Ontdekker Plastic Soup
In 1997 zeilde kapitein en oceanograaf Charles Moore van Hawaii naar Zuid-Californië na een zeilrace. Daar, midden op de Grote Oceaan en ver van de bewoonde wereld, zag hij telkens stukjes plastic langs zijn boot drijven. Later keerde hij terug om nader onderzoek te doen. Hij wist toen nog niet dat hij een van ’s werelds grootste milieurampen had ontdekt. Dat plastic bleek niet alleen te drijven, maar ook te zweven in het water. En het ging niet alleen om grote stukken, maar vooral om uiteengevallen stukjes plastic. Moore noemde dit verschijnsel de plastic soup, de term die nu overal gebruikt wordt.
In de jaren negentig van de vorige eeuw had nog niemand van de plasticsoep gehoord. Nu is plasticsoep zo goed als dagelijks in het nieuws.
Hoe komt dit dan? Dat is makkelijk te verklaren. Rond de Tweede Wereldoorlog werd plastic erg populair. Plasic is een economisch interessante grondstof voor veel producten. Het is makkelijk te produceren en goedkoop. Bedenk maar eens hoeveel plastic er in jouw huis te vinden is. In de Tweede Wereldoorlog steeg de plastic productie in de Verenigde Staten al met zo'n 300%. Het was toen belangrijk om veel en snel te produceren, zodat men de oorlog ook kon winnen. Daarnaast was het een noodzaak om meer onderzoek te doen naar beter bruikbare plastics, omdat de natuurlijke hulpbronnen erg nodig waren en schaars.
Na de oorlog ging de snelle ontwikkeling van nieuwe soorten plastics door. In 1954 werd polystyreen uitgevonden, waarmee onder andere gebouwen beter geïsoleerd konden worden. Ook de ontwikkeling in de PET flessen in 1941 was al een belangrijke ontdekking. PET is een stuk lichter dan glas, waardoor het makkelijker mee te nemen was.
Vanf de jaren '60 van de vorige eeuw raakte plastic wel de goede reputatie als goedkoop, veilig en hygiënisch materiaal een beetje kwijt. Dit vooral, omdat men toen tot de ontdekking kwam dat plastic niet goed voor het milieu op aarde was. In deze periode werd ook het eerste plastic in onze oceanen terug gevonden. Niet zo gek als je bedenkt dat in de jaren '50 slechts 9% van al het plastic gerecycled werd. Ongeveer 12% van het plastic afval werd verbrand en 79% kwam terecht in het milieu, dus ook in rivieren, beken, meren en oceanen.
De plasticsoep is overal, al werd er eerst nog gedacht dat er alleen midden op de oceanen een probleem was. Mensen denken dat zij zelf weinig tot geen last hebben van de plastic soep, omdat het vaak niet in de eigen omgeving duidelijk zichtbaar is. Helaas weten we inmiddels wel beter door veel onderzoeken. We weten onder andere:
- dat de plasticsoep overal te vinden is, ook in binnenwateren en op land;
- dat ook landbouwgrond vervuild is met microplastics (niet zichtbare plastic deeljes);
- dat er microplastics in de lucht zitten die we inademen