Als je de link naar deze Wikiwijs hebt ontvangen, betekent het dat je hoogstwaarschijnlijk de toets 'Economische dimensie" moet herkansen of inhalen.
Wegens tijdgebrek is het niet mogelijk geweest om extra lessen in te plannen voor herhaling van de stof, dus hebben ik dit als alternatief/vervanging gemaakt, zodat je toch goed voorbereid de toets kan maken.
In periode 2 heb je 7 lessen gehad over de Economische dimensie en deze zal ik als herhaling in deze Wikiwijs zetten, zodat je van elk onderwerp goed voorbereid bent.
Het is heel belangrijk om de stappen een voor een te volgen door elke keer te klikken op het pijltje rechts onderin. Als je terug wilt gaan naar de vorige stap of oefening klik je op het pijltje links onderin. Snap je een opdracht niet of begrijp je iets niet, noteer dan je vraag en stuur het door via de mail. Ik zal tot de toets beschikbaar zijn voor vragen, je kan het naar mij mailen of via Teams vragen. Dit is mijn e-mailadres: s.azaimi@zadkine.nl
Veel leer plezier en succes!
Inleiding
De economische dimensie
Waarom werk je eigenlijk? Krijg je genoeg betaald voor het werk dat je doet? Hoe zit het met belastingen en premies? Welke plichten en welke rechten heb je als werknemer? En hoe los je het op als je geen baan hebt?
Daarover gaat het in de economische dimensie.
In de economische dimensie denk je ook kritisch na over jouw rol als consument. Je ontdekt hoe je verleid wordt door reclames. Hoe maak je een goede keus als je iets wilt kopen? En let je daarbij alleen op de prijs, of kijk je bijvoorbeeld ook naar duurzaamheid?
Onderwerpen van de Wikiwijs
Waarom werk je?
Wat komt er bij je werk kijken?
Belastingen..
Wat als je geen baan hebt?
Ben ik kritisch?
Ben ik bewust?
Uit het Rood!
Bij elke onderwerp zullen er leerdoelen zijn en zullen deze leerdoelen behandelt worden. Bij elk onderwerp worden ook belangrijkste begrippen uitgelegd.
Waarom werk je?
Leerdoelen:
Aan het einde van dit onderwerp:
Weet je waarom je werkt of gaat werken.
Weet je welke soorten werk er zijn.
Redenen om te werken
Wat zijn de redenen om te werken?
Vaak werken mensen om geld te verdienen. Daarmee kunnen ze hun vaste lasten betalen zoals huur, verzekeringen en energie.
Geld verdienen is niet de enige reden om te werken. Veel mensen vinden het fijn om respect en waardering te krijgen. Ze kunnen trots zijn op zichzelf door hun prestaties.
Als je werkt ontmoet je vaak andere mensen. Dit kunnen je collega’s zijn, maar ook klanten. Deze sociale contacten zijn voor veel mensen ook belangrijk.
Er zijn in totaal 5 belangrijke redenen om te werken.
Het zorgt voor zelf ontwikkeling.
Het brengt je in contact met anderen.
Het zorgt voor structuur en regelmaat.
Het zorgt voor loon/inkomen.
Het is nuttig voor de samenleving/een ander.
Wat voor soort werk is er?
Betaald werk:
Betaald werk doe je als je in loondienst bent bij een werkgever of als ondernemer en er is sprake van een contract. Dit kun je ook wel wit werk noemen.
Naast wit werk heb je ook zwart werk. Dat is een andere vorm van betaald werken, maar het is verboden. Je werkt namelijk op dat moment zonder contract en betaalt geen belasting of premies. Daarnaast ben je dan ook niet verzekerd, gebeurt er iets op werk (gewond raken, etc) dan heb je geen recht op tegemoetkomingen.
Onbetaald werk:
Een vorm van onbetaald werk is bijvoorbeeld een stage lopen, waar je geen geld/stagevergoeding voor krijgt. Je krijgt geen geld voor het werk, maar in ruil voor jouw inspanning krijg je de mogelijkheid om te leren. De beloning is een beoordeling en uiteindelijk een diploma.
Een ander vorm van onbetaald werk is vrijwilligerswerk. De naam zegt al wat dit inhoudt. Je werkt vrijwillig voor een bedrijf of organisatie en je krijgt er geen geld voor. Mensen doen vrijwilligerswerk vaak omdat ze het belangrijk of leuk vinden. Je kunt vrijwilligerswerk bijvoorbeeld doen bij een zorginstelling of een sportclub.
De laatste vorm van onbetaald werk heb je werk met behoud van uitkering. Je ontvangt een uitkering van de gemeente. In ruil daarvoor doe je iets terug, bijvoorbeeld eenzame ouderen bezoeken of een speeltuin opknappen.
Wat komt er bij werk kijken?
Leerdoelen:
Aan het einde van dit onderwerp:
Weet je wat een CAO is en wat je rechten en plichten zijn.
Weet je wat een arbeidsovereenkomst is en wat in je contract staat.
Weet je wat op je loonstrook en jaaropgave staat.
Wat is een CAO?
De afkorting CAO staat voor Collectief Arbeidsoveenkomst.
Een cao is een overeenkomst met afspraken over de rechten en plichten van een werknemer tussen werknemers en werkgevers in een bepaalde sector.
Een cao is collectief, dat betekent voor een hele groep. Dit is dus niet jouw persoonlijke contract, maar een contract voor iedereen die bij jouw werkgever werkt. Een cao wordt afgesloten door meerdere werkgevers. De afspraken in die cao gelden dus voor iedereen die in deze sector werkt.
Wat zijn arbeidsovereenkomsten?
Een arbeidsovereenkomst is een afspraak tussen werkgever en werknemer, waarbij de
werkgever zich verplicht loon te betalen en de werknemer zich verplicht werk te verrichten
volgens aanwijzingen van de werkgever.
Je solliciteert op een vacature. Meestal volgen één of twee sollicitatiegesprekken. Als de werkgever en jijzelf het eens worden, teken jullie een arbeidsovereenkomst. Daarin worden een paar dingen afgesproken over:
je functie
je salaris
hoeveel uur je werkt
de plaats waar je je werk doet.
In een arbeidsovereenkomst staan ook afspraken over vakantietoeslag, reiskostenvergoeding en eventuele andere extra’s. Met een arbeidsovereenkomst spreek je het volgende af: jij levert arbeid, je ontvangt daarvoor loon en een leidinggevende vertelt jou wat je moet doen en hoe je het moet doen. Een ander woord voor een arbeidsovereenkomst is contract.
Er zijn verschillende soorten arbeidsovereenkomsten:
Een contract voor bepaalde tijd: je wordt bijvoorbeeld aangenomen voor een half jaar of een jaar. Daarna houdt je contract op. Het contract kan ook verlengd worden.
Een contract voor onbepaalde tijd: je bent in vaste dienst. Dat betekent dat je werkgever je moet ontslaan als hij de arbeidsovereenkomst wil beëindigen. Om iemand te ontslaan, moet er een reden zijn.
Veel studenten of jonge werknemers hebben een oproepcontract of een nul-urencontract. Hierbij staat niet vast hoeveel uur je werkt
Wat staat er op je loonstrook?
Wat staat er op een jaaropgave?
Als je werkt, krijg je in januari/februari een jaaropgave. Op een jaaropgave staat wat je bij
één werkgever hebt verdiend. Heb je meerdere werkgevers gehad in dat jaar, dan krijg je ook
meerdere jaaropgaven. Net als bij een loonstrookje staat er veel informatie op een jaaropgave.
Hieronder wordt uitgelegd wat er op de jaaropgave
staat:
Je persoonlijke gegevens.
Loontijdvak: de periode waarin je loon hebt ontvangen.
Loonheffing: dit is het bedrag dat je hebt betaald aan loonbelasting en premie voor volksverzekeringen. Dit geld wordt ingehouden op je brutoloon. Omdat de hoogte van de loonheffing pas achteraf bepaald wordt, kun je hier een gedeelte van terugkrijgen. De
belastingdienst vraagt een voorschot en dit kan te veel of te weinig zijn.
Loon zorgverzekeringswet: iedereen die een inkomen heeft, betaalt voor de zorgverzekeringswet. Dit wordt door de werkgever of werknemer betaald en is
afhankelijk van de hoogte van je inkomen. Als je te veel hebt betaald, kun je dit terugkrijgen door belastingaangifte te doen.
Verrekende arbeidskorting: iedereen die werkt, heeft recht op arbeidskorting. Dat is een korting op de belasting die je betaalt.
Belastingen..
Leerdoelen:
Aan het einde van dit onderwerp:
Weet je wat belastingen.
Weet je waarom de belasting er is.
Waarom belasting?
In Nederland betaalt iedereen belasting. Jij ook. Als je werkt, maar ook als je bijvoorbeeld nieuwe schoenen of een nieuwe telefoon koopt. Belasting is geld dat wij betalen aan de overheid. Bijna alles wat de overheid doet, wordt betaald van belastinggeld. De overheid gebruikt de belasting voor dingen waar iedereen iets aan heeft, bijvoorbeeld het leger, het onderhoud van straten, politie en scholen. Het ministerie van Financiën houdt bij hoeveel geld er binnenkomt bij de overheid. De minister let erop dat er niet te veel wordt uitgegeven en zorgt dat er genoeg binnenkomt
Soorten belasting.
De meest bekende soort belasting is btw. Belasting Toegevoegde Waarde (btw) betaal je over de spullen en diensten die je koopt. Bij diensten kun je denken aan bijvoorbeeld de kapper.
Een andere vorm van belasting is accijns. Accijns is een vorm van belasting op bepaalde producten.
Hiermee maakt de overheid het minder aantrekkelijk om deze producten te kopen. Bijvoorbeeld sigaretten en alcohol.
Als je werkt, betaal je loonbelasting over je brutoloon. Die belasting gaat ook naar de overheid.
Er zijn twee soorten belastingen:
Directe belastingen – die betaal je rechtstreeks aan de Belastingdienst.
Voorbeelden van directe belastingen zijn:
loonbelasting
inkomstenbelasting
erfbelasting (na een overlijden)
kansspelbelasting
Indirecte belastingen – die zijn verwerkt in de prijs van dingen die je koopt
Voorbeelden van indirecte belastingen zijn:
btw (belasting toegevoegde waarde)
accijnzen
milieuheffing (ecotaks)
invoerrechten
Wat als je geen baan hebt?
Leerdoelen:
Aan het eind van dit onderwerp:
Weet je wat je kunt doen als je geen werk hebt.
weet je wat je kunt doen als je ontslag krijgt of geen werk vindt.
Startkwalificatie
Voor je kan werken heb je minimaal een startkwalificatie nodig.
Een startkwalificatie is een diploma. Als je een diploma hebt van havo, vwo, mbo-niveau 2 of hoger, heb je een startkwalificatie. Met een startkwalificatie heb je meer kans op een baan.
Een kwalificatieplicht verlengt de leerplicht!
De kwalificatieplicht gaat schooluitval tegen en vergroot jouw kansen op de arbeidsmarkt. De kwalificatieplicht houdt in dat leerlingen van 16 tot 18 jaar onderwijs moeten volgen als zij geen diploma havo, vwo, mbo-niveau 2 of hoger hebben. De kwalifi catieplicht komt na de leerplicht. De leerplicht geldt tot en met het einde van het schooljaar waarin je 16 jaar wordt. De kwalificatieplicht duurt tot de dag dat je een startkwalificatiehebt gehaald of tot de dag dat je 18 jaar wordt.
Hoe vind ik werk?
Na je opleiding, wil je een baan vinden die bij jou past. Met je diploma en je cv solliciteer je op
vacatures. Lukt het toch niet snel om een baan te vinden? Bij het UWV en verschillende uitzendbureaus kun je hulp krijgen bij het vinden van werk.
Ontslagen worden.
Je kunt je baan ook verliezen, bijvoorbeeld doordat je ontslagen wordt. Een werkgever mag jou niet zomaar ontslaan. Soms is het zelfs verboden.
Er zijn verschillende redenen waarom je wel ontslag kunt krijgen. Als je een contract aangaat met een werkgever is er altijd een proeftijd. Hoe lang de proeftijd is, staat in je contract. Binnen deze proeftijd kan de werkgever je ontslag geven of kan jij ontslag nemen. Binnen de proeftijd mag dat zonder reden.
Na je proeftijd kun je alleen op staande voet worden ontslagen. Dit kan alleen in bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij diefstal, alcohol/drugs gebruik op werk, intimidatie. Een contract kan ook automatisch eindigen. Als je bijvoorbeeld een contract voor 6 maanden hebt.
Nederland als verzorgingsstaat
Een verzorgingsstaat is een land waar de overheid verantwoordelijk is voor het welzijn van de burgers.
In een verzorgingsstaat wordt voor iedereen gezorgd. Iedereen betaalt daar via de belastingen
aan mee.
Wat je baas voor jouw werk betaalt, is niet even veel als wat jij op je bankrekening krijgt. Tussen het brutoloon (wat je baas betaalt) en het nettoloon (wat je krijgt), zit een verschil. Dat komt omdat je van je brutoloon belastingen en premies moet betalen. Die gaan ervan af, voordat jij wordt uitbetaald.
Dankzij die belastingen en premies hebben we in Nederland sociale zekerheid. Als je ziek wordt of je werk kwijtraakt, kun je een uitkering krijgen van de overheid.
Sociale zekerheid zijn de wettelijke maatregelen die zorgen voor financiële zekerheid van mensen bij pensioen, ziekte, arbeidsongeschiktheid, overlijden of werkloosheid.
We geven een deel van ons loon aan sociale zekerheid, omdat we in een verzorgingsstaat leven.
De Nederlandse overheid heeft de taak te zorgen voor alle inwoners. In een verzorgingsstaat heeft iedereen bestaanszekerheid. Dat betekent dat iedereen een minimuminkomen kan krijgen voor zijn basisbehoeften.
Verzekeringen en voorzieningen
Ben ik kritisch?
Leerdoelen:
Aan het eind van dit onderwerp:
Kun je uitleggen hoe het koop-beslissingsproces werkt.
Kun je voorbeelden noemen van verleidingstechnieken die in reclames worden gebruikt.
Heb je geleerd hoe je verleidingen kunt weerstaan.
Waarom kopen we?
We kopen in de eerste plaats om in onze basisbehoeften te voorzien: eten, drinken, kleding,
wonen. Soms is een bepaald product verplicht, denk aan een ziektekostenverzekering of een ID-kaart. Je moet het dan gewoon kopen, of je dat nou wilt of niet.
Soms koop je iets omdat iets dat je al hebt aan vervanging toe is. Er zit bijvoorbeeld een barst in het scherm van je telefoon of je auto is kapot. Sommige mensen kopen ook uit verslaving: drank, sigaretten. Maar ook het kopen zelf kan een verslaving zijn.
Hoe kom je tot een aankoop?
Dit gaat via het ‘koop-beslissingsproces’. Dat verloopt in vier stappen. Als je weet hoe dat werkt,
weet je hoe je verleid wordt tot kopen. Dus dan kun je ook kritisch kijken naar je koopgedrag.
'Probleem' -herkenning, waar heb je behoefte aan?
Informatie zoeken, waar haal je je informatie vandaan?
Vergelijken van producten en verkopers.
Een definitieve keuze maken.
De bovenstaande stappen kan in een paar seconden gebeuren, maar soms duurt het ook langer, bijvoorbeeld bij een grote uitgave. Elke stap wordt beïnvloed door reclame.
Als je iets wilt kopen, kun je altijd kiezen. Of het nou om je telefoon, muziek, een scooter of kleding gaat. Ieder bedrijf wil dat je juist hun product kiest.
Om hiervoor te zorgen maken zij reclame. Met deze reclame willen ze jou overtuigen dat je jouw geld moet uitgeven aan hun product. Dit doen ze door jouw aandacht te trekken. Dit kan bijvoorbeeld met beelden, muziek of een slogan. Je hebt vast weleens meegezongen met een reclame. Dat betekent dat het werkt! Je herkent het product of het bedrijf. Reclame heeft maar één doel: verkopen.
Reclames
Bij reclame wil je mensen overtuigen dat ze iets moeten kopen. Robert Cialdini, een Amerikaanse psycholoog, heeft een boek geschreven over hoe je mensen kunt overtuigen. Hij vond daar zes technieken voor.
De technieken die hij in zijn boek beschrijft, zie je terug in de reclame, marketing en verkoop. Let er maar op – en trap er niet in :)
Inspelen op behoeftes
Reclames spelen in op de behoeftes van mensen. Zo kan een reclame inspelen op luxe en comfort. De aankoop is dus niet noodzakelijk, maar puur voor het gemak. Reclames geven ook vaak het idee dat je nu moet kopen! Ze laten je denken dat je alleen NU dit product kunt kopen met zo veel voordeel. Je hebt zelf vast ook weleens iets gekocht dat je eigenlijk niet nodig had.
Verleidingstechnieken
Hoe weersta je de verleiding?
We worden overal beïnvloed door honderden, zelfs duizenden reclameboodschappen. Op straat, in de bus, de trein, de metro, de supermarkt, bij het tv-kijken, op sociale media. Vaak denken we er niet eens meer over na.
Het is lastig om door een winkelstraat te lopen en niks te kopen dat je niet nodig hebt. Maar het
is mogelijk!
De onderstaande website geeft tips hoe je de verleiding kunt weerstaan.
Iedereen snapt: reclames maken de werkelijkheid een beetje mooier. Je internetverbinding is alleen om 4.00 uur ’s nachts écht zo snel als je provider beloofde in de advertentie. Je voelt je niet écht veel fitter van die yoghurt.
Maar mag je glashard liegen in reclame? Nee, dat mag niet. De overheid heeft daarvoor de reclamecode ingesteld. Als een bedrijf iets beweert wat niet waar is, kunnen consumenten hierover een klacht indienen. De commissie die de reclamecode bewaakt, komt dan in actie. Een reclame kan dan zelfs verboden worden. Dat kan ook om andere redenen gebeuren, bijvoorbeeld omdat kijkers vinden dat er te veel bloot in te zien is. Er zijn ook grenzen gesteld aan reclames voor schadelijke producten. Tabaksreclame is verboden. Bij alcoholreclame moet een waarschuwing staan.
Hoe wordt er verdient aan reclame?
Bedrijven maken reclame voor hun producten of diensten. Het doel van deze reclame is om iets te verkopen. Wanneer jij iets koopt, verdient het bedrijf daar uiteindelijk geld aan. Maar bedrijven maken hun reclames vaak niet zelf. Ze huren mensen in om de reclame te maken. Hier zijn meer mensen voor nodig dan je denkt!
Bekijk het filmpje om een beeld te krijgen van wat er allemaal gebeurt bij de opname van een reclame.
Ben ik bewust?
Leerdoelen:
Aan het einde van dit onderwerp:
Kun je kritisch nadenken over kopen.
Weet je wat duurzaamheid is.
Wat is kritisch kopen?
Als je kritisch bent op je koopgedrag, voorkom je ook dat je te veel uitgeeft. Je verzamelt informatie en vergelijkt producten. Je krijgt inzicht in de verhouding tussen prijs en kwaliteit en kan de juiste keuze maken.
Hoe kun je een kritische koper zijn?
Rekening houden met mens, dier en milieu.
Er zit nog een andere kant aan een kritische koper zijn. Je kunt ook keuzes maken waarbij je denkt aan het milieu en aan het welzijn van dieren en mensen.
Als producten opvallend goedkoop zijn, dan wordt daar vaak ergens anders een prijs voor betaald. Aan een T-shirt van twee euro heeft een arbeider in een ver land misschien een uur gewerkt. Maar die heeft maar een paar cent verdiend. En wat is er gebeurd met de giftige verfstoff en die gebruikt zijn bij het verven van het shirt? Die zijn na afl oop misschien wel in een rivier gedumpt. En als je een kilo kip kunt kopen voor drie euro, dan heeft die kip waarschijnlijk geen leuk leven gehad.
Vind jij dat ook belangrijk? Of kies je het goedkoopste? De keuze is aan jou.
Duurzaamheid
Duurzaamheid is een manier van handelen die langdurig respectvol is voor mens, dier en milieu.
De aarde geeft ons alles wat we nodig hebben: frisse lucht, schoon water, voedsel en brandstof. Er is steeds minder ruimte voor de natuur, een overvloed aan afval en een tekort aan grondstoff en. We gebruiken veel van de aarde in ons dagelijks leven. Om ervoor te zorgen dat de wij en de mensen na ons ook gebruik kunnen maken van de aarde zullen we alles eerlijk moeten verdelen. Dat is duurzaamheid.
Er zijn veel manieren om duurzaam te winkelen en met je spullen om te gaan. Je kunt bijvoorbeeld voedselverspilling tegengaan, door producten te kopen die bijna over datum zijn. Vaak worden die met korting verkocht. Dat is dus ook voordelig.
Wanneer je een product koopt, zit dit bijna altijd in een verpakking. Die verpakkingen zijn vaak van plastic. Denk maar eens na: komkommers, croissantjes, snoep en koek, bijna alles zit verpakt in plastic.
In Nederland doen veel mensen hun best om plastic afval te scheiden. Toch komt nog veel plastic in de natuur terecht. Bijvoorbeeld in de oceaan. Dat is een probleem: hongerige vissen en schildpadden zien het plastic aan voor voedsel en eten het op. Of ze raken erin verstrikt als ze er tussen zwemmen.
Er drijft zoveel plastic in de oceanen, dat we inmiddels spreken van plastic soep.
Uit het Rood!
Leerdoelen:
Aan het einde van dit onderwerp:
Weet je welke inkomsten en uitgaven je hebt.
Weet je hoe je schulden kunt voorkomen.
Weet je wat je kunt doen aan schulden en waar je hulp kunt krijgen.
Grip op je geld
Wat heb jij in je portemonnee, op je bankrekening? Van wie krijg je nog geld en wie krijgt er nog geld van jou? Kortom: heb je grip op je geld?
Als burger in Nederland krijg je te maken met allerlei financiële zaken. Om te beginnen moet je zorgen dat je eigen inkomsten en uitgaven in evenwicht zijn, voor nu en later.
Grip op je geld krijg je bijvoorbeeld door:
je saldo in de gaten te houden;
je rekeningen op tijd te betalen;
de rekeningen die je krijgt te controleren;
je administratie op orde te hebben.
Lenen en schulden:
Geld uitgeven is makkelijk, maar geef niet te veel uit. Want als je tekortkomt, moet je lenen van je ouders of vrienden. Als je snel terugbetaalt, kan dat best. Maar als je niet op tijd kunt terugbetalen, dan heb je kans dat je schuld op schuld stapelt.
Formele schulden zijn schulden bij instanties. Wanneer je roodstaat bij de bank, of een betalingsachterstand hebt bij je zorgverzekering, is dit een formele schuld. Heb je geld geleend van vrienden of familie en moet je dit nog terugbetalen, dan heb je een informele schuld.
Begrippen!
Formele schulden zijn schulden bij instanties zoals banken, DUO, zorgverzekeraars en mobiele providers.
Informele schulden zijn schulden bij vrienden en familie.
Soorten schulden:
Het Nibud onderscheidt vier typen schulden:
Overlevingsschulden: Je hebt te weinig inkomsten in verhouding tot je vaste lasten.
Overbestedingsschulden: Je hebt genoeg inkomsten, maar geeft te veel uit.
Aanpassingsschulden: Door een verandering in je leven, heb je minder inkomsten (ontslag, op jezelf gaan wonen).
Compensatieschulden: Je geeft te veel uit door bijvoorbeeld emotionele problemen.
Voor grote uitgaven, zoals een huis of je opleiding, moet je meestal geld lenen. Maar ook voor andere dingen, een auto, een verbouwing, een mooie reis, kun je geld lenen. Dagelijks zie je advertenties voor leningen. Daarbij staat aan het eind de verplichte waarschuwingstekst ‘geld lenen kost geld’. En dat klopt.
Kun je niet terugbetalen, dan kom je in de problemen. Als je achterloopt met betalen, krijg je te maken met een incassobureau of een deurwaarder. Dat brengt weer extra kosten mee. Je bezittingen kunnen in beslag worden genomen. Als je grote financiële problemen hebt, kun je aankloppen bij de schuldhulpverlening.
Begrippenlijst:
Loondienst = werken in loondienst is tegen een vaste vergoeding werk doen voor iemand anders.
Betaald werk = Betaald werk is werk in loondienst voor een werkgever of als ondernemer.
Zwart werk = Zwart werk is werk zonder een contract, je betaalt geen belasting of premies en je bent niet verzekerd.
Onbetaald werk = werk bij een BPV, vrijwilligerswerk of werken met behoud van uitkering.
Basisbehoeften = Basisbehoeften zijn dingen die je nodig hebt om in leven te blijven: voedsel, kleding, woonruimte, veiligheid, gezondheidszorg.
Vaste lasten = Vaste lasten zijn betalingen die je regelmatig, bij voorbeeld maandelijks, moet doen, zoals huur of energiekosten.
Collectieve arbeidsovereenkomst = In een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) staan alle afspraken over rechten en plichten op je werk. Het is een overeenkomst met afspraken tussen werknemers en werkgever in een bepaalde sector. Bijvoorbeeld over loon, toeslagen, werktijden, proeftijd, opzegtermijn of pensioen.
Arbeidsovereenkomst = Een arbeidsovereenkomst is een afspraak tussen werkgever en werknemer, waarbij de werkgever zich verplicht loon te betalen en de werknemer zich verplicht werk te verrichten volgens aanwijzingen van de werkgever.
Loon of vergoeding = Het geld dat je krijgt voor iets wat je hebt gedaan of voor kosten die je hebt gemaakt.
Loonheffing = Dit is het bedrag dat je hebt betaald aan loonbelasting en premie voor volksverzekeringen.
Salarisstrook = Op je salarisstrook staat een opgave van brutoloon, nettoloon, diverse premies en inhoudingen.
Belastingen = Een deel van je bezit of inkomen dat je aan de overheid betaalt.
BTW = Belasting toegevoegde waarde, dit betaal je over de spullen en diensten die je koopt.
Sociale zekerheid = Sociale zekerheid zijn de wettelijke maatregelen die zorgen voor financiële zekerheid van mensen ten tijde van pensioen, ziekte, arbeidsongeschiktheid, overlijden van naasten of werkloosheid.
Verzorgingsstaat = een land waar de overheid primair verantwoordeliijk is voor het welzijn van de burgers.
Werknemersvaardigheden = De werknemer laat op de werkvloer een houding en gedrag zien zoals dat van een goede werknemer wordt verwacht.
Reclame = informatie over een product of dienst met als doel dat mensen het gaan kopen.
Duurzaamheid = een manier van handelen die langdurig respectvol is voor mens, dier en milieu.
Ecologische voetafdruk = De ‘ruimte’ die een mens inneemt met zijn consumptie.
Formele schuld = een schuld bij een instantie.
Informele schuld = een schuld bij familie of vrienden.
Aflossing = Een bedrag dat je (in termijnen) terugbetaalt aan de bank.
Deurwaarder = Iemand die zorgt dat mensen hun schulden terugbetalen en maatregelen mag nemen om dat te bereiken.
Rente = Een vergoeding die je betaalt voor het lenen van geld. "Geld lenen kost geld".
Het arrangement P2 - Economische Dimensie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Siham Azaimi
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-04-25 22:43:42
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.