Vwo scheikunde: wat moet je weten

Vwo scheikunde: wat moet je weten

Belangrijke begrippen tijdens jouw examen

Op deze pagina bieden we een overzicht van de begrippen die je moet kennen voor jouw examen. Weet je waar deze begrippen over gaan, herken je ze én kun je ze toepassen in een specifieke context? Dan ben je al een heel eind op de goede weg. De precieze leerdoelen voor dit vak staan in de syllabus.

Sfeer: Materie

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • deeltjesmodellen beschrijven en gebruiken;
  • bij beschreven onderzoek aan stoffen en materialen, macroscopische eigenschappen verklaren met deeltjesmodellen;
  • op basis van kennis over bindingen in en tussen deeltjes eigenschappen van stoffen en materialen verklaren.

 

De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

Atoombouw: atoomkern, elektronenwolk, protonen, neutronen, elektronen, isotopen, massagetal, atoomnummer

 

elektronenconfiguratie, valentie-elektronen, covalentie, elektrovalentie, octetregel

 

Periodiek systeem: groepen, perioden, alkalimetalen, aardalkalimetalen, halogenen, edelgassen

 

molecuulformule, structuurformule, lewisstructuur, valentie-schil-elektronen-paar-repulsie-theorie (vsepr)

 

Bindingstypen: atoombinding/covalente binding, polaire atoombinding, ionbinding, metaalbinding, vanderwaalsbinding/molecuulbinding, waterstofbrug

 

elektronegativiteit, dipoolmoleculen, symmetrie

 

Roosters: atoomrooster, ionrooster, metaalrooster, molecuulrooster

 

stofeigenschappen: kookpunt, smeltpunt, oplosbaarheid, mengbaarheid

 

Functionele groepen: hydroxylgroep, carbonylgroep, carboxylgroep, aminogroep, estergroep, ethergroep, peptidegroep

 

Isomerie: structuurisomerie, stereo-isomerie, cis/trans isomerie, enantiomeren

 

microstructuur, mesostructuur, macrostructuur

 

Materiaaleigenschappen: corrosiegevoeligheid, elektrisch geleidingsvermogen, uv-lichtgevoeligheid, vervormbaarheid, brandbaarheid, brosheid, hardheid, waterbindend vermogen

 

Polymeren: thermoharders, thermoplasten, crosslinks, weekmakers

 

Sfeer: Reacties

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • chemische reacties en fysische processen beschrijven in termen reactiviteit en het vormen en verbreken van (chemische) bindingen;
  • met behulp van kennis van chemische processen aangeven hoe stoffen worden gesynthetiseerd en daarbij een relatie leggen met relevante reactiemechanismen;
  • op basis van kennis van reactiekinetiek chemische processen analyseren, onder andere door de concentratie van aanwezige stoffen en deeltjes te berekenen, en aangeven welke rol katalyse speelt;
  • aangeven of er sprake is van evenwicht, berekeningen uitvoeren aan evenwichten, en verklaren hoe de ligging van een evenwicht kan worden beïnvloed;
  • kan berekeningen maken over energieomzettingen en energie-uitwisseling bij chemische processen en hieruit conclusies trekken en voorstellen formuleren;

 

De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

Reactievergelijkingen: coëfficiënt, elementbalans, ladingsbalans

 

Reactiesoorten: additie, condensatie, donor-acceptor, hydrolyse, ontleding (elektrolyse, fotolyse, thermolyse), substitutie, verbranding

 

Zuur-base reacties: zuren, basen, pH, pOH, buffersystemen

 

Redoxreacties: oxidator, reductor, halfreactie, standaardelektrodepotentiaal

 

Elektrochemische cel: elektrolyt, elektrode, membraan/zoutbrug, ionentransport, elektronentransport

 

Organische reacties: additie, condensatie, hydrolyse, substitutie

 

Polymerisatie: additiepolymeren, condensatiepolymeren, initiatie, propagatie, terminatie

 

Reactiemechanisme: snelheidsbepalende stap, elektrofiel, nucleofiel, radicalen

 

Reactiekinetiek: botsende deeltjesmodel, concentratie, druk, temperatuur, verdelingsgraad, activeringsenergie, katalysator

 

Chemisch evenwicht: aflopende reactie, omkeerbare reactie, evenwichtsconstante, verschuiving van evenwicht  
Energetische aspecten: endotherm, exotherm, activeringsenergie, overgangstoestand, reactiewarmte, vormingswarmte  

Sfeer: (Chemisch) Rekenen & Analyse

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • met behulp van kennis van chemische reacties en behoudswetten berekeningen maken over een proces;
  • met behulp van kennis van materialen en stoffen een keuze voor een bepaalde scheidings- en/of analysemethode formuleren en beoordelen;
  • verbanden leggen tussen behoudswetten en chemische processen, en kan deze verbanden relateren aan kringlopen.

 

De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

Stoichiometrie: massaverhouding, molverhouding, volumeverhouding van gassen, ondermaat/overmaat, rendement

 

Grootheden en eenheden: massa (m), atoommassa (A), molecuulmassa (M), molaire massa (M(X)), chemische hoeveelheid (n), volume (V), molair volume (Vm), dichtheid (ρ), concentratie (c(X) of [X]), molariteit, lading (Q), molaire lading (F), reactiesnelheid (s)

 

Concentratie-eenheden: percentage (%), ppm, ppb

 

pH-berekeningen: pH, pOH, [H+], [OH-], Kz, Kb, Kw  
Evenwichtsberekeningen: concentratiebreuk (Q), evenwichtsconstante (K), oplosbaarheidsproduct (Ks), verdelingsevenwicht (Kv)  
Scheidingsmethoden: adsorberen, bezinken, centrifugeren, destilleren, extraheren/wassen, filtreren, indampen  
Analysetechnieken: titratie, indicator, (gas)chromatografie (loopvloeistof, mobiele fase, stationaire fase, piekoppervlak, retentietijd, Rf-waarde), massaspectrometrie (m/z-verhouding, piekhoogte, isotopen)  
Behoudswetten: elementbehoud, energiebehoud/energiebalans, ladingbehoud/ladingbalans, massabehoud/massabalans  
IJklijn, reagens  

Sfeer: Technologie & Duurzaamheid

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • industriële processen beschrijven in blokschema's, hieraan berekeningen uitvoeren en voorstellen voor aanpassingen formuleren en beoordelen;
  • met behulp van kennis van procestechnologie en reactiekinetiek, in de context van voedselproductie of duurzaamheid, "principes van groene chemie" herkennen en relateren aan gerealiseerde, mogelijke en gewenste veranderingen van die processen en eenvoudige berekeningen uitvoeren;
  • in de context van duurzaamheid beschrijven welke chemische en/of technologische processen worden gebruikt bij energieomzettingen. En met behulp van kennis van energieproductie deze processen beschrijven, daarbij voorkomende condities aangeven en voorstellen voor aanpassing beoordelen;
  • met behulp van kennis van productieprocessen in de context van gezondheid of duurzaamheid beschrijven welke maatschappelijke condities een rol spelen bij milieu-gerelateerde vraagstukken. En voor deze vraagstukken beschrijven welke mogelijke gevolgen er zijn op het gebied van gezondheid en duurzaamheid.
  • met behulp van kennis van productieprocessen in de context van duurzaamheid energieomzettingen vanuit de verschillende bronnen beschrijven, vergelijkingen maken en een beargumenteerd oordeel geven.
  • in maatschappelijke, beroeps- en wetenschapscontexten aspecten van duurzaamheid aangeven en beschrijven, daarmee samenhangende problemen analyseren en voorstellen formuleren voor een mogelijke oplossing daarvan.

 

De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

Industriële processen: batchproces, continuproces, bulkchemie, fijnchemie, reactoren, scheidingsinstallaties, warmtewisselaars, recirculatie, recycling

 

Groene chemie: hernieuwbare grondstoffen, afvalreductie, atoomeconomie, E-factor, cradle-to-cradle

 

Energieproductie: biomassa, biobrandstoffen, fossiele brandstoffen

 

Milieu en gezondheid: uitstoot, grenswaarde, risico bij calamiteiten

 

Duurzaamheid: koolstofkringloop, broeikaseffect, elementkringloop, levenscyclus van stoffen/materialen

 

Sfeer: Chemie van het Leven

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • chemische processen in levende organismen beschrijven en gebruiken;
  • bij chemische reacties, in de context van voedselproductie, geneesmiddelen of het transport van stoffen in het lichaam, selectiviteit en specificiteit verklaren, en waar van toepassing, kennis van katalyse toepassen.

 

De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

Biologische begrippen: cel, celmembraan, organisme, ademhaling, bloed, spijsvertering, transport, gen

 

Fotosynthese: glucose, lichtenergie, chemische energie, koolstofassimilatie

 

Biomoleculen: eiwitten: aminozuren, primaire/secundaire/tertiaire structuur, alfahelix, bètaplaat; koolhydraten: mono-, di- en polysachariden; nucleïnezuren: DNA, RNA, basen (A, C, T/U, G); vetten: triglyceriden, (on)verzadigde vetzuren, glycerol

 

Eiwitsynthese: codon, genetische code, translatie, transcriptie

 

Enzymen: biokatalysator, actieve plaats, enzym-substraatcomplex, specificiteit, selectiviteit

 

Stofwisseling: afbraak van voedingsstoffen, energieopslag  
Membraantransport: hydrofiel/hydrofoob, fosfolipiden

 

  • Het arrangement Vwo scheikunde: wat moet je weten is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2024-12-16 16:20:17
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Wat moet je weten voor het centraal eindexamen? Je kunt hier per examenonderdeel lezen wat je globaal moet kunnen. De begrippen, onderwerpen en/of opvattingen die je in ieder geval moet kennen, vind je hier. Maar let goed op! Deze begrippen, onderwerpen, en/of opvattingen moet je altijd kunnen duiden. Je moet de begrippen met elkaar verbinden, in een specifieke context herkennen en toepassen of elders weer gebruiken. Sec alleen het uit je hoofd leren van de begrippen is lang niet voldoende om je examen te halen. Vraag dus altijd aan je docent om je bij het leren te helpen.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Scheikunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    centraal eindexamen, eindexamen, voexamen, watmoetjeweten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Wat moet je kennen - LVHE - Syllabi. (z.d.).

    Disclaimer

    https://maken.wikiwijs.nl/176566/Disclaimer

    Wat moet je kennen - LVHE - Syllabi. (z.d.).

    Sjabloon wat moet je weten

    https://maken.wikiwijs.nl/174792/Sjabloon_wat_moet_je_weten

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.