Regering en ministers

De regering (Koning en ministers) maakt plannen, nieuwe regels en wetten. Maar het volk heeft het laatste woord.

Het volk wordt vertegenwoordigd in de Eerste en Tweede Kamer. Zij controleren de regering. De Eerste en de Tweede Kamer heten samen een parlement. Ze vormen de Staten-Generaal.

De regering bestaat uit de koning en de ministers. De koning ondertekent wetten, benoemt ministers en leest de troonrede voor. De koning heeft geen invloed op wat er in de wet komt te staan. Hij schrijft ook niet zelf de troonrede. De ministers zijn verantwoordelijk voor alles wat de koning zegt of doet. Het kabinet bestaat uit ministers en staats secretarissen. Een staatssecretaris is een soort onderminister. Deze helpt de minister. Het kabinet maakt wetten en voert het overheidsbeleid uit.

Iedere minister houdt zich bezig met een bepaald onderwerp, en heeft de leiding over een ministerie. Bijvoorbeeld over het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Er zijn elf ministeries in Nederland.