Dit thema heeft als titel 'Krachten der aarde' en gaat over de volgende onderwerpen.
Plaattektoniek
Je leert over de opbouw van de aarde. De aardkorst bestaat uit twee platen. Hoe de platen ten opzichte van elkaar bewegen en wat het gevolg kan zijn van botsende platen, leer je in het onderdeel plaattektoniek.
Aardbevingen
Je leert over hoe aardbevingen ontstaan, wat de gevolgen zijn en waar ter wereld ze voorkomen.
Vulkanen
Je leert hoe vulkanen ontstaan, waardoor ze gaan werken en waar je vulkanen kunt aantreffen.
Aardbevingen en vulkanen zijn krachten die van binnenuit op de aardkorst werken.
Erosie en verwering
Je leert wat het verschil is tussen erosie en verwering.
Erosie is het afslijten van gesteente door invloeden van buitenaf; door wind, water en ijs.
Bij verwering kan gesteente afbrokkelen door planten, bomen, vorst en zure regen.
Orkanen en tornado's
Je leert over het verschil tussen orkanen en tornado's en de verwoestende krachten daarvan.
Erosie en verwering, orkanen en tornado's zijn krachten die van buitenaf op de aardkorst inwerken.
Introductie - opdracht
Je hebt vast wel eens in het nieuws gehoord over een aardbeving of vulkaanuitbarsting. Hieronder staan vijf grote natuurrampen die de wereld hebben getroffen in de 21e eeuw.
Maak een groepje samen met vier andere klasgenoten.
Elk van jullie zoekt informatie op over één van deze rampen.
Schrijf kort en bondig informatie op over deze ramp.
Denk aan de volgende dingen:
Waar en wanneer vond de ramp plaats?
Wat was de oorzaak van de ramp?
Waren er veel (dodelijke) slachtoffers?
Wat waren de gevolgen voor de stad/streek waar de ramp plaatsvond?
Zoek maximaal 10 minuten. Vertel daarna om de beurt iets over ‘jouw ramp’ aan je klasgenoten.
Kies uit:
Tsunami Azië 2004
Orkaan Katrina 2005
Aardbeving Haïti 2010
Uitbarsting Eyjafjallajökull 2010
Cycloon Nargis 2008
Welke ramp maakte het meeste indruk op jou? Bespreek het met je klasgenoten.
Wat ga ik doen?
Het thema 'Krachten der aarde' bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel
Tijd in lesuren
Eindproduct
Inleiding
1
Hoofdstuk 1 Plaattektoniek
2
Intro-opdracht, werkblad, eindopdracht A en eindopdracht B
Hoofdstuk 2 Aardbevingen
1
Eindopdracht A en eindopdracht B aardbevingen of vulkanen
Hoofdstuk 3 Vulkanen
1
Eindopdracht A en eindopdracht B aardbevingen of vulkanen
Hoofdstuk 4 Erosie en verwering
2
Eindopdracht A en eindopdracht B
Tornado's en orkanen
1
Eindopdracht A en eindopdracht B
Afsluiting
De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.
Hoofdstuk 1 Plaattektoniek
Leerdoelen
Aan het eind van dit hoofdstuk kun je …
omschrijven dat de aardkorst is opgebouwd uit bewegende platen.
het bewegen van de aardplaten beschrijven met de begrippen divergentie, convergentie en transforme beweging.
aangeven bij welke plaatbewegingen aardbevingen kunnen ontstaan.
aangeven bij welke plaatbewegingen vulkanen ontstaan.
aangeven bij welke plaatbeweging oceanen kunnen ontstaan.
Intro-opdracht
In deze opdracht kijk je naar de opbouw van de aarde.
Onder je voeten, in het binnenste van de aarde en aan het aardoppervlak, spelen zich allerlei processen af.
Met als gevolg dat er vulkanen uitbarsten, aardbevingen ontstaan en er gebergtes worden gevormd.
Heel vroeger dachten mensen dat het middelpunt van de aarde de hel was.
Een vlammende oven waar duivels in wonen. Maar de mensen hadden het mis.
Er wonen géén duivels. Wél is het er enorm heet: ruim 5000 graden!
Bestudeer alle pagina's en bekijk de video in de Kennisbank.
Bekijk de volgende video van Schooltv over De opbouw van de aarde.
Download het werkblad De opbouw van de aarde.
Op het werkblad zie je bij Stap 1 een afbeelding van de aarde.
Benoem de vier delen die je ziet.
Maak nu de volgende oefening.
Je ziet een aantal trefwoorden die met de opbouw van de aarde te maken hebben.
Stap 2: Bewegende platen
De aardkorst is maar heel dun en bestaat uit twee soorten platen: continentale platen en oceanische platen.
De platen kunnen ten opzichte van elkaar bewegen.
Bekijk de afbeelding.
De aarde zag er 200 miljoen jaar geleden heel anders uit dan nu.
Dat kun je zien in de video die in de opdracht staat.
Je beantwoordt dan na het kijken de vragen.
Stap 3: Bewegende platen
De aardplaten hebben 200 miljoen jaar over de aarde gezworven.
En de platen bewegen nu nog.
In de animatie in Stap 2 heb je gezien hoe de platen zijn verschoven.
Pak het werkblad De opbouw van de aarde erbij.
Je ziet op het werkblad bij Stap 3 een afbeelding met de namen van de platen.
Je ziet ook de continenten afgebeeld.
Onder de afbeeldingen zie je een tabel.
In de tabel staan een aantal namen van platen.
Bekijk de afbeelding en video opnieuw.
Geef van de in de tabel genoemde platen aan in welke richting ze bewegen.
Stap 4: Divergentie en convergentie
Doorsnede opbouw aarde
In Stap 1 heb je gezien dat de aarde uit de kern, de mantel en de aardkorst is opgebouwd.
De mantel is een stroperige massa die magma wordt genoemd.
Door het temperatuurverschil tussen de kern van de aarde en de aardkorst is de magma voortdurend in beweging.
Die bewegingen worden convectiestromen genoemd. Convectiestromen kunnen er voor zorgen dat aardplaten gaan schuiven.
Ze kunnen uit elkaar worden geduwd of juist tegen elkaar aan worden geduwd of ze gaan langs elkaar heen schuiven.
Als twee platen uit elkaar worden geduwd spreek je van divergentie (to diverge = uit elkaar gaan), zoals bij de kloof bij Grótagjá in IJsland.
Worden twee platen tegen elkaar aangeduwd dan spreek je van convergentie.
Je spreekt van een transforme beweging als twee platen langs elkaar heen schuiven,
zoals de San Andreasbreuk in Californië.
Kloof bij Grótagjá in IJsland
San Andreasbreuk, Californië, USA
Pak opnieuw je werkblad erbij. Bekijk de tabel die je bij Stap 3 hebt ingevuld.
Vul de antwoorden in op de vragen van Stap 4.
Stap 5: Ontstaan van de oceanen
Bekijk de afbeelding die ook in Stap 2 en 3 voorkomen, opnieuw.
De Zuid-Amerikaanse plaat en de Afrikaanse plaat zijn divergerende platen.
Ze bewegen in tegengestelde richting. Ze worden uit elkaar geduwd.
Valt het je ook op dat de divergerende platen elkaar raken in de oceanen?
Bekijk nogmaals de video.
Bekijk nu de volgende afbeeldingen en lees de bijbehorende toelichting.
Je ziet hier dat de aardkorst wordt opgewarmd door het opstijgende magma.
Door de opwarming en de omhoogkomende magma gaat de aardkorst omhoog. De aardkorst is niet zo flexibel, daarom scheurt de aardkorst. Er ontstaan nu twee losse platen, die uit elkaar bewegen. De platen divergeren, omdat het magma die uit de scheur komt de platen opzij duwt.
Hier zien we dat er water tussen de platen is gekomen. Wanneer er een laagte ontstaat zal hier altijd water in komen te staan. Dit water kan regenwater zijn, maar ook zee- of oceaanwater.
Ten slotte is er een oceaan ontstaan. Ook is de aardkorst echt gescheurd, waardoor er magma aan de oppervlakte komt. Het magma (nu lava) stolt en er ontstaat een 'Mid-Oceanische Rug'.
Stap 6: Botsende platen
Als platen ergens uit elkaar gaan moeten ze op andere plaatsen tegen elkaar geduwd worden. Je spreekt dan van convergerende platen.
Bij convergerende platen kunnen zich verschillende situaties voordoen:
Twee continentale platen botsen.
Een continentale plaat botst met een oceanische plaat.
Twee oceanische platen botsen.
1. Twee continentale platen botsen.
Bekijk nu nog een keer de video.
De Zuid-Amerikaanse plaat en de Nazca plaat zijn convergerende platen.
Wat voor soort platen botsen op elkaar?
Zoek nog een aantal botsende platen.
2. Een continentale plaat botst met een oceanische plaat
In de animatie zie je een continentale plaat botsen met een oceanische plaat:
Doordat de oceanische plaat zwaarder is dan de continentale plaat schuift de oceanische plaat onder de continentale plaat.
Dit noem je subductie.
Er ontstaan in de subductiezones smalle, diepe kloven in de zeebodem die je troggen noemt.
Je snapt dat er bij het ontstaan van de troggen grote krachten aan het werk zijn.
Als de platen over elkaar heen schuiven, is er sprake van veel wrijving en komt er veel energie/warmte vrij.
In de animatie zie je dat er magma naar boven komt en dat er een vulkanisch gebergte ontstaat.
Bekijk onderstaande video tot 1:51 min. waarin de oceaanbodem van de aarde te zien is zonder water.
De hoogteverschillen zijn groter weergegeven om een duidelijker beeld van de oceaanbodem te geven.
3. Twee oceanische platen botsen
Bekijk ook de animatie van twee botsende oceanische platen:
Je ziet dat één van de twee botsende platen onder de ander schuift. Er vindt hier dus ook subductie plaats.
Er ontstaat een gebergte onder de zee waarvan de toppen boven water uitsteken. Dit is vaak een eilandenboog.
Door het over elkaar schuiven van de platen komt er veel energie/warmte vrij en komt er magma naar boven.
Dus ook hier vind je vulkanen. Vul de resterende vragen in op je werkblad.
Kun je van alle drie de verschillende situaties voorbeelden vinden?
Schrijf de voorbeelden op het werkblad.
Stap 7: Plaattektoniek
In de Kennisbank en in de volgende video van Schooltv is alles over plaattektoniek op een rijtje gezet.
Blader nog een keer door de pagina's van de Kennisbank en bekijk de video.
Convectiestromen
De beweging van het magma veroorzaakt door het temperatuurverschil tussen de kern van de aarde en de aardkorst.
Divergentie
Uit elkaar bewegen, uiteenlopen.
Convergentie
Naar elkaar toe bewegen.
Transforme plaatgrenzen
De beweging van twee platen is evenwijdig ten opzichte van elkaar.
Aardkorst
De buitenste vaste laag van de aarde. Deze laag bestaat uit twee verschillende soorten aardplaten: de continentale platen (het land) en de oceanische platen (de oceaanbodem).
Continent
Een landmassa omgeven door zee.
Plaattektoniek
Het bewegen van aardplaten tegen, langs en uit elkaar.
Gebergtevorming
Het bewegen van de aardplaten met als gevolg de vorming van reliëf.
Plooiing
Het in en tegen elkaar drukken van aardplaten, zodat deze omhoog komen.
Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.
Vulkanisme
Het proces waarbij vloeibaar gesteente uit de aardmantel naar het aardoppervlak komt.
Vulkaan
Een berg ontstaan door uitbarstingen vanuit het binnenste van de aarde.
Magma
Gloeiend heet gesmolten gesteente in het binnenste van de aarde (de aardmantel).
Trog
Een kloof op de plek waar een zware oceanische onder een lichte continentale aardplaat schuift.
Subductie
Het proces waarbij een oceanische plaat onder een andere oceanische of continentale plaat schuift.
Vulkaanuitbarsting
Het spuwen van lava door een vulkaan.
Breuk
Barsten en scheuren tussen de aardplaten waarbij horsten en slenken kunnen ontstaan.
Eindopdracht A: Toets
In deze stap maak je de toets 'Plaattektoniek'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je hebt in de stappen 1 t/m 7 een aantal vragen beantwoord op het werkblad.
Als laatste opdracht ga je op je werkblad één van de drie plaatbewegingen (divergent, convergent of transform) beschrijven.
Je kiest één van de drie plaatbewegingen uit (divergent, convergent of transform), waarover jij deze opdracht wilt maken.
Je zoekt in de atlas of op internet waar ter wereld die beweging voorkomt.
Je schrijft op welke verschijnselen je tegenkomt op de plekken waar die beweging voorkomt. Je legt uit waarom dat verschijnsel juist daar voorkomt.
Je zoekt afbeeldingen op die de ligging en de werking van de plaatbeweging verduidelijken.
Je zorgt dat je alle informatie, afbeeldingen en kaarten op 1 A4 verwerkt. Je neemt deze opdracht op in je dossier.
Hoofdstuk 2 Aardbevingen
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
omschrijven wat een aardbeving is.
de begrippen epicentrum, hypocentrum en schaal van Richter beschrijven.
aangeven bij welke plaatbewegingen aardbevingen kunnen ontstaan en waar op aarde aardbevingen voorkomen.
Stap 1: Intro aardbeving
Schade na aardbeving Italië
Door het langdurig langs elkaar bewegen van twee platen ontstaat een grote spanning.
Die spanning kan zo hoog worden dat de platen ineens losschieten.
Zo'n plotselinge stap geeft soms een enorme schokgolf: een aardbeving.
Bestudeer uit de Kennisbank Natuurverschijnselen de eerste pagina en bekijk ook de video in de Kennisbank.
Kijk naar het filmpjes van Schooltv over aardbevingen en tsunami's.
Daarna beantwoord je de vragen, die over de Kennisbankinformatie en de video's gaan.
Kijk naar het filmpje over het onderzoek naar tsunami’s
Stap 2: Aardbeving
Een aardbeving verspreidt zich doorgaans in een cirkelvorm. Het midden van die cirkel wordt aangeduid met epicentrum. In het epicentrum zijn de schokken het grootst en vaak vind je rond het epicentrum de meeste verwoestingen.
Het epicentrum ligt recht boven het hypocentrum.
Het hypocentrum is de plaats onder de aardkorst waar de aardbeving ontstaat.
Aardbevingen worden geregistreerd met behulp van een seismograaf.
De hevigheid van een aardbeving wordt gemeten op de schaal van Richter. Een aardbeving met een sterkte tot 4 op de schaal van Richter is een lichte aardbeving. Aardbevingen met een sterkte boven de 5 zijn al vrij krachtig. En met een sterkte boven de 8 is de aardbeving zeer zwaar.
In december 1986 vindt voor het eerst een aardbeving plaats in Groningen.
Inmiddels is bekend dat de aardbevingen in Groningen veroorzaakt worden door gaswinning door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). We zijn nu ongeveer 1000 bevingen verder.
Vooral de laatste jaren nemen de bevingen in Groningen in een rap tempo toe.
Bestudeer in de Kennisbank de pagina over aardbevingen in Groningen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De afgelopen lessen hebben we het met elkaar gehad over plaattektoniek, aardbevingen en vulkanen. Je gaat in deze eindopdracht jouw kennis toepassen op een aardbeving of vulkaan naar keuze. Denk nog maar even terug naar de afgelopen lessen, waar we de aardbeving in Petrinja in Kroatië hebben behandeld. Deze werd veroorzaakt door subductie in het Middellandse zeegebied. Of de Etna op Sicilië die vorige maand een heftige uitbarsting kende, waardoor het vliegverkeer platlag.
Je gaat je met deze eindopdracht verdiepen in een eigen gekozen aardbeving of vulkaan. Je hebt dus de keuze of je voor een aardbeving kiest of voor een vulkaan.
Op de website aardbevingen vind je veel informatie over aardbevingen. Ga naar de website en surf er een tijdje rond. Zoek op de website of op internet een ooit plaatsgevonden aardbeving. Kies een van deze aardbevingen uit en maak de opdracht zoals hieronder beschreven.
Je maakt op maximaal 1 A4 een informatieblad over de door jou gekozen aardbeving. De manier waarop je jouw informatieblad vormgeeft mag je zelf weten als het maar op 1 A4 past en voldoet aan de onderstaande eisen.
Op het informatieblad moeten minimaal de volgende onderdelen aanwezig zijn.
- De locatie van de aardbeving inclusief kaart op juiste schaalniveau (mondiaal, continentaal, nationaal, regionaal of lokaal).
- Waar lag het epicentrum van de aardbeving?
- Wanneer is die aardbeving geweest?
- Welke twee platen en wat is de beweging van die platen geweest, die de aardbeving hebben veroorzaakt?
- Wat was de schaal van Richter? En als je het kan vinden de schaal van Mercalli van deze aardbeving?
- Minimaal 2 foto’s van de oorzaken of gevolgen van de aardbeving.
- Minimaal 200 woorden in lettertype 12.
Vermeld aan de eind van de opdracht je gebruikte aantal woorden.
Hoofdstuk 3 Vulkanen
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
omschrijven wat een vulkaan is. Je gebruikt de begrippen: krater, magma en lava.
beschrijven bij welke plaatbewegingen vulkanen ontstaan en waar op aarde vulkanen ontstaan.
Stap 1: Isola Volcano
Vulcanus
Het eiland Vulcano dankt zijn naam aan de god van het vuur, Vulcanus.
Deze Romeinse god van het vuur, de edelsmeden en de vulkanen werd door de Romeinen verantwoordelijk gehouden voor het vulkanische geweld dat soms zichtbaar was voor de kust van het huidige Sicilië.
In de volgende opdracht ga je met Google Earth op zoek naar een vulkaan die mogelijk nog actief is.
Stap 2: Werking vulkanen
Bestudeer de pagina's Vulkanen-1 en Vulkanen-2 van de Kennisbank.
Bekijk ook de video in de Kennisbank.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Krater
Het binnenste van een vulkaan, daar waar de lava omhoog komt en boven het aardoppervlak uitstroomt.
Gesteente
Materiaal waaruit de aardkorst bestaat.
Lava
Gloeiend heet gesmolten gesteente dat boven het aardoppervlak is gekomen. Onder de aardkorst noemen we dit magma en erboven lava.
Hotspot
Een zeer hete plek in de aardmantel (mantelpluim) waar de aardplaten over heen schuiven.
Geisers
In de buurt van vulkanen kom je soms door aardwarmte verwarmde heetwaterbronnen (geisers) tegen.
Ze ontstaan daar omdat de aardkorst in de buurt van vulkanen dunner is dan op andere plaatsen.
Eindopdracht C2: Toets
In deze stap maak je de toets 'Vulkanen'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op de website vulkanisme en vulkanen vind je veel informatie over vulkanen en vulkaanuitbarstingen. Zoek op de websites of op internet naar vulkanen. Kies een van deze vulkanen uit en maak de opdracht zoals hieronder beschreven.
Je maakt op maximaal 1 A4 een informatieblad over de door jou gekozen vulkaan. De manier waarop je jouw informatieblad vormgeeft mag je zelf weten als het maar op 1 A4 past en voldoet aan de onderstaande eisen.
Op het informatieblad moeten minimaal de volgende onderdelen aanwezig zijn.
- De locatie van de vulkaan inclusief kaart op juiste schaalniveau (mondiaal, continentaal, nationaal, regionaal of lokaal)
- Welke twee platen en wat is de beweging van die platen geweest, die de vulkaan hebben gevormd?
- Is de vulkaan nog steeds actief? En hoe kan het dat deze vulkaan nog steeds actief is?
- Wanneer is de vulkaan voor het laatst uitgebarsten?
- Wat was de schaal van VEI bij de recentste vulkaanuitbarsting?
- Minimaal 2 foto’s van de oorzaken of gevolgen van de vulkaan.
- Minimaal 200 woorden in lettertype 12.
Vermeld aan de eind van de opdracht je gebruikte aantal woorden.
Hoofdstuk 4 Erosie en verwering
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
exogene krachten beschrijven als krachten die van buiten uit op de aardkorst inwerken. Je kunt voorbeelden noemen van exogene krachten.
de begrippen erosie en verwering omschrijven, zodat het verschil tussen beide begrippen duidelijk wordt.
omschrijven wat wordt verstaan onder vorstverwering, verwering door planten/bomen en chemische verwering. Van iedere soort verwering kun je een afbeelding vinden.
aangeven dat erosie wordt veroorzaakt door ijs, wind en water en uitleggen dat door erosie sedimentatie kan plaatsvinden.
Stap 1: Endogeen en exogeen
Voorbeeld van erosie
De aardkorst wordt beïnvloed door twee krachten.
Van buitenaf wordt de aardkorst veranderd door exogene krachten, van binnenuit door endogene krachten.
In de video zul je zien dat de aardkorst kan veranderen door exogene krachten.
We maken een onderscheid tussen verwering en erosie.
Verwering is het afbrokkelen van gesteente. Verwering kan gebeuren door planten, bomen, vorst en zure regen. Erosie is het afslijten van gesteente. Erosie gebeurt door wind, water en ijs.
Als het gesteente dan wordt meegevoerd en ergens anders wordt neergelegd, noem je dat sedimentatie.
Bekijk de volgende video's en maak daarna de opdracht.
Maak de volgende opdracht.
Geef van de zes afbeeldingen aan of je te maken hebt met verwering of met erosie.
Stap 3: Erosie of verwering?
Jullie gaan met behulp van Google Earth een aantal plekken op aarde bezoeken.
Je bekijkt welke vorm van erosie of verwering er plaatsvindt.
Zorg dat Google Earth op jullie computer staat.
Ga op zoek naar de volgende plekken:
De Morteratchgletscher (Zwitserland)
De kust bij Dover (Engeland)
Wave Rock (Australië)
Karstgebergte Guilin Yangshuo (China)
Boeddha van Leshan (China)
Geef per plek aan of er sprake is van erosie of van verwering.
Zoek eventueel met Google naar afbeeldingen van deze plekken.
Geef ook aan waardoor de erosie/verwering is ontstaan.
Jullie hebben nu vijf soorten van erosie/verwering bekeken.
Verzamel van alle plaatsen die jullie bezocht hebben, afbeeldingen voor in jullie eindproduct.
Endogene krachten
Krachten van binnenuit de aarde.
Exogene krachten
Krachten van buitenaf die ervoor zorgen dat de aardkorst verandert.
Verwering
Het breken en loskomen van gesteente aan het aardoppervlak door invloeden van planten, bomen, vorst en zure regen.
Erosie
Het uitschuren, afslijten van een vast oppervlak en het afvoeren van los materiaal van de aardkorst naar een andere plek door wind, stromend water en ijs.
Sedimentatie
Het afzetten van sedimenten zoals zand, grind en klei in een ander gebied dan de plek van herkomst.
Wind
De verplaatsing van lucht over het aardoppervlak veroorzaakt door verschillen in luchtdruk.
IJs
De vaste vorm van water.
Gletsjer
Een ijsbekken met daarbij een langzaam naar het dal glijdende ijstong.
Zandsteen
Gesteente ontstaan door op elkaar gedrukte lagen zand.
Kalksteen
Gesteente ontstaan uit op elkaar gedrukte lagen met kalkskeletten van zeedieren.
Eindopdracht E: Toets
In deze stap maak je de toets 'Erosie en verwering'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In de les hebben we het gehad over de het verschil tussen erosie en verwering. We hebben daarbij gekeken naar verwering door plantenwortels, temperatuurverschillen en vorst. Daarnaast hebben we erosie door wind, water en ijs behandeld. Erosie en verwering worden vaak door elkaar gehaald of zelfs als 1 gezien. Aan jou de taak om die verwarring uit de wereld te helpen. Je gaat in deze eindopdracht een poster maken die de verschillen tussen erosie en verwering duidelijk maken.
De poster moet op 1 A4 gemaakt worden en moet voldoen aan de volgende eisen:
- Beschrijf in je eigen woorden de 2 vormen van verwering + 1 foto van elke vorm
- Noteer in welk landschap je de 2 vormen van verwering tegen kunt komen
- Beschrijf in je eigen woorden de 2 vormen van erosie + 1 foto van elke vorm
- Noteer in welk landschap je de 2 vormen van erosie tegen kunt komen
- Noteer 2 verschillen tussen verwering en erosie.
- Minimaal 200 woorden in lettertype 12.
Vermeld aan de eind van de opdracht je gebruikte aantal woorden.
- De opbouw van de poster moet worden gemaakt aan de hand van de deze bijlage.
Tip: werk met tekstvakken. Ga bovenin naar invoegen -> rechtsboven in naar tekstvak -> kies eenvoudig tekstvak. Je kunt dat overal typen zonder dat andere tekst verspringt.
Hoofdstuk 5 Tornado en orkaan
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
omschrijven wat een orkaan is, hoe een orkaan ontstaat, waar op aarde regelmatig orkanen voorkomen en wat de gevolgen van een orkaan kunnen zijn.
omschrijven wat een tornado is, hoe een tornado ontstaat, waar op aarde regelmatig tornado's voorkomen en wat de gevolgen van een tornado kunnen zijn.
Stap 1: Tornado en orkaan
Bestudeer in de Kennisbank Natuurverschijnselen de pagina's over orkanen en tornado's. Bekijk ook de video in de Kennisbank.
In de volgende video's kun je zien waarom we in Europa geen orkanen hebben en hoe je de kracht en de snelheid van een verwoestende cycloon kan berekenen en volgen.
Na het bekijken van de video's maak je een oefening.
De antwoorden kun je terugvinden in de Kennisbank en de video's.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In het Caribisch gebied komen gemiddeld in het orkaanseizoen zes orkanen voor.
Deze tropische orkanen bedreigen ieder jaar de landen rond de Golf van Mexico en de oostkust van de Verenigde Staten.
De orkanen die in dit gebied ontstaan krijgen allemaal een naam. In 2017 zijn de namen van de Atlantische orkanen: Arlene, Bret, Cindy, Don, Emily, Franklin, Gert, Harvey, Irma, Jose, Katia, Lee, Maria, Nate, Ophelia, Philippe, Rina, Sean, Tammy, Vince, Whitney.
Normaal worden de namen om de zes jaar hergebruikt, maar als een orkaan heel veel slachtoffers maakt, wordt de naam nooit meer gebruikt. Een voorbeeld van namen die nooit meer gebruikt worden, zijn 'Katrina', ‘Harvey’ en ‘Irma’.
Deze orkanen raasden in augustus 2005 en augustus en september 2017 door de Verenigde Staten en het Caribisch gebied.
Ze hebben vooral de steden New Orleans, Houston en het eiland Sint-Maarten zwaar getroffen.
Harvey zal qua kosten (tussen 150 en 180 miljard dollar) waarschijnlijk de meest ontwrichtende orkaan in de geschiedenis van de Verenigde Staten worden. Katrina leverde 120 miljard aan schade op.
Kijk op de site van de NOAA (National Oceanic and Admospheric Administration).
Gebruik de zoekterm Irma (onder: Search, All NOAA).
Bekijk gedurende 20 minuten een aantal afbeeldingen en filmpjes van de orkaan Irma en van de verwoestingen die deze orkaan heeft aangericht.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In de les heb je het verschil gehoord tussen orkanen en tornado’s. Ook heb je er een aantal opdrachten over gemaakt. In deze laatste opdracht gaan we nog even kijken naar een orkaan.
Je gaat in deze eindopdracht een fotocollage maken van een orkaan naar keuze. In deze fotocollage ben je vrij in de hoeveelheid foto’s en afbeeldingen/ kaarten. We zijn benieuwd wat jij nou relevant vindt als je wat meer wilt vertellen over een orkaan. Uit de collage moet in elk geval de route, de oorzaken en de gevolgen duidelijk worden.
Op de achterkant van deze fotocollage geef je een toelichting op de foto’s van minimaal 200 en maximaal 300 woorden. Vermeld aan de eind van de opdracht je gebruikte aantal woorden.
Het arrangement Thema: Krachten der aarde is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Jakko de Wit
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-05-21 10:49:29
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Plaattektoniek
Krachten van de natuur
Aardbevingen
Werking vulkanen
Vulkanen
Erosie en verwering
Orkaan en tornado
Krachten der aarde
Tornado's
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.