SE4 - Sociale verschillen

SE4 - Sociale verschillen

Introductie

Welkom bij deze nieuwe quest Maatschappijleer!

Het onderwerp van deze quest is sociale verschillen. Deze quest wordt begeleid door mevrouw Rebel. In een SerieBloX op maandagmiddag helpt zij je door deze quest heen. En op andere dagen kun je haar natuurlijk een berichtje sturen via Teams. 

In deze quest leer je: 

- Wat sociale verschillen zijn en hoe die ontstaan;

- Hoe mensen van plek op de maatschappelijke ladder kunnen veranderen;

- Dat mensen vanuit hun maatschappelijke positie soms tegengestelde belangen hebben;

- Hoe mensen met dezelfde belangen zich kunnen verenigen om voor zichzelf op te komen;

- Welke maatregelen de overheid neemt of kan nemen om sociale verschillen te verkleinen.

Je houdt gedurende deze quest een Pages-verslag bij waarin je jouw uitwerkingen van opdrachten opslaat. 

Je rondt deze quest af met een opdracht die je alleen; in een duo of drietal uitvoert. De deadline van deze quest is vrijdag 25 juni.

0. Sollicitatie

Heb jij wel eens gesolliciteerd? Wat voor baantje was dat? En waarom koos je juist die vacature?

In deze opdracht ga je bedenken op wat voor soort baan jij over 15 jaar zou willen solliciteren. Waar moet die baan, dat werk, die tijdsbesteding, voor jou aan voldoen?

Opdracht A - Waarden in jouw werk

Open een nieuw Pagesverslag en geef dat de titel: 'Maatschappijleer Sociale Verschillen'.

Je krijgt in de les een lijst met waarden en een leeg vel. In 15 minuten schrijf je zoveel mogelijk dingen op dit vel die passen bij jouw ideale baan. Gebruik de lijst met waarden, maar denk ook aan praktische dingen. Zoals je reistijd, salaris, met wie je werkt, waar je werkt, hoe lang je werkt, etc.

Maak een foto van jouw ingevulde werkblad en plak deze op de eerste pagina van jouw pagesverslag. 

1. Werkzaamheden

1.1 Wat werk is

Wanneer je aan anderen vraagt waarom zij eigenlijk werken, is een antwoord dat je kunt verwachten: "Voor het geld." Dat is niet zo gek als je bedenkt dat mensen het niet zo snel 'gratis en voor niks' zouden doen. Maar dit zou betekenen dat bijvoorbeeld vrijwilligerswerk en mantelzorg niet als werk gezien zou kunnen worden. Misschien ken jij nog wel een voorbeeld van bezigheden die je wel werk zou kunnen noemen, maar waarvoor je niet betaald krijgt? Ook is werken met je hoofd en werken met je handen heel verschillend, maar beide zijn werk. Werk is dus niet iets dat je alleen maar doet voor die euro's op je bankrekening en het neemt vele vormen aan in de maatschappij en het dagelijks leven van mensen.

Maak nu eerst opdracht B.

Als je de vraag juist hebt beantwoord, ga dan voor jezelf na of je begrijpt waarom de andere drie antwoordmogelijkheden onjuist zijn. Check? Ga dan verder naar opdracht B!

Opdracht C - Waarom werken?
 

Je weet nu dat mensen niet alleen maar werken voor geld. Noem drie redenen voor mensen om te werken, geef bij elk een voorbeeld en leg uit waarom het door jou gekozen voorbeeld passend is. Leg je antwoorden vast in je Pagesverslag.

Doe dit door de volgende zinnen in en aan te vullen:

  1. Een eerste reden is... Een voorbeeld hiervan is... Dit is een passend voorbeeld omdat...
  2. Een tweede reden is... Een voorbeeld hiervan is... Dit is een passend voorbeeld omdat...
  3. Een derde reden is... Een voorbeeld hiervan is... Dit is een passend voorbeeld omdat...

1.2 Piramide van wie?!

Bekijk de onderstaande video en maak daarna opdracht D.

2. Goals

2.1 Werk en status

Bekijk de onderstaande video en maak daarna opdracht F. 

Opdracht F - invloed op je maatschappelijke positie

In de video worden drie combinaties van twee woorden genoemd, die invloed hebben op iemands maatschappelijke positie op de maatschappelijke ladder. 

Welke combinaties van twee woorden zijn dit? Schrijf ze op in je Pagesverslag. 

2.2 Beroepen en status

Opdracht G - Vergelijkingscirkels

Je weet nu dat beroepen op verschillende manieren door mensen gewaarderd worden. Dit kunnen meerdere dingen tegelijkertijd zijn. Bijvoorbeeld een beroep waarvoor je veel kennis nodig hebt, macht kan uitoefenen én veel geld voor krijgt. Of een beroep waarvoor je hele specifieke vaardigheden nodig hebt, maar minder verantwoordelijkheid draagt en een lager inkomen verdient.

Bij deze opdracht ga jij dit op een overzichtelijke manier laten zien. Je maakt deze opdracht in jouw Pages-verslag. Gebruik vormen en teksvlakken om deze opdracht te maken.

Je maakt in deze opdracht een Venn-diagram. Dit is een informatief plaatje waarin cirkels elkaar overlappen. Zo kun je laten zien wat uniek aan iets is, en welke dingen hetzelfde zijn.

Bedenk voor elk vlak in de diagram een beroep dat volgens jou daar past. Hieronder zie je een voorbeelduitwerking.

3. Onderaan/hogerop

3.1 Werk en verschillen

Iedereen in Nederland is gelijk voor de wet. Maar dat betekent niet dat iedereen hetzelfde verdient, of in een even groot huis woont. Nederland is een samenleving die in lagen is verdeeld, zoals op de maatschappelijke ladder. Sommige mensen gaan drie keer per jaar op vakantie naar het buitenland. Anderen moeten heel hard sparen voor een vakantie in eigen land. We noemen dit sociale ongelijkheid, een ongelijke verdeling van geld, kennis en macht.

Behalve je werk hebben ook je omgeving en je gezinssituatie invloed op sociale ongelijkheid. Zo hebben kinderen die opgroeien in een rijk gezin meer kans om een dure vervolgopleiding te gaan doen dan kinderen die opgroeien in een achterstandswijk. Sociale ongelijkheid heeft ook gevolgen voor je leefstijl. Zo kan het voor armere mensen moeilijker zijn om gezond eten te kopen. Een zak chips is goedkoper dan vier appels!

In Nederland is er sprake van sociale ongelijkheid. Maar ook wereldwijd speelt sociale ongelijkheid een grote rol. In 2019 hadden de 26 rijkste mensen op aarde bijvoorbeeld net zoveel geld als de armste helft van de wereld, 3,8 miljoen mensen. Deze 26 rijkste wonen vooral in Amerika en China. Arme mensen worden wel steeds minder arm. Ondanks dat ernstige armoede afneemt is zowel in Nederland als wereldwijd te zien dat rijkere steeds rijker worden en dat armere steeds armer worden. Dit houdt in dat de sociale ongelijkheid toeneemt. De verschillen tussen arm en rijk worden groter.

Of dit een positieve of negatieve ontwikkeling is, daar verschillen de meningen over. Sommige mensen zeggen dat iedereen genoeg kansen heeft om succesvol te worden in Nederland. Andere geven juist aan dat deze kansen niet voor iedereen hetzelfde zijn. Veel mensen vinden het  bijvoorbeeld best eerlijk dat iemand die acht jaar gestudeerd heeft meer geld verdient dan iemand die vier jaar gestudeerd heeft. Maar soms zijn de verschillen zo groot, dat mensen het niet meer rechtvaardig vinden. Als je veel harder moet werken of wanneer jouw baan veel betekent voor anderen in de samenleving bijvoorbeeld. Niet iedereen denkt dus hetzelfde over hoe eerlijk of oneerlijk sociale ongelijkheid is. ​

Opdracht H - Succes en verschillen

Geef in jouw Pages-verslag aan hoe jij denkt over de volgende stellingen. Neem de stelling over in je verslag en geef deze vervolgens een score tussen 0 en 100. 0 betekent: helemaal niet mee eens. 100 betekent: helemaal wel mee eens. Leg vervolgens per stelling uit waarom je jouw score hebt gekozen.

"Iedereen zou evenveel geld moeten verdienen."

"Succes heb je te danken aan jezelf. Als je veel geld verdient, mag je dat allemaal voor jezelf houden."

"De overheid zou meer moeten doen aan het verkleinen van sociale verschillen."

"Het is logisch dat je meer verdient, als je langer hebt gestudeerd."

"In Nederland heeft iedereen dezelfde kansen op een succesvol leven."

3.2 Werk en klimmen

Mensen hebben invloed op hun eigen maatschappelijke positie. Nu veel meer dan vroeger. Als jij werd geboren in een gezin met weinig geld waarbij je ouders niet gestudeerd hadden, was de kans klein dat jij dat wel ging doen. Rijkere mensen bleven rijk en armere mensen bleven meestal arm.

Nu is het niet altijd meer zo dat jij niet kan studeren als jouw ouders dat niet hebben gedaan. Ook kan het zijn dat je uit een gezin komt waar niet veel geld is. Maar doordat je een opleiding kan volgen en daarna succesvol bedrijf hebt of een vast contract bij een leuke werkgever, kun je een hoger inkomen verdienen dan jouw ouders misschien hadden.

Mensen kunnen dus bewegen op de maatschappelijke ladder. Zo kun je door te stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder je maatschappelijke positie veranderen. Dit noemen we sociale mobiliteit.

Een goed voorbeeld hiervan is de voetballer Ronaldo. Hij groeide op in een gezin met weinig geld en niet veel middelen en ruimte om te voetballen. Toen hij jong was had hij te maken met verschillende problemen zoals een alcoholverslaving van zijn vader. Nu is hij ondanks zijn situatie één van de rijkste voetballers ter wereld. Dit heeft veel inzet en doorzettingsvermogen gekost. Zo zie je maar dat de maatschappelijke positie van je ouders of het gezin waarin je bent opgegroeid niet alleen maar bepalend zijn voor je toekomst.

 

Er zijn een aantal dingen die sociale mobiliteit kunnen verhogen:

  • Een opleiding volgen.

  • Persoonlijke eigenschappen inzetten.

  • Het sociale netwerk dat je hebt gebruiken.

  • Leren van de ervaringen die je opdoet.

 

Mensen kunnen ook een stapje terug doen. Soms kiezen mensen ervoor om een drukke baan met veel verantwoordelijkheid te ruilen voor een minder drukke baan met minder verantwoordelijkheid. ​

Opdracht I

De overheid neemt verschillende maatregelen om de sociale verschillen tussen mensen te verkleinen. Geef bij de volgende onderwerpen een voorbeeld van wat de overheid doet om te zorgen voor minder sociale verschillen:

a. Belastingen en premies
b. Toeslagen en uitkeringen
c. Onderwijs
d. (Volks)verzekeringen

4. Belangen en conflict

Mensen met hetzelfde werk of dezelfde maatschappelijke positie hebben ook vaak dezelfde belangen. Een belang is het voordeel dat jij ergens bij hebt en waar je je voor wilt inspannen. Als scholier is het in jouw belang dat je goed onderwijs krijgt. Als kassamedewerker wil je een goed uurtarief en werktijden die in jouw agenda passen. Als ondernemer met een groot bedrijf, wil je graag dat jouw werknemers gezond blijven en dat je voldoende inkomsten hebt om winst te maken.
De belangen van verschillende mensen zijn soms met elkaar in conflict.

Mensen met dezelfde belangen verenigen zich vaak in een vakbond of groep, zodat ze gezamenlijk voor hun belangen kunnen opkomen.

Opdracht J - Opkomen voor belangen

1. Zoek uit voor welke belangen van welke mensen de volgende groepen opkomen:
a. LAKS
b. ANPV
c. ANBO
d. COC
e. De medezeggenschapsraad op het HVC
Schrijf de antwoorden op in je Pages verslag.

2. Waarom richten mensen een vakbond/actiegroep/comité op?

3. Wat is een CAO? En welke rol speelt een vakbond bij CAO-onderhandelingen?

4. Als werknemer kun je je bij een vakbond aansluiten. Maar dat hoeft niet. Zou jij je bij een vakbond aansluiten? Waarom wel of niet?

5. Eindopdracht

In je eentje of in een groepje van maximaal 3 personen voer je de volgende eindopdracht uit. Samen met je Pagesbestand met alle opdrachten lever je de uitwerking van deze opdracht in. Je krijgt een cijfer voor deze opdrachten dat meetelt voor het SE Maatschappijleer.

De deadline voor het afronden van deze quest is vrijdag 25 juni.
 

Opdracht K - Vorm een leerlingenraad!

In deze eindopdracht gaan jullie plannen maken voor de leerlingenraad bij HVX. Jullie maken een poster waarin jullie laten zien hoe jullie de leerlingenraad willen vormgeven en hoe jullie voor de belangen van HVX leerlingen willen opkomen.
Laat in jullie poster in ieder geval de volgende dingen zien:

➜ Wat jullie doel is met de leerlingenraad
➜ Over welke onderwerpen jullie inspraak willen hebben
➜ Uit welke samenstelling van leerlingen de leerlingenraad volgens jullie moet bestaan
➜ Hoe andere HVX-leerlingen zich kunnen aanmelden voor de leerlingenraad
➜ Wat HVX-leerlingen van de leerlingenraad kunnen verwachten
➜ Hoe de leerlingenraad ervoor zorgt dat ze op de hoogte zijn van wat er leeft onder HVX-leerlingen
➜ Hoe jullie zorgen voor inspraak bij de coaches.

Gebruik de volgende bronnen om jullie poster te maken

Leerlingenraad Handboek

10 ideeën voor meer inspraak voor leerlingen

 

Jouw uitwerking van de opdrachten van deze quest wordt beoordeeld aan de hand van de volgende rubrics:
 

  Lang niet goed genoeg Net niet goed genoeg Voldoende Uitstekend
Opdrachten A-J       Jouw uitwerking van de opdrachten A-J is volledig, duidelijk en overzichtelijk. Je geeft steeds uitgebreid antwoord op de vragen en laat op die manier zien dat je je de lesstof van deze quest eigen hebt gemaakt. Je hebt zichtbaar je best gedaan om alle vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.
Leerlingenraad: jouw/jullie plannen       Jouw/jullie plannen voor de leerlingenraad zijn duidelijk, aansprekend en passend bij wat jullie denken dat goed is voor HVX. Jullie zorgen voor een leerlingenraad van álle HVX-leerlingen en jullie laten zien dat jullie een uitstekende manier kunnen bedenken om voor de belangen van HVX-leerlingen op te komen.
Leerlingenraad: bronnen en vormgeving       Jij laat/jullie laten in het Pagesbestand zien welke bronnen jullie hebben gebruikt om de plannen voor de leerlingenraad te vormen. Jullie hebben zelf ook bronnen opgezocht en gebruikt. De vormgeving van jullie poster is aansprekend, opvallend en gericht op jullie doelgroep: HVX-leerlingen.

 

  • Het arrangement SE4 - Sociale verschillen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2021-06-14 10:23:33
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/MFhiQMRCHQ4
    https://youtu.be/MFhiQMRCHQ4
    Video
    https://youtu.be/PlYYnXEmTVc
    https://youtu.be/PlYYnXEmTVc
    Video