Welkom bij het project 'Een beter milieu begint bij jezelf!'.
Dit project gaat over:
Heel veel mensen
De wereldbevolking groeit. Dit heeft gevolgen voor de ruimte op aarde. Ook het milieu wordt meer belast.
Economie en milieu
Bij het omzetten of afbreken van natuurlijke grondstoffen kunnen schadelijke stoffen vrijkomen.
Dat is niet goed voor het milieu. Er komen verschillende soorten milieuvervuiling voor. Plasticsoep, plastic dat rond zwerft in de oceanen.
Ecologische voetafdruk
De ecologische voetafdruk is de ruimte die we per persoon innemen op aarde.
Deze ruimte wordt berekend op basis van je levensstijl.
Duurzaamheid
Ter bescherming van het milieu worden duurzame energiebronnen ontwikkeld, zoals zonne- en windenergie.
Voedelverspilling Voedselverspilling heeft effect op het milieu. De energie die in de teelt, verpakking, transport en koeling van het voedsel gestoken wordt, gaat verloren. Daarnaast is er veel water nodig voor voedselproductie en wordt er veel CO2 uitgestoten. Voedselproductie heeft hierdoor een grote impact op het milieu en door verspillen belasten we het milieu onnodig.
Introductie (opdracht)
Maak in de map M&M een nieuwe map aan. Geef deze de naam: Milieu
Maak vervolgens een document met de naam Inleiding. Daarin maak je onderstaande begin opdracht.
In dit project staat het begrip 'milieu' centraal.
Waar denk jij aan als je het woord 'milieu' hoort?
Schrijf drie woorden op, die betrekking hebben op het woord 'milieu'.
Schuif nu jouw blaadje naar jouw rechter buurman/buurvrouw.
Kies twee van de drie woorden uit die jouw buurman/buurvrouw heeft opgeschreven en markeer deze. Je mag deze ook een kleurtje geven.
Schuif nu weer in dezelfde richting door naar rechts.
Kies de beste van de twee gemarkeerde woorden, dus één woord!
Bespreek de 4 uitgekozen woorden binnen jullie groep.
Zoek afbeeldingen die passen bij jullie 4 gekozen woorden die goed omschrijven wat voor jullie milieu is.
Plak de afbeeldingen in het (Google-)document Inleiding.
Schrijf bij iedere afbeelding het woord dat je hebt gevonden in Google.
In de tabel vind je de leerdoelen van dit project.
Per leerdoel is aangegeven welk projectdeel bij het leerdoel hoort.
Leerdoel
PD
Je kunt het effect benoemen van de bevolkingsgroei op het milieu.
Heel veel mensen
Je kunt het effect omschrijven van de winning van grondstoffen op het milieu.
Economie en milieu
Je kunt verschillende vormen van milieuvervuiling benoemen.
Je kunt omschrijven wat plasticsoep is.
Economie en milieu
Je kunt je ecologische voetafdruk omschrijven en minimaal drie factoren noemen die van invloed zijn op de grootte van iemands voetafdruk.
Ecologische voetafdruk
Je kunt natuurlijke hulpbronnen herkennen (water, voedsel en energie) en je beschrijft maatregelen voor duurzaam gebruik.
Duurzaamheid
Je kunt verklaren wat het effect van voedselverspilling op het milieu is. Je kunt benoemen wat je zelf aan voedselverspilling kunt doen.
Voedselverspilling
Projectdeel 1: Heel veel mensen
Wat ga je doen?
In Projectdeel 1 gaan jullie kijken naar de wereldbevolking en de milieuproblemen die hiermee te maken hebben.
De volgende onderdelen moeten jullie in dit deel afronden:
Inleiding: Filmpje kijken + opdracht bij filmpje
Opdracht 1: Vragen maken in jouw document
Opdracht 2: Milieuvraagstukken maken/bedenken
Eindopdracht: Collage maken
Begrippen PD 1:
Bevolkingsgroei
Milieuvraagstuk
Recyclen
Inleiding
Eind van dit jaar (2022) zullen er op aarde 8 miljard mensen wonen volgens de laatste berekeningen van onderzoekers van de Verenigde Naties.
Meer mensen betekent ook dat er meer ruimte nodig is. Ruimte voor het verbouwen van voedsel, het bouwen van huizen, etc.
Meer mensen betekent ook dat het milieu meer belast wordt. Er zal meer energie nodig zijn en er zal meer afval ontstaan.
Opdracht
Bekijk de video. Hierin kun je zien wat er met ons afval gebeurt. Beantwoord daarna samen de onderstaande vragen.
Zet de antwoorden op deze (onderstaande) vragen in een document, dit noemen jullie: Milieu- PD1.
Noem 3 manieren waarmee elektriciteit wordt opgewekt.
Noem minimaal 4 soorten afval die bij de centrale komen om verbrand te worden.
Leg uit waarvoor ze de warmte uit de verbrandingsoven gebruiken in de energiecentrale.
Opdracht 1: Zeven Miljard mensen
Op dit moment zijn er ruim 7,9 miljard mensen op de aarde.
Opdracht
Je kunt de groei van de bevolking zien in een grafiek of tabel. Je ziet hieronder in de tabel het aantal inwoners totaal op aarde én per regio in miljoenen.
Maak met bovenstaande gegevens zelf een grafiek over de groei van de wereldbevolking. Daarna beantwoord je vragen over de grafiek in het document Milieu - PD1
1. In hoeveel jaar groeide de bevolking van 1 miljard naar 2 miljard?
2. In hoeveel jaar groeide de bevolking van 6 miljard naar 7 miljard?
3. In hoeveel jaar zal de bevolking van 8 miljard naar 9 miljard gaan groeien?
4. In welk(e) continent(en) groeit de wereldbevolking het hardst?
5. Wat valt je op aan de groei van de wereldbevolking?
6. Welke regio heeft een opvallende groei in de bevolking? Waarom zou dat zijn?
Bespreek jouw eigen antwoorden met die van jouw groepje. Zijn er verschillen? Wat zijn overeenkomsten? Schrijf deze ook op in het document.
Laat hierna de docent naar jullie conclusies kijken voordat je verder kan met de volgende opdracht!
Opdracht 2: Groei van de menselijke populatie
Sinds 2012 wonen er 7 miljard mensen op aarde.
Er komen nog steeds mensen bij.
Meer mensen op de wereld betekent:
meer ruimte nodig voor woningen
meer ruimte nodig voor het verbouwen van voedsel
meer ruimte nodig voor ontspanning.
Meer mensen op de wereld betekent ook:
meer behoefte aan energie
meer behoefte aan schoon water
meer verkeer
meer afval.
Kortom, meer mensen betekent een grotere belasting voor de aarde. Het betekent ook een grotere belasting van het milieu.
Doordat het milieu meer belast wordt, ontstaan milieuvraagstukken. Milieuvraagstukken zijn vragen die je stelt over welke invloed de mens heeft op het milieu. Bijvoorbeeld de invloed op het afval.
Vraag bij de invloed op het afval van de mens is bijvoorbeeld: 'Hoe verwerken we al het afval?'.
Je leest hierover in het volgende voorbeeld.
Waarom recyclen?
Recyclen is de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden. We recyclen niet meer alleen papier en glas, maar ook plastic, elektrische apparaten en spaarlampen. Waarom doen we dit eigenlijk en welke voordelen heeft dit allemaal?
We weten natuurlijk allemaal wel dat het beter is voor het milieu om te recyclen, maar waarom dat precies is? Waarom zou je ervoor kiezen om te recyclen?
Beter voor het milieu
We horen allemaal wel dat het beter is voor het milieu om te recyclen, maar waarom is dat dan? Ten eerste scheelt het een hoop grondstoffen. Zo hoeven er bijvoorbeeld geen bomen gekapt te worden, waar men dan weer papier van maakt. Ook is er minder aardolie nodig, dat wordt gebruikt voor het produceren van plastic. Het scheelt ook veel ruimte. De productie van bijvoorbeeld katoen en papier kost heel erg veel landbouwruimte en deze ruimte kan beter besteed worden. Hierdoor hoeven er ook minder bossen worden gekapt. Er is daarnaast ook nog eens een hoop minder afval en ook dat is vele malen beter voor het milieu.
Recyclen: broeikaseffect
Recyclen heeft een hele positieve bijdrage op het broeikaseffect. Het broeikaseffect kan flink worden verminderd wanneer we veel recyclen. Dit komt omdat het veel minder energie kost om producten te recyclen dan dat het energie kost om producten te produceren.
Recyclen en geld besparen
Recyclen kost doorgaans verder helemaal geen geld. Sterker nog: je kunt er geld mee besparen.
Aangezien je per leging van je container betaalt, kan het bergen geld besparen wanneer je je afval scheidt.
Een goede reden dus om bewuster aan de slag te gaan met je afval en het recyclen daarvan.
Opdracht
Jullie kunnen vast zelf een paar milieuvraagstukken bedenken. Maak een lijstje met minimaal 4 milieuvraagstukken en zet deze in jullie document van Milieu - PD1.
Zet de vraagstukken die met elkaar te maken hebben bij elkaar.
Eindopdracht PD1
Als eindopdracht gaan jullie een collage maken.
Ga op internet of in tijdschriften op zoek naar korte teksten en/of afbeeldingen. Deze moeten passen bij het lijstje dat je bij opdracht 2 hebt gemaakt.
Maak een collage met als titel: 'Milieuvraagstukken en bevolkingsgroei'.
Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.
Jullie plakken op de collage plaatjes die passen bij de vier milieuvraagstukken, zodat de vraagstukken duidelijk worden. Kijk in de hieronder via de knop "How to:" hoe je een collage kunt maken.
Laat de collage beoordelen door de docent. Bij de beoordeling wordt gekeken naar de volgende vragen:
Brengt de collage de milieuvraagstukken duidelijk in beeld?
Zijn in de collage tekst en beeld goed gecombineerd?
Is de collage origineel?
Is de collage met zorg gemaakt?
Projectdeel 2: Economie en milieu
Wat ga je doen?
In dit projectdeel gaan jullie kijken naar grondstoffen die wij gebruiken in het dagelijks leven. Ook naar welke vervuiling bij het winnen en gebruiken van deze grondstoffen komt kijken.
Wat ga je doen?
- Inleiding: Opdracht soorten vervuiling
- Opdracht 1: Theorie en oefening grondstoffen koppelen aan producten
- Opdracht 2: Theorie en oefening milieuvervuiling
- Opdracht 3: Invultekst
- Opdracht 4: Begrippen koppelen aan foto's
- Opdracht 5: Bekijken filmpje "Plastic soep"
- Eindopdracht PD 2: Zwerfafval onderzoeken + actie tegen zwerfafval
Begrippen:
Fossiele energiebron
Vervuiling
Uitputting
Aantasting
Zure regen
Temperatuur
Atmosfeer
Emissie
Koolstofdioxide
Stikstofdioxide
Inleiding
Natuurlijke grondstoffen zijn nodig voor het maken van producten. Het verwerken van grondstoffen kan nadelige gevolgen hebben voor het milieu. In deze opdracht zie je welke soorten vervuiling er kunnen ontstaan.
Je ziet hier onder vier afbeeldingen. Kunnen jullie aangeven om wat voor soort vervuiling het gaat? Kopieer de afbeeldingen naar jullie document en geef aan om welke vervuiling het gaat.
De afbeeldingen tonen vervuiling van het milieu. Om welk soort vervuiling gaat het?
Vul het juiste woord in.
vervuiling
vervuiling
vervuiling
vervuiling
Opdracht 1: Grondstoffen
Katoen
Grondstoffen zijn materialen die worden gebruikt om een product te maken. Natuurlijke grondstoffen zijn stoffen die in de natuur worden gevonden.
Bijvoorbeeld: aarde, gas, olie, koper en ijzererts.
Gewassen en hout vallen ook onder natuurlijke grondstoffen.
Bij het omzetten of afbreken van natuurlijke grondstoffen kunnen schadelijke stoffen vrijkomen.
Dat is niet goed voor het milieu.
Grondstofwinning en -verwerking zijn meestal slecht voor het milieu. Bijvoorbeeld de vervuiling van grond en water, die ontstaat bij de winning van olie. Ook door het winnen van hout verdwijnen veel bossen.
Bekijk onderstaande video en maak daarna de opdracht die onder de video staat.
Neem onderstaande lijst over in jouw document (Milieu - PD2) Zet achter de producten met welke grondstof(fen) deze gemaakt worden.
Kies uit de volgende woorden: hout, katoen, aardolie, ijzererts of koper, klei, graan.
Spijkerbroek
_______
Brood
_______
Waterleiding
_______
Krant
_______
Plastic
_______
Baksteen
_______
Opdracht 2: Milieuvervuiling
Je kunt verschillende vormen van milieuvervuiling onderscheiden:
lucht
water
bodem
horizon.
Opdracht
Beantwoord de volgende vragen in jouw document (Milieu - PD2)
1: Bedenk bij elke vorm van vervuiling een voorbeeld. Zoek ook een foto op internet waarop je kunt zien wat de vervuiling veroorzaakt. (Bijvoorbeeld de foto op deze pagina)
2: Bedrijven die producten maken, moeten rekening houden met het milieu. Ze kunnen bijvoorbeeld een waterzuiveringsinstallatie of een luchtfilter plaatsen. Dat heeft wel extra kosten tot gevolg.
Die extra kosten kunnen er toe leiden dat er minder producten verkocht worden. Kun je uitleggen waarom?
Opdracht 3: Linfen - China
Man met mondkapje
De meest vervuilde steden (16 van de 20) liggen in China. Een rapport van de Wereldbank toont dat aan. De Chinese stad Linfen is het vuilst.
Opdracht
Kopieer onderstaande tekst in jouw document (Milieu - PD2) en zet de woorden op de juiste plek in de tekst. Kies uit: leverkanker, gezondheid, kolenindustrie, kolen, smog.
In de tekst ontbreken een aantal woorden. Die woorden zie je hier.
Sleep de ontbrekende woorden in de tekst.
In Linfen wonen 4.000.000 mensen die allemaal werken in de _______.
Als je de stad binnenrijdt kom je eerst langs een kilometers lange file van kolenvrachtwagens.
Die moeten de rest van China voorzien van _______.
Steenkool is de belangrijkste energiebron in China.
De zware kolenindustrie in Linfen zorgt ervoor dat de stad continu gehuld is in een dikke laag _______ .
Natuurlijk heeft dit grote gevolgen voor de _______ van de mensen die er wonen.
Maag- en _______ gevallen zijn er aan de orde van de dag.
Opdracht 4: Aantasting, uitputting en vervuiling
Milieuverontreiniging kun je onderverdelen in:
uitputting
aantasting
vervuiling
Opdracht: (plaats de uitwerking in jouw document: Milieu - PD2)
Zoek op internet of in een woordenboek de betekenissen op van deze begrippen. Schrijf vervolgens kort in jouw eigen woorden op wat deze betekenen.
Zoek daarna een passende afbeelding (foto/plaatje) bij elk begrip.
Opdracht 5: Plastic soep
Kapitein Charles Moore laat plastic soep zien
Plastic soep is een uitdrukking die bedacht is door de Amerikaanse kapitein Charles Moore. Hij zeilde over de Grote Oceaan tussen Hawaii en de Verenigde Staten en ontdekte dat er een heel groot gebied was, midden in de oceaan, waar opvallend veel stukjes plastic drijven.
Je kon het zo gek niet bedenken of hij kwam het tegen, tandenborstels, aanstekers, speelgoed en heel veel flesjes! Hij zag ook kleine stukjes plastic drijven waarvan het onduidelijk was wat het geweest was.
Wat we hier zien, zei hij toen, is eigenlijk een grote plastic soep. Denk aan de groentensoep thuis, met grote en kleinere stukjes groente. Daar lijkt het op! De uitdrukking "plastic soep" wordt nu in de hele wereld gebruikt als we het hebben over plastic in water. Het gaat dan niet alleen over de oceanen, maar ook over plastic in zeeën, meren, rivieren, of grachten.
Kijk het onderstaande filmpje:
Lees de onderstaande kennisbank over Plastic soep. Maak daarna de vragen hieronder.
2: Waarom hadden we tot begin jaren ’90 van de vorige eeuw nog nooit gehoord van plastic soep?
3: Waarom is plastic zo populair geworden?
4: Waarom vergaat plastic niet?
5: Er zijn twee oorzaken van plastic in de natuur. Welke twee?
6: SUP of eenmalig plastic is een groot gevaar voor het milieu, leg uit waarom.
7: Wat zijn microplastics?
8: Waarom moeten we armere landen ook meenemen in het aanpakken van plastic afval?
9: Hoe kan het dat het elke dag microplastics “regent”?
10: Waarom zijn spooknetten zo gevaarlijk? Noem minimaal 3 redenen.
11: Waarom is recyclen niet de oplossing tegen plastic soep?
12: Wat kun jij doen tegen plastic soep? Noem minimaal 5 acties die JIJ kunt ondernemen!
13: Leg uit waarom de campagnes van bedrijven als Coca-cola erg leuk lijken, maar eigenlijk een wassen neus zijn.
14: Wat zouden grote bedrijven als Coca-cola moeten doen om het plastic afval drastisch te verminderen op aarde?
Eindopdracht: deel 1
Deel 1:
We gaan op pad in school en rondom school, op zoek naar zwerfaval. Hoeveel zwerfafval zal er zijn? Hoe lang duurt het voordat dit afval afgebroken is als het blijft liggen in de natuur/omgeving?
Per groep krijgen jullie een vuilniszak en een prikker mee om op pad te gaan. Jullie maken een overzicht van het gevonden zwerfafval en schrijven dit op. Maak van al het gevonden zwerfafval een foto voordat jullie deze met de prikker oppakken.
- Schrijf per type materiaal 3 soorten afval die je tegenkomt in school, op het schoolplein of net buiten school op in het schema hieronder.
- Zoek per categorie van 1 soort afval op hoe lang het duurt om dit af te breken.
- Schrijf op hoe je dit materiaal kan vervangen of verminderen.
Neem de tabel over in je Google docs bestand, PD2 Milieu. Maak foto`s van het afval
Let op afval wat in prullenbakken/emmers zit telt niet mee.
Materiaal
Plastic
Voedsel
Papier en karton
Andere materialen
Soorten afval
1. Plastic flesjes
2. …………………
3. …………………
4. …………………
1. Kauwgom
2. …………………
3. …………………
4. …………………
1. Pakje drinken
2. …………………
3. …………………
4. …………………
1. Cola blikje
2. …………………
3. …………………
4. …………………
Tijd om af te breken
Alternatieven/ oplossingen
Welk soort afval is het meest schadelijk?
Eindopdracht: deel 2
Deel 2: (Deze opdracht werk je uit met een drietal waar mogelijk!)
Actie tegen afval
Stel: je wilt samen met een aantal klasgenoten een actie starten om zwerfafval rondom de school te verminderen. Hoe ga je dat aanpakken?
Ga verder in het Google docs bestand en maak op een nieuwe pagina de opdracht. Noem de opdracht 'Actie tegen afval'
(Werk weer samen in hetzelfde drietal!)
Bedenk een tekst van maximaal 200 tekens (een soort tweet/post op twitter/instagram) om zwerfafval te verminderen in en om de school.
TIP: bedenk een goede hashtag
TIP: bedenk een pakkende slogan
TIP: bedenk welke materialen je voor je actie nodig hebt
Projectdeel 3: Ecologische voetafdruk
Wat ga je doen?
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je verklaart je ecologische voetafdruk.
Opdracht 1: Ecologische voetafdruk
Opdracht 2: Bereken je eigen voetafdruk
Opdracht 3: Wat bepaalt de grootte?
Eindopdracht: Verbetering van jouw ecologische voetafdruk
Begrippen:
Ecologische voetafdruk
Consumptiegedrag
Leefgewoonten
Inleiding
Ben jij je bewust van wat je eet en drinkt, wat je uitprint en wanneer je de bus, trein, fiets of auto neemt?
De gevolgen van jouw gedrag kunnen met de voetafdruk in een getal worden uitgedrukt. Dit getal geeft aan welk stukje van de aardbol jij in beslag neemt.
De (ecologische) voetafdruk is wereldwijd de afgelopen jaren sterk is gestegen. Als we zo doorgaan zijn er twee aardbollen nodig!
Opdracht:
Hoe kun je dat stukje aardbol, dat jij in beslag neemt, kleiner maken?
Noem twee voorbeelden.
Opdracht 1: Ecologische voetafdruk
De ecologische voetafdruk wordt ook wel mondiale voetafdruk genoemd.
Het is de ruimte die we per persoon innemen op aarde. Deze ruimte wordt berekend op basis van je levensstijl.
Alles wat je consumeert kost namelijk ruimte. Eten en drinken neemt bijvoorbeeld ruimte in beslag.
Het moet verbouwd en vervoerd worden, wat ook weer energie nodig heeft. Deze energie opwekking kost ook ruimte.
Maar ook papiergebruik kost ruimte. Bomen moeten daarvoor gekapt. Energieverbruik veroorzaakt weer CO2-uitstoot en kost veel ruimte.
Bekijk onderstaand filmpje over de ecologische voetafdruk.
Video:
Opdracht:
Hoe wordt bepaald of je een grote of een kleine ecologische voetafdruk hebt?
Schrijf (samen met een klasgenoot) zoveel mogelijk factoren op, in ieder geval minimaal 5 factoren. Zet het lijstje in jouw document Milieu - PD3.
Opdracht 2: Bereken jouw eigen voetafdruk
Je kunt op verschillende websites je ecologische voetafdruk berekenen. Maak onderstaande tests en beantwoord de bijbehorende vragen in jouw document: PD3 Milieu.
duurzaamheidinactie.nl
Vul de antwoorden op de vragen zo nauwkeurig mogelijk in.
Als je een antwoord niet weet, kies dan een gemiddeld antwoord.
Wat is je score?
Is je score hoger of lager dan de gemiddelde score in Nederland?
http://voetafdruktest.wnf.nl/
Beantwoord de twaalf vragen.
Hoe is je score bij deze test?
Is je score hoger of lager dan bij de eerste test?
Vergelijk de tests met elkaar. Lijken de vragen op elkaar? Zijn er duidelijke verschillen?
Spelen de factoren uit opdracht 1 een rol bij het bepalen van de voetafdruk?
Schrijf de antwoorden onder de testuitslagen in jouw document.
Opdracht 3: Wat bepaalt de grootte?
Om je voetdruk te berekenen worden een aantal vragen gesteld.
Je kunt de vragen indelen in de volgende categorieën:
Eten en drinken
Kopen van kleding
Vervoer
Vakantie
In en om huis
Maak in jouw document een lijstje van alle bovenstaande categorieën en bedenk bij elke categorie minimaal 2 dingen in jouw gedrag wat invloed heeft daarop.
Eindopdracht PD3
Hoe kun je je voetafdruk (of die van je klasgenoot) verminderen?
Je gaat een lijst maken van maatregelen om je voetafdruk te verminderen. Doe dit in het document Milieu - PD3.
Maak (eventueel) samen een lijstje van maximaal één A4-tje.
Schrijf tips op die op je eigen leefomgeving betrekking hebben.
Noem tips die praktisch gezien realiseerbaar zijn.
Maak nu een poster op A3 formaat waarop onderstaande onderdelen terug te vinden zijn:
- Wat is de voetafdruk?
- Waarom moeten we deze verkleinen?
- Welke tips om de voetafdruk te verminderen geven jullie?
Projectdeel 4: Duurzaamheid
Wat ga je doen?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het begrip duurzaam herkennen.
het verschil aangeven tussen natuurlijke en niet-natuurlijke hulpbronnen.
drie voorbeelden noemen van duurzame energiebronnen.
omschrijven wat wordt bedoeld met biomassa.
Opdracht 1: Duurzaam
Opdracht 2: Duurzame hulpbronnen
Opdracht 3: Duurzame energie
Eindopdracht: Duurzaamheid verslag
Begrippen:
Duurzame energie
Zonne-energie
Windenergie
Waterkracht
Stuwdam
Biobrandstof
Biomassa
Uitputbare energie
Onuitputbare energie
Inleiding
De term 'duurzaam' hoor je tegenwoordig vaak. Duurzaam betekent dat iets voor langere tijd mee gaat. Je kunt duurzaam bouwen, duurzaam voedsel verbouwen, duurzame kleding kopen, etc.
Over duurzaamheid gaat dit projectdeel.
Opdracht:
Heb je ideeën over hoe je zelf duurzamer kan leven?
Noem twee voorbeelden en schrijf deze op in een nieuw document: Milieu - PD4.
Opdracht 1: Duurzaam
Er zijn vele omschrijvingen van de term 'duurzaamheid'.
Duurzaamheid is:
De eigenschap van lang goed te blijven of te blijven bestaan.
Ook het streven om verstandig met energiebronnen en het milieu om te gaan.
Maak de oefening onderaan deze pagina.
Bespreek daarna met een klasgenoot jullie antwoorden.
Zijn jullie het met elkaar eens? Schrijf eventuele verschillen of overeenkomsten op in jouw document Milieu - PD4.
Oefening: Stellingen Duurzaamheid
0%
Maak onderstaande stellingen/vragen over duurzaamheid.
Voor de producten die je dagelijks gebruikt, heb je grondstoffen en energie nodig. IJzererts is een voorbeeld van zo'n grondstof. Aardolie wordt gebruikt voor de opwekking van energie en bijvoorbeeld benzine.
Soms is de grens tussen deze twee soorten hulpbronnen niet zo duidelijk. Het ligt er aan hoe je met de hulpbron omgaat. Als je verstandig gebruik maakt van sommige hulpbronnen, blijven deze beschikbaar voor de toekomst. Maar als de hulpbron gewonnen moet worden uit de bodem, dan kun je nog zo verstandig ermee omgaan, deze blijven uitputbaar.
Opdracht:
Neem onderstaande lijst over in jouw document Milieu - PD4. Zet achter elke hulpbron of deze uitputbaar of onuitputbaar is bij verstandig (goed) gebruik.
IJzererts
Hout
Katoen
Vis
Tarwe
Regenwater
Aardolie
Windenergie
Aardgas
Opdracht 3: Duurzame energie
Veel van onze energie komt van fossiele brandstoffen (aardolie, gas en kolen).
Er zijn ook andere energiebronnen.....
Maak nu onderstaande vragen over (duurzame) energiebronnen. Neem deze over in jouw document en zet de juiste antwoorden erachter.
1. Steenkool en aardgas zijn voorbeelden van .......... fossiele brandstoffen. (vul in: uitputbare of onuitputbare)
2. Wat is de verzamelnaam van biologische materialen die je kunt gebruiken om energie uit op te wekken?
3. Waar of niet waar? Mest is een voorbeeld van biomassa.
4. Waar of niet waar? Tijdens de verbranding van biomassa komt er geen koolstofdioxide (CO2) vrij.
5. Tijdens de groei neemt biomassa koolstofdioxide (CO2) op en zet dit om in zuurstof. Hoe heet dit proces?
6. Als je biologisch materiaal afgesloten bewaard gaat het rotten. Er ontstaat een brandbaar gas.
Hoe heet dit proces?
7. Hoe heet de elektriciteit die opgewekt wordt uit biomassa?
Eindopdracht PD4
De term 'duurzaamheid' hoor je steeds vaker:
duurzaam bouwen
duurzaam leven
duurzaam eten
duurzame kleding
duurzaam ondernemen
etc.
Kies uit een van bovengenoemde onderwerpen. Je mag ook zelf een onderwerp over duurzaamheid bedenken.
Over dat onderwerp gaan je een kort verslag maken. Hoe je een verslag maakt, kun je zien in de gereedschapskist. (zie knop onderaan deze pagina)
In het verslag vertel je iets over:
- de grondstoffen die worden gebruikt
- over de productiemethoden
- over het transport van de grondstoffen
- over het eindproduct. How to: Verslag
Je kunt op internet informatie zoeken en ook afbeeldingen toevoegen. Maak het verslag ongeveer op één A4'tje. Dit is exclusief eventuele foto's en plaatjes!
Sla het verslag op in Google docs, noem het Milieu- PD4 verslag.
Projectdeel 5: Voedselverspilling
Wat ga je doen?
Je gaat aan de hand van een aantal opdrachten onderzoeken wat voedselverspilling is, wat je zelf kunt verbeteren en waarom dit belangrijk is.
Begrippen:
- Voedselverspilling
- Intensieve veehouderij
- Intensieve vleesproductie
- Houdbaarheid
- Houdbaarheidsdatum
Inleiding
Bekijk onderstaand filmpje van het Voedingscentrum als introductie van het onderwerp voedselverspilling:
Bewust worden van verspilling
In het filmpje heb je geleerd dat we erg veel voedsel verspillen in ons land. Weet jij hoeveel je zelf verspilt? Vaak wordt dat erg onderschat!
Voor deze opdracht ga je zelf onderzoeken hoeveel jij eigenlijk verspilt. Je gaat dat doen met behulp van een werkblad.
Vul het werkblad digitaal in, via onderstaande link.
Voedselverspilling is heel erg zonde! Dat geldt voor je portemonnee, zoals je uit de weggooitest misschien wel hebt geleerd, maar ook voor hele andere onderwerpen...
Verspilling energie en water
Je bent je er waarschijnlijk wel van bewust dat het erg zonde is om energie en water te verspillen. Je laat daarom niet onnodig de kraan of de verwarming aan staan, en je doet het licht uit als je het huis uit gaat. Maar waar je misschien niet bij stilstaat is dat er door voedselverspilling ook veel energie en water wordt verspild.
Er is energie en water nodig voor:
- de productie van vlees, groente en fruit
- het vervoer van voedsel; denk daarbij aan benzine, maar ook koeling in de vrachtwagen/boot/vliegtuig.
- de verpakking van voedsel; vaak gaat het om plastic verpakkingen, zowel voor de productie ervan als voor het daadwerkelijke verpakken is veel energie nodig
- de opslag van voedsel; zowel in de groothandel als de supermarkt is (gekoelde) ruimte nodig
Je kunt je misschien voorstellen dat bij voedsel dat al vroeg in de keten wordt weggegooid minder energie en water wordt verspild dan voedsel dat bij consument terecht is gekomen.
Onderstaand filmpje laat zien wat er komt kijken bij de productie van vlees. Het illustreert dat de productie veel energie en water kost, stel je voor hoe zonde het is als een (groot) deel van dat vlees vervolgens niet wordt gebruikt voor consumptie, maar bij het afval belandt.
Zet de antwoorden op deze vragen in een document, dit noem je: PD5 Milieu.
- Waarom is de intensieve vlees productie ook gevaarlijk voor onze gezondheid?
- Hoe heet de nieuwe vlees vervanger?
- Wat kun jij zelf ondernemen, als je de tips op volgt van het filmpje?
Opdracht 2: Honger
Naast de verspilling van geld, energie en water is het natuurlijk bizar dat er op onze wereld nog altijd mensen leven die honger lijden, terwijl wij schijnbaar zoveel te eten hebben dat we een groot deel daarvan gewoon weggooien. Op de hele wereld wordt genoeg eten geproduceerd om alle mensen die daarop wonen te kunnen voeden, hoe kan het dan zijn dat er nog mensen leven die honger lijden?
Opdracht 3: Houdbaarheid
Onduidelijkheid of onbegrip over de houdbaarheid van producten is bij consumenten vaak de oorzaak van voedselverspilling.
In de volgende oefening wordt jouw kennis over houdbaarheid getest!
TGT: Te Gebruiken Tot
THT: Tenminste Houdbaar Tot
UHD: Uiterste Houdbaarheids Datum
Wat is het juiste antwoord?
A: THT en TGT zijn ongeveer hetzelfde
B: TGT mag nog wel verkocht worden na de datum
C: THT mag nog wel verkocht worden na de datum
D: UHD is niet meer in gebruik
Schrijf het juiste antwoord op en leg uit waarom dit volgens jou het juiste antwoord is.
Opdracht 4: Houdbaarheidsdatum
Te Gebruiken Tot (tgt)
• Verplicht bewaaradvies, dus niet meer opeten als de datum verstreken is: het betreft hier dan een gezondheidsrisico
• Tgt wordt vermeld op producten die minder dan 5 dagen houdbaar zijn
• Het gaat altijd om gekoelde producten
• Bijv: vlees, vis, voorgesneden groente, koel verse maaltijden, verse vruchtensappen
• Na openen geldt de datum niet meer! Dat komt omdat de verpakking voorkomt dat er schadelijke bacteriën uit de lucht bij het product komen, er staat dan ook vaak op de verpakking "Na openen beperkt houdbaar"
Tenminste Houdbaar Tot (tht)
• Tht wordt vermeld op producten die langer dan 5 dagen houdbaar zijn
• Deze datum betreft een kwaliteitsgarantie: Tot deze datum is het product perfect, daarna kán de smaak, geur of kleur achteruit gaan (het betreft dan geen gezondheidsrisico)
• Na de datum kun je, m.n. bij ongekoelde producten, het product vaak nog gewoon eten (je kunt het zelf beoordelen op smaak, geur en kleur)
• Mag na tht-datum nog verkocht worden (indien het product geen gezondheidsrisico meebrengt)
• Na openen geldt de datum niet meer! Dat komt omdat de verpakking voorkomt dat er schadelijke bacteriën uit de lucht bij het product komen, er staat dan ook vaak op de verpakking "Na openen beperkt houdbaar"
Producten zonder houbaarheidsdatum
Er zijn een flink aantal producten waarbij het niet verplicht is op een houdbaarheidsdatum op de verpakking te vermelden, het gaat om:
• Verse groente, aardappelen en vers fruit, niet geschild of gesneden
• Wijn en dranken met een alcoholgehalte van 10% of meer
• Vers brood en banket wat op dezelfde dag gegeten wordt
• Azijn
• Keukenzout
• Suiker
• Suikerwerk, zoals snoep
• Kauwgom
Opdracht:
Geef antwoord op de onderstaande vragen en zet deze in jouw document PD5 - Milieu.
- Ga thuis eens na in de koelkast hoeveel producten een Tgt datum hebben.
- Vind je dit veel/weinig?
- Kijk ook eens in de voorraadkast met houdbare producten. Hoeveel blikken/pakken/dozen met voedingsmiddelen zijn stiekem al over de houdbaarheidsdatum?
- Zou je deze producten nog kunnen gebruiken? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Eindopdracht: Koelkastposter
Hoe kun je thuis minder voedsel verspillen?
(Ga nu brainstormen hoe je zelf minder voedsel kunt verspillen. Maak een koelkastposter op A3 formaat.)
De volgende punten moeten hierin terugkomen:
Kies minimaal 3 oplossingen van de Brainstorm die thuis voor jullie bruikbaar zijn.
Bedenk hoe je de koelkast-poster wil vormgeven
Wees creatief
Afsluiting: Presentatie maken
Je gaat een presentatie maken met de titel: “De milieubewuste school”.
Hoe jouw presentatie eruit ziet, mag je zelf kiezen! Dit kan bijvoorbeeld een powerpoint, prezi, poster zijn. Ben zo creatief, inventief mogelijk! Dat is een onderdeel van de beoordeling!
Zoek op Google op termen als:
milieubewust op school
gezonde school
duurzame school.
In jouw presentatie besteed je aandacht aan bovenstaande onderwerpen, combineer dit met de theorie en opdrachten die je al gemaakt hebt in dit project.
Doel van de presentatie is om de schoolleiding, leerlingen en docenten bewuster te maken van mogelijkheden waarmee we een meer milieubewuste school kunnen worden. Bedenk dus leuke ideeën, plannen die uitvoerbaar kunnen zijn. Werk deze uit en geef de noodzaak bij elk idee/plan aan.
Je werkt minimaal 3 ideeën volledig uit. Denk aan:
Probleem, wat is het probleem? Waarom is het niet goed voor het milieu?
Oplossing, wat kunnen docenten/leerlingen/de school doen?
Uitvoering, hoe zou jij het idee/plan uitvoeren?
Misschien komen de afbeeldingen en woorden uit de Introductie-opdracht nog van pas? Of het verslag uit de opdracht Duurzaamheid?
Wie weet leidt jouw presentatie tot een milieuvriendelijker gedrag op school?!?! De beste ideeën zullen we bundelen en kijken wat mogelijk uitvoerbaar is binnen school!
Wat moet je leren?
Begrippen
Hieronder vind je een overzicht van alle begrippen uit dit project. Je moet zelf in jouw eigen woorden deze begrippen kunnen omschrijven. Zoek de betekenis op in het project of op internet. Twijfel je aan jouw omschrijving? Vraag het even bij één van de experts!
Bevolkingsgroei Milieuvraagstuk
Recyclen Fossiele energiebron
Vervuiling Uitputting
Aantasting Zure regen
Temperatuur Atmosfeer
Emissie Koolstofdioxide
Stikstofdioxide Ecologische voetafdruk
Consumptiegedrag Leefgewoonten
Duurzame energie Zonne-energie
Windenergie Waterkracht
Stuwdam Biobrandstof
Biomassa Uitputbare energie
Onuitputbare energie Voedselverspilling
Intensieve veehouderij Intensieve vleesproductie
Houdbaarheid Houdbaarheidsdatum
Leervragen
Naast de begrippen zijn onderstaande punten belangrijk om te leren/door te nemen voor de kennistoets. Ook de kennisbank van Plastic soep doorlezen is nodig. Daarvan hoef je alleen de vragen die je daarover gemaakt hebt echt te kennen. De rest zou je moeten kunnen koppelen aan een probleem en eventuele oplossing.
Leervragen/onderwerpen
1: Groei van de wereldbevolking. Welke gevolgen heeft de groei van de wereldbevolking voor de ruimte op aarde?
2: Waarom wordt het milieu meer belast als er meer mensen op aarde komen?
3: Welke soorten vervuiling kennen we? (4 noemen) En je kunt van elke soort minimaal 1 voorbeeld noemen en de vervuiling herkennen op foto of aan een omschrijving.
4: Natuurlijke grondstoffen benoemen, voordelen en nadelen
5: Je kunt grondstoffen koppelen aan producten
6: Je weet wat uitputting, aantasting en vervuiling betekenen. Je kunt voorbeelden van alle 3 noemen en herkennen.
7: Je kunt uitleggen wat plastic soep is. Je weet de antwoorden op de vragen bij opdracht 5 van PD 2 die horen bij de kennisbank.
8: Je weet te omschrijven wat zwerfaval is, wat de gevaren zijn.
9: Je kunt uitleggen wat de ecologische voetafdruk is, wat jouw voetafdruk maakt. (welk gedrag hoort bij de ecologische voetafdruk?)
10: Hoe kun je jouw (of die van iemand anders) voetafdruk verkleinen? En waarom is dit belangrijk om in kleine stappen te doen?
11: Je kunt het begrip duurzaam herkennen en omschrijven.
12: Je weet het verschil tussen natuurlijke en niet-natuurlijke hulpbronnen.
13: Je kunt minimaal drie voorbeelden noemen van duurzame energiebronnen.
14: Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met biomassa.
15: Je kunt uitleggen wat voedselverspilling is.
16: Je kunt uitleggen waarom voedsel weggooien niet alleen zonde is, omdat er honger op aarde is, maar ook door het hele productieproces en alle energie die daarbij nodig is.
17: Je kunt omschrijven welke invloed de productie, het vervoer, de verpakking en de opslag van voedsel heeft op het milieu. Vooral bij verspilling.
18: Je kunt omschrijven waarom (vooral) de intensieve veehouderij erg milieubelastend is.
19: Je kunt de verschillende manieren van houdbaarheid aangeven op verpakkingen onderscheiden en herkennen. Je kunt ook zelf omschrijven wat de verschillende begrippen betekenen.
20: Je weet een plan te bedenken waarmee je de milieubelasting van jouzelf, een gezin of een school verminderd kan worden.
Het arrangement Een beter milieu begint bij jezelf! is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Stellingen Duurzaamheid
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.