Leervragen

Naast de begrippen zijn onderstaande punten belangrijk om te leren/door te nemen voor de kennistoets. Ook de kennisbank van Plastic soep doorlezen is nodig. Daarvan hoef je alleen de vragen die je daarover gemaakt hebt echt te kennen. De rest zou je moeten kunnen koppelen aan een probleem en eventuele oplossing.

 

Leervragen/onderwerpen

1: Groei van de wereldbevolking. Welke gevolgen heeft de groei van de wereldbevolking voor de ruimte op aarde?

2: Waarom wordt het milieu meer belast als er meer mensen op aarde komen?

3: Welke soorten vervuiling kennen we? (4 noemen) En je kunt van elke soort minimaal 1 voorbeeld noemen en de vervuiling herkennen op foto of aan een omschrijving.

4: Natuurlijke grondstoffen benoemen, voordelen en nadelen

5: Je kunt grondstoffen koppelen aan producten

6: Je weet wat uitputting, aantasting en vervuiling betekenen. Je kunt voorbeelden van alle 3 noemen en herkennen.

7: Je kunt uitleggen wat plastic soep is. Je weet de antwoorden op de vragen bij opdracht 5 van PD 2 die horen bij de kennisbank.

8: Je weet te omschrijven wat zwerfaval is, wat de gevaren zijn.

9: Je kunt uitleggen wat de ecologische voetafdruk is, wat jouw voetafdruk maakt. (welk gedrag hoort bij de ecologische voetafdruk?)

10: Hoe kun je jouw (of die van iemand anders) voetafdruk verkleinen? En waarom is dit belangrijk om in kleine stappen te doen?

11: Je kunt het begrip duurzaam herkennen en omschrijven.

12: Je weet het verschil tussen natuurlijke en niet-natuurlijke hulpbronnen.

13: Je kunt minimaal drie voorbeelden noemen van duurzame energiebronnen.

14: Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met biomassa.

15: Je kunt uitleggen wat voedselverspilling is.

16: Je kunt uitleggen waarom voedsel weggooien niet alleen zonde is, omdat er honger op aarde is, maar ook door het hele productieproces en alle energie die daarbij nodig is.

17: Je kunt omschrijven welke invloed de productie, het vervoer, de verpakking en de opslag van voedsel heeft op het milieu. Vooral bij verspilling.

18: Je kunt omschrijven waarom (vooral) de intensieve veehouderij erg milieubelastend is.

19: Je kunt de verschillende manieren van houdbaarheid aangeven op verpakkingen onderscheiden en herkennen. Je kunt ook zelf omschrijven wat de verschillende begrippen betekenen.

20: Je weet een plan te bedenken waarmee je de milieubelasting van jouzelf, een gezin of een school verminderd kan worden.