M&M - Economische balans tussen man & vrouw

M&M - Economische balans tussen man & vrouw

0. Info startweek

Informatie voor de infographic.

  • In deze quest leer je 5 baanbrekende vrouwen uit de geschiedenis kennen. Via hen kom je uit in het heden. Hoe zijn nu de verhoudingen tussen man en vrouw en hoe is dat zo gekomen?
  • Deze quest levert je 10 XM op
  • Deze quest wordt begeleid door mevrouw van Leeuwen
  • Bij deze quest is een Teams chatgroep waarin tips gedeeld zullen worden en waarin je vragen kunt stellen
  • Building Learning Power: Vindingrijkheid Verbinden vanuit de geschiedenis leg jij lijnen naar het heden, Reflectie Kijken naar jezelf wat is voor jou nu belangrijk waarvoor zou jij actie willen voeren
  • Via de onderzoeks- en verwerkingsopdrachten bij de 8 onderdelen vind je uit waarvoor jij nu actie zou willen voeren

Inhoud en eXplore miles

Waarom zou je voor deze quest willen kiezen?

Reizigers uit Engeland, Duitsland, Italië, Frankrijk en Spanje die in de zestiende, zeventiende of achttiende eeuw de Republiek bezochten, verbaasden zich over de opmerkelijke aanwezigheid van Nederlandse vrouwen in de openbare ruimte. Ze zagen zelfstandige, actieve onderneemsters die voor eigen rekening de zaken bestierden. De positie van Hollandse vrouwen week af van die van seksegenoten in andere gebieden. Vrouwen waren te vinden in een breed spectrum van beroepen en velen waren in staat in hun eigen levensonderhoud te voorzien.

Waarom is die rijke geschiedenis van werkende vrouwen in ons collectieve geheugen zo vervaagd? De ontwikkelingen uit de negentiende en twintigste eeuw hebben daaraan bijgedragen. Volgens de officiële cijfers daalde het aantal vrouwen dat betaald werk verrichte sterk.

Nederland heeft nog nooit een vrouwelijke minister president gehad, nog nooit een vrouwelijk minister van financien.

Werkende vrouwen verdienen met gemiddeld 33.750 euro per jaar ruim 5.000 euro minder dan hun mannelijke collega’s, maar het salarisverschil voor vrouwen met een wo-diploma kan oplopen tot 12.000 euro.

Drie op de vier vrouwen vinden het belangrijk economisch zelfstandig te zijn. Het aandeel vrouwen dat daarvoor genoeg verdient, neemt al zes jaar onafgebroken toe, maar is nog wel iets lager: in 2019 bijna 64%.

Wat is dit voor een land?  Hoe zijn vrouwen in deze positie terecht gekomen?

 

Welke producten moet je leveren?

Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:

  • Colleges vanachter een gordijn onderzoek & verwerking
  • Een rijke zakenvrouw verwerking
  • Radicaal feminist onderzoek & verwerking
  • Eerste vrouwelijke arts onderzoek & verwerking
  • Vrouwenkiesrecht onderzoek & verwerking
  • Dolle Mina onderzoek & verwerking
  • Mannen die geen kostwinnaar...onderzoek & verwerking
  • Waarom zijn vrouwen...onderzoek & verwerking
  • Afrondingsopdrachten

 

LET OP BELANGRIJK:

Deze quest wordt ondersteund met een chatgroep via Teams.

  • Mevrouw van Leeuwen nodigt jou uit voor de chatgroep in Teams.

  • Egodact Voorgangsmonitor: met deze quest werk je aan de leerdoelen binnen Mens & Maatschappij: Welvaart, Schaarste en verdeling: Keuzegedrag.

 

 

eXplore miles

 

Deze quest levert jou 10 eXplore miles op als je hem helemaal doorloopt, alle stappen zet en alle deliverables op tijd levert.

Plan per onderwerp 1 uur in voor onderzoek en verwerking. De laatste 2 uur zijn voor de Afrondingsopdracht.

 

1. Jij begint

Motivatiemotor

Bedenk voor jezelf waarom je deze quest tot een goed einde wilt brengen en schrijf dat in je periodeplan in Egodact.

Maak een tegeltje voor deze quest in Egodact en schrijf je antwoord bij 'WAT wil ik weten' en 'WAAROM wil ik dit doen'.

Verderkijker

Wat weet jij al over gelijkheid tussen mannen en vrouwen

* Maak een mindmap en sla deze als afbeelding op op je iPad

* Bespreek met een klasgenoot de mindmaps die jullie gemaakt hebben

* Zet de 2 of 3 belangrijkste feiten en de 2 of 3 meest gedeelde meningen op een rijtje als jullie conclusie. Schrijf deze 4 tot 6 items op in je Egodact-tegeltje bij 'WAT weet ik er al over'

* EN Wat wil jij door deze quest te weten komen? Schrijf dit, aanvullend, bij WAT wil ik te weten komen in Egodact

ik wil hier tekst

http:/https://jeugdjournaal.nl/artikel/2338157-meer-vrouwen-in-de-nieuwe-geschiedenis-canon.html
Meer vrouwen in nieuwe geschiedenis-canon

2. Onderzoek

Colleges volgen vanachter een gordijn

Onderzoek

Anna Maria van Schurman was de eerste vrouwelijke student in Nederland. Hoe lukte het haar om in de zeventiende eeuw als vrouw binnen te komen aan de, in1636 opgerichte, Universiteit Utrecht? Waarom kon zij enkel verstopt in een nis achter een gordijn colleges bijwonen, terwijl ze internationaal faam behaalde in academische kringen?

Universiteiten speelden in de 17e eeuw al een belangrijke rol in het opleiden van wetenschappers. Toch mochten alleen mannen studeren, vrouwen werden uitgesloten van de wetenschap. De enige uitzondering op deze regel was Anna Maria van Schurman.

Bekijk het filmpje en beantwoord de volgende vragen:

a. Anna Maria was een intelligente en veelzijdige vrouw. Noem twee van haar talenten.

b. Anna Maria schreef een gedicht ter ere van de opening van de universiteit. Wat was er zo bijzonder aan dit gedicht?

c. Welke truc werd er bedacht zodat Anna Maria toch college kon volgen?

d. Anna Maria van Schurman vond het oneerlijk dat vrouwen niet mochten studeren.

1. Leg uit waarom vrouwen niet mochten studeren.

2. Leg in je eigen woorden uit waarom zij een rolmodel is geweest voor vrouwen in de wetenschap. Verwerk in je antwoord waarom zij er bewust voor koos om niet te trouwen.

Verwerking

Bekijk de afbeelding van Anna Maria van Schurman en lees haar biografie nog een door. Bedenk nu drie punten die jij belangrijk of opvallend vindt aan Anna Maria van Schurman. Schrijf nu zelf een korte tekst over haar die in jouw geschiedenisquest zou kunnen staan die past bij deze afbeelding.

Bronnen en links

https://www.f-site.nu/anna-maria-van-schurman-2

OVER ANNA MARIA VAN SCHURMAN
(1607 - 1678)

Anna Maria van Schurman was de eerste vrouwelijke studente in Nederland. Ze was een belangrijke geleerde in de Republiek.  

 

Al van jongs af aan viel het op dat Anna Maria zeer intelligent was. Op haar derde kon ze al lezen en schrijven. In totaal leerde ze maar liefst elf talen. Ook blonk ze uit in de kunsten: ze schreef gedichten en maakte schilderijen.

Hoewel vrouwen eigenlijk niet mochten studeren, mocht Anna Maria op haar 29e toch lessen volgen op de Universiteit van Utrecht. Om niet op te vallen, moest ze achter een gordijn zitten. Zo volgde ze colleges over godsdienst, literatuur en geneeskunde.

Anna Maria vond het oneerlijk dat vrouwen werden uitgesloten van de wetenschap. Ze schreef een beroemd stuk waarin ze stelde dat vrouwen net als mannen gewoon moesten kunnen studeren.


Zowel in de Republiek als in de rest van Europa werd Anna Maria geprezen om haar intelligentie. Ze correspondeerde met veel belangrijke geleerden en kunstenaars. Ze koos ervoor om haar hele leven te wijden aan wetenschap en kunst. Op latere leeftijd richtte ze zich steeds meer op godsdienst. Ze sloot zich aan bij een christelijke sekte die streefde naar het ware en zuivere geloof.

FACTS

  • Anna Maria van Schurman pleitte er in de 17e eeuw voor dat vrouwen werden toegelaten op de universiteit.  

  • Ze was de eerste vrouwelijke studente in de Republiek.

  • Ze had veel kennis van literatuur, medicijnen en beheerste elf verschillende talen.

  • Ze schreef met belangrijke en geleerde mannen en vrouwen uit heel Europa.

  • In de 18e en 19e eeuw werd ze niet meer als geleerde gewaardeerd, maar werd ze weggezet als een bescheiden vrouw die uitblonk in kunst.

De Engelse vertaling van Anna Maria van Schurman’s artikel uit 1659 waarin ze schrijft dat vrouwen net als mannen moeten kunnen studeren.

De Engelse vertaling van Anna Maria van Schurman’s artikel uit 1659 waarin ze schrijft dat vrouwen net als mannen moeten kunnen studeren.

 

QUOTES

‘Vrouwen die door vrije tijd en andere hulpmiddelen bij uitstek toegerust zijn om wetenschap te beoefenen, kunnen en moeten studeren.’

- Van Schurman verdedigde in 1638 deze stelling in haar 'verhandeling over de geschiktheid van de vrouwelijke geest voor de wetenschap en de letteren'.

‘Zijt gegroet, ô jonge Bloem, van wiens kennis dat ik roem, Die ik acht en’ die ik minne, Die ik hou voor mijn vriendinne.’

- In 1620 schreef de Nederlandse dichteres Anna Roemer Visscher dit gedichtje over de toen dertienjarige Anna Maria van Schurman.

 

‘Er is niets dat u niet begrijpt, niets dat u niet kunt creëren; u bent het wonder van deze tijd.’

- Dit schreef de Franse geleerde Pierre Gassendi over Anna Maria van Schurman, die vond dat ze ‘de kunstenaars en geleerden overtrof in kennis van talen, in goddelijke en menselijke geleerdheid’"

https://www.sg.uu.nl/artikelen/2013/05/colleges-volgen-vanachter-een-gordijn

Colleges volgen vanachter een gordijn

Niet Aletta Jacobs, maar Anna Maria van Schurman, was de eerste vrouwelijke student van de UU. Hoe lukte het haar om in de zeventiende eeuw als vrouw college te volgen?

 Vr 10 mei 2013

 

Nienke de HaanProgrammamaker

Wie was de eerste vrouwelijke student in Nederland? Aletta Jacobs, toch? Niet veel mensen weten dat er al veel eerder een vrouw studeerde aan de universiteit, Anna Maria van Schurman. Hoe lukte het haar om in de zeventiende eeuw als vrouw binnen te komen aan de net opgerichte Universiteit Utrecht? Een toevallig gelukje, of een kwestie van veel doorzettingsvermogen? En waarom kon een Utrechts wonderkind enkel verstopt in een nis achter een gordijn colleges bijwonen, terwijl ze internationaal faam behaalde in academische kringen?

Dit artikel valt onder het dossier: Vrouwen in de wetenschap.

Anna Maria van Schurman (1607-1678) werd in 1607 geboren in een protestants gezin in het katholieke Keulen. Toen ze zes was, vluchtte het gezin naar Utrecht waar ze gingen wonen aan het Domplein. Anna Maria van Schurman kon goed leren. Haar vader stond toe dat ze als een van de weinige vrouwen in die tijd Latijn leerde. Later leerde ze maar liefst dertien andere talen. Ze had een grote interesse voor theologie, geschiedenis, aardrijkskunde en wiskunde, was goed in kunst en schreef veel gedichten.

STUDEREN AAN DE UNIVERSITEIT UTRECHT

In 1636 werd de Universiteit Utrecht geopend en Anna Maria van Schurman werd, als beste latiniste van de stad Utrecht, uitgenodigd om een gedicht te schrijven voor de opening. In haar gedicht heeft ze kritiek op de uitsluiting van vrouwen aan de universiteit. Door haar uitzonderlijke kennis en haar contact met buurman Gisbertus Voetius, één van de eerste hoogleraren aan de universiteit, kreeg ze als enige vrouw toestemming om colleges bij te wonen, waar ze vakken geneeskunde, letterkunde en theologie volgde. Hiermee was ze niet alleen de eerste student van Nederland, maar zelfs van Europa. Toch gebeurde dit niet in alle openheid. Ze kon alleen colleges bijwonen weggestopt in een nis met een gordijn ervoor om niet voor teveel opstoot te zorgen onder de mannelijke studenten. Wel was het Anna Maria die met haar talenten de Universiteit Utrecht in het buitenland op de kaart zette. Vaak noemde men haar naam in één adem met de universiteit.

ALETTA JACOBS VS. ANNA MARIA VAN SCHURMAN

Waarom kennen veel mensen Aletta Jacobs wel en Anna Maria van Schurman niet? Toen Aletta Jacobs in de negentiende eeuw werd toegelaten aan de Universiteit van Groningen was de discussie over onderwijs voor vrouwen al veel verder opgang. Onder leiding van minister Thorbecke kwam er speciaal onderwijs voor meisjes. De eerste feministische golf kwam op en Aletta Jacobs kreeg veel bekendheid met de belangrijke positie die ze innam in deze beweging. In de tijd van Anna Maria werden vrouwen überhaupt niet als geschikt gezien voor de wetenschap, Anna Maria werd neergezet als uitzondering, een wonderkind. Er werd gezegd dat ze 'een mannenziel in een vrouwenlichaam' had. Ze kreeg bekendheid met haar kennis, haar kuisheid maar ook doordat ze werd gezien als 'rariteit'. Ook zij maakte zich sterk voor het studeren van vrouwen, maar voerde deze discussie vooral in de hogere klassen. Doordat ze veel in het Latijn schreef waren haar teksten niet voor iedereen toegankelijk. Waar Aletta Jacobs symbool werd voor een omslag, bleef Anna Maria een incident en raakte ze in de vergetelheid.

WETENSCHAP VOOR VROUWEN?

Anna Maria van Schurman bouwde een groot netwerk op in literaire en geleerde kringen zowel in Nederland als daar buiten. Dit was deels te danken aan het gedicht dat ze had geschreven bij de opening van de universiteit, dat in vele Europese kranten kwam en haar veel bekendheid gaf. In veel gedichten van anderen uit die tijd wordt ze genoemd. Ook maakte ze deel uit van de 'Republiek der letteren' een Europese geleerdengemeenschap waarin de leden elkaar brieven stuurden en bezochten. Zo had ze contact met niemand minder dan Descartes, Jacob Cats, Marie du Moulin, Dorothea Moore, koningin Christina van Zweden en met de dichters Barlaeus en Constantijn Huijgens. Een van haar leermeesters was de theoloog Andreas Rivet, theoloog en opvoeder van koning Willem II, waarmee ze discussieerde over de vraag of vrouwen wetenschap konden beoefenen. Naar aanleiding hiervan schreef ze in 1638 Dissertatio de ingenii muliebris ad doctrinam & meliores litteras aptitudinewaarin ze stelde dat vrouwen zeer geschikt waren voor het beoefenen van wetenschap. Wel beperkte ze zich tot een bepaalde groep vrouwen, die de nodige financiële middelen heeft en niet te veel huishoudelijke taken op zich hoeft te nemen. Wetenschap voor vrouwen ziet ze als een goede bezigheid voor binnenshuis en intellectuele ontwikkeling moet in het teken staan van liefde voor God, niet met als doel een baan op de arbeidsmarkt te krijgen. Daarom richt Anna Maria zich vooral op vakgebieden die nauw samenhangen met theologie, waaronder letteren. Zelf had ze dit voorrecht doordat ze uit een gegoede familie kwam, bovendien was ze ongehuwd, ze had haar vader op zijn sterfbed moeten beloven dat ze nooit zou trouwen zodat ze zich volledig op haar studie kon richten. Het was vooruitstrevend dat Anna Maria als een van de eersten stelde dat vrouwen moeten kunnen studeren, alhoewel die ideeën wel voortkwamen uit het heersende idee dat (rijke) vrouwen toch veel vrijetijd hadden, terwijl mannen moesten werken.

WETENSCHAP VOOR IEDEREEN?

Tegenwoordig hebben we als doelstelling dat de universiteit toegankelijk moet zijn voor iedereen, ongeacht je geslacht of het inkomen van je ouders. Bij de Uithofdebatten stelden we de vraag: 'Is het hoger onderwijs tegenwoordig echt voor iedereen toegankelijk?' Meer weten over Anna Maria van Schurman? RTV Utrecht maakte een reportage over de geschiedenis van de Universiteit Utrecht en het leven van Anna Maria van Schurman.

Volgende week meer over vrouwen in de wetenschap.

Nienke de Haan, stagiaire bij Studium Generale maakt wekelijks een blog over vrouwen in de wetenschap.

 

https://historiek.net/anna-maria-van-schurman-vrouw-universiteit/67986/

Anna Maria van Schurman – De eerste vrouw aan de universiteit

2 december 2019

De Nederlandse humaniste, theologe en dichteres Anna Maria van Schurman werd in 1636 als eerste vrouwelijke studente in Nederland toegelaten aan de universiteit. Mogelijk was ze zelfs de eerste vrouw in Europa die onderwijs mocht volgen bij een universitaire instelling. Wie was deze Anna Maria van Schurman? Een beknopte biografie.

 

Zelfportret in pastel, 1640 (Museum Martena)

Zelfportret in pastel, 1640 (Museum Martena)

Soms wordt beweerd dat de Nederlandse arts en feministe Aletta Jacobs de eerste vrouwelijke studente van Nederland is, maar dat is dus niet waar. Jacobs was wel de eerste vrouw die (in 1870) als toehoorster officieel werd toegelaten aan een hbs die tot die tijd alleen voor mannen toegankelijk was en ze was de eerste die een universitaire studie afrondde.

 

Ruim twee eeuwen eeuwen voor Jacobs bezocht Anna Maria van Schurman al de Universiteit van Utrecht. Voor die tijd was dat zeer bijzonder. Universitair onderwijs was voorbehouden aan mannen en vrouwen die het Latijn beheersten waren zeer zeldzaam. Anna Maria van Schurman kon prima uit de voeten met Latijn doordat haar vader haar dat al op jonge leeftijd geleerd had. Ze was sowieso erg goed in talen. Ze beheerste in haar latere leven maar liefst veertien talen, waaronder het Ethiopisch.

Van Schurman mocht als vrouw niet teveel opvallen aan de universiteit. Ze moest apart zitten van de anderen, achter een gordijn in een nis, zodat de mannelijke studenten haar niet zagen. Dat ze werd toegelaten tot de universiteit was mede te danken aan de Utrechtse hoogleraar Gisbertus Voetius.

Een goede opvoeding

 

Buste van Anna Maria van Schurman door Pieter Puyenbroek in de Statenpassage van het Tweede Kamergebouw

Buste van Anna Maria van Schurman door Pieter Puyenbroek in de Statenpassage van het Tweede Kamergebouw (CC BY-SA 4.0 – Effeietsanders – wiki)

Anna Maria van Schurman werd op 5 november 1607 geboren in Keulen, als dochter van het calvinistische echtpaar Frederik van Schurman en Eva von Harff de Dreiborn. Haar familie was Antwerpen ontvlucht vanwege het bewind van de Hertog van Alva. In 1615 verhuisde het gezin vanuit Keulen naar Utrecht. Anna Maria zou daar het grootste deel van haar leven blijven wonen. Later schreef ze in dankbaarheid over de goede opvoeding die ze genoot. Mede dankzij een “voortreffelijke huismeester” kon ze op driejarige leeftijd bijvoorbeeld al Duits lezen en delen van de catechismus uit het hoofd opzeggen.

 

Anna Maria bleek inderdaad zeer intelligent. Ze tekende graag en bekwaamde zich ook in het papierknippen en schrijven van gedichten. Haar vader besloot haar zelf te onderwijzen. Hij leerde haar verschillende talen (naast Latijn ook Grieks). Al snel bleek dat Van Schurman ook veel aanleg had voor de kunsten. Zo maakte ze als eerste in Nederland bijvoorbeeld pastelportretten en bekwaamde ze zichzelf in de graveerkunst en kalligrafie.

Na de dood van haar vader zorgde haar broer Johan Godschalk ervoor dat ze zich kon blijven ontwikkelen op het gebied van de letterkunde en theologie.

De Nederlandse Minerva

De intelligentie van Anna Maria van Schurman begon al snel op te vallen. Volgens de Utrechtse oudheidkundige en humanist Aernout van Buchel stond ze in de Nederlanden bekend als ‘virginum eruditarum decus’ (het juweel van de geleerde vrouw). Van Schurman correspondeerde met verschillende grootheden, waaronder de geleerde Daniël Heinsius en de dichters Jacob Cats en Constantijn Huygens. In binnen- en buitenland werd Van Schurman geroemd om haar intelligentie en eruditie. De loftuitingen waren niet van de lucht. De Ster van Utrecht, De Nederlandse Minerva, De Tiende Muze: enkele voorbeelden van bijnamen die men voor de geleerde dame uit Utrecht verzon.

 

Engelse vertaling van Van Schurmans verhandeling over vrouwen in het wetenschappelijk onderwijs

Vrouwen en de wetenschap

In haar correspondentie met theoloog André Rivet stelde Van Schurman dat ook vrouwen aanleg voor wetenschap en literatuur hadden. In 1638 publiceerde ze een Latijnse verhandeling waarin ze die stelling nader toelichtte: Dissertatio de ingenii muliebris ad doctrinma et meliores litteras aptitudine (een verhandeling over de geschiktheid van de vrouwelijke geest voor de wetenschap en de letteren). Anna Maria van Schurman vond dat de wetenschap vooral gericht moest zijn op een beter begrip van de bijbel en op de godgeleerdheid. In haar verhandeling schreef ze onder meer dat…

‘…vrouwen [die] door vrije tijd en andere hulpmiddelen bij uitstek toegerust zijn om wetenschap te beoefenen’.

Voor de Utrechtse hoogleraar en theoloog Gisbertus Voetius was de verhandeling aanleiding om Van Schurman als toehoorder toe te laten bij zijn colleges. De twee kenden elkaar goed omdat ze vlakbij elkaar woonden. Korte tijd later begon Van Schurman ook colleges letteren en geneeskunde te volgen. Ook nu vanachter een gordijn, afgeschermd van haar mannelijke medestudenten. De verhandeling van Van Schurman werd uitgeven en verspreidde zich over verschillende Europese onderwijsinstellingen, waardoor de Nederlandse ook internationaal steeds meer naam maakte.

In 1636 schreef Van Schurman op verzoek van Voetius een Latijnse lofzang op de Utrechtse Hogeschool. Ze liet zich als gevraagd lovend uit over de jonge universiteit maar wees ook kritisch op de in haar ogen onterechte uitsluiting van vrouwen.

Een rijke zakenvrouw uit Suriname

Onderzoek

Elisabeth Samson (1715 - 1771) was een van de rijkste en meest succesvolle zakenvrouwen van Suriname tijdens de Nederlandse kolonisatie. Ze werd onder andere bekend door haar rechtszaken tegen de Nederlandse Staat.

Elisabeth werd in 1715 als vrije vrouw geboren. Haar moeder was tot slaaf gemaakt maar door haar oudere kinderen vrijgekocht. Elisabeth runde diverse koffieplantages samen met een witte man met wie zij samenleefde. Na zijn dood werd Elisabeth een groot koffie-handelaar. Haar totale vermogen werd geschat op een miljoen gulden. Net als andere plantage-eigenaren hield Elisabeth zelf ook slaven.

Ze werd niet zomaar geaccepteerd als succesvolle zwarte zakenvrouw. Ze werd zelfs onterecht beschuldigd van het beledigen van de gouverneur en hiervoor tijdelijk uit Suriname gezet. In Nederland vocht ze met succes deze valse beschuldiging aan.

Elisabeth wilde in 1764 trouwen met een witte man, maar hiervoor kreeg ze geen toestemming. Gemengde huwelijken waren formeel niet toegestaan. Elisabeth besloot een rechtszaak aan te spannen tegen de Nederlandse Staat. Na drie jaar stelde de rechter haar in het gelijk: er bleek geen wet die huwelijk tussen zwart en wit verbiedt. Haar verloofde was ondertussen al overleden. Uiteindelijk trouwde Elisabeth met de twintig jaar jongere witte man Daniel Zobre.

FACTS

  • Elisabeth Samson was een succesvolle en rijke Surinaamse zakenvrouw uit de 18e eeuw.

  • Haar moeder was tot slaaf gemaakt maar werd door haar oudere kinderen vrijgekocht.

  • Ze bezat veel koffieplantages in Suriname.

  • Zij moest zich als zwarte vrouw staande houden in de koloniale samenleving.

  • Zo werd ze onterecht beschuldigd van het beledigen van de gouverneur en hiervoor tijdelijk uit Suriname gezet. In Nederland vocht ze met succes deze valse beschuldiging aan.

  • Elisabeth Samson begon ook een rechtszaak tegen de Nederlandse Staat om te trouwen met een witte man.

  • Nederland was een van de laatste Europese landen die slavernij in de koloniën afschafte (1863).

Verwerking

We weten niet hoe Elisabeth Samson eruit heeft gezien. In 2013 maakt kunstenares Iris Kenmil een portret van mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld in de Surinaamse geschiedenis. Zo geeft ze Elisabeth Samson een gezicht.

Bekijk het schilderij op de volgende pagina. Beantwoord onderstaande vragen.

a. Iris Kenmil maakte het schilderij volgens eigen zeggen, omdat Elisabeth Samson ‘buiten het gewone verwachtingspatroon valt’. Wat denk je dat veel mensen verwachten van een vrouw als Elisabeth Samson?

b. Als je goed kijkt zie je dat Elisabeth Samson een blonde pruik draagt. Het is niet duidelijk of zij dit ook echt heeft gedaan, maar het zou kunnen.

c. Waarom zou een zwarte vrouw in die tijd mogelijk een blonde pruik dragen?

d. Wat denk je dat schilder Iris Kenmil met deze blonde pruik duidelijk wil maken? Waarom zou een zwarte vrouw in die tijd een blonde pruik dragen?

e. Wat vind je van dit schilderij? Vind je het passen bij de informatie die je over haar hebt gekregen? Leg je antwoord uit.

Informatie & bronnen

Dat vrouwen ten tijde van de Republiek werkten, voor geld, net als mannen – waarmee uiteraard niet gezegd is dat er niet tezelfdertijd vrouwen waren die, net als mannen, voor zich lieten werken – er is geen historicus die dat zou betwisten. 

Het lijkt erop dat de juridische positie van Hollandse vrouwen in vergelijking tot die van vrouwen in sommige andere Europese landen niet ongunstig was. Getrouwde vrouwen stonden onder vaste vrouwenvoogdij. Maar meerderjarige, niet-getrouwde vrouwen waren wel handelingsbekwaam. Zij beschikten zelf over hun goederen, konden contracten sluiten, rechtshandelingen verrichten en brachten alleen bij het voeren van processen een zelf gekozen ‘straatvoogd’ mee. De beperkte juridische status van getrouwde vrouwen kende enkele belangrijke uitzonderingsregels. Zo waren ‘openbare koopvrouwen’ waar het hun handel betrof wél handelingsbekwaam.21 De juridische positie van zeemansvrouwen leek op die van de openbare koopvrouwen, zoals Annette de Wit in haar artikel over het werk van zeemansvrouwen laat zien. Mannen die vertrokken konden hun echtgenotes machtigen door middel van procuraties zodat hun vrouwen hun zaken konden waarnemen tijdens hun afwezigheid. Een niet onbelangrijke groep vrouwen kreeg hiermee de juridische mogelijkheid zelfstandig op te treden.

QUOTES

‘(haar rijkdom zou) met er tijt onder de Blanken zou kunnen komen, dat niet kwaad is: want al te machtige Vrije Lieden hier te hebben onder de Neegers, daar uit is al veel kwaat te vreesen, omdat het aan onze slaven al eene Idee geeft, dat Sij Hoog Stijgeren kunnen, als wij’.’

- Cynthia McLeod in ‘Een vrije, zwarte vrouw in het 18e-eeuwse Suriname’ (1996)


'Elisabeth Samson liet het er niet bij zitten. (...)Er was geen enkele wet, die vrije christenmensen, van welke kleur dan ook, belette een huwelijk aan te gaan.’

- Over het boek van Cynthia Mcleod (1996), Volkskrant (22 juni 1996)

Radicaal feminist

Onderzoek

Wilhelmina Drucker (1847 - 1925) was een radicaal-feministe en een pionier binnen de Nederlandse vrouwenbeweging.

Wilhelmina groeide samen met haar zus Louise op bij hun alleenstaande moeder. Hun rijke vader was bankier maar wilde hen niet als zijn wettelijk kinderen erkennen. Zijn andere kinderen bij een rijkere vrouw erkende hij wel. Bij zijn overlijden kregen Wilhelmina en haar zus bijna niets van zijn miljoenen. Wilhelmina wilde iets tegen dit onrecht doen. Ze eiste met succes een deel van de erfenis op via een rechtszaak.

Wilhelmina gebruikte het geld om haar politieke idealen te verspreiden. Zij wilde absolute gelijkstelling van vrouwen en mannen. In 1889 richtte ze De Vrije Vrouwen Vereeniging op: de eerste Nederlandse organisatie die zich inzette voor vrouwenrechten. In 1894 kwam hier de Vereeniging van Vrouwenkiesrecht uit voort. Wilhelmina hield vlammende betogen en doorbrak zowel in woord als daad vele taboes.

Wilhelmina Drucker werd ook wel ‘IJzeren Mina’ genoemd omdat haar denkbeelden als radicaal werden beschouwd. Hierdoor kon ze het ook niet goed vinden met meer gematigde feministen.


In 1969 werd de vrouwenbeweging Dolle Mina naar haar vernoemd.  Tot op de dag van vandaag is zij een icoon van de vrouwenemancipatie.

FACTS

  • Wilhelmina Drucker is een icoon van de vrouwenbeweging.

  • Haar verzet vond plaats tijdens de ‘eerste feministische golf’, de ‘tweede feministische golf’ ontstond in Nederland in de jaren zestig.

  • Wilhelmina was radicaler dan andere feministen in die tijd.

  • Ze werd beroemd en berucht vanwege haar strijdbare optredens.

  • De feministische beweging ‘Dolla Mina’ is naar haar vernoemd.

    Wilhelmina streed voor vrijheid van man en vrouw, ongeacht verschillen in stand, herkomst, politieke voorkeur of levensbeschouwing.

Verwerking

OPDRACHT  Beantwoord onderstaande vragen.

a. Wat waren de belangrijkste doelstellingen van de eerste feministische golf? Gebruik eventueel geschiedeniswebsites voor het beantwoorden van deze vraag.

b. Hoe zette Wilhelmina Drucker zich voor gelijke rechten van vrouwen in?

c. Denk je dat Wilhelmina Drucker heeft bereikt wat ze wilde bereiken? Leg je antwoord uit.

d. Kun je nog twee andere belangrijke Nederlandse namen noemen van de eerste feministische golf? Gebruik de links en bronnen voor het beantwoorden van deze vraag.

e. Over de emancipatie van vrouwen zei Wilhelmina Drucker:

“De vrouw zal niet vrij worden en is dat ook niet waard, als zij niet zichzelf bevrijdt, niet toont, de zelfbewuste te zijn, de fiere, die zelfstandig haar ketenen wil afwerpen”

Probeer in je eigen woorden uit te leggen wat Wilhelmina Drucker hiermee bedoelde.

f. Wat maakte Wilhelmina radicaler dan veel andere vrouwen in die tijd denk je?

Bronnen en links

QUOTES

‘De vrouw zal niet vrij worden en is dat ook niet waard, als zij niet zichzelf bevrijdt, niet toont, de zelfbewuste te zijn, de fiere, die zelfstandig haar ketenen wil afwerpen.’
Dit stelde Wilhelmina over de emancipatiestrijd van vrouwen.

‘De wet moet slechts erkennen ‘Menschen’, zonder commentaren.’

Uit het manifest van De Vrije Vrouwen Vereeniging.

‘Wilhelmina Drucker was een eerlijke en overtuigde woordvoerster van de vrouwenzaak met een hoogstaand karakter, aldus het Handelsblad van 7 december 1925, ook al had men haar voor suffragette uitgescholden en haar haar scherpe pen verweten.’

Uit: Marianna Braun (biografe Wilhelmina Drucker), “Bij de dood van een feministe. Necrologieën over Wilhelmina Drucker”.

‘De vooruitgang die wij (echter) overal en op ieder gebied bespeuren, doet ons blijmoedig vertrouwen, dat wij eene betere toekomst tegemoet gaan.’

Uit: het openingsartikel van ‘Evolutie’ (1893)

eerste feministische golf

De eerste feministische golf in Nederland liep ongeveer van 1870 tot 1920. Verschillende vrouwenorganisaties streden voor betere vrouwenemancipatie. De activiteiten waren met name gericht op het krijgen van vrouwenkiesrecht, toelating tot et verkrijgen (universitair) onderwijs en betaald werk.
Aletta Jacobs is een van de belangrijkste voorvechtster voor gelijke vrouwenrechten tijdens de eerste feministische golf.

https://atria.nl/tag/eerste-feministische-golf/

https://atria.nl/nieuws-publicaties/feminisme/feminisme-19e-eeuw/wilhelmina-drucker-biografie/

Wilhelmina Drucker – biografie

28 januari, 2019

biografieWilhelmina Drucker – biografie

Eén van de eerste Nederlandse feministes, oprichtster van de Vrije Vrouwen Vereeniging die het begin werd van de georganiseerde vrouwenbeweging in Nederland. Ze werd geboren onder de naam Wilhelmina Elisabeth Lensing, als de ‘onwettige’ dochter van naaister Constantia Christina Lensing en rentenierende bankier Louis Drucker. Later ging ze zich Drucker noemen.

Wie: Wilhelmina Drucker
Geboortedatum: 30 september 1847
Geboorteplaats: Amsterdam, Nederland
Sterfdatum: 5 december 1925
Plaats van overlijden: Amsterdam, Nederland
Alternatieve naam: Wilhelmina Elisabeth Drucker, Wilhelmina Elisabeth Lensing, IJzeren Mina

Het leven van Wilhelmina Drucker

Drucker werd actief in de Sociaal-Democratische Bond (SDB), de staatkundige vereniging De Unie, de Nederlandsche Bond voor Algemeen Kies- en Stemrecht en de vrijdenkersvereniging De Dageraad. Ze merkte dat de belangen van vrouwen in de socialistische beweging onvoldoende werden behartigd. Daarom richtte ze in 1889 samen met anderen de Vrije Vrouwen Vereeniging op (VVV).

Doel van de VVV was de juridische, economische en politieke gelijkstelling van vrouwen. De georganiseerde vrouwenbeweging in Nederland kwam hierdoor in 1889 op gang. De Vrije Vrouwen Vereeniging was de eerste vrouwenorganisatie met een socialistische achtergrond. De vereniging was alleen toegankelijk voor vrouwen en politiek ongebondenen.

Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht

In 1894 werd op initiatief van de Vrije Vrouwenvereeniging de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK) opgericht. Ook hierin speelde Drucker een actieve rol. Toen de VVK in 1916 openlijk de kiesrechtpolitiek van de liberale regeringscoalitie steunde en daarmee de strijd voor vrouwenkiesrecht uit handen gaf, stapte Drucker uit de VVK en richtte met enkele geestverwanten De Neutrale op.

In 1898 sprak Drucker tijdens de vele congressen ter gelegenheid van de tentoonstelling van vrouwenarbeid in Den Haag. Ze debatteerde onder andere met socialistenleider P.J. Troelstra en pleitte voor een gelijkwaardige positie van vrouwen ten opzichte van mannen. In 1920 werd ze lid van het Comité tegen Gezinsloon. Vanaf 1923 nam ze deel aan diverse actiecomités tegen het ontslag van gehuwde ambtenaressen.

Ze richtte het blad ‘Evolutie’ op en schreef hierin vele artikelen. Die gingen over de belangen van vrouwen op het gebied van vrouwenarbeid, huishouden, huwelijk en seksualiteit, binnen- en buitenlandse politiek, kiesrecht en onderwijs. Ze schreef onder andere openhartig en kritisch over godsdienst en zedelijkheid, wat toen als heel shockerend ervaren werd. ‘Evolutie’ was een belangrijke spreekbuis voor de belangen van de Nederlandse vrouwenbeweging.

Ondergeschiktheid

Drucker stelde vele misstanden aan de kaak. Met name: de veroordeling van vrouwen tot huwelijk en moederschap, de ondergeschiktheid van gehuwde vrouwen aan hun echtgenoot, de dubbele seksuele moraal en de rechteloze positie van onwettige kinderen. Deze misstanden beschouwde zij het gevolg van de economische afhankelijkheid van vrouwen, de opvattingen over de vrouwelijke seksualiteit, en de ongelijkheden in het huwelijks- en afstammingsrecht.

Ze pleitte dan ook tegen de maritale macht, tegen het verbod op het onderzoek naar het vaderschap, tegen het onderscheid tussen wettige en onwettige kinderen, en voor het vrije huwelijk als een verbintenis tussen gelijken. Economische zelfstandigheid van vrouwen en de vrije beschikbaarheid van voorbehoedmiddelen vond zij eerste vereisten voor een vrij huwelijk. Vrouwen moesten onbelemmerd toegang hebben tot de arbeidsmarkt en daar onder dezelfde voorwaarden kunnen werken als mannen.

De feministische beweging ‘Dolle Mina‘, die in 1969 ontstond, werd naar Wilhelmina Drucker vernoemd.

 

Eerste vrouwelijke arts

Onderzoek

Aletta Jacobs (1854-1929) was in Nederland op vele vlakken de eerste: de eerste vrouw in Nederland die een hbs bezocht, de eerste vrouw die afstudeerde aan een universiteit, de eerste vrouw die arts werd en de eerste vrouw die promoveerde.

Ze groeide op in een Joods-liberaal gezin met elf kinderen. Net als haar broers wilde ze medicijnen studeren. Ze diende een verzoek in bij minister-president Thorbecke die haar – via haar vader – berichtte, akkoord te gaan. Een strijdster voor de rechten der vrouw ben ik pas later geworden, toen de studentenjaren reeds tot het verleden behoorden.’

Aletta Jacobs vestigde na haar promotie zich als huisarts aan de Herengracht. Ze hielp vrouwen aan voorbehoedsmiddelen, gaf gratis consulten aan arme vrouwen en specialiseerde zich in gezondheidszorg voor winkelmeisjes en prostituees.

FACTS

  • Aletta was de eerste vrouw die een hbs bezocht, de eerste vrouw die afstudeerde aan een universiteit, de eerste vrouw die arts werd en de eerste vrouw die promoveerde.

  • Aletta Jacobs vestigde zich als huisarts in Amsterdam

  • Ze was mede-organisator van een groot vredescongres in Den Haag in 1915

  • Vanaf 1906 was ze de voorzitter van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht

  • In 1911 en 1912 maakte Aletta Jacobs een wereldreis door Afrika en Azië om daar de positie van vrouwen ‘te bestuderen’: In haar reisbrieven reageerde ze met een onvervalste koloniale blik op de samenleving.

Verwerking

 

Aletta Jacobs ging op 20 april 1871 medicijnen studeren aan de universiteit van Groningen. Ze zou de eerste vrouw in Nederland worden die een universitaire studie succesvol afrondde. In 1879 promoveerde zij tot doctor in de medicijnen. Na haar opleiding en promotie vestigde Aletta zich als huisarts aan de Herengracht in Amsterdam. 

VRAGEN BIJ CLIP

a In het filmpje zag je de brief uit bron 1. Wat wordt er in het filmpje over deze brief verteld?

b Wat vind je ervan dat Aletta Jacobs 17 jaar oud was toen ze de brief schreef?

c Zijn er volgens jou typische vrouwen- en mannenberoepen? Leg je antwoord uit.

d Vind jij dat jongens en meisjes hetzelfde moeten leren op school? Leg je antwoord uit.

e Aletta baande de weg voor andere jonge vrouwen. Leg uit wat daarmee bedoeld wordt?

Thorbecke schrijft een antwoord op de brief van Aletta Jacobs. Hij wil haar toestemming geven om les te volgen op de universiteit.
‘Indien gij, ook bij nadere overweging geen bezwaarziet uwe dochter aan het akademisch onderwijs te laten deelnemen, zal de proef bij mij geene bedenkingen ontmoeten.’
f Thorbecke schrijft niet direct aan Aletta Jacobs zelf. Tot wie richt hij zijn antwoord?

g Wat vind je ervan dat minister Thorbecke zijn antwoord niet direct richt aan Aletta zelf?

h Wie mag uiteindelijk beslissen of Aletta naar de universiteit mag?

Bronnen en links

Aletta Jacobs, die naam valt niet te missen wanneer we het hebben overemancipatie enfeminisme. Aletta is de allereerste vrouwelijke studente én arts van Nederland. Na haar studie ontpopt ze zich bovendien tot een voorvechtster van vrouwenrechten en levert ze een flinke bijdrage aan deeerste feministische golf.

Mede dankzij Aletta’s strijdkracht en doorzettingsvermogen kunnen steeds meer meisjes aan het einde van de negentiende eeuw naar het voortgezet onderwijs of zelfs studeren. Ook zet Aletta zich in voor politieke rechten, sinds 1917 hebben vrouwenkiesrecht en sinds 1919 stemrecht.

Met een opleiding en invloed op de politiek verandert in feite alles voor vrouwen in Nederland. Ze zijn niet langer aangewezen op hun plekje achter het aanrecht, terwijl de mannen het voor het zeggen hebben. Toch blijft de realiteit dat de meeste jonge vrouwen in het begin van de twintigste eeuw stoppen met school zodra ze niet meer leerplichtig zijn en zich niet mengen in de politiek.

Aan het begin van de twintigste eeuw gaan wel steeds meer ongehuwde meisjes aan het werk, bijvoorbeeld als verpleegster, secretaresse of aan de lopende band in een fabriek. Deze ‘vrouwenbanen’ zijn ideaal om een centje bij te dragen aan de huishoudpot van hun ouders.

Maar zodra de jonge vrouw uit huis gaat om te trouwen, neemt ze ontslag. Dat is de norm. Tenzij het noodzaak is. In sommige arme gezinnen moeten moeders wel werken, omdat ze het geld nodig hebben. Juist daarom is een werkende vrouw een grote schande.

Vrouwenkiesrecht

Onderzoek

In 1883 probeerde Aletta Jacobs zich als kiezer te registreren voor de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. Vrouwen werden in de grondwet en in de kieswet niet expliciet uitgesloten. Ze had ‘de letter der wet voor zich, niet de geest der wet’ was echter de redenering van het college van burgemeester en wethouders. Jacobs procedeerde tot aan de Hoge Raad, maar ook hier werd haar verzoek afgewezen. De regering paste vervolgens de grondwet in 1887 aan door in de kiesrechtartikelen diverse keren het woord ‘mannelijke’ en ‘mannen’ in te lassen, waar eerst werd gesproken over ‘ingezetenen’ of ‘Nederlanders’. De uitsluiting van vrouwen van het kiesrecht werd zo een voldongen feit.

Vanaf 1906 werd Aletta Jacobs voorzitter van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. In 1916 organiseerde de VvVK een grote demonstratie in Amsterdam: 18.000 mensen gingen de straat op voor het vrouwenkiesrecht.
In 1919 was het eindelijk zover: het algemeen vrouwenkiesrecht werd ingesteld.

VRAGEN BIJ CLIP

a. Hoelang mogen vrouwen in Nederland stemmen, sinds wanneer hebben ze stemrecht?

b. Wat vind je ervan dat vrouwen niet mochten stemmen?

c. Denk je dat vrouwen anders stemmen dan mannen? Leg je antwoord uit.

Tot 1917 mocht enkel een deel (65%) van de mannelijke Nederlandse bevolking stemmen. Vrouwen mochten helemaal niet stemmen.

Zowel de politici als de rechter besloten dat Aletta Jacobs niet mocht stemmen. De grondwet werd er zelfs voor aangepast, zodat het nu echt duidelijk was vermeld: vrouwen mochten niet stemmen of zich verkiesbaar stellen.

d. Kun je een reden bedenken waarom vrouwen eerder niet eens in de grondwet genoemd werden?

e. Bekijk bron 4 en lees de teksten van de prent. Beschrijf in je eigen woorden wat de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (VvVK) met deze prent duidelijk wil maken?

Bronnen en links

https://s3-eu-central-1.amazonaws.com/atria-nl/wp-content/uploads/2019/09/18194604/De-lessen-van-Aletta-Jacobs_vrouwenkiesrecht.pdf

Achtergrondinformatie Aletta Jacobs Aletta Jacobs (1854-1929) was in Nederland op vele vlakken de eerste: de eerste vrouw in Nederland die een hbs bezocht, de eerste vrouw die afstudeerde aan een universiteit, de eerste vrouw die arts werd en de eerste vrouw die promoveerde. Ze groeide op in een liberaal-Joods gezin met elf kinderen. Net als haar broers wilde ze medicijnen studeren. Ze diende een verzoek in bij minister-president Thorbecke die haar – via haar vader – berichtte, akkoord te gaan. ‘Een strijdster voor de rechten der vrouw ben ik pas later geworden, toen de studentenjaren reeds tot het verleden behoorden.’ 1) Kieswet ‘“Als de wet ons het uitoefenen van het kiesrecht niet belette”, redeneerde ik bij mijzelf, “waarom gebruiken wij dat recht dan niet?” Waarom werd mij, die voldeed aan alle den toenmaligen kiezers gestelde eischen, geen stembiljet thuis gezonden?’ In 1883 probeerde Aletta Jacobs zich als kiezer te registreren voor de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. Vrouwen werden in de grondwet en in de kieswet niet expliciet uitgesloten. Ze had ‘de letter der wet voor zich, niet de geest der wet’ was echter de redenering van het college van burgemeester en wethouders. Jacobs procedeerde tot aan de Hoge Raad, maar ook hier werd haar verzoek afgewezen. Deze oordeelde: ‘dat onder “Nederlander en ingezetene” alleen de man moest worden verstaan, want ware het anders, dan zou dat uitdrukkelijk zijn vermeld’ De regering paste vervolgens de grondwet in 1887 aan door in de kiesrechtartikelen diverse keren het woord ‘mannelijke’ en ‘mannen’ in te lassen, waar eerst werd gesproken over ‘ingezetenen’ of ‘Nederlanders’. De uitsluiting van vrouwen van het kiesrecht werd zo een voldongen feit. 

Vereeniging voor vrouwenkiesrecht Toen het er in 1892 op leek alsof de regering het algemeen mannenkiesrecht zou doorvoeren, bleken de socialisten, sociaaldemocraten en progressief liberalen tevreden. Toen vrouwen protesteerden omdat zij uitgesloten bleven, stelde de socialist Frank van Goes dat ‘de vrouwen een geschikt propagandamiddel waren geweest’. De beoogde kieswet werd niet doorgevoerd, maar het was nu duidelijk hoe veel van de politici erover dachten: algemeen kiesrecht ging over mannen. Wilhelmina Drucker nam daarop in 1893 met enkele medestanders het initiatief om de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VvVK) op te richten en op 4 februari 1894 was het zover. Feministe Annette Versluys-Poelman zou het voorzitterschap jarenlang bekleden en werd bekend als de doortastende en bevlogen president van de vereniging. Er ontstonden vele afdelingen verspreid over het hele land. Mannen mochten meepraten, maar niet meebeslissen. De vereniging werd – zeker in de beginjaren – als radicaal gezien, ook onder feministen. Als tegengeluid werd in 1907 de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht (NBvVK) opgericht, die zichzelf gematigd noemde ten opzichte van de ‘ultra’s’ van de VvVK. Bij de NBvVK werden ook mannen toegelaten als bestuurslid. In 1916 sloeg de VvVK onder het voorzitterschap van Aletta Jacobs de pragmatische weg in. Het algemeen kiesrecht maakte inmiddels deel uit van het politieke debat en de VvVK zette in op de aanpassing van de kieswet. Wilhelmina Drucker bleef principieel inzetten op grondwettelijke gelijkstelling. Zij richtte in datzelfde jaar haar eigen vereniging op: de Neutrale Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht.

Op 18 juni 1916 vond een grote demonstratie plaats, geïnitieerd door de VvVK: 18.000 vrouwen en mannen gingen de straat op om te demonstreren voor vrouwenkiesrecht. De ‘groote betoging’ begon bij het tegenwoordige Museumplein, toen IJsclubterrein geheten. Overwinning In 1917 was het mannenkiesrecht al ingevoerd, de vrouwen kregen enkel passief kiesrecht: ze mochten worden verkozen maar niet zelf kiezen. Vrouwen waren nog niet aan het kiesrecht toe, zo werd gedacht. In 1919 kwam het er eindelijk toch van: het algemeen kiesrecht werd ingesteld. Op 9 mei stemden Kamerleden met ruime meerderheid voor het wetsvoorstel van de militante fractievoorzitter van de Vrijzinnige Democraten Henri Marchant. Het wetsvoorstel van Marchant was eenvoudig: in de bestaande kieswet moest waar nodig het woord ‘mannelijk’ vervallen en op één plaats moest het woord ‘mannen’ worden vervangen door ‘personen’. Op 9 mei stemmen 64 Kamerleden voor en 10 tegen. Marchant werd gehuldigd maar stelde zelf dat er eigenlijk gesproken moest worden van de wet-Jacobs, de geestelijk moeder van deze initiatiefwet.

Dolle Mina

Onderzoek

In 1969 werd de actiegroep Dolle Mina opgericht. Met verschillende acties maakten de Dolle Mina’s duidelijk dat ze af wilden van het keurslijf van de vrouw. Vrouwen kregen nog vaak te maken met onrecht en achterstelling. Dolle Mina eiste onder andere ‘gelijk loon voor gelijke arbeid’ en ‘alle opleidingen ook toegankelijk voor de vrouw’.

Veel vrouwen moesten in de jaren zeventig stoppen met werken wanneer ze waren getrouwd. In die tijd was het gebruikelijk dat de vrouw zorgde voor het huishouden en de kinderen. De man werkte en verdiende het geld. De vrouw was vaak afhankelijk van de man en had minder vrijheid. De actiegroep Dolle Mina wilde gelijke kansen voor vrouwen en mannen. Vanaf 1970 organiseerde zij ludieke acties. Door de acties kwam er veel aandacht voor de situatie waarin veel vrouwen zaten. Vrouwen wilden wel werken en zich ontwikkelen alleen ze kregen de mogelijkheid niet.

Vragen bij de CLIP

In de kennisclip zag je bron 1. Sommige vrouwen droegen tot in het begin van de twintigste eeuw een korset.

A) Zoek op wat een korset is en beschrijf dit vervolgens in je eigen woorden.

B) Wat is een synoniem voor korset?

Bekijk bron 1. De actiegroep Dolle Mina wilde gelijke kansen voor vrouwen en mannen. In 1970 maakte de actiegroep dit affiche.

C) Waarom beeldde Dolle Mina een korset af op het affiche?

Verwerking

Maak gebruik van de bronnen en links die je op de pagina hierachter vindt!

In de jaren zeventig waren niet alle vrouwen huisvrouw. Er waren ook vrouwen die geen mogelijkheid hadden om thuis te blijven en wel buitenshuis betaald werk hadden.

D) Kun je een reden bedenken waarom?

E) Bedenk wat deze vrouwen die betaald werk buitenshuis deden vonden van de Dolle Mina-acties.

Bronnen en links

https://s3-eu-central-1.amazonaws.com/atria-nl/wp-content/uploads/2021/03/05213935/Lespakket-1-Het-keurslijf-van-de-vrouw-voor-docenten.pdf

Dolle Mina In 1969 is de actiegroep Dolle Mina het niet eens met de positie van vrouwen in Nederland. Ondanks dat vrouwen al bijna een halve eeuw stemrecht hebben, is de verwachting nog steeds dat vrouwen zich vooral toeleggen op kinderen krijgen, de kinderen verzorgen en het huishouden. Vanaf januari 1970 organiseert Dolle Mina opvallende en ludieke acties die een duidelijke boodschap overbrengen: man en vrouw moeten dezelfde keuzemogelijkheden hebben. Ook de naam van de actiegroep trekt de aandacht. Het is een verwijzing naar de feministe Wilhelmina Drucker (1847-1925). Drucker was zo’n tachtig jaar vóór Dolle Mina een van de eerste Nederlandse feministes en oprichtster van de Vrije Vrouwen Vereeniging. De Vrije Vrouwen Vereeniging was in 1889 hét begin van de georganiseerde vrouwenbeweging in Nederland en heeft zich ingezet voor het recht voor vrouwen om te stemmen en de toegang van vrouwen tot arbeid. Na de oprichting en eerste actie van Dolle Mina in 1970 ontstaan er Dolle Mina-afdelingen verspreid over heel Nederland. Hoewel Dolle Mina symbool is komen te staan voor de ‘tweede feministische golf’, zijn er in deze periode ook andere feministische actiegroepen actief: Man Vrouw Maatschappij, Flamboyant, Sister Outsider en Paarse September. Het keurslijf van de vrouw Tijdens de ‘eerste feministische golf’ tussen ca. 1870 en 1920 was er gestreden voor het vrouwenkiesrecht, onderwijs en betaald werk voor vrouwen. In 1957 werd de wet op handelingsonbekwaamheid en het verbod op arbeid door getrouwde vrouwen opgeheven dankzij een ingediende motie door Corry Tendeloo, Kamerlid van de PvdA. Nu konden getrouwde vrouwen blijven werken en voor het afsluiten van bijvoorbeeld een bankrekening was er geen toestemming meer nodig van de man. Het zijn mijlpalen in de geschiedenis. Toch betekenen gelijke rechten op papier niet altijd gelijke rechten in de praktijk.

In 1967 wordt het artikel ‘Het onbehagen bij de vrouw’, geschreven door Joke Smit, gepubliceerd in het tijdschrift De Gids. Veel vrouwen herkennen zich in de situatie die Smit schetst: ‘(…) zodra er kleine kinderen zijn valt achter de meeste vrouwen de huisdeur in het slot. Zolang dat zo blijft zal er sprake zijn van verspilling van menselijk potentieel en zal mijn privé-onlust niet verdwijnen.’1 Het artikel wordt gezien als het beginpunt van de ‘tweede feministische golf’ in Nederland. Joke Smit besluit samen met Hedy d’Ancona in 1968 de actiegroep Man Vrouw Maatschappij op te richten. Dankzij veel lobbywerk weet MVM via de politiek invloed uit te oefenen op het emancipatiebeleid. Wat wil Dolle Mina In 1969 komt in Amsterdam een groep samen om te praten over de ongelijkheid tussen man en vrouw. De initiatiefnemers zijn lid van de Socialistische Jeugd, een politieke actiebeweging die is opgericht in 1960. De strijd voor verbetering van de rechten van vrouwen ging hun niet snel genoeg. Om de emancipatie een duwtje te geven organiseert de groep onder de naam ‘Dolle Mina’ acties die aandacht vestigen op hun belangrijkste eisen: gelijke leer- en studiemogelijkheden voor meisjes en jongens, legalisering van abortus, gelijk loon voor gelijkwaardige arbeid, gratis crèches, opheffing dubbele seksuele moraal en het recht op arbeid voor iedereen.

Eerste acties en publiciteit Dolle Mina’s van het eerste uur waren enkele maanden voor de oprichting van de actiegroep, in mei 1969, betrokken geweest bij de studentenbezetting van het Maagdenhuis. Uit eigen ervaring wisten zij hoe belangrijk media-aandacht was wanneer je eisen landelijke bekendheid wilde geven. Op 23 januari 1970 vindt de eerste actie van Dolle Mina plaats, de bestorming van kasteel Nijenrode. De Business School Nijenrode is op dat moment alleen toegankelijk voor mannen. Op diezelfde dag verbranden Dolle Mina’s een damescorset voor het standbeeld van Wilhelmina Drucker in Amsterdam. Een geslaagde dag, want de kranten en tijdschriften staan bol van artikelen over de nieuwe feministische actiegroep. De acties volgen elkaar in een sneltreinvaart op. Sommige acties ontstaan uit een samenwerking tussen verschillende feministische organisaties en omvatten meer dan een protest. De tweedaagse actie ‘Op de vrouw af’ organiseert Dolle Mina samen met Man Vrouw Maatschappij, de vrouwen van de PvdA, Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming en de Vrouwenbond NVV. Vrouwen en mannen kunnen in de actiecentra deelnemen aan discussies, informatie krijgen en meepraten in werkgroepen. Groei en organisatie Vrouwen in heel Nederland, maar ook in België, herkennen zich in Dolle Mina: doortastende vrije vrouwen die de gevestigde orde willen veranderen. Binnen enkele weken vinden er op verschillende plaatsen in het land Dolle Mina-acties plaats. Om structuur aan te brengen in de snelgroeiende organisatie wordt in april 1970 het eerste Dolle Mina-congres georganiseerd in Arnhem. Zeker 450 Minas en veel pers komen op het congres af. De doelstelling die in Arnhem wordt geformuleerd laat het feministische en socialistische karakter van de organisatie zien: ‘Ervan uitgaande dat een rolverdeling tussen man en vrouw niet te verdedigen is op grond van een biologisch onderscheid, stelt Dolle Mina zich een maatschappelijke verandering ten doel, die gelijke ontplooiingskansen voor iedereen, onafhankelijk van de sekse, mogelijk maakt. Dit kan worden verwezenlijkt door middel van sociale strijd, bewustwording, mentaliteitsverandering en daardoor de beëindiging van de sociaal-economische ondergeschiktheid zowel van man als vrouw.’  Erfenis van Dolle Mina In 1973 lanceert Dolle Mina het Werkende Wijvenplan, met daarin de eisen: ‘gelijk loon voor gelijke arbeid, volwaardig parttime werk, gelijke kansen in opleiding en beroep, geen discriminerende belastingmaatregelen, gratis kresjes en gemeenschappelijke woonvoorzieningen’. Het is een van de vele Dolle Mina-acties die hebben bijgedragen aan wet- en regelgeving en de oprichting van initiatieven en organisaties die zich voor emancipatie inzetten. Stichting Landelijke Ombudsvrouw werd opgericht, aan de universiteit kwam de opleiding vrouwenstudies en vrouwen gingen de politiek in.

Mannen die geen kostwinnaar zijn worden als zwakkeling gezien

Onderzoek

 

Nederland wordt als een geëmancipeerd land gezien, maar de rolverdeling is in veel gezinnen nog behoorlijk traditioneel. Stellen waar de vrouw meer verdient, hoger is opgeleid of een betere baan heeft dan de man, zijn vaak zelfs minder gelukkig. "Bij gezinnen met jonge kinderen is de man bijna altijd de kostwinner", vertelt Vink aan RTL Nieuws. "Slechts bij 12 procent verdient de vrouw meer." "In westerse landen zie je de afgelopen vijftig jaar dat vrouwen meer zijn gaan werken, en dat hierdoor de verwachtingen over vrouwen langzaam veranderen. Het wordt tegenwoordig ook meer gewaardeerd als vrouwen ambitie tonen dan vroeger, al gaan deze veranderingen nog heel langzaam." "De norm voor mannen is in de afgelopen jaren echter nauwelijks veranderd", zegt Vink. "Een man die zorgt, wordt nog steeds als apart gezien."

Verwerking

Maak gebruik van de bronnen en links die je op de pagina hierachter vindt!

 

Wie is de kostwinnaar? Doe een klein onderzoekje!

Vraag 5 verschillende paren wie de kostwinnaar is, of ze allebei werken en hoeveeld (voltijd, deeltijd) en hoe zij de taken onderling verdeeld hebben.

Zorg dat jouw paren in verschillende leeftijdsgroepen vallen bijv. 1 paar tussen de 70 en 60 ,1 paar tussen de 60 en 50, 1 paar tussen de 50 en 40, 1 paar tussen 40 en 30 en 1 paar tussen 30 en 20.  

 

Vergelijk jouw onderzoek met de Nederlandse situatie wat is jouw conclusie? (Zie materiaal in de bronnen om deze vergelijking te maken). Laat het zien in tekst, met cijfers en grafieken. Het is tenslotte economie. Vergeet ook niet om je bron te vermelden!

 

Bronnen en links

Bij twee derde van de paren hadden in 2007 beide partners een betaalde baan. Bij paren met kinderen is de meest voorkomende combinatie een voltijdbaan plus een deeltijdbaan. Deze anderhalfverdieners zijn het meest tevreden over de arbeidsverdeling. Jonge stellen zonder kinderen hebben meestal twee voltijdbanen.

Anderhalfverdienersmodel steeds populairder

In de afgelopen vijftien jaar is het aandeel anderhalfverdieners onder de paren sterk gestegen, van 27 procent in 1992 naar 45 procent in 2007. Dit ging ten koste van het model met één kostwinnaar die voltijds werkt: dat aandeel stellen is gedaald van 49 procent in 1992 naar 27 procent in 2007.

Bij 92 procent van de anderhalfverdieners werkte de man in voltijd en de vrouw in deeltijd. In totaal steeg het aandeel paren waarvan beide partners betaald werk hebben van 46 procent in 1992 naar 66 procent in 2007.

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren

Meeste paren tevreden over arbeidsverdeling

De meeste paren zijn tevreden over de onderlinge verdeling van betaalde arbeid. De tevredenheid is met ruim 85 procent het hoogst bij stellen die voltijd en deeltijd combineren. Van de stellen die twee grote deeltijdbanen combineren is een bijna even groot aandeel tevreden over de verdeling.

Van alle paren met twee voltijdbanen zou 18 procent minder willen werken. Meestal is het de vrouw die minder wil werken. De tevredenheid is het laagst bij één voltijdbaan plus geen werk.

Tevredenheid over arbeidsdeelname bij paren, 2007

Tevredenheid over arbeidsdeelname bij paren, 2007

Anderhalfverdieners vooral bij stellen met kinderen

Het anderhalfverdienersmodel komt vaak voor bij stellen met kinderen. In 2007 had meer dan de helft van de paren met minderjarige kinderen een voltijd- plus een deeltijdbaan. Ook als de kinderen ouder zijn, werkt vaak een van de partners in deeltijd. Bij paren zonder thuiswonende kinderen is er een groot verschil tussen jongere en oudere paren. Indien de vrouw jonger dan veertig is, werkten bij bijna de helft beide partners in voltijd. Bij stellen waar de vrouw veertig jaar of ouder is, was dat slechts 12 procent.

Arbeidsdeelname van paren naar huishoudenssituatie, 2007

Arbeidsdeelname van paren naar huishoudenssituatie, 2007

De ware man is kostwinner

Het fenomeen van de werkende vrouw wordt als nieuws beschouwd. Terwijl zij altijd gewerkt heeft. De arbeidende vrouw werd in de loop van de vorige eeuw echter tijdelijk verdrongen door het kostwinnerschap dat de man zijn nieuwe identiteit moest bezorgen, schrijft de Nijmeegse historica Angélique Janssens.

Angélique Janssens17 juni 2000, 0:00

 

De alleenverdiener is op zijn retour. Zelfs in Nederland, waar gehuwde werkende vrouwen lang een uitzondering waren, lijkt het tweeverdieners-gezin hard op weg de norm te worden. In 1997 was, volgens een recente opgave van het Ministerie van Sociale Zaken, bijna de helft van alle gehuwde en samenwonende vrouwen met kinderen actief op de arbeidsmarkt.

In de media wordt vaak met de nodige opwinding gerapporteerd over de onstuitbare opkomst van de werkende gehuwde vrouw. Dit suggereert dat de arbeidsverdeling tussen huisvrouwen en kostwinners gezien wordt als behorende tot een vanzelfsprekende en nogal taaie orde, zo niet gegeven door de natuur, dan toch op z'n minst door de geschiedenis. Is dat wel zo? Is het kostwinnen door de eeuwen heen altijd een zaak van mannen geweest? Hoe 'nieuw' is dat werken van gehuwde vrouwen eigenlijk?

Wanneer we de cijfers van de volkstellingen uit de periode 1899 tot 1970 erop naslaan, dan lijkt arbeid van gehuwde vrouwen in de Nederlandse geschiedenis van marginale betekenis te zijn geweest. Slechts 5 tot 7 procent van de gehuwde vrouwen stond officieel geregistreerd als actief op de arbeidsmarkt.

Deze tellingen gelden echter als buitengewoon onbetrouwbaar. Veel werkzaamheden van vrouwen, maar ook kinderen, werden eenvoudig niet meegeteld omdat die zich nogal eens binnenshuis afspeelden, en vaak op onregelmatige basis. Zo waren er volgens de volkstelling van 1899 in heel Nederland 656 vrouwen werkzaam in de steenfabrieken, terwijl de Inspectie van de Arbeid in 1903 voor de steenfabrieken in Gelderland alleen al op een totaal van 1.062 vrouwen uitkwam. Volgens de telling van 1909 telde ons land 20 visrooksters. Opnieuw kwam de Inspectie van de Arbeid op een veel hoger aantal uit; in Bunschoten, Huizen en Monnickendam alleen waren er al zo'n 252.

Het is niet onwaarschijnlijk dat veel gehuwde vrouwen hun betaalde activiteiten hebben verzwegen om geen afbreuk te doen aan de trots van 'hun' mannelijke kostwinner. De opvatting dat de vrouw niet behoorde te werken maar zich volledig aan haar gezinstaken diende te wijden, had zich namelijk in de loop van de negentiende eeuw ook onder arbeidersgezinnen verspreid.

Toch konden maar weinig arbeidersgezinnen het zich veroorloven om geheel af te zien van de betaalde arbeid van moeders en kinderen. Sterker nog, vanuit de traditionele gezinseconomie was het vanzelfsprekend dat ieder lid van het gezin zijn of haar steentje bijdroeg aan het gezinsinkomen.

Tot aan de negentiende eeuw functioneerden de meeste huishoudens niet alleen als een eenheid van consumptie, maar vooral ook als een eenheid van productie: het boerenbedrijf of de ambachtelijke werkplaats. Koeien melken, veldarbeid, en de zorg voor het vee waren typisch vrouwenwerk. Daarnaast werd er door vrouwen meegewerkt bij het binnenhalen van de oogst. Zwaar werk werd daarbij niet geschuwd. Zo werden de Brabantse bietenlosters door de Arbeidsinspectie gerekend tot de 'zwaar gebouwde en gespierde Brabantsche landbevolking'. Was er even wat minder te doen op de boerderij, dan hielden veel vrouwen zich bezig met allerlei nijverheidsactiviteiten, variërend van weven en spinnen, tot stoelenmatten of tabakstrippen.

De vanzelfsprekendheid dat iedereen in het gezin moest meewerken voor het gezinsinkomen bestond ook in stedelijke gezinnen. In het zeventiende- en achttiende-eeuwse Engeland kwamen vrouwen voor in een breed scala van ambachten, zoals hoedenmaakster en schoenmaakster, maar ook onder ijzerhandelaren en klokkenmakers. Vrouwen die geen opleiding in enig ambacht hadden genoten, konden aan het gezinsbudget bijdragen door voor anderen de was te doen, vis of fruit te venten, of naaiwerk te verrichten. Het is overigens een misverstand te veronderstellen dat het vooral vrouwen uit de armste groepen waren die op de arbeidsmarkt te vinden waren, of vrouwen met een werkeloze man thuis.

In het recente verleden zijn we gewoon geworden dat als moeders 'uit werken gingen', dit veelal gebeurde nadat de kinderen wat ouder waren en naar school gingen. In de gezinsideologie van na de Tweede Wereldoorlog vereiste de aanwezigheid van kleine kinderen de constante aanwezigheid en zorg van de moeder. In de geschiedenis van het gezin vormt die periode een uitzondering, maar het waren dan ook de hoogtijdagen van de mannelijke kostwinner en het romantische moederschap.

Gezinsbudgetten van arbeidersgezinnen in de Belgische stad Gent rondom 1900 laten zien dat in de overgrote meerderheid van de jonge gezinnen de vrouw door eigen arbeid bijdroeg aan het gezinsinkomen. Dan was de nood het hoogst, er moesten immers vele monden gevoed worden terwijl het loon van de man zelden voldoende was. Pas naarmate de kinderen ouder werden en zelf konden bijdragen aan het gezinsinkomen, trokken de moeders zich terug van de arbeidsmarkt.

Vrouwen hebben altijd gewerkt, ook gehuwde vrouwen. Waar komt dan toch die kostwinners-ideologie van de negentiende en twintigste eeuw vandaan? Historici hebben recentelijk gewezen op de functie die de nieuwe status van kostwinner had voor de identiteit van de man. Vóór de opkomst van loonarbeid en industriële productie werd de mannelijke identiteit bepaald door zijn onafhankelijkheid, vakbekwaamheid en het vermogen het arbeidspotentieel van het gezin te organiseren. Die identiteit werd ernstig in gevaar gebracht door de toestroom van goedkope vrouwen- en kinderarbeid naar de arbeidsmarkt, en het verlies van vakmanschap en controle over het arbeidsproces.

Door het opeisen van hogere lonen, leidinggevende posities en voorrechten als de mannelijke kostwinner moest een nieuwe mannelijke identiteit gevonden worden. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw ontstond daarom ook de roep om een gezinsloon. Op basis van zijn status als kostwinner kon de man aanspraak maken op allerlei privileges, niet alleen op de arbeidsmarkt, maar ook thuis in het gezin: het recht op vrije tijd, de huishoudelijke diensten van zijn vrouw, en het grootste stukje vlees.

De overheid, die toen nog tegen iedere staatsbemoeienis was, ondersteunde dit proces met een uitgebreid stelsel van beschermende wettelijke maatregelen die vrouwen, ongevraagd, moesten beschermen tegen de nadelige gevolgen van verschillende vormen van betaalde arbeid. Veelal hadden dit soort maatregelen tot gevolg dat vrouwen werden 'wegbeschermd' uit de beter betaalde, erkende beroepen, hoewel ze daar slechts sporadisch voorkwamen. De praktische betekenis van deze wetgeving was daarom gering.

In de loop van de twintigste eeuw breidde de overheidssteun voor de mannelijke kostwinner zich verder uit. Met als rechtvaardiging de bescherming van het gezin, werden in de periode 1904-1948 verschillende arbeidsverboden voor gehuwde vrouwen in overheidsdienst ingesteld. Hoogtepunt van deze kostwinnerspolitiek vormde het wetsontwerp van de katholieke minister Romme, uit 1937, dat een totaal verbod beoogde op alle arbeid van gehuwde vrouwen. Het ontwerp werd actief bestreden en moest dan ook worden ingetrokken. De naoorlogse Nederlandse welvaartstaat tenslotte maakte het mannelijke kostwinnersgezin mogelijk voor brede groepen. Een complex systeem van belastingmaatregelen, kostwinnersfaciliteiten, werkloosheidsuitkeringen, en een stelsel van kinderbijslag zorgden ervoor dat het inkomen van de mannelijke kostwinner werd aangevuld zodat hij een van hem afhankelijke vrouw en kinderen kon onderhouden.

Kostwinnen vormt dus vanaf de negentiende eeuw een centraal onderdeel van de mannelijke identiteit. Het zou voor de hand liggen te veronderstellen dat door de sterk toegenomen arbeidsparticipatie van gehuwde vrouwen de pijlers onder die identiteit vandaan zijn getrokken. Niets is minder waar. De identiteit van de mannelijke kostwinner heeft zich ogenschijnlijk moeiteloos aangepast aan de moeders in kleine parttime banen voor wie het huishouden en de kinderen nog steeds de hoofdverantwoordelijkheid zijn. Zolang de vaders niet of nauwelijks participeren in de onbetaalde huishoudelijke arbeid kunnen we hooguit van een gemodificeerd mannelijk kostwinnersmodel spreken. Zowel mannen als vrouwen zullen het 'eigenlijke' kostwinnen nog steeds zien als een taak van mannen.

Een dwingend ideaal

Het idee dat mannen de kost verdienden en vrouwen zich om huis, haard, man en kinderen dienden bekommerden is geen uitvinding van de negentiende eeuw. Zorg voor huishouden en (kleine) kinderen was altijd vrouwenwerk geweest. Maar eerder belemmerde het vrouwen niet of veel minder om betaald werk te verrichten. Andersom was ook in de negentiende eeuw de thuisblijvende huisvrouw voor veel gezinnen financieel gezien nog geen haalbare kaart. Toch werd het mannelijk kostwinnerschap wél steeds meer de norm. Doordat vrouwenlonen zo laag waren, was de bijdrage van werkende moeders aan het gezinsinkomen vaak maar beperkt. Haar inzet als huisvrouw in de zorg en opvoeding van kinderen en goed bestier van het huishouden kon meer opleveren.

Het mannenloon werd steeds meer gezien als loon waarvan men een gezin moest kunnen onderhouden. En vakbonden deelden dat idee. Socialistische vakbonden waren tegen een beroepsverbod voor gehuwde vrouwen en vrouwen staakten voor hoger loon. Maar belangen van georganiseerde mannen en vrouwen waren in de praktijk nogal eens tegengesteld. Een werkende vrouw bezette de arbeidsplaats van een werkende man. Het kunnen onderhouden van een gezin was voor vakbonden een argument vóór hoge(re) mannenlonen.

De man is kostwinner, de vrouw huishoudster

Ook na de Tweede Wereldoorlog blijft deze klassieke rolverdeling in Nederland de norm. Vrouwen werken wel, maar alleen als ze ongetrouwd zijn. Bovendien verdienen ze een stuk minder dan het andere geslacht. De hele samenleving is ingericht op één ideaal: de man is kostwinner, de vrouw zorgt voor de kinderen en het huishouden.

Zo hebben uitsluitend Nederlandse mannen recht op een uitkering bij ziekte of ouderdom. Vrouwen kunnen hiervan alleen profiteren als ze getrouwd zijn. Hun sociale zekerheid is dus extreem afhankelijk van mannen en daarom is het noodzaak om te trouwen. Dat doet meer dan 90 procent, vaak als ze begin twintig zijn. Een huwelijk is een levensverzekering.

Naast alle tegemoetkomingen voor mannen heeft Nederland in die tijd ook verschillende wetten die het onmogelijk maken voor een vrouw om financieel onafhankelijk te zijn. Zo is het bij wet verboden voor vrouwen om een bankrekening te openen of zelf geld te beheren. De reden? Vrouwen zijn ‘handelingsonbekwaam’, net als zwakzinnigen en kinderen.

Een getrouwde vrouw die buitenshuis werkt, is afschuwelijk. Een man moet genoeg kunnen verdienen. Tweede Kamer-lid Corry Tendeloo vindt dat hier verandering in moet komen. Zij dient in 1956 de motie Tendeloo in waarmee ze pleit voor afschaffing van het ambtenaressen-reglement waarin staat dat vrouwen op de dag van hun huwelijk ontslagen dienen te worden. Een wetswijziging zorgt er uiteindelijk voor dat vrouwen vanaf 1957 als handelingsbekwaam worden gezien.

De Tweede Kamer accepteert de motie van Corry Tendeloo, maar haar succes maakt in realiteit weinig verschil voor veel vrouwen. De norm blijft hetzelfde: zodra een vrouw trouwt, stopt ze met werken. Soms rekken vrouwen dit nog op tot hun eerste kind, maar dan houdt het echt op. “Een getrouwde vrouw die buitenshuis werkt, is afschuwelijk. Een man moet genoeg kunnen verdienen”, verklaart een oude man aan een journalist van de VARA in 1962.

 

Waarom zijn vrouwen in Nederland zo afhankelijk van mannen

Onderzoek

Als vrouw op eigen benen staan, dat is in Nederland helemaal niet zo vanzelfsprekend. Ongeveer de helft van alle Nederlandse dames verdient niet genoeg geld om voor zichzelf te kunnen zorgen. Toch is in Nederland veel veranderd sinds de jaren vijftig. In die tijd is het recht van de vrouw het aanrecht. Die tijden zijn voorbij. Maar hoeveel is er nou daadwerkelijk veranderd?

Kunnen we wel loskomen van het stereotype vrouw?

Sinds de laatste feministische golf hebben vrouwen in Nederland dus flinke vooruitgang geboekt. Vrouwen onder de 45 jaar zijn tegenwoordig zelfs hoger opgeleid dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. En toch is de realiteit anno 2018 dat de meeste mannen de belangrijkste kostwinner zijn in een gezin, want Nederlandse dames zijn kampioen deeltijdwerken in heel Europa.

De komst van parttimebanen, waardoor vrouwen werk en zorg kunnen combineren, lijkt nu dus averechts te werken. Van vrouwen tussen de 25 en 49 jaar oud werkt 70 procentfulltime. Bij mannen ligt dit percentage een stuk hoger: op 94 procent. Komen er kinderen bij kijken? Dan werkt nog maar 58 procent van de vrouwen fulltime. Onder de mannen blijft 93,5 procent gewoon 36 uur of meer werken.

Economische zelfstandigheid naar geslacht en leeftijd

© CBS

Het stereotype van de zorgende vrouw zit dus nog altijd in de weg. Bijna de helft van de mannelijke bevolking vindt dat vrouwen hier beter in zijn en bijna 20 procent van alle Nederlanders vindt zelfs dat vrouwen helemaal niet moeten werken als ze kleine kinderen hebben. Dat hoeft niet erg te zijn, veel vrouwen kiezen hier bewust voor, maar ze zijn een stuk kwetsbaarder hun relatie stukloopt. Dat overkomt vier op de tien stellen. En dan heb je als vrouw - nog steeds - een groot probleem.

Toch neemt de overheid wel maatregelen om deze problemen aan te pakken met nieuwe wetten zoals het uitgebreide vaderschapsverlof en quota voor vrouwen in de top. En er zit schot in de zaak. De afgelopen tien jaar is het aantal vrouwen dat volledigeconomisch onafhankelijk is met 8 procent gestegen. Oud-minister van Onderwijs, Cultuur en Maatschappij Jet Bussemaker is optimistisch: “Deze beweging naar meer gelijkheid stemt voorzichtig positief, maar de percentages zijn duidelijk, we zijn er nog lang niet.” 

Verwerking

Maak gebruik van de bronnen en links die je op de pagina hierachter vindt!

In 1917 werd het passief kiesrecht voor vrouwen ingesteld. Aletta Jacobs stelde zichzelf verkiesbaar maar werd niet gekozen.

A. Ga op zoek naar:

• eerste vrouwelijke Tweede Kamerlid + jaartal

• eerste vrouwelijke burgemeester + jaartal

• eerste vrouwelijke minister + jaartal

• eerste vrouwelijk premier

B. Hoeveel jaar zit er tussen het eerste vrouwelijke Kamerlid en de eerste vrouwelijke minister? Wat vind je daarvan?

C,  Wat is nu de verhouding (in percentages) vrouw-man in de Tweede Kamer denk je? Als je het niet weet kun je het antwoord opzoeken op internet.

D. Wat vind jij van deze verdeling?

Het Werkende Wijvenplan van de Dolle Mina's duurde een jaar lang. Iedere twee maanden werd er door Dolle Mina aandacht gevraagd voor één van de zes punten. Bekijk de poster.

E. Vrouwen kregen voor hetzelfde werk soms minder betaald dan mannen? Wat vind je daarvan?

Op 1 maart 1980 trad de Wet gelijke behandeling in werking. Sindsdien is het ongelijk betalen van vrouwen en mannen voor hetzelfde werk verboden in Nederland.

F. Denk je dat het ongelijk betalen van vrouwen en mannen voor hetzelfde werk nog steeds voorkomt?

In Nederland verdienen vrouwen gemiddeld minder dan mannen.

G. Stel, je komt erachter dat je minder betaald krijgt dan iemand anders die hetzelfde werk doet als jij. Wat zou je doen?

https://www.weforum.org/agenda/2021/03/best-countries-women-s-rights-gender-gap
World Economic Forum Best coutries for women

3. Afronding

3a. Assessment

  In de eXpoweek lever je bewijs door te controleren of jij de volgende onderdelen allemaal met links in Egodact hebt staan:

 

Welke producten moet je leveren?

Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:

  • Colleges vanachter een gordijn onderzoek & verwerking
  • Een rijke zakenvrouw verwerking
  • Radicaal feminist onderzoek & verwerking
  • Eerste vrouwelijke arts onderzoek & verwerking
  • Vrouwenkiesrecht onderzoek & verwerking
  • Dolle Mina onderzoek & verwerking
  • Mannen die geen kostwinnaar...onderzoek & verwerking
  • Waarom zijn vrouwen...onderzoek & verwerking

3b. Terugkijker

In de Verderkijker stond de vraag: Wat wil jij door deze quest te weten komen?

Wat had je hier ingevuld en heb je inderdaad gevonden wat je te weten wilde komen?

Waarvoor zou jij nu de straat op gaan? Voor welke standpunten zou jij actie willen voeren?

Bronnen

Aanvullende bronnen, links enz. horend bij het onderwerp worden hier op een volgende pagina geplaatst