Afbeelding

Als je een verslag moet typen in Word komt het vaak voor dat je een afbeelding wilt toevoegen, bijvoorbeeld ter verduidelijking van de tekst of voor de sier. Dat kan je doen door de afbeelding te kopiëren (rechtermuisknop > kopiëren/copy of met shortcut <Ctrl> + <C>) vanuit je galerij of van een website en vervolgens weer in je Word document te plakken (rechtermuisknop > plakken/paste of met shortcut <Ctrl> + <V>). Je kan ook een afbeelding invoegen via het invoegen-tabje in het lint:

Je kan dan kiezen voor Dit apparaat…, dan komt de verkenner omhoog en kan je een plaatje invoegen die ergens opgeslagen is op jouw computer. Je kan ook kiezen voor Stockafbeeldingen…, dat zijn afbeeldingen van Microsoft Office die je zou kunnen gebruiken. Je kan ook kiezen voor Onlineafbeeldingen..., waarbij je de optie hebt om afbeeldingen te zoeken via Bing of uit je OneDrive kan halen.

 

Afbeelding opmaken

Als je een afbeelding hebt ingevoegd en deze selecteert verschijnt er een nieuw tabje in het lint: Afbeeldingsopmaak.

In dit tabje staan, zoals je kan verwachten uit de naam, allemaal opties om je afbeelding op te maken. Voorbeelden zijn dat je de kleur kan corrigeren, een achtergrondkleur kan verwijderen (dat werkt soms wel en soms niet goed), een filter kan toevoegen, een lijst of rand om je afbeelding kan plaatsen, schaduw kan toevoegen, de positie kan aanpassen, op een bepaalde manier kan uitlijnen en naar voren of naar achteren kan aanpassen. Ook kan je hier de afbeelding bijsnijden (of door rechtermuisknop op de afbeelding te klikken en dan hetzelfde icoon () aan te klikken), wat inhoudt dat je randen van de afbeelding kan afknippen.

 

Tekstterugloop

Een andere optie in het afbeelding Opmaken-tabje van het lint is de tekstterugloop aanpassen (kan ook weer met rechtermuisknop of door de afbeelding te selecteren en het volgende icoon aan te klikken: . De tekstterugloop geeft aan hoe de tekst op de afbeelding reageert. Zo heb je de optie om de afbeelding gewoon over de tekst heen te plaatsen (Voor tekst), of juist op de achtergrond (Achter tekst). Ook kan je de tekst om de afbeelding heen laten lopen, bijvoorbeeld met Vierkant. Wat de beste opmaak is hangt af van jouw eigen voorkeur. Naarmate je er vaker mee werkt zal je steeds meer snappen wat de verschillen zijn en hoe het precies werkt en op elkaar reageert. Dat is dus een kwestie van uitproberen!

 

Onderschrift

Als je een afbeelding hebt toegevoegd in een verslag, is het netjes om een onderschrift toe te voegen. Dat bevat een nummer en een beschrijving van het plaatje, zodat de lezer weet waarom je het plaatje hebt toegevoegd:

Onderschrift

Je kan zo’n onderschrift toevoegen door rechtermuisknop op het plaatje te klikken:

Onderschrift toevoegen

Kies vervolgens de optie Bijschrift invoegen…, dan komt het volgende scherm omhoog:

Bijschrift

Het nummer wordt automatisch omhoog gegooid, dus dan hoef je ook zelf niet meer te tellen hoeveel plaatjes je in je bestand hebt toegevoegd, erg handig! Naast in dit geval Figuur 2 kan je dan zelf jouw beschrijving toevoegen.

Tip: wil je je bijschrift anders opmaken (bij elk plaatje natuurlijk wel hetzelfde), dan kan je heel simpel de standaardopmaak veranderen door rechtermuisknop op de standaardopmaak genaamd “Bijschrift” te klikken en vervolgens weer te Wijzigen… (zie Standaardopmaak).