Wat moet je weten voor je examen?
Belangrijke begrippen tijdens jouw examen
Op deze pagina bieden we een overzicht van de begrippen die je moet kennen voor jouw examen. Weet je waar deze begrippen over gaan, herken je ze én kun je ze toepassen in een specifieke context? Dan ben je al een heel eind op de goede weg. De precieze leerdoelen voor dit vak staan in de syllabus.
B1 Wijsgerige antropologie
Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je: een aantal centrale begrippen en toonaangevende visies uit de wijsgerige antropologie herkennen, uitleggen en in een filosofische context toepassen en evalueren.
|
Onderwerpen en begrippen
|
Dit weet ik
|
Centrale begrippen |
|
rede, subjectiviteit, intersubjectiviteit, zelfbewustzijn, identiteit, lichamelijkheid, excentriciteit, macht, disciplinering, arbeid, communicatie, seksualiteit |
|
Begrippenparen |
|
cultuur en natuur |
|
emotie en verstand |
|
geest (ziel) en lichaam |
|
monisme en dualisme/pluralisme |
|
mens en dier |
|
bewust en onbewust |
|
vrijheid en determinisme |
|
doel- en waardegericht handelen |
|
Toonaangevende visies waarin:
|
|
geest (ziel) en lichaam tegenover elkaar worden geplaatst (dualisme) |
|
door de inwerking van de vorm (ziel) op de stof (lichaam) een betrekkelijke eenheid ontstaat (Aristoteles; Christelijk Aristotelisme) |
|
het mens-zijn in verband wordt gebracht met lichamelijke processen, in het bijzonder met hersenprocessen (materialisme, philosophy of mind) |
|
de mens wordt beschouwd als een functioneel onderdeel van een dominant systeem (structuralisme) |
|
de mens wordt gezien als een onderdeel van de evolutie en als biologisch-genetische eenheid (sociobiologie) |
|
C1 Ethiek
Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je: een aantal centrale begrippen en toonaangevende visies uit de ethiek herkennen, uitleggen en in een filosofische context toepassen en evalueren. |
Onderwerpen en begrippen
|
Dit weet ik
|
Centrale begrippen |
|
goed, waarde, norm, geluk, deugd, moraal, rechtvaardigheid, verantwoordelijkheid |
|
Begrippenparen
|
|
wil en verstand |
|
waarden en normen
|
|
'is' en 'ought' |
|
intrinsiek en instrumenteel handelen |
|
macht en belangen |
|
ethiek en moraal |
|
rechten en plichten |
|
Toonaangevende visies waarin: |
|
de mens wezenlijk op het goede betrokken is (Plato) |
|
de mens als gemeenschapswezen deugd als uitgangspunt neemt (Aristoteles, Thomas, MacIntyre, Nussbaum) |
|
morele afweging altijd uitgaat van principes en/of plicht ongeacht tot welke resultaat deze afweging leidt (Kant) |
|
het goede datgene is wat leidt tot de maximalisering van geluk (Mill) |
|
waarden door de mens zelf moeten worden gecreëerd (Nietzsche) |
|
de ethiek gebaseerd is op communicatief handelen (Habermas) |
|
D1 Kennisleer
Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je: een aantal centrale begrippen en toonaangevende visies uit de kennisleer herkennen, uitleggen en in een filosofische context toepassen en evalueren. |
Onderwerpen en begrippen
|
Dit weet ik
|
Centrale begrippen |
|
a priori, a posteriori, universeel, particulier, idealisme, objectief, subjectief, intersubjectief |
|
Begrippenparen
|
|
zelfbewustzijn en hersenen |
|
schijn en werkelijkheid |
|
waar en vals |
|
feit en fictie |
|
kennis en geloof |
|
kennis en kunde |
|
Toonaangevende visies waarin: |
|
kennis verband houdt met de kennis van de oervormen (Plato) |
|
kennis als uitgangspunt de alledaagse ervaring en waarneming heeft (Aristoteles) |
|
kennis primair een proces is van rationeel denken (Descartes) |
|
kennis is gebaseerd op zintuiglijke ervaring (Locke, Hume, Nagel) |
|
kennis voortkomt uit een synthese van ervaring en denken (Kant, neokantianisme) |
|
kennis voortkomt uit verbeeldingskracht (constructivisme, narrativisme) |
|
E1 Wetenschapsfilosofie
Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je: een aantal centrale begrippen en toonaangevende visies uit de wetenschapsfilosofie herkennen, uitleggen en in een filosofische context toepassen en evalueren. |
Onderwerpen en begrippen
|
Dit weet ik
|
Centrale begrippen
|
|
theorie, grondslagen, axioma, hypothese, empirische basis, demarcatie, empirische cyclus, paradigma, positivisme |
|
Begrippenparen
|
|
wetenschappelijke en common-sense kennis |
|
formele en empirische wetenschappen |
|
feit en theorie |
|
wetmatigheid en toeval |
|
verklaren en verstaan |
|
inductie en deductie |
|
waardevrijheid en waardegebondenheid |
|
techniek en technologie |
|
Toonaangevende visies waarin: |
|
wetenschap gebaseerd is op positieve feiten (Comte, Wiener Kreis) |
|
wetenschap gezien wordt als toetsing van theorie aan het experiment (Hempel; Popper) |
|
de wetenschappelijke gemeenschap wetenschappelijke denkpatronen (paradigma’s) bepaalt (Kuhn) |
|
vele methoden van onderzoek als wetenschappelijk worden beschouwd (Feyerabend) |
|
wetenschap als interpretatie wordt benaderd (hermeneutiek) |
|
wetenschap als maatschappelijke praktijk wordt gezien (Latour) |
|
De vraag naar de mens in relatie tot techniek en wetenschap
Kwestie 1: Filosofische antwoorden op de vraag, wat is de mens?
Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je:
de filosofische vraag naar de mens benaderen vanuit de rol die wetenschap en techniek spelen, met daarbij een uitleg, vergelijking en evaluatie van verschillende filosofische antwoorden op de vraag naar de mens.
|
Onderwerpen en begrippen
|
Dit weet ik
|
Kernbegrippen
|
|
Pre-reflectief: directe gewaarwording die voorafgaat aan bewuste reflectie |
|
Lichaamsschema: pre-reflectieve kennis van ruimtelijke positie van het lichaam |
|
Excentrische positionaliteit: vermogen van de mens om te reflecteren op eigen bestaan en zich ertoe te verhouden |
|
Medewereld: de gedeelde wereld van taal en cultuur tussen mensen |
|
Natuurlijke kunstmatigheid: noodzaak voor mens om zichzelf vorm te geven vanuit excentrische positie |
|
Bemiddelde onmiddellijkheid: directe ervaring is altijd bemiddeld door lichaam en bewustzijn |
|
Utopische standplaats: mens heeft geen vaste basis maar verlangt ernaar |
|
Lichaamsschema (in context Fanon): hoe het lichaam in de ruimte wordt ervaren, beïnvloed door culturele/raciale interpretaties |
|
Filosofen en hun centrale opvattingen |
|
Descartes (1596-1650): mens als denkend ding (res cogitans) tegenover uitgebreid ding (res extensa) |
|
Sheets-Johnstone: mens als reflecterend, bewegend lichaam; fenomenologische benadering van dans en beweging |
` |
Plessner (1892-1985): mens staat lichamelijk in verhouding tot zichzelf; excentrische positionaliteit; drie antropologische wetten |
|
De Beauvoir (1908-1986): bestaanservaring van vrouwen wordt gevormd door culturele opvattingen |
|
Fanon (1925-1961): bestaanservaring van mensen van kleur wordt gevormd door de blik van anderen |
|
Kwestie 2 Hoe veranderen techniek en wetenschap ons mensbeeld
Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je:
- de opvattingen van Descartes, Sheets-Johnstone, Plessner, De Beauvoir en Fanon over de vraag naar de mens, en de verschillende manieren waarop het lichaam daarbij een rol speelt uitleggen, vergelijken, toepassen en evalueren.
- uitleggen en evalueren dat mensen volgens Sheets-Johnstone een reflecterend, bewegend lichaam zijn.
- uitleggen en evalueren dat volgens Plessner mensen in een verhouding tot zichzelf staan.
- uitleggen en evalueren dat volgens De Beauvoir en Fanon mensen lichamelijk in verhouding tot anderen staan.
|
Onderwerpen en begrippen
|
Dit weet ik
|
Kernbegrippen
|
|
Oriënterende metaforen: metaforen gebaseerd op ruimtelijke oriëntatie (boven-beneden, binnen-buiten) |
|
Ontologische metaforen: metaforen die abstracte concepten als concrete entiteiten beschrijven |
|
Historische contingentie: toevalligheid/veranderlijkheid van mensbeelden door de geschiedenis heen |
|
Cognitivisme: opvatting dat denken bestaat uit informatieverwerking en symboolmanipulatie. |
|
Connectionisme: benadering die cognitie verklaart via neurale netwerken |
|
Symboolmanipulatie: verwerking van mentale representaties volgens bepaalde regels |
|
Input en output: invoer van zintuiglijke informatie en uitvoer van gedrag |
|
Mentale representatie: innerlijke weergave van de werkelijkheid |
|
Kunstmatige intelligentie: simulatie van menselijke intelligentie door machines
|
|
Productsimulatie: nabootsing van het eindresultaat van denken
|
|
Processimulatie: nabootsing van het denkproces zelf |
|
Neuraal netwerk: computationeel model gebaseerd op hersenen |
|
4E-cognitie begrippen: |
|
Embodied: denken is belichaamd |
|
Embedded: denken is ingebed in omgeving |
|
Extended: denken strekt zich uit buiten het lichaam |
|
Enactive: denken is een actieve interactie met omgeving |
|
Cognitieve extensies: hulpmiddelen die ons denken uitbreiden |
|
Sensomotorisch lichaam: lichaam dat waarneemt en beweegt |
|
Filosofen en hun centrale opvattingen |
|
Lakoff & Johnson: taal drukt uit hoe we met ons lichaam in de wereld staan.
|
|
Vroon & Draaisma: mensbeelden zijn historisch contingent en worden beïnvloed door technologische metaforen.
|
` |
Swaab: mensen zijn hun brein en het brein functioneert als een computer.
|
|
Dreyfus: kritiek op functionalisme; benadrukt rol van belichaamde ervaring.
|
|
Clark & Chalmers: denken strekt zich uit buiten het brein (extended mind).
|
|
O'Regan, Myin & Noë: denken is een handeling van het bewegende lichaam in interactie met de omgeving.
|
|
Kwestie 3 Verandert het wezen van de mens door de omgang met techniek?
Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je:
- de opvattingen van Clark, Kockelkoren, Verbeek en De Mul over de vraag of het wezen van de mens verandert door de omgang met techniek en wetenschap uitleggen, vergelijken, toepassen en evalueren.
- uitleggen en evalueren dat volgens Clark mensen van nature technologische wezens zijn.
- uitleggen en evalueren dat volgens Kockelkoren de omgang met techniek de zintuiglijke ervaring verandert.
- uitleggen en evalueren dat volgens Verbeek techniek het moreel oordeelsvermogen verandert.
- uitleggen en evalueren dat volgens De Mul hedendaagse techniek de menselijke identiteit verandert.
|
Onderwerpen en begrippen
|
Dit weet ik
|
Kernbegrippen
|
|
Interface: raakvlak tussen mens en technologie
|
|
Cyborg: hybride van mens en technologie |
|
Dynamische apparaten: technologie die zich aanpast aan de gebruiker |
|
Decentreren: afstand nemen van directe ervaring |
|
Recentreren: nieuwe ervaring eigen maken |
|
Humanisme: mensbeeld dat uitgaat van redelijk wezen met zelfbewustzijn en vrije wil |
|
Natural-born cyborgs: mensen zijn van nature technologische wezens
|
|
Filosofen en hun centrale opvattingen |
|
Clark: mensen zijn van nature technologische wezens; natural-born cyborgs |
|
Kockelkoren: omgang met techniek verandert onze zintuiglijke ervaring via processen van decentrering en recentrering |
` |
Verbeek: techniek transformeert ons moreel handelingsvermogen |
|
De Mul: hedendaagse techniek verandert menselijke identiteit via drie mogelijke scenario's:
- Zwermgeest-scenario (extrahumanisme)
- Alien-scenario (transhumanisme)
- Zombie-scenario (posthumanisme)
|
|
Kwestie 4 Grensvervagingen
Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je:
- de opvattingen van Haraway, Morton, Despret, Latour, Hayles, Barad, Harari en Rasch over de grensvervagingen omtrent de mens uitleggen, vergelijken, toepassen en evalueren
- uitleggen en evalueren dat volgens Morton de grens tussen mens en dier is vervaagd
- uitleggen en evalueren dat volgens Latour en Hayles de grens tussen levend en niet-levend is vervaagd
- uitleggen en evalueren dat volgens Barad, Harari en Rasch de grens tussen fysiek en niet-fysiek is vervaagd
|
Onderwerpen en begrippen
|
Dit weet ik
|
Kernbegrippen
|
|
Ecologisch denken: denken in termen van verbondenheid met andere levende wezens |
|
Mesh: onderlinge verbondenheid van alle levende en niet-levende dingen |
|
Plantenneurobiologie: onderzoek naar cognitie van planten |
|
Actor: element in een netwerk dat handelingsvermogen heeft |
|
Actor-netwerktheorie (ANT): theorie die handelingsvermogen toekent aan zowel mensen als niet-mensen |
|
Handeling (action): wat gebeurt door samenwerking van actoren in een netwerk |
|
Niet-bewuste cognitie: denkvermogen zonder bewustzijn |
|
Distributie: verdeling van cognitie over verschillende actoren |
|
Cognitieve assemblage: netwerk van menselijke en niet-menselijke denkers |
|
Intra-actie: wederzijdse beïnvloeding waarbij de betrokken elementen pas in de intra-actie ontstaan |
|
Algoritme: reeks instructies om een doel te bereiken |
|
Techno-humanisme: streven naar verbetering van de mens via technologie |
|
Dataïsme: opvatting dat alles te reduceren is tot data |
|
Het else: wat ontsnapt aan dataficatie |
|
Filosofen en hun centrale opvattingen |
|
Haraway: kritiek op dualistische denken en grenzen tussen mens/dier/machine |
|
Morton: mensen bestaan uit niet-menselijke wezens; ecologisch denken |
` |
Despret: pleit voor andere benadering in wetenschappelijk onderzoek met dieren |
|
Latour: niet-levende entiteiten hebben ook handelingsvermogen |
|
Hayles: niet-bewuste cognitie en cognitieve assemblages |
|
Barad: mens als verstrengeling van materiaal en betekenis |
|
Harari: mens wordt gereduceerd tot data |
|
Rasch: kritiek op dataïsme; pleidooi voor 'het else' |
|
Oefenen oude eindexamens
Het kan helpen om eens een oud examen erbij te pakken. Je ziet dan welke vragen er worden gesteld, hoe ze gesteld zijn en wat de moeilijkheidsgraad is. De examens geven een goed beeld van het type vragen dat je kunt verwachten op jouw examen.
De examens worden door de jaren heen gewijzigd. Het oefenen van een oud examen helpt je om goed voorbereid jouw examens in te gaan. Vergeet niet om de begrippenlijst van 2024 goed door te nemen zodat je op de hoogte bent van de onderwerpen die dit jaar terugkomen in de examens.
2024 tijdvak 1
Filosofie
Het examen
Controleer je antwoorden
Oefenexamen gehaald?
Pittige opgaven
Onderstaand zie je de opgaven die landelijk in 2024 niet zo goed zijn gemaakt. Dit blijkt uit de gegevens van Cito. Had je deze opgaven niet goed tijdens het oefenen, dan is dat dus niet zo vreemd.
Opgaven: 7, 14 en 17
Meer uitleg over de examenonderwerpen vind je op de hoofdpagina van VWO Filosofie. Je kan ook iemand in je omgeving vragen om je hiermee te helpen.
2024 tijdvak 2
Filosofie
Het examen
Controleer je antwoorden
Oefenexamen gehaald?
2023 tijdvak 1
Filosofie
Het examen
Controleer je antwoorden
Oefenexamen gehaald?
Pittige opgaven
Onderstaand zie je de opgaven die landelijk in 2023 niet zo goed zijn gemaakt. Dit blijkt uit de gegevens van Cito. Had je deze opgaven niet goed tijdens het oefenen, dan is dat dus niet zo vreemd.
Opgaven: 10 en 19
Meer uitleg over de examenonderwerpen vind je op de hoofdpagina van VWO Filosofie. Je kan ook iemand in je omgeving vragen om je hiermee te helpen.
2023 tijdvak 2
Filosofie
Het examen
Controleer je antwoorden
Oefenexamen gehaald?
2022 tijdvak 1
Filosofie
Het examen
Controleer je antwoorden
Oefenexamen gehaald?
Pittige opgaven
Onderstaand zie je de opgaven die landelijk in 2022 niet zo goed zijn gemaakt. Dit blijkt uit de gegevens van Cito. Had je deze opgaven niet goed tijdens het oefenen, dan is dat dus niet zo vreemd.
Opgaven: 6, 13, 15, 17 en 20
Meer uitleg over de examenonderwerpen vind je op de hoofdpagina van VWO Filosofie. Je kan ook iemand in je omgeving vragen om je hiermee te helpen.
2022 tijdvak 2
Filosofie
Het examen
Controleer je antwoorden
Oefenexamen gehaald?
2022 tijdvak 3
Filosofie
Het examen
Controleer je antwoorden
Oefenexamen gehaald?
2021 tijdvak 1
Filosofie
Het examen
Controleer je antwoorden
Oefenexamen gehaald?
Pittige opgaven
Onderstaand zie je de opgaven die landelijk in 2021 niet zo goed zijn gemaakt. Dit blijkt uit de gegevens van Cito. Had je deze opgaven niet goed tijdens het oefenen, dan is dat dus niet zo vreemd.
Opgaven: 16 en 17
Meer uitleg over de examenonderwerpen vind je op de hoofdpagina van VWO Filosofie. Je kan ook iemand in je omgeving vragen om je hiermee te helpen.
2021 tijdvak 2
Filosofie
Het examen
Controleer je antwoorden
Oefenexamen gehaald?
2021 tijdvak 3
Filosofie
Het examen
Controleer je antwoorden
Oefenexamen gehaald?
Oefenexamen