Welkom
Welkom dames en heren,
Als je de link naar deze Wikiwijs hebt ontvangen, betekent het dat je hoogstwaarschijnlijk de toets 'Politiek-Juridische dimensie" moet herkansen of inhalen.
Wegens tijdgebrek is het niet mogelijk geweest om extra lessen in te plannen voor herhaling van de stof, dus hebben ik dit als alternatief/vervanging gemaakt, zodat je toch goed voorbereid de toets kan maken.
In periode 3 heb je 7 lessen gehad over de Politiek-Juridische dimensie en deze zal ik als herhaling in deze Wikiwijs zetten, zodat je van elk onderwerp goed voorbereid bent.
Het is heel belangrijk om de stappen een voor een te volgen door elke keer te klikken op het pijltje rechts onderin. Als je terug wilt gaan naar de vorige stap of oefening klik je op het pijltje links onderin. Snap je een opdracht niet of begrijp je iets niet, noteer dan je vraag en stuur het door via de mail. Ik zal tot de toets beschikbaar zijn voor vragen, je kan het naar mij mailen of via Teams vragen. Dit is mijn e-mailadres: s.azaimi@zadkine.nl
Veel leer plezier en succes!
Onderwerpen van de Wikiwijs
- Democratie, hoezo?
- Wat is politiek en hoe werkt het?
- Verkiezingen.
- Invloed hebben.
- De rechtsstaat.
- Rechten, plichten en gevolgen.
- Vrijheid en media.
Bij elke onderwerp zullen er leerdoelen zijn en zullen deze leerdoelen behandelt worden. Bij elk onderwerp worden ook belangrijkste begrippen uitgelegd.
Democratie, hoezo?
Leerdoelen
Aan het einde van dit onderwerp:
- Weet je wat democratie betekent.
- Begrijp je waarom Nederland een democratie is.
- Begrijp je hoe Nederland bestuurd wordt.
Democratie volgens jongeren
Democratie betekent letterlijk ' regering van het volk'. De meerderheid van het volk beslist. Iedere stem telt even zwaar.
Democratie betekent dus letterlijk: het volk regeert. De burgers in een democratie bepalen samen wat er gebeurt. In een dictatuur is dat anders. Daar neemt een persoon of een kleine groep de beslissingen.
In een democratie is de vrijheid van de burgers het belangrijkst. In Nederland vinden we vrijheid en gelijkheid erg belangrijk. Daarom staat in onze grondwet dat we recht hebben op vrijheid van meningsuiting, op privacy, kiesrecht en recht op gelijke behandeling. Grondrechten zijn de basis van een democratie.
In een dictatuur is dat anders: daar neemt één persoon of een kleine groep de belissingen. De rest van de bevolking heeft niks te zeggen.
Het parlement
Nederland is een democratie. Dat betekent dat elke burger van achttien jaar of ouder invloed kan hebben op het bestuur van het land. Dat gebeurt via het parlement. Daarin zitten volksvertegenwoordigers. Dit zijn de mensen die wij gekozen hebben. Het parlement bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer.
Zodra je achttien jaar bent, mag je meedoen aan verkiezingen. Bij de verkiezingen voor het parlement kun je stemmen op de man of vrouw die volgens jou goede plannen heeft voor het land. Wordt die politicus gekozen, dan komt hij of zij in het parlement. Daar probeert hij of zij zo veel mogelijk van die plannen voor elkaar te krijgen.
Een parlement is een gekozen volksvertegenwoordiging, in Nederland de Eerste en Tweede Kamer samen.
De Eerste en Tweede Kamer
Het parlement bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer:
- De Tweede Kamer is de landelijke volksvertegenwoordiging met 150 leden. Ze beslissen over onderwerpen zoals economie, zorg, onderwijs, verkeer en veiligheid.
- De Eerste Kamer is de landelijke volksvertegenwoordiging met 75 leden, zij controleren de regering.
Het eens worden
Het is moeilijk om het eens te worden als je met een grote groep bent. Bij de democratie is dat ook zo. Vaak krijgt iedereen een beetje zijn zin. Bijvoorbeeld: de een wil meer snelwegen, de ander meer natuur. Ze zoeken dan een oplossing die ergens tussenin ligt. Dat heet een compromis. Bijna elk besluit heeft voor- en tegenstanders. In een democratie zoek je naar de beste oplossing voor zo veel mogelijk mensen.
Dictatuur
In sommige landen mag je heel weinig of niets beslissen of kiezen. Je hebt daar als burger weinig rechten. In een dictatuurbijvoorbeeld is maar een persoon of een partij aan de macht. Die partij of persoon is meestal niet door het volk gekozen, maar vaak met geweld aan de macht gekomen. Burgers die in zo’n land kritiek hebben op de regering, kunnen daarvoor worden opgepakt door de politie.
In een dictatuur neemt één persoon of een kleine groep de beslissingen.
Zoals ook op de afbeelding. De rode landen zijn geen democratie: hoe groener het land, hoe democratischer het land is.
Samenwerkingen
Internationale verdragen zijn een manier om afspraken vast te leggen met andere landen of organisaties.
Vrijheid en gelijkheid zijn voor Nederland dus belangrijke waarden. Nederland heeft ook een aantal internationale verdragen getekend. Hierin worden afspraken gemaakt, bijvoorbeeld over de rechten van alle mensen op de wereld. Landen die dit soort verdragen tekenen, moeten zich houden aan de afspraken die hierin staan. Zo werkt Nederland samen met veel andere landen voor een veilige wereld.
De overheid
In een democratie gelden voor elke burger rechten en plichten. Je hebt bijvoorbeeld de plicht om belasting te betalen als je werkt, maar je hebt ook recht op onderwijs. De overheid let op of je niet te hard rijdt. Maar de overheid zorgt ook dat er goede wegen zijn. De overheid neemt besluiten namens ons allemaal.
De uitvoering van die besluiten is verdeeld in verschillende taken:
- Zo voert de gemeente alleen taken uit die van belang zijn voor de inwoners van die gemeente.
- De provincie voert alleen taken uit die over de provincie gaan. Bijvoorbeeld hoe de provincie is ingericht: moet er ruimte komen voor een snelweg of voor natuur?
- De rijksoverheid gaat over het hele land.
- De rijksoverheid houdt zich bezig met het controleren of iedereen zich aan de wetten houdt.
De overheid gaat over het hele land. De Rijksoverheid houdt zich bezig met het controleren of iedereen zich aan de wetten houdt.
De uitvoering van die besluiten is verdeeld in verschillende taken. Zo voert de gemeente alleen taken uit die van belang zij n voor de inwoners van die gemeente.
De provincie voert alleen de taken uit die over de provincie gaan. Bij voorbeeld hoe de provincie is ingericht: moet er ruimte komen voor een snelweg of voor natuur?
Wat is politiek en hoe werkt het?
Leerdoelen
Aan het einde van dit onderwerp:
- kun je uitleggen wat de begrippen regering, coalitie, kabinet betekenen.
- kun je uitleggen hoe de regering gevormd wordt.
- kun je uitleggen hoe een wet tot stand komt.
- kun je voorbeelden noemen van de taken en bevoegdheden van de Eerste en Tweede Kamer.
Verkiezingen
Bij verkiezingen worden verschillende politici gekozen. Ze gaan namens ons besluiten nemen en wetten maken.
Na de verkiezingen is het duidelijk hoeveel zetels de partijen in de Tweede Kamer krijgen. Het is dan nog niet duidelijk welke partijen de regering gaan vormen. Pas na de verkiezingen gaan de partijen daar met elkaar over praten.
In Nederland is nooit één partij alleen aan de macht. Er wordt altijd een coalitie gemaakt van meerd ere partijen. De partij met de meeste stemmen, krijgt als eerste de kans een coalitie te vormen. Die partij zoekt een of meer andere partijen om mee samen te werken.
Een coalitie is een samenwerking tussen politieke partijen in regering en bestuur.
Het liefst willen die partijen samen een meerderheid hebben in de Tweede Kamer, dus minimaal 76 van de 150 zetels. Want dan is de kans veel groter dat de Tweede Kamer de plannen van de regering goed vindt.
Als partijen het eens zijn over het vormen van een regering, schrijven ze op wat hun doelen zijn voor de komende jaren. Dat doen ze in het regeerakkoord. De partijen uit de coalitie gaan een regering vormen.
De regering bestaat uit de koning en de ministers.
Het regeerakkoord is een lijst van afspraken die de regerende partijen hebben gemaakt over het beleid dat ze gaan voeren.
Regering en ministers
De regering (Koning en ministers) maakt plannen, nieuwe regels en wetten. Maar het volk heeft het laatste woord.
Het volk wordt vertegenwoordigd in de Eerste en Tweede Kamer. Zij controleren de regering. De Eerste en de Tweede Kamer heten samen een parlement. Ze vormen de Staten-Generaal.
De regering bestaat uit de koning en de ministers. De koning ondertekent wetten, benoemt ministers en leest de troonrede voor. De koning heeft geen invloed op wat er in de wet komt te staan. Hij schrijft ook niet zelf de troonrede. De ministers zijn verantwoordelijk voor alles wat de koning zegt of doet. Het kabinet bestaat uit ministers en staats secretarissen. Een staatssecretaris is een soort onderminister. Deze helpt de minister. Het kabinet maakt wetten en voert het overheidsbeleid uit.
Iedere minister houdt zich bezig met een bepaald onderwerp, en heeft de leiding over een ministerie. Bijvoorbeeld over het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Er zijn elf ministeries in Nederland.
Verkiezingen
Leerdoelen
Aan het einde van dit onderwerp:
- weet je wat politieke partijen zijn.
- kun je voorbeelden noemen van Nederlandse politieke partijen.
- snap je hoe de verkiezingen werken.
- ontdek je welke politieke partijen bij jou passen.
Wat zijn de verkiezingen?
Jij hebt een mening over dingen. Bijvoorbeeld op school: je vindt bepaalde lessen wel of niet nuttig, je vindt de prijzen in de kantine te hoog of wel oké. Je vindt waarschijnlijk ook van alles over je buurt, stad of land. Die mening kun je laten horen. Bijvoorbeeld door te gaan stemmen als er verkiezingen zijn.
De verkiezingen vormen de basis van de democratie. Er zijn verschillende verkiezingen, namelijk: voor de Tweede Kamer, Provinciale Staten, waterschappen, gemeenteraden en het Europees Parlement. De Europese verkiezingen zijn elke vijf jaar, alle andere verkiezingen zijn elke vier jaar.
Wat is een politieke partij?
Een politieke partij is een organisatie die deelneemt aan verkiezingen om invloed te hebben op politieke besluiten.
Je kent vast wel een paar politieke partijen. Bijvoorbeeld D66, PVV, GroenLinks, VVD. Een politieke partij is een groep mensen met dezelfde mening over wat goed is voor Nederland. Bijvoorbeeld: lagere belastingen of meer aandacht voor het milieu.
De meeste politieke partijen hebben leden. Die kunnen binnen de partij hun mening geven. Leden van een partij kunnen op de kieslijst of kandidatenlijst van hun partij staan. De persoon die bovenaan de kandidatenlijst staat noemen we de lijsttrekker. De lijsttrekker speelt de hoofdrol tijdens de verkiezingstijd en de debatten.
Een lijsttrekker is de eerste persoon op de kandidatenlijst van een politieke partij bij verkiezingen en de politiek leider van een partij.
Campagne voeren
Partijen willen zo veel mogelijk mensen overtuigen van hun standpunten. Daarom voeren ze campagne. Campagne voeren is eigenlijk reclame maken voor een politieke partij. Dit wordt op allerlei manier gedaan zoals: folders verspreiden, meedoen aan een debat en tv-spotjes maken. Partijen doen dit om bekender te worden en stemmen te trekken.
Links en Rechts
In de politiek hoor je vaak de termen ‘links’ of ‘rechts’. Er zijn linkse partijen en rechtse partijen. Er zijn ook partijen ‘in het midden’.
De termen links en rechts zijn ‘toevallig’ ontstaan. Het had te maken met de plek waar de stoelen in het parlement van Frankrijk stonden en welke groepen op die stoelen zaten. In de loop van de tijd zijn de termen ‘links’ en ‘rechts’ gaan horen bij idealen van politieke groepen.
Bij links zijn die idealen gelijkheid en de groep. Bij rechts zijn vrijheid en het individu belangrijk. Er zijn ook partijen die ongeveer in het midden staan tussen links en rechts.
Verschillende verkiezingen
In Nederland kun je kiezen wie jou vertegenwoordigt in de Tweede Kamer.
Je stemt dan op de partij die bij jou past. Je krijgt kunt ook stemmen voor:
- de gemeenteraad
- de Provinciale Staten
- het bestuur van een waterschap
- het Europees Parlement
Referendum
Bij een referendum mogen alle burgers van een land zeggen wat ze vinden van een bepaald onderwerp. Bijvoorbeeld: ‘zijn jullie voor of tegen kernenergie?’. Of ‘willen jullie wel of niet in de Europese Unie blijven?’. In Nederland is het referendum sinds 2018 afgeschaft. Burgers kunnen dus niet meer rechtstreeks zeggen wat ze willen, maar alleen via de politieke partij waar ze op stemmen.
Invloed hebben
Leerdoelen
Aan het einde van dit onderwerp:
- Weet je hoe je invloed kunt hebben op de overheid.
- Weet je wat jongeren-participatie is.
Invloed hebben
Of je nu wel of niet vindt dat het zin heeft om te stemmen, het is een feit dat we stemrecht hebben. Dit is vastgelegd in de Grondwet.
Verkiezingen zijn de basis van de democratie. Alle burgers van 18 jaar en ouder mogen stemmen. Je stemt op een persoon van een bepaalde politieke partij.
Er zijn meer mogelijkheden om invloed te hebben. Denk aan media-aandacht vragen voor je probleem of plan, een eigen politieke partij oprichten, zelf initiatief nemen om iets te veranderen in je buurt, of leden van de Tweede Kamer of gemeenteraad benaderen.
Jongerenparticipatie
Je hoeft niet naar de stembus om je bewust te zijn van de invloed die je hebt op je eigen leefomgeving. Denk maar aan jongerenparticipatie: jongeren op een actieve manier betrekken.
Veel organisaties vinden het belangrijk dat jongeren meedoen en meedenken over politiek en bestuur. Dat noemen ze jongeren-participatie.
Jongeren-participatie is de invloed die jongeren hebben op hun leefomgeving.
Het gaat om:
- inspraak (je mening geven)
- invloed (er wordt iets gedaan met je mening/idee)
- eigen initiatief (je kunt dingen organiseren die je zelf wilt)
De rechtstaat
Leerdoelen
Aan het einde van dit onderwerp:
- Je kunt uitleggen wat de Grondwet is en wat grondrechten zijn.
- Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van een rechtsstaat.
- Je kunt aan de hand van voorbeelden uitleggen dat Nederland een rechtsstaat is.
- Je kunt een grondrecht noemen dat jij belangrijk vindt.
Wat is de rechtsstaat?
Nederland is een rechtsstaat. Iedereen moet zich aan de wet houden, ook de overheid zelf.
De inwoners van een rechtstaat hebben vrijheden en rechten. Deze worden grondrechten genoemd. Ze zijn zo belangrijk dat ze in de Nederlandse Grondwet zijn opgenomen. De Grondwet is de basis van de rechtsstaat en kan niet zomaar veranderd worden.
Grondrechten voor burgers in Nederland garanderen vrijheden en bestaanszekerheid. Ze beschermen de burgers ook tegen de macht van de overheid.
Een rechtsstaat is een land waarin de burgers door grondrechten beschermd worden tegen de macht van de staat.
Grondrechten zijn rechten van individuele burgers tegenover de staat en tegenover elkaar.
De Grondwet: wat en waarom?
De Grondwet is de basis van al onze wetten. Hierin zijn de grondrechten van de burgers vastgelegd. Ook de regels voor onze democratie staan erin: wie mag wat doen en wie controleert dat? Wat zijn bijvoorbeeld de rechten van de Eerste en de Tweede Kamer?
Grondrechten zijn de belangrijkste rechten, de basisrechten die je hebt in Nederland. Ze beschermen burgers ook tegen de macht van de overheid. De overheid mag niet zomaar je huis binnengaan of zich bemoeien met je godsdienst.
Belangrijke grondrechten zijn de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst, het recht op privacy en het recht om te stemmen bij verkiezingen. Daarnaast verbiedt de Grondwet ook dingen, bijvoorbeeld discrimineren. Grondrechten gelden voor alle burgers.
Hoe werkt een rechtsstaat?
In een rechtsstaat heeft de burger rechtszekerheid (de wet staat vast) en rechtsgelijkheid (iedereen heeft dezelfde rechten).
De macht in een rechtsstaat is in drieën verdeeld:
- De wetgevende macht
- De Eerste en Tweede Kamer, die wetten opstellen en goedkeuren;
- De regering heeft ook wetgevende taken.
- De uitvoerende macht
- De regering, die wetten uitvoert.
- De rechterlijke macht
- Rechters, die bepalen of iemand zich aan de wet heeft gehouden
De drie machten controleren elkaar. Dat zorgt ervoor dat niet één groep alle macht krijgt. De rechters in een rechtstaat zijn onafhankelijk. Ze zijn in dienst van de overheid, maar mogen bijvoorbeeld nooit ontslagen worden vanwege een uitspraak. Daardoor kunnen ze ook uitspraken doen die niet gunstig zijn voor de overheid.
De grondrechten zorgen voor meer veiligheid en zekerheid. Je kunt niet – zoals dat soms in andere landen wel gebeurt – zomaar door de politie worden opgesloten. Grondrechten zijn voor iedereen gelijk. Iemand met geld heeft niet meer te zeggen dan iemand zonder geld.
Schending van grondrechten
Schending van grondrechten We hebben grondrechten. Maar toch gaat er soms iets mis, zoals in de voorbeelden hieronder.
- Als de politie geweld gebruikt, kan er sprake zijn van overtreding van het recht op lichamelijke integriteit.
- Als je geen uitkering krijgt, gaat dit misschien wel in tegen het recht op sociale zekerheid.
- Als iemand de disco niet in mag, kan dat in strijd zijn met het recht op gelijke behandeling.
Vind je dat je grondrechten zijn geschonden, dan kun je als burger naar de rechter gaan. Die beslist dan of je gelijk hebt.
Rechten, plichten en gevolgen.
Leerdoelen
Aan het einde van dit onderwerp:
- Je kunt uitleggen wat rechten en plichten zijn.
- Je kunt voorbeelden noemen van rechten en plichten die je in Nederland hebt.
- Je kunt uitleggen wat een overtreding, een misdrijf en een strafblad zijn.
- Je kunt uitleggen wat de mogelijke gevolgen zijn van een strafblad.
Strafrecht
Als je dingen doet die niet mogen, krijg je te maken met het strafrecht. Dat kunnen ‘kleine’ dingen zijn zoals door rood rijden of afval op straat gooien. Dat noemen we overtredingen. Grotere dingen zoals diefstal of geweld worden misdrijven genoemd. Voor zowel overtredingen als misdrijven kun je straf krijgen. Het zijn strafbare feiten.
Een overtreding is een licht strafbaar feit. Je kunt een overtreding per ongeluk maken.
Een misdrijf is een zwaarder strafbaar feit waarvoor je een gevangenisstraf kunt krijgen. Een misdrijf is altijd opzettelijk.
Als je een strafbaar feit hebt gepleegd, kan er een rechtszaak volgen. Daarin vertelt de officier van justitie wat er gebeurd is en welke straf de verdachte moet krijgen. De verdachte mag zich (laten) verdedigen. De rechter beslist over de zaak.
Jongeren tussen de 12 en 16 jaar kunnen een Halt-straf krijgen. Ben je 16 of 17 jaar dan kun je jeugddetentie krijgen. Je komt dan vast te zitten in een jeugdgevangenis.
Meer dan geld
Overtredingen en misdrijven kosten niet alleen geld. Ze kunnen ook gevolgen hebben voor vriendschappen en relaties of je werk.
Als je ouder bent dan 12 jaar en een misdrijf hebt gepleegd, krijg je altijd een strafblad. Bij een overtreding niet altijd. Met een strafblad sta je geregistreerd bij Justitie.
Een strafblad is de registratie van wetsovertredingen waarvoor iemand is veroordeeld.
Recht is een verzamelwoord voor alle regels die in de samenleving gelden: wat mag wel en wat mag niet? Zo kunnen we met elkaar samenleven. Als er een conflict is, kan het via de rechter worden opgelost. Misdrijven en overtredingen kunnen worden gestraft.
Verschillende soorten recht
De rechtspraak is verdeeld in:
- Civiel recht: hier gaat het om conflicten van particulieren en organisaties.
- Strafrecht: hier beoordeelt een rechter of iemand een strafbaar feit heeft gepleegd en daarvoor straf moet krijgen.
- Bestuursrecht: hier gaat het om conflicten met de overheid.Verschillende soorten recht
Vrijheid en media
Leerdoelen
Aan het einde van dit onderwerp:
- weet je wat vrijheid van meningsuiting is.
- weet je wat journalistieke regels zijn.
- kun je uitleggen wat de verschillen zijn tussen oude en nieuwe media.
- kun je uitleggen wat persvrijheid is en waarom dit belangrijk is voor de democratie.
Vrijheid van meningsuiting
In Nederland heb je vrijheid van meningsuiting. Je mag zeggen en schrijven wat je wilt, zonder dat de overheid je daar toestemming voor hoeft te geven. In Nederland kun je niet zomaar in de gevangenis komen vanwege je mening over de regering. Vrijheid van meningsuiting staat in de Grondwet.
Stel: je hebt een plan voor Nederland. Of je bent fel tegen iets wat de regering besloten heeft. Dan wil je dat bekend maken, zodat je medestanders vindt. Maar als je niet mag zeggen wat je denkt, wordt dat heel lastig. Daarom is vrijheid van meningsuiting in een democratie zo belangrijk. Je mag je mening laten horen zonder dat de overheid zich ermee bemoeit.
In Nederland mag je zeggen en schrijven wat je denkt zonder daar eerst toestemming voor te vragen. Maar als je iets zegt of schrijft wat voor andere mensen kwetsend of beledigend is, kan de rechter je achteraf wel straffen.
Aan veel grondrechten zit een grens. Ook de vrijheid van meningsuiting heeft grenzen. Als je bijvoorbeeld iemand beledigt of oproept tot haat, geweld of discriminatie, kun je strafbaar zijn. Of dat zo is, dat bepaalt de rechter. De rechter weegt zorgvuldig af of bijvoorbeeld een belediging zo erg is dat je er straf voor krijgt.
Daarbij zijn de omstandigheden belangrijk. Denk maar aan stand-up comedy: op het podium mag je meer roepen dan bijvoorbeeld in de Tweede Kamer. Als iets duidelijk als grap is bedoeld, zal de rechter het minder snel straf geven.
Regels voor journalisten
Professionele journalisten moeten volgens bepaalde regels werken. De regels gelden voor gedrukte media zoals kranten en tijdschriften, maar ook voor radio, tv en internet.
Journalisten houden zich niet altijd aan de regels. Bijvoorbeeld omdat ze geen zin hebben om veel werk te doen. Of omdat een journalist zelf een sterke mening heeft over een onderwerp, en dit in een nieuwsbericht ook duidelijk wordt.
In de Nederlandse Grondwet is ook de ‘vrijheid van drukpers’ vastgelegd. Dit wordt ook wel persvrijheid genoemd. Je mag in een krant schrijven wat je wilt, en op radio, tv en internet laten zien en horen wat je wilt. Je hoeft niet eerst goedkeuring van de overheid te krijgen. Er is dus geen censuur.
Deze persvrijheid is heel belangrijk in een democratie: elke burger of partij moet zijn mening kunnen geven via de media. En de media moeten alles kunnen vertellen over de overheid.
Die persvrijheid heeft grenzen. Je mag niet liegen of mensen beledigen in de media. Maar de overheid controleert dat niet vooraf. Wel kun je achteraf straf krijgen.
Begrippenlijst
- Democratie = Het volk regeert. De burgers bepalen samen wat er gebeurt, de meerderheid van het volk beslist en iedere stem telt even zwaar.
- Parlement = een gekozen volksvertegenwoordiging, in Nederland de Eerste en Tweede Kamer samen.
- Tweede Kamer = de landelijke volksvertegenwoordiging met 150 leden.
- Eerste Kamer = de landelijke volksvertegenwoordiging met 75 leden die de regering controleert.
- Compromis = een afspraak waarbij alle partijen wat toegeven.
- Dictatuur = wanneer één persoon of een kleine groep de beslissingen neemt.
- Overheid = over het hele land. de Rijksoverheid houdt zich bezig met het controleren of iedereen zich aan de wetten houdt.
- Coalitie = een samenwerking tussen politieke partijen in regering en bestuur.
- Regering = de Koning en de ministers.
- Regeerakkoord = een lijst van afspraken die de regerende partijen hebben gemaakt over het beleid dat ze gaan voeren.
- Kabinet = Ministers en staatssecretarissen.
- Politieke partij = een organisatie die deelneemt aan verkiezingen om invloed te hebben op politieke besluiten.
- Lijsttrekker = de eerste persoon op de kandidatenlijst van een politieke partij bij verkiezingen en de politiek leider van een partij.
- Jongeren-participatie = de betrokkenheid en inbreng van jongeren bij onderwerpen die hen aangaan.
- Rechtsstaat = een land waarin de burgers door grondrechten beschermd worden tegen de macht van de staat.
- Grondrechten = rechten van individuele burgers tegenover de staat en tegenover elkaar.
- Nederlandse Grondwet = een Nederlandse wet met de belangrijkste rechten en plichten van de burgers en de bevoegdheden van koning, regering en parlement.
- Rechten = je mag iets doen, bijvoorbeeld studiefinanciëring aanvragen. je hebt er recht op.
- Plichten = je moet iets doen, bijvoorbeeld belasting betalen en je aan de wet houden. Dat is verplicht.
- Overtreding = een licht strafbaar feit. Je kunt je overtreding per ongeluk maken.
- Misdrijf = een zwaarder strafbaar feit waarvoor je een gevangenisstraf kunt krijgen. Een misdrijf is altijd opzettelijk.
- Strafblad = de registratie van wetsovertredingen waarvoor iemand veroordeeld is.
- Recht = het geheel van regels en wetten die in een land of regio gelden.
- Vrijheid van meningsuiting = de vrijheid van burgers om hun overtuigingen kenbaar te maken. Dat mag zonder dat de overheid het vooraf controleert.
- Persvrijheid = het recht om te onderzoeken wat je wilt en daarover te publiceren zonder controle vooraf.
- Censuur = controle vooraf op wat er in de media gepubliceerd wordt.