Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:
|
De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik |
beweeglijkheid van ladingsdragers, beweeglijkheid van geleidbaarheid, karakteristieke groepen, reactiviteit, vrij elektronenpaar, radicaal, meervoudige atoombinding, dipool atoombinding, polaire atoombinding, roosters, vervormbaarheid, metaalroosters, roosterfouten, legeringen, invloed van de temperatuur, rooster van polymeren, structuur van polymeren, weekmakers, ketenlengte, soorten monome(e)r(en), crosslinks, kristalstructuur van keramische materialen, ionrooster, atoomrooster, aanwezigheid van meervoudige bindingen, uv-licht gevoeligheid, soorten metaalatomen, corrosiegevoeligheid, gebonden metaaloxide laagje, standaard elektrodepotentiaal, edelheid van metalen, moleculaire structuur en oplosbaarheid, karakteristieke groepen, hydrofiel, hydrofoob, moleculaire structuur en waterafstotendheid, karakteristieke groepen, moleculaire structuur en biodegradeerbaarheid van polymeren, karakteristieke groepen |
|
stereoisomerie, cis / trans isomerie, spiegelbeeld isomerie, asymmetrisch koolstofatoom, org |
|
enzymsubstraat, afsplitsing, kinetiek, enzym, biokatalysator |
|
actieve plaats, pH-optimum, temperatuuroptimum, enzym, specificiteit, selectiviteit |
|
pH, hydrofoob, hydrofiel, membranen |
|