Fijn en goed dat je meedoet aan deze laatste les!!! In deze les zullen we vooral samenvatten en terugkijken naar de afgelopen lessen.
De afgelopen periode hebben we het veel gehad over de Politieke en de Juridische Dimensie. Een onderwerp waar veel over gesproken is in de media. We hebben gekeken naar de rellen en bekeken of onze rechtsstaat onderdruk stond, we hebben gekeken naar de toeslagen affaire en natuurlijk ook naar de verkiezingen. Daarnaast hebben we ook veel geleerd over onze grondrechten. In deze laatste les zullen we alle lastigere onderwerpen en leerdoelen nog een laatste keer passeren. Daarnaast is het ook verstandig nog een keer goed naar de PowerPointpresentaties te kijken.
Veel succes met deze laatste digitale les voor de toets-week!!!
Doelgroep: MBO niveau 4.
Wat kan je na deze les?
Je kan de 2 kenmerken van een democratie benoemen.
Je kan 3 kenmerken van een Rechtsstaat benoemen.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen Klassieke en Sociale grondrechten
Je begrijpt hoe een coalitie, regering en een kabinet gevormd worden.
Je kan de verschillende stromingen herkenen en benoemen waarvoor ze staan.
Je kan in 8 stappen uitleggen hoe een wet tot stand kwam.
Kenmerken van een democratie?
De 2 kenmerken van een Democratie.
Zoals jullie nog weten hebben we tijdens de lessen hebben veel gesproken over de verschillende kenmerken van onze democratie. Zo hebben we veel gesproken over gekozen volksvertegenwoordigers, maar ook over de rechtsstaat. In dit onderdeel van de digitale les zullen we hierop terugblikken.
Kenmerk 1: De Rechtsstaat
De drie kenmerken van een Rechtsstaat.
Nederland heeft naast een gekozen volksvertegenwoordiging ook een Rechtsstaat. De rechtsstaat heeft als voornaamste doel de burgers te beschermen, dit wordt gedaan door grondrechten. Een rechtsstaat heeft 3 belangrijke kenmerken:
De overheid moet zich net als de burgers houden aan de wet, hiermee wordt bedoeld dat bijvoorbeeld de politie, belastingdienst of de regering zich niet boven de wet mag stellen.
Een ander kenmerk zijn de grondrechten, deze beschermen burgers tegen elkaar en tegen de macht van de overheid. Deze grondrechten kunnen we verdelen in 2 soorten, nameleijk Klassieke en Sociale grondrechten.
En er is een trias politica, hierin wordt de macht verdeeld in drie machten, zo mag de overheid jouw geen straf geven maar moet de rechter dat doen, daarnaast mag een rechter geen wetten maken, maar moet de wetgevende macht dit doen. Door deze verdeling is de kans dat 1 persoon de macht krijgt of de macht misbruikt wordt veel kleiner.
Grondrechten
Grondrechten
2 Soorten grondrechten
Zoals we tijdens de les hebben behandeld waren de grondrechten in twee type grondrechten te verdelen, zo hebben we:
klassieke grondrechten
Sociale grondrechten
1. Klassieke grondrechten:
Zijn rechten die ervoor zorgen dat we in vrijheid kunnen leven, zonder dat de overheid zich met ons leven bemoeit of de macht misbruikt.
Voorbeelden:
Vrijheid van meningsuiting;
Vrijheid van godsdienst.
Klassieke grondrechten beschermen burgers dus niet alleen tegen de overheid, maar ook tegen elkaar. Zo mogen andere burgers jou bijvoorbeeld niet verbieden een bepaalde mening te uiten.
2. Sociale grondrechten:
Zijn rechten die ervoor zorgen dat je het recht hebt op bepaalde basisvoorzieningen en op hulp, wanneer je ziek bent en niet meer kan werken.
Voorbeelden:
Gezondheidszorg;
Bijstandsuitkering.
Het is de taak van de overheid om ervoor te zorgen dat iedereen in Nederland toegang heeft tot die basisvoorzieningen. Zo heeft iedereen recht op een inkomen, wanneer je niet “meer” kan werken.
Ook moet de overheid ervoor zorgen dat er voldoende ziekenhuizen zijn en dat je naar de dokter kunt gaan wanneer je ziek bent. Alle rechten die voor burgers zorgen als ze ziek zijn, noemen we: Sociale Grondrechten.
De verdeling van de Trias Politica
Het ontstaan van de Trias Politica
Het woordje tri, betekent 3 in het Grieks, waardoor de trias politica, letterlijk de drie machtenscheiding betekent. In dit filmpje kan je zien waardoor we deze machtenscheiding hebben.
De trias politica bestaat zoals eerder aangegeven uit 3 delen namelijk,
De wetgevende macht, dit zijn bijvoorbeeld de Eerste en Tweede kamer in Nederland (de 1ste en 2de Kamer noemen we het Parlement). Zij maken wetten en controleren de uitvoerende macht.
De uitvoerende macht, dit is de overheid. Hun taak is de wetten uit te voeren en moeten ervoor zorgen dat mensen zich houden aan de wet. De uitvoerende macht in Nederland is de regering en andere overheidsorganen die wetten handhaven, zoals de politie.
Tot slot hebben we de Rechtsprekende macht, deze macht bestaat uit rechters. Hun taak is om de juiste straf te bepalen en om te kijken of de uitvoerende macht bijvoorbeeld wel goed de wet gehandhaafd heeft.
Kenmerk 2: Gekozen volksvertegenwoordiging
Het vormen van een Regering en een Kabinet:
Zoals we al zagen in het vorige hoofdstuk weten we dat we om de 4 jaar onze volksvertegenwoordigers kiezen, maar hoe gaat het verder en wie mogen dan regeren? In Les 4 hebben we gekeken naar hoe de Tweede Kamer na de verkiezingen de zetels verdeeld. Om te mogen regeren is het belangrijk dat de partij met de meeste zetels, de eerste stap maakt in het formatie proces. In dit proces kijkt de winnaar van de Tweede Kamerverkiezingen met welke partijen hij een kabinet en een regering kan vormen, hierin wordt gekeken naar met welke partij de gewonnen partij kan samenwerken. Zodra meerdere partijen in het kabinet minstens 76 zetels hebben, kunnen we spreken van een coalitie. (Dus 150: 2= 75 + 1= 76.)
Het sluiten van een Regeerakkoord
Dit wordt gedaan door compromissen te sluiten, hierin kijken en onderhandelen de partijen over welke verkiezingsplannen en standpunten, ze het eens zijn en over welke niet. De plannen waarover de partijen het eens zijn, zodra ze gaan samenwerken noemen we ook wel een Regeerakkoord. Soms moet een partij tijdens het onderhandelen bepaalde punten en plannen inleveren, zodat deze partij een ander belangrijker punt terug kan winnen. Dit kunnen we vergelijken met een relatie of een vriendschap, soms moet je je partner of vriend gelijk geven om het de volgende keer zelf te krijgen.
(In Nederland noemen we het geven en nemen van standpunten, tijdens het samen werken ook weleens het Poldermodel.)
Een belangrijk verschil tussen het Kabinet en de Regering is het volgende:
Een Regering bestaat uit: alle ministers + de Koning
Een Kabinet bestaat uit: alle ministers + de Staatssecretarissen
Partijen die geen deel uitmaken van een kabinet en tegenover de coalitie staan noemen we, de Oppositie. Deze partijen zijn vooral kritisch over de plannen en het beleid van het kabinet.
Het vormen van een coalitie
Hoe wordt een regering gevormd?
Zoals we in de lessen hebben gezien stemmen we in Nederland om de 4 jaar tijdens de Tweede Kamer verkiezingen op verschillende partijen, die ieder een aantal lijstrekkers hebben. De gekozen partijen zullen ons vervolgens na de verkiezingen in de Tweede Kamer vertegenwoordigen.
Al deze partijen hebben verschillenden standpunten en visies, waardoor er allerlei stromingen zijn ontstaan, deze delen we vaak in vier delen op. Namelijk….?
Zoals we hebben gezien en hebben geleerd is de politiek en breed. Vaak voelt de politiek ver weg en lijkt je eigen mening en stem niet gehoord te worden. Zo kan je wel stemmen, maar wat is 1 stem op 17 miljoen? En alles wat in Den Haag gebeurt is toch een ver van mijn bed show.
Echter is niets minder waar, zoals Wim van de Camp mij eens vertelde: “If you are part of the game, why don’t play in it?” Met andere woorden: “Als je onderdeel bent van het spel, waarom dan niet meedoen?”
Zo heb je als student wel degelijk veel invloed, zo bestaat er binnen ieder MBO en HBO een studentenraad, hieraan kan je doormiddel van verkiezingen je mening geven en et onderwijs verbeteren. Binnen Zadkine bestaan er zelfs deelraden en een centrale studentenraad. Indien je niet in de raad wil of niet kan, dan is het altijd mogelijk ze te benaderen.
Daarnaast kan je ook vaak naar de gemeenteraad, zo zijn in Rotterdam veel leden van de gemeenteraad, geïnteresseerd in de ervaring van studenten en van wat de nieuwe generatie meemaakt. Door hier aan deel te nemen, of alleen al met ze in gesprek te gaan kan je een bijdragen leveren aan het beleid en heb je toch invloed in de politiek.
Handleiding toets politiek
LES 1 - PPT 1 Soorten Politiek (politieke systemen)
Het arrangement Politiek-Juridische Dimensie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
erwin van franeker
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-12-23 11:15:48
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.