Veel visnetten werden vroeger van natuurvezels gemaakt, bijvoorbeeld vlas. Touw van natuurvezels was een goede manier om netten van te maken, maar was vrij prijzig en niet zo sterk op de lange termijn. Zo aan het begin van de jaren '60 van de vorige eeuw worden de visnetten van kunstmatige vezels, dus plastic, gemaakt. Dit is een stuk sterker en goedkoper materiaal wat langer mee gaat in de visserij. Nadeel is dat ook deze spullen dus niet vergaan!
De netten die niet meer gebruikt worden en uiteindelijk in de zeeën en oceanen terecht komen, worden ook wel spooknetten genoemd. Deze spooknetten drijven in de wateren en verwonden en doden zeedieren. Het geeft een nieuw soort wereld van leven rondom deze netten, omdat er doden dieren in zweven die andere dieren weer aantrekken als voedsel. Zeezoogdieren stikken in de netten, omdat ze niet meer naar het oppervlak kunnen zwemmen voor zuurstof, vissen komen vast te zitten en verhongeren uiteindelijk. Schildpadden zien in een bundel netten zoals hierboven vaak een veilige schuilplaats in zee, maar zoals je hieronder kunt zien, is dit niet zo. Ook zij raken verstrikt in de netten helaas.
Daarnaast zijn de ronddrijvende netten ook een gevaar voor veel koraalriffen en schepen.