Wat is MNA?

Wat is MNA?

Inleiding MNA

Intro

In dit boekje leer je wat het vak MNA inhoudt.

Daarnaast leer je hoe we werken en op welke manieren we dit gaan aanpakken.

 

 

Leerdoelen

Na deze opdrachten kun je:

  • beschrijven wat MNA is
  • de negen levensverschijnselen benoemen en beschrijven
  • omschrijven wat het verschil is tussen levend, dood en levenloos
  • In eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen een natuurgetrouwe- en een schematische tekening
  • Het verschil tussen buitenaanzicht, lengtedoorsnede en dwarsdoorsnede uitleggen door minimaal 3 kenmerken te benoemen.
  • De tekenregels opnoemen
  • In eigen woorden uitleggen wat vergroten is, wanneer we vergroten en waarom we vergroten
  • kun je een tabel maken in Excel
  • kun je een grafief maken in Excel

 

Wat is MNA?

MNA is Biologie en Verzorging samen: Mens & Natuur

Het vak biologie en het vak verzorging liggen wat onderwerpen betreft dicht bij elkaar alleen de benadering ervan verschilt. Zo wordt er bijvoorbeeld bij het vak biologie geleerd hoe een lichaam in elkaar zit, bij het vak verzorging leer je hoe je goed met jouw lichaam om kunt gaan.

In deze vakgebieden worden, waar mogelijk, onderwerpen tweezijdig belicht, zoals bij voeding, gezondheid, het lichaam en seksualiteit. Soms ligt meer nadruk op de biologische aspect, soms juist op de verzorgende aspecten.


 

 

Wat is biologie en verzorging?

Wat is biologie?
In dit thema maak je kennis met biologie. In de biologie bestuderen we levende wezens. Daarbij is kijken (waarnemen) belangrijk. Als je heel nauwkeurig kijkt, kun je veel te weten komen over levende wezens. In de biologie maken we veel tekeningen. Daarmee kun je aan andere mensen laten zien wat je hebt waargenomen. In dit thema leer je ook andere manieren om je waarnemingen weer te geven.

Wat is verzorging?

Bij het vak biologie geleerd hoe een lichaam in elkaar zit, bij het vak verzorging leer je hoe je goed met jouw lichaam om kunt gaan.

In de verzorging kijk je naar de gezondheid van mensen en de zorg voor mensen. Er zijn heel veel verschillende dingen die met verzorging te maken hebben. Bijvoorbeeld de uiterlijke verzorging van mensen. Of de zorg voor zieken of gehandicapten. Of de hulp aan mensen met problemen. Verzorging heeft ook te maken met sport en vrije tijd. En met werk en de veiligheid op het werk en thuis. Bij verzorging kijk je ook naar voeding en de hygiëne in het huishouden. Of de voeding en hygiëne voor ziekenhuispatiënten of hotelgasten. Verzorging gaat tenslotte ook over het milieu. Hoe verzorg je mensen op zo’n manier dat je ook voor het milieu zorgt?

 

Levensverschijnselen

Intro

Bekijk het volgende filmpje. In het filmpje zie je twee hondjes.
Eén hond leeft, de ander leeft niet. Wat is eigenlijk het verschil, waardoor we zeggen: Dit leeft en dat leeft niet…. ? Bespreek dit met een klasgenoot.
Benoem minimaal 3 punten die aangeven dat iets leeft.

Video: Leven en niet leven

 

 

Vooraf

Leerdoelen
Na deze opdracht kun je:

  • negen levensverschijnselen noemen.
  • met eigen woorden vertellen wat elk levenskenmerk inhoudt.
  • aangeven wanneer iets dood, levend of levenloos is.
  • bij een levend wezen herkennen welke levenskenmerken
    aanwezig zijn.

Eindproduct
Als afronding van deze opdracht maak je een poster en een toets.

Groepsgrootte
Je doet deze opdracht alleen.
Je overlegt wel regelmatig met een klasgenoot.

Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.

Stap 1


Het woord biologie is gevormd uit de Griekse woorden bios (=leven) en logos (=leer of wetenschap).
Biologie is de leer van het leven.

In de biologie bestudeer je levende wezens.

Een ander woord voor levend wezen is organisme.

Tot de organismen behoren onder andere mensen, dieren en planten. In de biologie worden de mensen tot de dieren gerekend.

Levende wezens (organismen) vertonen levensverschijnselen.

Alle organismen ademen bijvoorbeeld. Als een organisme geen levensverschijnselen meer vertoont, noemen we het dood.
Er zijn in de natuur ook voorwerpen die nooit hebben geleefd. Die noemen we levenloos. Een steen bijvoorbeeld is levenloos. Ook de lucht is levenloos, net als het water in sloten en plassen. De levenloze natuur heeft vaak grote invloed op de levende natuur.

Levend
Je weet vast wel wat wordt bedoeld met levend en dood.
Maar ken je ook het begrip levenloos?
Iets is levenloos als het nooit heeft geleefd.
Zoals bijvoorbeeld plastic of een stuk metaal.

Kijk naar de afbeelding hiernaast.
Je ziet een vogelverschrikker bij een maïsplant, stenen op de grond en een paar kraaien.

Geef van deze dingen aan of ze levend, dood of levenloos zijn.
Vogelverschrikker: .....
Maïsplant: .....
Stenen: .....
Kraaien: .....

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Levend, dood of levenloos?
Bekijk de acht afbeeldingen in de volgende oefening.
Is wat je ziet levend, dood of levenloos?

  Vul daarna de goede antwoorden in in je werkboek.

Oefening:Levend - dood - levenloos -1

Stap 2

Levensverschijnselen
Bij biologie kijken we naar leven.
Biologie betekent: leer van het leven.
Maar wanneer is iets nu precies levend?

Bestudeer de kennisbank op het volgende onderdeel


KB: Levenskenmerken

  Maak de volgende oefening. Noteer de goede antwoorden in je werkboek.

Oefening:Levens kenmerken

Stap 3

Groeien en ontwikkelen
Groeien en ontwikkelen zijn twee levenskenmerken.
Ze worden regelmatig door elkaar gehaald.

Bij groei gaat het om het groter en zwaarder worden van een organisme.
Bij ontwikkeling gaat het om het van vorm veranderen van een organisme.

Bekijk het filmpje over de erwt op Schooltv.

Video: Kiemende erwt


  Maak de volgende oefening. Noteer je antwoorden in je werkboek.

Oefening:Groeien en ontwikkelen

Stap 4

Waarnemen en reageren
Reageren betekent dat een organisme iets doet of dat er in het lichaam van het organisme iets verandert, als er in de omgeving iets verandert.
Je bent dan eerst aan het waarnemen en daarna aan het reageren.

Bekijk het filmpje.
In het filmpje zie je een woestijnhagedis.
De hagedis reageert op een verandering in de omgeving.

Video: Woestijnhagedis op jacht


Bespreek met een klasgenoot hoe de hagedis reageert op:

  • het heter worden van het zand.
  • het geritsel van dode planten.
  • een bewegend insect.

  Noteer de antwoorden in je werkboek.

Stap 5

Voortplanten
Alle organismen zorgen ervoor dat ze nakomelingen krijgen.
Sommigen krijgen er heel veel, anderen maar weinig.
Bekijk de videoclips op Schooltv en het filmpje over bacteriegroei.

Video 1: Vliegenzwam


Video 2: Kastanjes


Video 3: Landschildpad


Video 4: De bevalling


Video 5:  Bacteriegroei


Geef bij ieder filmpje de zin die je het beste bij het filmpje vindt passen.
Kies uit:

  1. Wij baren, net als alle andere zoogdieren, levende jongen.
  2. Veel diersoorten leggen eieren om zich voort te planten.
  3. Bacteriën planten zich voort door zichzelf te delen.
  4. Nieuwe paddenstoelen groeien uit sporen.
  5. Nieuwe planten ontstaan uit zaden.

  Noteer de antwoorden in je werkboek.

Stap 6

 

 

Maak een poster waaruit blijkt dat je de theorie begrijpt.

Gebruik daarbij de volgende termen:

 

1. Levenskenmerken, benoem ze allemaal!

2. Dood / levend / levenloos

3. Groei en ontwikkeling

4. Waarnemen en reageren

5. Vier verschillende manieren van voortplanten

 

  Lever je poster in bij je docent. Vergeet niet jullie namen erop te zetten.

Laat je docent in je werkboek aftekenen dat je je poster hebt ingeleverd.

 

 

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Stap 7

Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
Probeer een zo hoog mogelijke score te halen.

  Klik op start om te beginnen. Laat je score door je docent aftekenen.

Succes!

 

Oefening:Levenskenmerken

Stap 8

LOB opdracht

 

Maak de LOB opdracht over het maken van een poster.

 

Begrippenlijst Levenskenmerken

Levenskenmerken

Levenskenmerken/Levensverschijnselen
De kenmerken die levende organismen vertonen, zoals: bewegen, waarnemen, reageren, voortplanten, groeien, ontwikkelen, eten/voeden, ademhalen en uitscheiden.
Organisme
Een levend wezen: een bacterie, schimmel, plant of dier. Organismen vertonen levensverschijnselen/levenskenmerken.
Dood
Een organisme is dood als het geen levenskenmerken meer vertoont.
Levenloos
Iets dat nooit geleefd heeft, is levenloos.
Levend
Iets dat alle levenskenmerken vertoont.

Levenskenmerken
Een levenskenmerk is een teken van leven in een organisme.
Er zijn negen levenskenmerken:

  • bewegen
  • waarnemen
  • reageren
  • voortplanten
  • groeien
  • ontwikkelen
  • eten/voeden
  • ademhalen
  • uitscheiden




Start met oefenen

Tekenen in de biologie

Intro

Je kunt na dit hoofdstuk:

  • In eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen een natuurgetrouwe- en een schematische tekening.
  • Het verschil tussen buitenaanzicht, lengtedoorsnede en dwarsdoorsnede uitleggen.
  • De tekenregels opnoemen.

stap 1


In de biologie proberen we organismen zo nauwkeurig mogelijk te bekijken.

De beste manier om een organisme goed te bekijken, is het organisme na te tekenen. Als je een organisme natekent, kijk je vanzelf heel nauwkeurig naar dat organisme.
In de biologie kunnen we twee soorten tekeningen maken: natuurgetrouwe tekeningen en schematische tekeningen.

In een natuurgetrouwe tekening geef je zo nauwkeurig mogelijk alle delen weer.

In een schematische tekeningen geef je alleen de belangrijkste kenmerken weer. Zie afbeelding hieronder.

 

Natuurgetrouwe tekening maken

In een natuurgetrouwe tekening verwerp je veel meer details dan in een schematische tekening. Je zorgt ervoor dat je het object zo realistisch mogelijk weergeeft.

 

Schematische tekening maken

Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.

 

Open bestand PowerPointpresentatie Tekeningen maken

Stap 2

Vergroten

 

Sommige dieren kun je gemakkelijk zelf waarnemen, bijvoorbeeld huisdieren, vissen in een aquarium of regenwormen. Van andere dieren kunnen we alleen afbeeldingen bestuderen. Soms zijn organismen zo klein dat je ze met het blote oog niet goed kunt zien. Je kunt dan een loep (vergrootglas) gebruiken. Je kunt het best een loep gebruiken die ongeveer 10 keer vergroot. Je moet de loep dicht bij je oog houden, het voorwerp waar je naar kijkt, moet je naar de loep brengen, tot je een scherp beeld ziet.

Wil je nog kleinere organismen bestuderen, dan kun je een microscoop gebruiken. Daarover leer je meer in het thema: Cellen nader bekeken.

stap 3

Doorsneden

Je kunt een tekening maken van een organisme zoals dat van buitenaf te zien is.

We noemen dat een buitenaanzicht.

Je kunt een organisme ook eerst doorsnijden en dan tekenen. Dat noemen we een doorsnede.
Je kunt een doorsnede op verschillende manieren maken.

Bij een lengtedoorsnede snijd je het organisme of het voorwerp in de lengte door.

Bij een dwarsdoorsnede snijd je het organisme of het voorwerp dwars door. 

Stap 4

De bedoeling van een biologische tekening is om je tekening zo duidelijk te maken zodat hij ook voor anderen informatief en overzichtelijk is.

Als je je aan de volgende regels houdt, dan krijg je een goede biologische tekening. Aandachtspunten:

  • Maak grote tekeningen op wit A4 papier (maximaal twee tekeningen op een zijde).
  • Gebruik altijd maar 1 kant van het A4 papier.
  • Gebruik bij het tekenen een scherp HB-potlood.
  • Niet tekenen met stift of pen!
  • Teken eerst met dunne lijnen de omtrek, dan de andere delen. Daarna kun je ze duidelijker maken. Let op: Niet schetsen!
  • Alleen tekenen wat je ziet. Let ook op de juiste verhoudingen.

 

  • Tekening: dus niet arceren, want in de cel lopen niet allemaal lijnen…
  • Teken niet te ingewikkeld.
  • Zet in de linkerhoek boven je tekening een titel (of welke opdracht het is) . Verder zet je daar netjes onder elkaar de volgende zaken:

    • Schematische of natuurgetrouw?

    • Dwarsdoorsnede/lengtedoorsnede/buitenaanzicht?

    • Vergroting?

  • Je naam, klas en datum in de rechterbovenhoek (zie afbeelding 4).
  • Benoem de onderdelen en geef deze aan met horizontale lijnen (liniaal). Zie afbeelding 2.
  • Schrijf naast het lijntje, niet er op!

Stap 5

Verder:

  • Teken bij plantencellen ook altijd de celwanden van de aanliggende buurcellen.
  • Kijk goed in afbeelding 3 hoe je de celwanden en het celmembraan weergeeft.

Stap 6

En dit zou het resultaat kunnen zijn!

 

Stap 7

Aan de slag!

 

Je gaat twee tekeningen maken van een vrucht:

1. een natuurgetrouwe tekening van een appel

2. een schematische tekening van de lengtedoorsnede van de appel

 

 

Als je de beide tekeningen gemaakt hebt volgens de tekenregels, ga je deze ook eerst zelf beoordelen.

Dit formulier krijg je van je docent.

of

Download daarvoor het beoordelingsschema (onderaan deze bladzijde).

Sla dit op in je Onedrive bij MNA. Geef het de naam: beoordelen tekening met je eigen naam erachter. Lever in bij de inleverknop.

Open bestand beoordelen tekeningen.docx

Tabellen en grafieken

 

Met tabellen en grafieken kun je gegevens overzichtelijk in beeld brengen.

 

 

Stap 1

Een tabel bestaat uit kolommen en rijen.

Een kolom is van boven naar beneden, een rij is van links naar rechts.

 

 

Kolom 1

Kolom 2

Kolom 3

Kolom 4

Rij 1

 

 

 

 

Rij 2

 

 

 

 

Rij 3

 

 

 

 

Rij 4

 

 

 

 

 

Hieronder zie je een goed voorbeeld van een tabel.

 

Huur Mountainbike

Tijd in dagen

0

1

2

3

Bedrag in euro

5

15

25

35

 

 

Tabel maken

Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.

 

Stap 2

Zinnen zoals hieronder kom je vaak tegen:

  • “Hoe harder je fietst, hoe eerder je thuis bent.”
  • “Hoe langer een kaars brandt, hoe korter de kaars is.”
  • “Hoe langer de taxirit, hoe hoger de prijs.”

Als twee dingen iets met elkaar te maken hebben,
is er een verband tussen die dingen.
Bij een verband kun je vaak een 'Hoe ....., hoe .....'-zin maken.

Een verband kun je weergeven in een grafiek.
In de grafiek hiernaast is het verband tussen de \(\small{\text{brandtijd}}\) en de \(\small{\text{lengte}}\) van een kaars weergegeven.

De \(\small{\text{brandtijd}}\) staat bij de horizontale as.
De \(\small{\text{lengte}}\) staat bij de verticale as.

Je ziet: "Hoe groter de \(\small{\text{brandtijd}}\), hoe kleiner de \(\small{\text{lengte}}\) van de kaars."

Janine ligt in het ziekenhuis.
Twee keer per dag wordt haar temperatuur opgenomen.
Je ziet haar 'temperatuur'-grafiek.

De \(\small{\text{tijd}}\) staat bij de horizontale as.

De \(\small{\text{temperatuur}}\) staat bij de verticale as.

Kijk naar het verloop van de grafiek.
Je ziet:

  • dat de \(\small{\text{temperatuur}}\) eerst stijgt.
  • dat de \(\small{\text{temperatuur}}\) dan constant blijft.
  • en dat de \(\small{\text{temperatuur}}\) dan daalt.

Grafiek maken

In een grafiek kun je heel overzichtelijk informatie aflezen over één specifiek onderwerp. Je maakt naar aanleiding van een onderzoek of opdracht een grafiek waarin je de opgedane kennis of resultaten weergeeft.

 

Stap 3

Op welke bodem groeit tuinkers het best?

Inleiding:
Jullie gaan de invloed van de bodem op de groei van Tuinkers onderzoeken.

De zaden van de tuinkers worden gegeten en gebruikt bij het maken van gerechten. Ze smaken licht pittig. Je eet de blaadjes/stengeltjes op brood of gebruikt ze voor het  maken van soepen, sauzen, salades enz.. Tuinkers heeft veel vitaminen (vooral C) en mineralen (calcium en ijzer) op het moment dat ze een frisgroene kleur hebben. Tuinkers heet ook wel Lepidium sativum, bestaat uit kiemplantjes met groene blaadjes op smalle, witte steeltjes.

Stap 4

 

Download het onderstaande document:

Sla dit document op in je Onedrive.

(map MNA; in deze map nieuwe map: Wat is MNA; maak nieuw Worddcument; geef het de naam: Tuinkers met je eigen naam erachter)

 

Dit document ga je helemaal invullen met behulp van je digiboek en je onderzoeksresultaten.

 

Open bestand Format Tuinkers 2021

Stap 5

 

Voer het onderstaande onderzoek uit en vul alvast het eerste deel van je onderzoeksverslag in.

Dit doe je met behulp van de informatie hieronder.

Lees het hele onderzoek door zodat je weet wat er van je verwacht wordt!

 

Titel:
De invloed van de bodem op het groeien van tuinkerszaadjes

Onderzoeksvraag:
Bij welke soort bodem groeit de tuinkerszaad het snelst?

Hypothese:
Op welke grond kunnen de tuinkers zaadjes het beste groeien denk jij?

 

Stap 6

Hoe ga je te werk?


Benodigdheden:
-30 tuinkerszaadjes
- 3 bakjes
- Grond in de vorm van klei
- Grond in de vorm van zand
- Grond in de vorm van potgrond
- Liniaal om de lengte van het plantje te meten
- Pen en papier om de resultaten op te kunnen noteren.

Werkwijze:

  1. Nummer eerst 3 bakjes met nr.1, 2 en 3.
    Doe in bakje 1 een klein laagje klei
  2. Leg dan in bakje 2 een laagje zand
  3. En in bakje 3 een laagje potgrond
  4. Stop dan per bakje 10 zaadjes in de grond.
  5. Leg er daarna weer een laagje klei (bakje1), zand (bakje 2) en potgrond (bakje 3) over heen.
  6. Zet ze daarna op een plek waar ze allen een gelijke hoeveelheid licht krijgen
    en waar de temperatuur gelijk is. De vensterbank bijvoorbeeld.
  7. Kijk daarna om de 2 dagen of ze gegroeid zijn, doe dit 14 dagen lang.
  8. *Zorg dat de grond al vochtig is voordat je de zaadjes poot.

 

Stap 7

Maak alvast een tabel in je Onderzoeksverslag.


Vanaf nu bekijk je de resultaten om de 2 dagen.

Dus op dag 1,3,5,7,9,11,13,15. Zorg er voor dat de bodem steeds vochtig blijft! Dus af en toe water geven.

 

Maak na dag 15 een tabel en grafiek in Excel of Word en verwerk de gegevens uit je tabel.

 

 

 

 

 

Conclusie:
Natuurlijk kunnen jullie nu een conclusie trekken aan de hand van jullie practicum. Klopt de eerder opgeschreven hypothese wel?

Open bestand Hoe maak je een grafiek?

  Lever je volledige practicumverslag (met tabel en grafiek) in via Itslearning.

Bronnen

Bos, A., Kalverda, O., Smits, G., & Waas, B. (z.d.). Biologie voor jou handboek 1 vmbo-kgt (7de editie, Vol. 1). ’s-Hertogenbosch , Nederland: Malmberg.

Smeenk, I. J. R. (z.d.). Biologiepagina Wat is biologie. Geraadpleegd van https://biologiepagina.nl/1/watisbiologie/watisbiologie.htm

Willem Meilink. (2020, 21 maart). Wat is biologie? [Videobestand]. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=jAhJlsvZHQ8&feature=emb_title

Biologie met Joost. (2019, 8 augustus). Klas 1, Wat is biologie playlist [Videobestand]. Geraadpleegd  van https://www.youtube.com/watch?v=rK_PUxhErSE&list=PLr1tx9agautHrlqPGTI4RqnGf2U1ZpmQ2

Ruud Lekkerkerk Biologie. (2019, 3 juni). Biologie in beroepen [Videobestand]. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watchv=eynyfPyMUaQ&feature=emb_title

BioVlogWild. (2020, 2 september). 7 LEVENSKENMERKEN [Videobestand]. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watchv=qlctDdxt4QA&feature=emb_title

HRS Biology. (2016, 15 augustus). Vaardigheid - Het maken van een tekening [Videobestand]. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=6GIY-jqv6UA&feature=emb_title

ExactLeren. (2017, 23 oktober). Wat is biologie? Levenscyclus de bruine boon [Videobestand]. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=o-EPCy9bAQc&feature=emb_title

ExactLeren. (2017b, 23 oktober). Wat is biologie? Levenscyclus de bruine kikker [Videobestand]. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=3xoulreYjLw&feature=emb_title

DieVanBiologie. (2016, 1 oktober). Biologie BK1 Thema 1 Basisstof 4, Tabellen en grafieken [Videobestand]. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=sqBK_YTGKOE&feature=emb_title

DieVanBiologie. (2016, 1 oktober). Biologie BK, Basisstof 5 en 6, groei en ontwikkeling & biologie en beroepen [Videobestand]. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=fwMBoT9MI54&feature=emb_title

Schooltv. (2020, 4 augustus). Van ei tot vlinder: Hoe ontstaat een vlinder? [Videobestand]. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=4_k8k7GYX7Q&feature=emb_title

Vlinderstichting. (2010, 9 november). Van ei tot vlinder [Videobestand]. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=giCT5RZQ2SI&feature=emb_title

Naomi Kappe. (2016, 19 februari). Van kikkerdril tot kikker [Videobestand]. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=VUvMX1vnfF8&feature=emb_title

BIOLOGIETCCL. (2020). BIOLOGIETCCL. Geraadpleegd van http://www.biologietccl.nl/docs/1b/puzzel%20inleiding%20biologie.pdf

  • Het arrangement Wat is MNA? is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2023-01-11 14:47:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Wat is Biologie? Wat is Verzorging? vmbo-kgt klas 1
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 1;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Erokutan, Serife. (2020).

    Zelfstudie biologie

    https://maken.wikiwijs.nl/166475/Zelfstudie_biologie

    MENS EN NATUUR. (2019).

    PAX VMBO - Huis van de toekomst

    https://maken.wikiwijs.nl/140035/PAX_VMBO___Huis_van_de_toekomst

    MENS EN NATUUR. (2019).

    Pax VMBO - Rampen & Plagen

    https://maken.wikiwijs.nl/139974/Pax_VMBO___Rampen___Plagen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (2017).

    Verband en grafiek

    https://maken.wikiwijs.nl/107327/Verband_en_grafiek

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Levend - dood - levenloos -1

    Levens kenmerken

    Groeien en ontwikkelen

    Levenskenmerken

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.