, op de OneDrive zoals uitgelegd in de vorige lessen. Je kan dan automatisch opslaan aanzetten, zodat je daar zelf niet meer aan hoeft te denken. Bedenk dan wel dat je het bestand op de OneDrive aan het aanpassen bent. Wil je die ook nog bewaren, sla dan een kopie op.
Opslaan als
Als je je bestand voor de eerste keer wilt opslaan of een nieuwe kopie wilt opslaan, moet je je bestand opslaan via Opslaan als. Je huidige document wordt dan opgeslagen als een nieuw bestand.
Dat doe je via Bestand:
en dan Opslaan als:
Wil je vervolgens jouw bestand opslaan op OneDrive, dan moet je OneDrive eerst gelinkt zijn (zie cursus OneDrive). Klik dan op OneDrive:
Vervolgens kan je hier bladeren naar de map waar jij jouw Word-bestand wilt opslaan:
Als je je bestand bovenin ook een naam hebt gegeven en op Opslaan klikt, is je bestand op OneDrive opgeslagen. Je ziet dan als het goed is het volgende bovenin Word:
Dit betekent dat je bestand automatisch opgeslagen wordt, dat hoef je nu dus niet meer zelf te doen. Het is wel altijd handig dat je even kijkt of er naast je bestandsnaam - Opgeslagen staat voor je Word afsluit, zodat je zeker weet dat alles goed opgeslagen wordt!
Lokaal opslaan
Wanneer je je bestand niet op OneDrive opslaat maar lokaal op jouw computer, dan zul je telkens tussendoor jouw bestand moeten opslaan. Daarvoor kan je de normale Opslaan gebruiken (dus niet “Opslaan als” maar “Opslaan”). Je maakt dan géén nieuw bestand aan, maar overschrijft je oude bestand. Hiervoor kan je ook de shortcut <Ctrl>+<s> gebruiken.
Taal instellen
Om ervoor te zorgen dat Word taalfouten kan herkennen kan je een taal instellen waarop hij de spelling en grammatica checkt. De ingestelde taal in Word vind je linksonder in je scherm. Staat deze niet op de taal waarin je wilt schrijven, selecteer dan alle tekst (shortcut: <Ctrl>+<a>) als er al tekst in het bestand staat en klik vervolgens links onderin op de taal:
Het volgende schermpje komt dan omhoog:
Hier kan je vervolgens de taal kiezen waarin jij jouw tekst wil schrijven. Zorg ervoor dat je het vinkje “Geen spelling-of grammaticacontrole uitvoeren” niet aan vinkt, want dat zorgt er dus voor dat hij geen taalfouten zal aangeven. Zie je nou een taalfoutje, wat herkenbaar is aan de rode zigzagstreepjes onder een woord (bijvoorbeeld), dan kan je op het woord klikken met rechtermuisknop, dan worden suggesties gegeven om de fout te verbeteren.
Tekst schrijven
Wanneer je een bestand opent kom je in het bewerkscherm, zoals hieronder. Bovenin heb je natuurlijk alle bewerkopties in de balk staan, dat noem je ook wel het lint. Het lint bestaat uit verschillende tabjes, bijvoorbeeld Start, Invoegen, Ontwerpen, etc. In het Start-tabje staan alle bewerkingsopties die je waarschijnlijk het vaakst gebruikt. In de volgende kopjes bespreken we een aantal van die bewerkopties en functies die erg handig zijn, ook voor school-documenten.
Tekst stijl
Zo kan je bijvoorbeeld heel gemakkelijk tekst selecteren (met je muis, of shift en pijltjestoetsen) en bold (dikgedrukt), italic (schuingedrukt) of underlined (onderstreept) maken, met de knopjes B, I, U:
Hiervoor kan je ook shortcuts gebruiken (<Ctrl>+<b> voor dikgedrukt, <Ctrl>+<i> voor schuingedrukt, <Ctrl>+<u> voor onderstreept), dat kan sneller werken omdat je dan niet hoeft te switchen tussen je muis en je toetsenbord, maar dat is maar net wat je zelf prettig vindt.
Opsomming
Als je een lijstje in je verslag wilt toevoegen, dan kan je de opsommingsfunctie gebruiken:
Ongeordende lijst
Met de linkeroptie maak je een ongeordende lijst ('bolletjes'), dus bijvoorbeeld zo:
Zoals je ziet kan je verschillende icoontjes instellen om een lijstje mee te maken, je zou zelfs zelf een eigen afbeelding kunnen uploaden:
Het werkt overigens ook vaak om gewoon op een nieuwe regel – of * te typen, gevolgd door een spatie. Dan denkt Word al dat je een lijstje wilt maken. Wil je dat nou niet? Typ dan de shortcut ctrl-z, die maakt het ongedaan.
Geordende lijst
Met de tweede optie kan je een geordende lijst maken, dus bijvoorbeeld zo:
Ook hier kan je verschillende nummering en sub-nummering instellen. Wil je nou zo’n sub-nummering zoals bij 2.a? Dat krijg je voor elkaar met de Tab-toets. De nummering schuift dan een tabje naar rechts. Wil je ‘m juist een tabje terug? Druk dan tegelijkertijd <Shift>+<tab> in.
Deze geordende en ongeordende lijsten zijn handig in verschillende contexten, gewoon overal waar je lijstjes nodig hebt: in samenvattingen, ingrediëntenlijstjes van recepten, of bijvoorbeeld bij het onderdeel materialen voor een verslag van natuurkunde.
Opdrachten 1 t/m 4
Opdracht 1
Maak een nieuw bestand aan in je ICT map op je OneDrive. Noem dit bestand bijvoorbeeld "Opdrachten 1 Word". In dit bestand ga je de volgende opdrachten doen. Check goed of je bestand automatisch opgeslagen wordt!
Opdracht 2
Kopieer onderstaande tekst in het Word-bestand:
Reggesteyn is een school waar veel gebeurd. Zo kun je meedoen aan extra lesaanbod, excursies en andere activiteiten. We bieden toekmstgericht onderwijs dat aansluit op de nieuwste ontwikkelingen. Er zijn inmiddels nieuwe, beroepsgerichte profielen in het vmbo. Binnen alle schooltypen is er ruimte om zelvstandig te werken. We stimuleren jou om het beste uit jezelf te halen. We hebben een duidelijke leerroute met allerlei uitdagingen. Je kunt extra vakken volgen en er zijn specale programma’s in samenwerking met universiteiten, hogescholen en bedreiven. Ook maak je kenis met de wereld van natuur, techniek en kunst.
Check of de taal van het bestand in het Nederlands staat, zodat hij taalfoutjes kan herkennen. Haal de 5 fouten eruit.
Opdracht 3
Maak in je bestand een ongeordende opsomming. Verander de laatste zin: "Je kunt extra vakken volgen en er zijn specale programma’s in samenwerking met universiteiten, hogescholen en bedreiven. Ook maak je kenis met de wereld van natuur, techniek en kunst ".
in:
We hebben een breed aanbod, er valt veel te kiezen zoals:
- extra vakken
- speciale programma's in samenwerking met universiteiten, hogescholen en bedrijven
- natuur
- techniek
- kunst
Opdracht 4
Maak een nieuw document (Opdracht4_Word) en plak onderstaande tekst in het document (gehele schuingedrukte tekst).
In de training Word leer je alle kneepjes van dit veel gebruikte tekstverwerkingsprogramma. Na de cursus Word Basis ben je in staat teksten perfect te bewerken, zodat je er ook professioneel mee voor de dag komt.
Met de cursus Word Vervolg/Gevorderd leer je de geavanceerde mogelijkheden van het programma. Uiteraard staan we open voor jouw eventuele specifieke vragen en jouw eigen inbreng.
Onderwerpen:
Kennismaken met Word
openen/opslaan, en opslaan als
opmaken van een document
knippen, kopiëren en plakken
werken met het klembord
uitlijnen van de tekst
spellingscontrole
Word Basis
tabs instellen en aanpassen
paginanummers toevoegen
afdrukinstellingen voor Word
opsommingstekens en nummering
nieuwe pagina’s invoegen
bijzondere tekens en symbolen (zoals €, é, ë)
afstand tussen regels en alinea’s
afbeeldingen invoegen
Indien u voor het vervolg wilt gaan, dan worden de volgende onderwerpen behandeld:
Word Vervolg/Gevorderd
maken van formulieren
autoteksten toevoegen en gebruiken
brieven en verzendlijsten (brieven samenvoegen)
tekst in kolommen zetten
tabellen maken en aanpassen in Word
maken van sjablonen in Word
opsomming en nummering met meerdere niveaus
standaard instellen van lettertype, regelafstand e.d.
werken met grote documenten in Word
afbeeldingen invoegen en tekstomloop instellen
opmaakprofielen gebruiken
automatische inhoudsopgave maken
kop en voettekst en paginanummering
Enz., enz.
Zorg ervoor dat de tekst er alsvolgt uit komt te zien:
Regelafstand
Regelafstand is de ruimte die Word tussen je regels plaatst.
Die regelafstand kan je hier instellen:
Als je daarop klikt komt de volgende drop-down:
1.0 is vaak de standaard regelafstand, maar soms wordt er voor een essay van Engels of een verslag voor Nederlands gevraagd om de regelafstand iets groter te maken zodat er makkelijk wat bijgeschreven kan worden. Als je klikt op Opties voor regelafstand… kan je nog specifiekere regelafstand instellen.
Verder zie je onderaan de drop-down ook nog Afstand voor alinea toevoegen/verwijderen en Afstand na alinea toevoegen/verwijderen. Daarmee kan je extra ruimte voor of na je alinea toevoegen of juist weghalen. Dat kan handig zijn als je bijvoorbeeld bij een titel toch nog wat extra ruimte eronder wil.
Kolommen
Als je een document wilt maken dat uit meerdere kolommen bestaat, dan moet je in het lint naar het tabje Indeling:
Zorg dan wel dat je alleen de tekst selecteert die je in dat aantal kolommen wilt hebben voordat je de kolommen instelt. Als je namelijk geen tekst geselecteerd hebt verandert Word het hele document in dat aantal kolommen.
Enters
Wanneer je in een alinea typt, heeft de standaard opmaak van Word na die alinea een beetje extra ruimte, om je tekst leesbaarder te maken. Deze ruimte komt er alleen als je een nieuwe regel begint met een enter.
Wil je nou niet dat er iets extra ruimte komt bij een nieuwe regel, dan kan je shift-enter typen.
Dat zorgt ervoor dat er dus geen ruimte tussen de regels zit. Hier kan je ook de optie Afstand na alinea verwijderen voor gebruiken, zie de sectie Regelafstand.
Als je een nieuwe pagina wilt in een word document, dan zou je in principe net zo veel enters kunnen toevoegen tot een nieuwe pagina gemaakt is. Schrijf je dan echter nog wat regels op de vorige pagina, dan verschuift alles en dat kan erg vervelend zijn. Daarom is er nog een shortcut om een nieuwe pagina toe te voegen: <Ctrl>+<Enter>. Daarmee wordt er een nieuwe pagina aangemaakt, en kan je rustig voor die nieuwe pagina verder typen zonder dat alles verschuift.
Knippen, kopiëren en plakken
Als je tekst van een website of uit een (ander) document wil kopiëren en in jouw document wil plakken (bijvoorbeeld als je de opdracht wilt overnemen), dan kan je die tekst selecteren en met de rechtermuisknop kopiëren (of shortcut: <Ctrl>+<c>). Vervolgens plak je de tekst met rechtermuisknop in het bestand (of shortcut: <Ctrl>+<v>). Wil je tekst in een bestand verplaatsen, als je bijvoorbeeld twee secties wil omwisselen, dan kan je rechtermuisknop en knippen doen (of shortcut: <Ctrl>+<x>). Dan verdwijnt de tekst op de originele plek, en kan je waar je de tekst wilt hebben opnieuw plakken (met rechtermuisknop of de shortcut <Ctrl>+<v>).
Heb je nou informatie uit een ander bestand of een website gekopieerd, dan kopieert Word de opmaak mee. Wil je de tekst in de opmaak hebben waarin je al aan het typen bent, dan kan dat heel makkelijk. Klik onderin de geplakte tekst op het klembord knopje met (Ctrl):
En vervolgens op het klembordknopje met de A (). Dat zorgt ervoor dat je alleen de tekst plakt, niet de opmaak.
Kop- en voettekst
Door op de bovenkant van de pagina dubbel te klikken:
of op de onderkant van de pagina dubbel te klikken:
kom je in het kop- en voettekst menu:
Daarin kan je de koptekst en de voettekst aanpassen, die zijn hetzelfde op elke pagina. Dat is handig als je bijvoorbeeld op elke pagina een naam wil zetten. Wil je dat nou niet op de eerste pagina omdat je daar een titelblad hebt, dan kan je [ ] Eerste pagina afwijkend aanvinken.
Wil je weer uit het kop- en voettekst menu, dan kan je op het de knop klikken om hem te sluiten, of in het midden van de pagina weer dubbelklikken.
Paginanummers
Paginanummers zijn bij bijna elk verslag wel nodig, maar op de een of andere manier moet je toch altijd goed zoeken waar die nou ook alweer staan. Je kan de knop voor paginanummers vinden onder het tabje Invoegen:
Als je daarop klikt komt deze drop-down naar voren. Je kan hier kiezen waar op de pagina je het nummer wilt tonen, maar je kan ze ook opmaken.
Heb je bij een verslag een titelblad, dan is het niet netjes om daarop een paginanummer te tonen, al helemaal niet als die op 1 begint. Daarom is er een trucje: onder Opmaak paginanummers… kan je de optie om te beginnen bij 0 vinden. Vervolgens kan je in het kop- en voettekst menu (zie Koptekst en voettekst) Eerste pagina afwijkend aanvinken, zodat de paginanummers niet op de eerste pagina worden getoond en de inhoud mooi met paginanummer 1 begint!
Opdracht 5
Opdracht 5
Maak een nieuw document (Opdracht5_Word) en kopieer (<Ctrl>+<c>) onderstaande tekst en plak (<Ctrl>+<v>) in het Word-document.
Sla het document op in je map 'ICT'
De advertentie- en promotiecampagne was op volle gang.
Geschiedenis van een succesvol bedrijf.
Winter wonder.
In juni 2015 verschenen er vele vragen over de aard en toekomst van het bedrijf. Zover had het bedrijf genoeg opbrengsten geleverd, om de levenstijlen van de vier hoofdspelers te ondersteunen.
Berg Vakanties was operationeel voor slechts 7 maanden per jaar - van 15 oktober tot 15 april.
Niet alleen wintersport maar ook de zon en wandelen trekt de bergen sterk aan.
Er was duidelijk behoefte om de winstgevendheid van het bedrijf te vergroten en Berg Vakanties het hele jaar door operationeel te maken. Er zijn meer bedrijfsmogelijkheden in de natuur.
Hoogachtend Roger Gasten, President.
Er moet een manier zijn om gebruik te maken van de stromen toeristen in de zomermaanden.
Het gaat hier over de maanden juli tot oktober.
Drie maanden onderzoek leidde uiteindelijk tot een bedrijfsplan dat voorstelde in de volgende gebieden uit te breiden: In juni 1990 verschenen er vele vragen over de aard en toekomst van het bedrijf.
Maak de tekst op zoals hieronder is aangegeven. Maak daarbij gebruik van kolommen.
Opdracht 6
Het document opdracht5_Word ziet er nu (als het goed is) mooi uit. Nu willen we echter de tekst Geschiedenis van een succesvol bedrijf als voettekst in het midden hebben. Verwijder de tekst uit het document (<Ctrl>+<x>) en plak (<Ctrl>+<v>) het weer in het document als voettekst
Opmaak
Naast dat je verschillende dingen met de tekst kan doen kan je de tekst ook op verschillende manieren opmaken. In het Start-tabje van het lint kan tekst op basismanieren aanpassen:
Zo kan je bijvoorbeeld de kleur van de tekst, het lettertype en de lettergrootte aanpassen. Ook kan je hier tekst highlighten, waardoor de tekst die je geselecteerd hebt een achtergrond kleurtje krijgt. Het hangt af van je opdracht welke lettertype en grootte jij het beste kan gebruiken, maar over het algemeen worden Calibri of Arial in lettergrootte 11 of 12 het vaakst gebruikt.
Dit is allemaal nog erg simpel en wist je misschien al lang! Daarbij komt ook dat alles helemaal handmatig opmaken vaak veel werk is. In de volgende onderdelen zullen we een aantal handigheidjes bespreken, om het maken van mooie verslagen makkelijker te maken.
Word Art
Naast het highlight-knopje in de basis bewerkingsopties zie je het knopje voor Word Art: . Hiermee kan je bijvoorbeeld op je voorpagina mooie titels maken als je dat leuk vindt:
Opmaak kopiëren & plakken
Wanneer je een stukje tekst hebt opgemaakt zoals jij dat wilt, en je een andere tekst diezelfde opmaak wil geven, dan kan je heel makkelijk die opmaak kopiëren en plakken. Om de opmaak te kopiëren, selecteer je eerst het stukje tekst met de juiste opmaak. Vervolgens klik je op Opmaak kopiëren/plakken:
Dat kan overigens ook door de tekst te selecteren, dan rechtermuisknop te klikken en vervolgens het kwastje te selecteren:
Dan heb je de opmaak gekopieerd, je ziet dan ook een kwast-icoontje bij je muis. Vervolgens kan je de opmaak op de andere tekst zetten door die niet-opgemaakte tekst te selecteren. Dan zie je dat je opmaak daar geplakt wordt en zal de tekst precies hetzelfde opgemaakt worden als je andere tekst. Dat kan bijvoorbeeld handig zijn als je een mooi kopje hebt opgemaakt en die opmaak wilt kopiëren en plakken op al je andere kopjes. Dat kan ook eenvoudiger, zie Standaardopmaak in deze cursus.
Kleurenschema
Standaard heeft Word een bepaald kleurenschema ingesteld:
Als je deze kleuren niet mooi vindt of andere kleuren passender vindt, kan je dit kleurenschema heel gemakkelijk aanpassen. Dat kan je doen in het lint bij het tabje Ontwerpen:
Wanneer je daarop klikt, kan je een van de voorgeprogrammeerde kleurenschema’s kiezen, of zelf een kleurenschema opstellen. Hiermee verander je het kleurenschema van het hele document, je kan niet bepaalde tekst één kleurenschema geven en andere tekst een ander kleurenschema. Wanneer je die kleuren dus aanpast, zie je dat gelijk in je document veranderen!
Voorpagina
Word heeft ook een mooie functie waarmee je kan kiezen uit bepaalde voorpagina’s. Dan hoef je er zelf niet een te ontwerpen! Die functie vind je in het tabje Invoegen in het lint:
Zoals je hier al ziet zijn er veel verschillende opties, je kan zelf kiezen welke je het mooiste vindt. Word weet natuurlijk niet wat jij als titel en ondertitel wilt, daarom zie je zogenaamde placeholders (bijvoorbeeld [DOCUMENT TITLE]). Die moet je dan zelf nog invullen:
Als je bent ingelogd met je Office account, haalt Word daaruit wel alvast jouw naam.
Standaardopmaak
Elk kopje een bepaalde stijl geven of opmaak kopiëren en plakken ( ) kan erg veel tijd kosten. Daarom is er een makkelijkere optie, namelijk de standaardopmaak van Word gebruiken. Die vind je in het Start-tabje van het lint:
Kopjes maken
Als je een kopje wil maken, kan je gewoon zo’n kopje selecteren. Er zijn een hoop verschillende standaard opties:
De grootste is de titel, daarna kop 1, kop 2, kop 3, etc. Die kan je dan net zoals in een lesboek gebruiken: kopje 1 voor een hoofdstuk, kopje 2 voor een paragraaf, kopje 3 voor een sub-kopje, etc. Dit is handig om een mooie structuur in je verslag aan te brengen.
Aanpassen
Vind je de standaardopmaak van een kopje niet mooi, dan kan je ze heel eenvoudig aanpassen door met rechtermuisknop op de opmaakoptie te klikken:
Vervolgens kan je op Wijzigen… klikken. Dan verschijnt een modal waarin je de opmaak van het kopje kan aanpassen. Je kan dan bijvoorbeeld het lettertype, lettergrootte, letter stijl (bold, italic, underlined) en kleur aanpassen:
Als je dan vervolgens op OK klikt, sla je die opmaak op. Alle kopjes die jij naar die kop had gezet, veranderen vervolgens naar de opmaak die je hebt ingesteld! Zo kan je heel gemakkelijk achteraf nog de opmaak van je kopjes aanpassen, allemaal in één keer.
Inhoudsopgave
Naast dat de standaardopmaak wat werk scheelt als je het allemaal wil aanpassen, heeft standaardopmaak kopjes gebruiken nog een ander groot voordeel: Word kan daarmee een inhoudsopgave voor jou maken! Dan hoef je dus niet zelf alle kopjes in de inhoudsopgave te zetten en ook niet zelf de paginanummers erbij te zoeken.
Je vindt de inhoudsopgave functie hier in het Verwijzingen-tabje in het lint:
Het mooie van op deze manier de inhoudsopgave in je bestand te zetten is dat je alleen maar op één knopje hoeft te drukken om de paginanummers en kopjes te updaten, namelijk op Bijwerken...:
Overigens kan je de titel van de inhoudsopgave (in het bovenstaande plaatje "Contents") heel gemakkelijk aanpassen (bijvoorbeeld naar Inhoud) door er met je muis op te klikken.
Opdrachten 6
Met kopjes aan de slag en inhoudsopgave genereren
Sla de opdracht'inhoudsopgave' op in je onedrive, map ICT
Hierboven zie je de inhoudsopgave van een document. Dit ga je maken in het document dat je hier kunt downloaden.
- Zorg ervoor dat je eerst de koppen gaat instellen. Alle koppen met een (1) erachter maak je Kop1, met een (2) erachter Kop2 en een (3) Kop3.
- Maak een lege pagina achter het voorblad.
- Plaats cursor bovenaan dit lege blad. Voeg dan de inhoudsopgave in (Verwijzingen, Inhoudsopgave).
- EXPERT: voeg een paginanummering toe vanaf pagina 4 (begint met Aanwijzingen). Zorg ervoor dat deze paginanummering begint met 1.
Elementen invoegen
Naast tekst kan je ook andere elementen in je Word-bestand plaatsen. Dat kan bijvoorbeeld via het invoegen-tabje in het lint:
Er zijn veel verschillende mogelijkheden die je in je bestand kan invoegen, de meest voorkomende worden in de volgende onderdelen verder omschreven.
Afbeelding
Als je een verslag moet typen in Word komt het vaak voor dat je een afbeelding wilt toevoegen, bijvoorbeeld ter verduidelijking van de tekst of voor de sier. Dat kan je doen door de afbeelding te kopiëren (rechtermuisknop > kopiëren/copy of met shortcut <Ctrl> + <C>) vanuit je galerij of van een website en vervolgens weer in je Word document te plakken (rechtermuisknop > plakken/paste of met shortcut <Ctrl> + <V>). Je kan ook een afbeelding invoegen via het invoegen-tabje in het lint:
Je kan dan kiezen voor Dit apparaat…, dan komt de verkenner omhoog en kan je een plaatje invoegen die ergens opgeslagen is op jouw computer. Je kan ook kiezen voor Stockafbeeldingen…, dat zijn afbeeldingen van Microsoft Office die je zou kunnen gebruiken. Je kan ook kiezen voor Onlineafbeeldingen..., waarbij je de optie hebt om afbeeldingen te zoeken via Bing of uit je OneDrive kan halen.
Afbeelding opmaken
Als je een afbeelding hebt ingevoegd en deze selecteert verschijnt er een nieuw tabje in het lint: Afbeeldingsopmaak.
In dit tabje staan, zoals je kan verwachten uit de naam, allemaal opties om je afbeelding op te maken. Voorbeelden zijn dat je de kleur kan corrigeren, een achtergrondkleur kan verwijderen (dat werkt soms wel en soms niet goed), een filter kan toevoegen, een lijst of rand om je afbeelding kan plaatsen, schaduw kan toevoegen, de positie kan aanpassen, op een bepaalde manier kan uitlijnen en naar voren of naar achteren kan aanpassen. Ook kan je hier de afbeelding bijsnijden (of door rechtermuisknop op de afbeelding te klikken en dan hetzelfde icoon () aan te klikken), wat inhoudt dat je randen van de afbeelding kan afknippen.
Tekstterugloop
Een andere optie in het afbeelding Opmaken-tabje van het lint is de tekstterugloop aanpassen (kan ook weer met rechtermuisknop of door de afbeelding te selecteren en het volgende icoon aan te klikken: . De tekstterugloop geeft aan hoe de tekst op de afbeelding reageert. Zo heb je de optie om de afbeelding gewoon over de tekst heen te plaatsen (Voor tekst), of juist op de achtergrond (Achter tekst). Ook kan je de tekst om de afbeelding heen laten lopen, bijvoorbeeld met Vierkant. Wat de beste opmaak is hangt af van jouw eigen voorkeur. Naarmate je er vaker mee werkt zal je steeds meer snappen wat de verschillen zijn en hoe het precies werkt en op elkaar reageert. Dat is dus een kwestie van uitproberen!
Onderschrift
Als je een afbeelding hebt toegevoegd in een verslag, is het netjes om een onderschrift toe te voegen. Dat bevat een nummer en een beschrijving van het plaatje, zodat de lezer weet waarom je het plaatje hebt toegevoegd:
Je kan zo’n onderschrift toevoegen door rechtermuisknop op het plaatje te klikken:
Kies vervolgens de optie Bijschrift invoegen…, dan komt het volgende scherm omhoog:
Het nummer wordt automatisch omhoog gegooid, dus dan hoef je ook zelf niet meer te tellen hoeveel plaatjes je in je bestand hebt toegevoegd, erg handig! Naast in dit geval Figuur 2 kan je dan zelf jouw beschrijving toevoegen.
Tip: wil je je bijschrift anders opmaken (bij elk plaatje natuurlijk wel hetzelfde), dan kan je heel simpel de standaardopmaak veranderen door rechtermuisknop op de standaardopmaak genaamd “Bijschrift” te klikken en vervolgens weer te Wijzigen… (zie Standaardopmaak).
Tabel
Vaak moet je ook een tabel in je verslag toevoegen, om bijvoorbeeld resultaten in te tonen. Dit kan je ook doen via het Invoegen-tabje in het lint:
Je kan dan kiezen hoeveel rijen (verticaal) en kolommen (horizontaal) je wilt. Die tabel wordt dan gelijk in je bestand toegevoegd en zal een simpele opmaak hebben. Je kan door de cellen in de tabel navigeren door de tab of pijltjes-toetsen op je toetsenbord te gebruiken.
Tabel opmaken
Als je een andere opmaak wilt dan de simpele opmaak, kan dat via een paar simpele stappen. Selecteer eerst de hele tabel (kan door vanaf de cel linksboven naar de cel rechtsonder te slepen of door het icoontje aan te klikken). Er verschijnen dan twee nieuwe tabjes in je lint: Tabelontwerp en Indeling.
In het Tabelontwerp-tabje kan je heel makkelijk de kleur en stijl van de tabel aanpassen:
Er zijn veel verschillende mogelijkheden voor standaard tabelontwerpen:
Bij het Indeling-tabje kan je bijvoorbeeld cellen verwijderen, toevoegen, tekst-uitlijning aanpassen (links, rechts, boven, onder, midden), of de tekst richting veranderen (van boven naar beneden bijvoorbeeld):
Vorm
Als je een figuur wilt invoegen (om iets te omcirkelen zoals ik in de plaatjes op deze site meerdere keren heb gedaan, of om een andere reden), dan kan dat ook via het Invoegen-tabje in het lint:
Je vindt hier een hele hoop verschillende vormen zoals je ziet. Als je zo’n figuur selecteert, kan je vervolgens met je muis in je document slepen om het figuur te creëren.
Vorm opmaken
Wanneer je daarna het figuur selecteert verschijnt het Vormindeling-tabje in je lint:
Daarmee kan je je vorm op verschillende manieren opmaken, bijvoorbeeld de kleur, omlijning (dikte en kleur), schaduw, tekstterugloop en uitlijning. Bij de opties voor de omlijning (Vormcontour) en opvulling (Vormopvulling) kan je ook voor kiezen voor geen contour of geen opvulling. Daarmee kan je bijvoorbeeld de rand weghalen of de opvulling transparant maken (om alleen iets te omcirkelen).
Tekst aan vorm toevoegen
Bij sommige vormen kan je ook tekst toevoegen binnen een vorm. Dat kan je doen door rechtermuisknop op de vorm te klikken en vervolgens de optie Tekst toevoegen te klikken:
Ook zie je hier de optie weer om een bijschrift in te voegen, handig als je de vorm een beschrijving wilt geven.
Tekstvak
Een andere optie die in het Invoegen-tabje van het lint staat is het Tekstvak:
Daarmee kan je een vak voor tekst in je Word-bestand plaatsen, voor als je bijvoorbeeld een sidebar wilt of verschillende vlakken met tekst wil maken. Zoals je ziet zijn er verschillende opties aan tekstvakken, maar ook de simpele tekst box kan je nog aanpassen zoals je wil (omlijning, achtergrondkleur) met het Vormindeling-tabje die verschijnt als je het tekstvak selecteert:
Overigens kan je ook een tekstvak toevoegen met de optie Vormen in het Invoegen-tabje, zie Vorm invoegen. Je kan dat herkennen aan het volgende icoontje:.
Wiskundige formule
Als je een verslag moet maken waarin je formules wilt typen, kan je die invoegen als vergelijking. Je kan dan makkelijk breuken, wortels of machten invoegen en de formules worden ook nog eens netjes weergeven. Ook kan je daarbij de Griekse tekens invoegen zoals . Je vindt de optie in het Invoegen-tabje, helemaal aan de rechterkant:
Als je op de knop zelf (Vergelijking) klikt, verschijnt er gelijk een box waarin je je vergelijking kan typen. Als je op het pijltje naar beneden ernaast klikt kan je built-in functies invoegen, maar die zijn zeer specifiek en zul je waarschijnlijk minder nodig hebben:
Als je een vergelijking hebt geplaatst en je cursor in de vergelijkingen-box () plaatst, verschijnt het Vergelijking-tabje in het lint:
Hier vind je bijvoorbeeld alle speciale karakters, maar ook de opties om breuken, machten en wortels toe te voegen.
Grafiek
Ook grafieken kan je toevoegen aan je Word-bestand. Dat gaat ook weer via het Invoegen-tabje in het lint:
Vervolgens komt er zoals je ziet een scherm omhoog waarin je het type grafiek kan kiezen. Wanneer je je keuze gemaakt hebt en op [OK] klikt, verschijnt de grafiek in je bestand en komt er een nieuw scherm omhoog waar je de waardes en de namen voor de reeksen in de grafiek kan invullen:
Als je op de grafiek klikt, verschijnen er twee nieuwe tabjes in het lint, Grafiekontwerp en Opmaak:
In deze tabjes kan je de opmaak van de grafiek regelen, door bijvoorbeeld de kleuren te wijzigen, of de achtergrondkleur te veranderen.
Shortcuts
Binnen Word (maar ook binnen andere programma's op je computer) kan je gebruik maken van een aantal handige shortcuts (letterlijk vertaald: snelkoppeling, kortere weg). Bij deze combinaties van toetsen zijn verschillende functies geprogrammeerd. Dat scheelt een aantal keer klikken! Hieronder een overzichtje van de handigste shortcuts:
Shortcut |
Werking |
<Ctrl> + <F> |
Zoeken (Find) |
<Ctrl> + <C> |
Kopiëren (Copy) |
<Ctrl> + <X> |
Knippen |
<Ctrl> + <V> |
Plakken |
<Ctrl> + <B> |
Dikgedrukt maken (Bold) |
<Ctrl> + <i> |
Schuingedrukt maken (Italic) |
<Ctrl> + <U> |
Onderstrepen (Underline) |
<Shift> + <Enter> |
Nieuwe regel zonder afstand |
<Ctrl> + <Enter> |
Nieuwe pagina |
<Ctrl> + <A> |
Alles in document selecteren (All) |
<Ctrl> + <S> |
Opslaan (Save) |
<Ctrl> + <Z> |
Ongedaan maken, stap terug |
TERUG STARTPAGINA ICT
Terug naar homepagina ICT
Klik op de link hierboven om weer terug te keren naar de startpagina van "ICT voor leerlingen van Reggesteyn".