Persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN

Doelen Persoonlijkheidsstoornissen

1. Wat is DSM 4?
2. Welke 5 assen?
3. Wat is een persoonlijkheidsstoornis
4. Waardoor ontstaat een persoonlijkheidsstoornis
5. Benoem de drie clusters persoonlijkheidsstoornissen
6. Herken uit enkele gegeven kenmerken de juiste persoonlijkheidsstoornis
7. Verschil psychiatrische stoornis en persoonlijkheidsstoornis
8. Noem therapie/behandelingen voor mensen met een persoonlijkheidsstoornis
9. Kort beschrijven van enkele behandelvormen

Persoonlijkheidsstoornissen zijn te onderscheiden van psychiatrische stoornissen.

Psychiatrische diagnostiek volgens het DSM vindt plaats vanuit 5 gezichtspunten of 'diagnostische assen':

1.primaire symptomatologie, (de 'psychiatrische ziekte') (een klinisch syndroom, ziektebeeld dat niet altijd aanwezig of geweest is, of voorbijgaand is, de zogenaamde acute pathologie)

2.achterliggende persoonlijkheidsstoornissen (en de specifieke ontwikkelingsstoornissen, kenmerken die blijvend zijn),

3.(bijkomende) somatische ziekten (lichamelijke ziekten die psychische ziektebeelden geven) (een wisselende schildklierwerking kan bijvoorbeeld leiden tot depressie, bij te lage werking, of anorexia, bij te hoge werking),

4.psychosociale en uitlokkende factoren (de intensiteit van de psychologische stressor, bijvoorbeeld alleen gaan wonen na een scheiding zal een ander effect hebben dan samenwonen na een scheiding),

5.niveau van functioneren (op een schaal van 1 tot 100, waarbij 100 perfect is en 1 vrijwel nihil) in de vorm van GAF-score of Global Assessment of Functioning-schaal, de mate waarin men zich weet aan te passen aan de omgeving, waarbij 0 betekent dat men geen duidelijke informatie heeft. Deze schaal is belangrijk voor de therapieplanning.

 

Wat is een persoonlijkheidsstoornis

Persoonlijkheidsstoornissen is een categorie van psychische aandoeningen die gekenmerkt wordt door een star en duurzaam patroon van gedachten, gevoelens en gedragingen die binnen de cultuur van de betrokkene duidelijk afwijkt van de verwachtingen.

Ze worden ingedeeld in drie clusters.

 • Cluster A
In dit cluster treffen we mensen die door anderen vaak vreemd, apart of excentriek gevonden worden. Ze stellen zich afzijdig van anderen op, leven een geïsoleerd bestaan en hebben weinig behoefte aan contacten met anderen. Binnen dit cluster onderscheiden we de paranoïde, schizoïde en de schizotypische persoonlijkheidsstoornis.

• Cluster B
Hierin delen we de mensen in die juist opvallen door hun extraverte, soms zelfs dramatische gedrag. Het zijn mensen die in het middelpunt van de belangstelling (willen) staan, en gemakkelijk de aandacht op zich vestigen. Ze houden van uitdagingen en nieuwe ervaringen, en zoeken vaak de contacten met mensen op. Binnen dit cluster onderscheiden we de borderline, de narcistische, de theatrale, en de antisociale persoonlijkheidsstoornis.

• Cluster C
In dit cluster vallen de mensen die, net als de mensen in cluster A, een angstige, introverte, geremde en dwangmatige aanleg hebben, maar in tegenstelling tot cluster A hebben zij wel behoefte aan contact met en waardering door de omgeving. In dit cluster onderscheiden we de ontwijkende, de afhankelijke en de obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis.

Verwachte wijzigingen

Persoonlijkheidsstoornissen worden in de nieuwste versie van de DSM-classificatie (DSM-5) op een heel andere wijze weergegeven. Naar verwachting wordt de DSM-5 in mei 2013 gepubliceerd. Verschillende niveaus van persoonlijkheidsfunctioneren worden omschreven en persoonlijkheid kan gekenschetst worden aan de hand van een aantal persoonlijkheidsdimensies. Ook de definitie van persoonlijkheidsstoornis wordt gewijzigd.

Men verwacht de volgende wijzigingen:

Nog maar 5 typen persoonlijkheidsstoornis worden onderscheiden, en ze worden anders beschreven dan de 11 uit de DSM-IV.

  • het antisociale/psychopathische type
  • het vermijdende type
  • het borderline type
  • het obsessief compulsieve type
  • het schizotypische type

 

Ontstaan Persoonlijkheidsstoornissen

Er is geen eenduidige oorzaak; er is steeds sprake van een ingewikkeld samenspel van factoren. Daarbij wordt vaak het volgende onderscheid gemaakt:

Biogenetische factoren
Mensen verschillen in aanleg, in temperament en wilskracht. De een wordt sneller angstig, de ander eerder somber. De een is erg gesloten, de ander juist extravert. Ons temperament krijgen we bij de geboorte mee. Ook kun je denken aan  aanleg voor psychiatrische symptomen als depressie, ADHD, verslaving.
Organische factoren
Sommige lichamelijke aandoeningen (bijvoorbeeld epilepsie of een schedeltrauma) kunnen een persoonlijkheidsstoornis veroorzaken.
Psychologische factoren
Welke ervaringen doet iemand op, hoe werken deze door in iemands beleving van zichzelf en zijn omgeving, hoe is er door belangrijke anderen omgegaan met zijn 'eigenaardigheden' of temperament, en hoe heeft de persoon in kwestie daar weer op gereageerd?

Het verleden (geschiedenis) is dus van grote invloed op hoe iemand denkt, voelt en handelt, wat zijn of haar normen en waarden zijn, hoe hij of zij met zichzelf en anderen omgaat.
Sociale factoren
Bijvoorbeeld: sociaal-culturele omstandigheden, de inbedding van het gezin in de omgeving, de levensstandaard, gevolgen van emigratie en verschuivingen op de sociale ladder. Persoonlijkheidsstoornissen worden soms wel ‘ontwikkelingsstoornissen’ genoemd. Hiermee wordt uitgedrukt dat in iemands ontwikkeling van jong kind tot volwassene reeds problemen aanwijsbaar zijn. Soms houden deze verband met duidelijke trauma’s als vroege verlatingen of sexueel misbruik. Ook kunnen er moeilijke gezinsomstandigheden zijn die hebben geleid tot onvoldoende veiligheid, aandacht, begrenzing of begeleiding. Het gebeurt ook wel dat zulke duidelijk aanwijsbare redenen ontbreken, en dat mensen toch een sterke onvrede met zichzelf en/of anderen hebben. Bij nader onderzoek blijkt dan bijvoorbeeld dat iemand zich zo sterk aan zijn omgeving heeft aangepast, dat hij vervreemd is geraakt van de eigen behoeften en gevoelens. Met als negatieve gevolgen: een negatief gevoel over zichzelf, depressiviteit, moeite met intieme relaties, eenzaamheidsgevoelens en/of zich gemakkelijk buitengesloten voelen.

 

 

 

 

 

 

 

CLUSTERS

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN

 

Cluster A

Afwijkend denken, extreme emoties, vreemd, excentriek, afwijkend gedrag

Schizoide

persoonlijkheidsstoornis

  • Afstandelijkheid
  • Ontbreken intieme relaties
  • Ontbreken diepe emoties
  • Kiezen voor solitaire bezigheden, einzelganger
  • Onverschilligheid

Cluster A

Afwijkend denken, extreme emoties, vreemd, excentriek, afwijkend gedrag

Paranoide

Persoonlijkheidsstoornis

  • Ongegronde achterdocht en
  • Wantrouwen jegens mensen
  • Wrokkig en star
  • Compromisloos
  • Kan kritiek moeilijk verdragen

Cluster A

Afwijkend denken, extreme emoties, vreemd, excentriek, afwijkend gedrag

Schizotypische

Persoonlijkheidsstoornis

  • Ongebruikelijke gedachten, overtuigingen, ideeen, magisch denken
  • Ongewoon taalgebruik
  • Achterdocht, sterke sociale angst, weinig contacten
  • Ongewone zintuiglijke waarnemingen
  • Zonderling gedrag

Cluster B

Instabiele emoties, instabiel zelfbeeld

Antisociale persoonlijkheidsstoornis

  • Diepgaand patroon van gebrek aan achting voor en
  • Schending van de rechten van anderen, weinig geweten
  • Geen/weinig empathie
  • Minimale frustratie-tolerantie

Cluster B

Instabiele emoties, instabiel zelfbeeld

Borderline persoonlijkheidsstoornis

  • Instabiliteit van stemmingen, relaties, zelfbeeld uit zich in
  • Dreiging tot zelfdoding
  • Dissociatieve stoornissen
  • Splitting
  • Impulsiviteit en gebrek aan beheersing woede
  • Wisselvallige relaties

Cluster B

Instabiele emoties, instabiel zelfbeeld

Narcistische

persoonlijkheidsstoornis

  • Grootheidsfantasieen over succes/macht, overdreven eigenwaarde, "applaus"-behoefte
  • Egocentrisch
  • Gebrekkig empatisch vermogen
  • Misbruik maken van anderen
  • Overdreven aandacht vragen
  • Overgevoelig voor oordelen van anderen

Cluster B

Instabiele emoties, instabiel zelfbeeld

Theatrale

persoonlijkheidsstoornis

  • Egocentriciteit
  • Overdreven dramatiek, affectlabiel, onecht/theatraal
  • Somatiseren
  • Aandacht vragen, veeleisend
  • Onredelijke woede-uitbarstingen
  • Veel, doch oppervlakkige relaties

Cluster C

Met angst als belangrijkste kenmerk

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

  • Afhankelijk en onderworpen gedrag, kritiekloos volgen
  • gebrek aan zelfvertrouwen
  • laat de anderen de belangrijke beslissingen nemen

Cluster C

Met angst als belangrijkste kenmerk

Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis

  • Starheid
  • Twijfelzucht, besluiteloosheid
  • Permanent streven naar perfectie
  • Overdreven nauwgezet, controlebehoefte
  • Intolerantie over moraal en ethiek, normatief

Cluster C

Met angst als belangrijkste kenmerk

Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis

  • Verlegenheid
  • Algemene terughoudendheid
  • Bang, timide
  • Vermijding situaties waarbij negatief oordeel of afkeuring wordt verwacht
  • Minderwaardigheidsgevoelens

Passief-agressieve persoonlijkheidsstoornis

 

  • Voortdurend verzet tegen eisen die vanuit de sociale omgeving worden gesteld
  • Waarbij dat verzet een passief karakter heeft

Cluster A persoonlijkheidsstoornissen


Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis uit cluster A worden wel getypeerd als "vreemd" en/of "excentriek". Het kenmerk is een ernstig verstoord mentaal evenwicht en/of ernstige gedragsproblemen. Er kan sprake zijn van psychotische symptomen zoals wanen of hallucinaties; onsamenhangende spraak of gedachtegang; bizar, chaotisch of overactief gedrag; ernstig vervlakt en apathisch gedrag. Het gedrag kan hinderlijk zijn en soms onhanteerbaar of gevaarlijk, zowel voor de patiënt als diens omgeving. Ook wanneer er geen psychotische symptomen zijn, kan er nog sprake zijn van ongewone overtuigingen, waarnemingen, ervaringen en gedragingen die het dagelijks persoonlijke en sociale functioneren beperken.

Het gaat om de

  • Paranoide persoonlijkheidsstoornis
  • Schizoide persoonlijkheidsstoornis
  • Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

Mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis zijn wantrouwend. Ze hebben een vastomlijnde manier van denken en handleen op basis van achterdochtige ideeën over anderen. Ze zijn ervan overtuigd dat hun visie op de wereld de juiste is en voelen zich bedreigd als anderen het anders zien. Ze zijn vaak koppig, ook als hun standpunt onjuist is. Dit kan soms op een waanidee lijken. Verder voelen zij zich vaak kwetsbaar. Dit roept angst op. Die angst proberen ze te verminderen door te zoeken naar een oorzaak buiten zichzelf. De dreiging die zij voelen zetten zij om in woede om hun angst te verminderen.

Mensen met een schizoïde persoonlijkheidsstoornis De schizoide persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door een grote afstandelijkheid in relaties met familie en vrienden wat vaak tot een afgezonderd en geïsoleerd leven met weinig sociale contacten kan leiden. In contact met anderen, uiten zij zich weinig. Voor zowel de persoon zelf als de omgeving wordt het contact met elkaar vaak als saai en nutteloos beleefd. Ze hebben veel moeite met hechten aan mensen en wijzen steun van anderen af. Het denken van mensen met een schizoide persoonlijkheidsstoornis is vaak afstandelijk en kil. Het komt ook soms voor dat deze mensen ook lijden aan depersonalisatie (het gevoel buiten de werkelijkheid te staan).

Mensen met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis .Een persoon met de schizotypische persoonlijkheidsstoornis vertoont vaak vreemd en bizar gedrag. Ze voelen zich vaak wantrouwend en ongemakkelijk naar anderen mensen toe. Hun ideeën en overtuigingen kunnen nogal “vreemd” zijn. Daarbij geloven ze vaak in buitenzintuigelijke waarnemingen. Waarnemingen die wij als buitenstaanders niet kunnen “beleven”met onze zintuigen. Ze leven meestal geïsoleerd want contact met andere mensen vinden ze bedreigend en vertrouwen anderen ook niet. Hechten aan mensen zijn ze dus ook niet goed in.

 

 

 

 

Cluster B persoonlijkheidsstoornissen


Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis uit cluster B worden wel getypeerd als "flamboyant" en/of "theatraal". Zij kampen vaak met forse moeilijkheden in de interactie met anderen en hebben vaak moeite met de beheersing van hun impulsen en een uiterst instabiele identiteit.

  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis
  • Borderline persoonlijkheidsstoornis
  • Theatrale persoonlijkheidsstoornis 
  • Narcistische persoonlijkheidsstoornis

De antisociale persoonlijkheidsstoornis is een persoonlijkheidsstoornis met als belangrijkste kenmerk instabiliteit in denken, voelen en gedrag.Hierdoor kan iemand stemmingswisselingen krijgen, instabiele relaties met anderen hebben, zich impulsief en antisociaal gedragen en snelle behoeftenbevrediging najagen.

Borderline persoonlijkheidsstoornis (kortweg: borderline) kenmerkt zich door sterke wisselingen in stemmingen, gedachten en gedrag. Mensen met borderline zijn enorm impulsief, denken vaak zwart-wit, reageren extreem. Relaties zijn moeilijk te onderhouden, en wisselen ook sterk.Mensen met borderline kunnen echter verschillen in de mate waarin ze bepaald gedrag vertonen (zoals extraversie, neuroticisme).

Mensen met een theatrale persoonlijkheidsstoornis vallen op door hun kleurrijk, extravert en dramatisch gedrag. Het zijn zeer emotionele mensen, die moeite hebben om lange diepgaande relaties aan te gaan. Zij staan graag in het middelpunt van de belangstelling. Ook hebben ze de neiging om door middel van uiterlijk vertoon te verleiden of de aandacht op te eisen.

Mensen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis hebben een groot gevoel van eigenwaarde. Zij vinden zichzelf bijzonder en belangrijk en verwachten van anderen dat dezen hen met speciale aandacht behandelen. Deze zelfoverschatting lijkt samen te hangen met een snel gekrenkt ego. Patiënten kunnen dan ook makkelijk depressief worden. Relatieproblemen en problemen op het werk komen veel voor als gevolg van hun stoornis. Dat levert stress op waar zij vervolgens slecht tegen bestand zijn. De narcistische persoonlijkheidsstoornis heeft niet de neiging om met het klimmen der jaren minder te worden. Ouder worden is op zich al een krenking van het zelfbeeld. Midlifecrisis komt dan ook veelvuldig voor.

Cluster C persoonlijkheidstoornissen

 

Cluster C wordt ook wel het angstige cluster genoemd en bestaat uit 3 persoonlijkheidsstoornissen:

Mensen met deze stoornissen hebben last van sociale vermijding, dwangmatig handelen en onzelfstandigheid. Ze kunnen zich wel beter aanpassen aan de eisen van het dagelijkse leven dan mensen met cluster A en B stoornissen.

 

  • Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
  • Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis 
  • Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis.

Onzelfstandigheid is een centraal kenmerk van mensen met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis. Ze hebben een buitensporige behoefte om verzorgd te worden. Dit leidt tot onderworpen en vastklampend gedrag en de angst om in de steek gelaten te worden

De ontwijkende persoonlijkheidsstoornis  is een persoonlijkheidsstoornis die zich kenmerkt door geremdheid en het gevoel minderwaardig te zijn. Zij zijn meer dan normaal gevoelig voor kritiek of een negatief oordeel. Mensen met deze aandoening beschouwen zichzelf als sociaal ondergeschikt of onaantrekkelijk. Ze hebben behoefte aan sociaal contact, maar vermijden dit uit angst om afgewezen te worden. De stoornis openbaart zich doorgaans in de vroege volwassenheid. Naar men aanneemt is de oorzaak afwijzing door ouders of leeftijdsgenoten in de vroege jeugd. Of de aandoening een gevolg is van sterke sociale controle in de jeugd, wordt nog onderzocht.

Mensen met een obsessief-compulsieve stoornis hebben last van steeds terugkerende dwanggedachten en/of dwanghandelingen.Dwanggedachten (obsessies) zijn gedachten die mensen weliswaar zelf hebben, maar die ze vreemd en overdreven vinden. Het overkomt hun en ze kunnen die gedachten niet voorkomen of loslaten. De gedachten zijn hardnekkig en veroorzaken angst of lijden. Dwanghandelingen (compulsies) zijn zich steeds herhalende handelingen die iemand van zichzelf op dezelfde speciale manier moet doen. Bijvoorbeeld alles steeds controleren of schoonmaken.


 

 

 

Behandeling Algemeen

In het algemeen geldt dat zorgvuldige diagnostiek nodig is om een goede indicatie voor behandeling te kunnen stellen.

Cluster A
Kern van de behandeling is stabilisatie, leren voorkomen van crises en verbetering van de sociale vaardigheden.

Cluster B
Behandeling varieert van geen tot intensieve klinische therapie. Factoren van belang zijn: draagkracht, impulsbeheersing, mate van wantrouwen, ziektebesef, ziekte-inzicht, sociale aanpassing en dreiging voor anderen.

Cluster C
Behandeling bestaat in de meeste gevallen uit poliklinische of dagklinische therapie.

Borderline persoonlijkheidsstoornis

Bianca
voelt zich al jarenlang ongelukkig, er hoeft vaak maar iets te gebeuren of ze ziet het niet meer zitten. Toch kan ze zich ook snel weer goed voelen. Nu is ze halverwege haar opleiding sociaal pedagogische hulpverlening gestopt. Ze kan het niet meer volhouden en twijfelt ook of ze hier wel mee door wil gaan. Ze heeft ook net een nieuwe vriend en maakt veel ruzie met hem. Ze snapt niet dat hij niet bij haar weg gaat, ze kan zo tekeer gaan tegen hem. Daarna voelt ze zich zo rot dat ze veel te veel gaat eten en vaak zichzelf snijdt in haar bovenarm. Dan wordt ze even rustiger. Maar ze schaamt zich er ook voor. Durft daarom nooit mee te sporten, dan zouden ze haar littekens zien.... 

 

psychologe over de borderline persoonlijkheidsstoornis

Behandeling borderline

Uitwerking borderline persoonlijkheidsstoornis

De letterlijke vertaling van borderline is “grens”. Personen die lijden aan borderline hebben sterk de neiging tot zwart-wit denken. De persoon vertoont manipulatief gedrag, heeft extreme oordelen en vaak is het in de omgang met mensen alles of niets. Ze vinden het moeilijk om ergens een tussenweg in te vinden. Ze hebben een laag gevoel van eigenwaarde en extreme verlatingsangst. Ze kunnen heftig reageren op het idee dat ze in de steek worden gelaten, of dit nu reeel is of denkbeeldig. De woede wordt vaak op zichzelf gericht, dat kan zo ver gaan dat men zichzelf beschadigt of een suicidepoging onderneemt.
men ziet ook wel vormen van dissociatie, waarbij de borderliner de realiteit even uit het oog verliest; ook psychoses en depressies komen voor.

Mensen met de borderline persoonlijkheidsstoornis gaan vaak hun eigen grenzen voorbij en gaan tot het extreme als het gaat om sex, verslavingen, roekeloos en impulsief gedrag en eetproblemen.

Een en ander maakt dat ze vaak in contact met vele hulpverleners. Na de woede-uitbarstingen ziet men doorgaans schaamte en schuldgevoelens.

Voorbeeld m.b.t. het zwart-wit denken: Iemand kan het ene moment geweldig zijn, het andere moment 'onbetrouwbaar en slecht'. Dit gebeurt met name als ze het gevoel hebben dat de ander niet genoeg om hen geeft. Zo zwart-wit kunnen ze ook over zichzelf denken, dit noemen we dan identiteitsproblemen. Het uit zich in  snelle wisselingen in zelfbeeld, toekomstplannen, seksuele identiteit en typen vrienden. Impulsiviteit kan leiden tot gokken, eetproblemen, verslavingen, onveilige sex of roekeloos gedrag.


De diagnose BPS wordt 3 keer zo vaak bij vrouwen dan bij mannen gesteld. Naar schatting leidt 1 a 2 procent van de Nederlandse bevolking aan BPS. 

 

borderline

Narcistische persoonlijkheidsstoornis

Charles Manson wordt gezien als (ondermeer) een narcistische persoonlijkheid

Drie essentiele aspecten worden getoond: Zijn grootheidsideeen (ik bepaal alles, ik ben belangrijker dan de paus, ik maak liefde, ik beslis alles), zijn gebrek aan berouw of empathie met anderen (wat hebben jullie mij aangedaan, ik weet niet waar je het over hebt, wat is dat: care?) en zijn gevoeligheid ter bescherming van zijn ego/zelfbeeld.

Charles Manson showt narcistische kenmerken

Toetsing

Toets deel 1

Vul onderstaande zinnen in
Kies bij het invullen tussen de begrippen: Persoonlijkheid, karakter, temperament

 

Je hebt kinderen die levendig zijn, anderen zijn snel geprikkeld of snel gefrustreerd.
Je spreekt hier van iemands …….........

Voor de vorming van het ……............  speelt de opvoeding en de relatie tussen kind en ouders een rol.

Onder ….............. wordt verstaan iemands karakteristieke patronen van denken, voelen en handelen.

Toets deel 2

Maak twee kolommen: Kolom Persoonlijkheidsstoornis en Kolom psychiatrische stoornis

Breng de volgende aspecten onder in de juiste kolom.

 

  1. de verschijnselen zijn doorgaans recent en/of van korte duur
  2. de verschijnselen vallen niet zo op, zijn meer impliciet aanwezig
  3. voorbeelden: fobie, obsessie, depressie, psychose
  4. er komt iets "nieuws"in het leven van de zorgvrager, een breuk met het verleden
  5. de verschijnselen worden herkend door de persoon. Hij ervaart zijn klacht als egosyntoon (bij de persoon passend)
  6. doorgaans wil de persoon geholpen worden, hij heeft vaak veel last van het verschijnsel/de verschijnselen)
  7. Er is doorgaans weinig lijdensdruk. Ook de behandelbehoefte is vaak niet aanwezig
  8. De verschijnselen zijn vaak opvallend en expliciet aanwezig
  9. De verschijnselen (problemen) worden vaak geexternaliseerd. anderen zijn oorzakelijk voor de problematiek die wordt ervaren en zij zijn het slachtoffer.
  10. De verschijnselen worden doorgaans als egodystoon ervaren
  11. Zorgvragers met deze verschijnselen worden niet (snel) opgenomen in een instelling
  12. Voorbeelden: borderline-, schizoide, theatrale, schizotypische zorgvragers

 

Toets deel 3

.

Welke persoonlijkheidsstoornis heeft een zorgvrager met de volgende kenmerken?

 

  1. Deze zorgvrager komt vreemd over bij de ander. Men vindt hem een einzelganger. Hij komt nooit op je feestje, woont alleen en laat zich zelden zien. Hij mijdt kontakt
  2. Deze zorgvrager komt vreemd over en behalve dat hij zich zelden inlaat met anderen, valt hij op met zijn rare denkbeelden. Ook eigenaardig taalgebruik en soms vreemde rituele handelingen
  3. Deze zorgvrager is vooral vreemd door zijn achterdocht. Hij kan overdreven wantrouwig op je reageren. Je moet geen woord verkeerd zeggen, en als je het doet, blijft hij je heel lang daarop aankijken. Hij komt niet/nooit echt dichtbij..
  4. Deze zorgvrager is erg verlegen en heel gevoelig voor wat je tegen hem zegt. Eigenlijk durft hij alleen met iemand om te gaan waarvan hij zeker weet dat die hem aardig vindt.
  5. Deze zorgvrager zal nooit zelf ergens in voorop lopen. Zij zijn heel volgzaam en hebben nooit geen kritiek ergens op. Het zelfvertrouwen is minimaal
  6. Deze zorgvrager is erg twijfelzuchtig en besluiteloos. Alles moet 100% zijn, men blijft maar piekeren. Ook erg star omdat niet afgeweken kan worden van procedures en schema's.
  7. Deze zorgvrager is vrij gewetenloos, kan heel charmant zijn maar bedriegt de ander om zijn doel te bereiken. Hij heeft geen empatisch vermogen. Hij heeft ook een lage frustratie-tolerantie, kan dan impulsief worden of overgaan tot middelenmisbruik
  8. Deze zorgvrager somatiseert vaak, vraagt veel aandacht. Is vooral met zichzelf bezig. Kan erg overgevoelig reageren, zijn emoties lijken vaak niet echt maar gespeeld
  9. Deze zorgvrager kan moeilijk onderscheid maken in wie jij bent en wie hij zelf is. Hij heeft de neiging de ander of als "goed", of juist als "slecht te zien, afhankelijk of zijn behoeften worden bevredigd. Soms automutileert hij zichzelf, ook zie je regelmatig dat hij dissocieert

 

Toets deel 4

Hieronder kunt U ervoor kiezen een testje te maken rond het thema persoonlijkheidsstoornissen.

Nadat U het testje hebt gemaakt en uw antwoorden hebt gecontroleerd, kunt U dit scherm beeindigen en terugkeren in het wikiwijsprogramma.

het automutileren bij een borderline persoonlijkheidsstoornis

Toets deel 5

Hieronder volgen 6 casuistieken.

Om welke persoonlijkheiddstoornis gaat het?

Bianca


voelt zich al jarenlang ongelukkig, er hoeft vaak maar iets te gebeuren of ze ziet het niet meer zitten. Toch kan ze zich ook snel weer goed voelen. Nu is ze halverwege haar opleiding sociaal pedagogische hulpverlening gestopt. Ze kan het niet meer volhouden en twijfelt ook of ze hier wel mee door wil gaan. Ze heeft ook net een nieuwe vriend en maakt veel ruzie met hem. Ze snapt niet dat hij niet bij haar weg gaat, ze kan zo tekeer gaan tegen hem. Daarna voelt ze zich zo rot dat ze veel te veel gaat eten en vaak zichzelf snijdt in haar bovenarm. Dan wordt ze even rustiger. Maar ze schaamt zich er ook voor. Durft daarom nooit mee te sporten, dan zouden ze haar littekens zien.... 

John
reist per trein, want zijn rijbewijs is onlangs weer eens ingenomen. Hij raakt onderweg in gesprek met Ria, die geïmponeerd raakt door zijn verhalen over zijn werk als cameraman in Hollywood. Ze besluiten elkaar ´s avonds opnieuw te ontmoeten in een café, waar hij haar helemaal voor zich inneemt. Hij is vriendelijk, charmant, heeft een vlotte babbel en houdt van een goede whisky. Aan het eind van de avond doet John alsof hij tot zijn schrik ontdekt dat hij zijn portemonnee is vergeten, maar Ria betaalt graag voor hem.

In de dagen daarna volgen vele ontmoetingen en John laat zich van zijn beste kant zien.. Ria voelt zich erg gelukkig en ze krijgen een relatie.

John is eisend voor wat betreft seksueel contact, maar Ria accepteert dat. Het valt haar op dat hij haar niet in zijn eigen huis uitnodigt, dat ze zijn vrienden niet te zien krijgt en dat hij over zijn verleden weinig kwijt wil, behalve dat hij "een rotjeugd" heeft gehad.

Een tijdje later laat John plotseling drie dagen en nachten niets van zich horen. Als Ria daarna ongerust vraagt of er iets was, wordt John boos en schreeuwt hij dat ze hem niet zo op de huid moet zitten. Als Ria schrikt van de blik in zijn ogen en begint te huilen, is John weer een en al vriendelijkheid. Zo had hij het natuurlijk niet bedoeld, al vindt John dat ze het er zelf naar gemaakt had. Hij doet dan zo lief voor haar dat Ria niet anders kan dan hem deze uitbarsting vergeven. De volgende dag heeft John een koffer vol dure horloges in de originele verpakking bij zich, waarover hij alleen kwijt wil dat hij ze een paar dagen "voor een vriend" moet bewaren. Als Ria hem ´s avonds vertelt dat zij met een collega gaat eten, wordt John plotseling woest. Hij verwijt haar dat ze egoïstisch is en niets voor hem over heeft. John staat op, gooit de tafel om en vertrekt met slaande deuren. Voorgoed.

Veronica
komt net terug van de kapper, loopt nog wat winkels in en begroet op straat allerlei vage bekenden even hartelijk. Het is uit met haar vriendje. Toen hij haar de bons gaf, raakte zij in crisis. Ze heeft nu de afspraak elke week even bij de huisarts langs te gaan. Die houdt haar goed in de gaten. Zij werkt bij een verzekeringsmaatschappij en ligt steeds overhoop met haar chef. Ze zou labiel zijn, teveel kletsen, anderen storen en onbetrouwbaar zijn. Vrouwelijke collega's hebben geklaagd over haar uitdagende kleding.

Het is al haar vierde baan in twee jaar. Nu denkt ze over werken in de horeca. Ze heeft veel vriendinnen maar voelt zich vaak ongelukkig en zou nu eens een echt goede therapeut willen treffen.......

Hans
is al bij een paar therapeuten geweest maar hij is ontevreden over allemaal. Hij weet niet eens meer hoe ze heetten. Eigenlijk was het compleet verspilde moeite. Niemand kan hem toch echt begrijpen. Hetzelfde probleem heeft hij met vrouwen. Na een tijdje vervelen ze hem. Het is ook altijd het zelfde liedje, eerst zijn ze leuk en aardig maar dan komen de verwijten. Dat hij niet naar ze luistert. En dat terwijl hij toch zoveel te bieden heeft. Maar ja, vervelend is het wel, hij wordt ook ouder en voelt zich steeds vaker eenzaam. Daarom zoekt hij nu een goede therapeut, één die hem begrijpt.

Bob
viert binnenkort zijn 50e verjaardag. Hij woont nog bij zijn moeder, boven hun zaak in huishoudelijke apparatuur. Hij verzorgt haar sinds het overlijden van zijn vader. Bob heeft toen de zaak van zijn vader overgenomen. Hij raakte al snel overspannen door zijn onderdanige opstelling naar klanten. Inkopen kan hij niet, daarvoor is hij te besluiteloos. Hij is enig kind en beschermd opgevoed. Vrienden heeft hij niet. Wel heeft hij vertrouwen in de dominee die elke week bij hen langskomt. Als zijn moeder ernstig ziek wordt, raakt hij in paniek en depressief. De dominee regelt voor hem een opname op de PAAZ.

Henry
is een boekhouder die 60 uur per week werkt om te voorkomen dat zijn baas kritiek op hem heeft. Ondanks zijn inzet blijft hij bang tekort te schieten. Wanneer hij luncht met zijn collega's vreest hij belachelijk gemaakt te worden en houdt hij zich op de vlakte. Zijn vrijgezelle buurvrouw, op wie hij al 3 jaar een oogje heeft, wil hij nu toch echt eens uitnodigen voor een kop koffie. Hoewel - ze zal hem wel saai en onaantrekkelijk vinden. Als zij toch iets in hem ziet dan zou zijn leven er heel anders uit kunnen zien.....

Ananka
heeft samen met haar man een juwelierszaak. Hun huwelijk is kinderloos gebleven en zij besteden alle tijd aan de zaak. Zij maakt elke dag zelf de kasten en etalages schoon, houdt het kasboek bij, en streeft naar een logische ordening van de sieraden naar grootte, kleur, kwaliteit en prijs. Zij is bang afgezet te worden door haar leveranciers en zegt maar net te kunnen rondkomen, terwijl zij juist een goedgevulde spaarrekening heeft. Sinds de aankondiging van de euro slaapt zij nog slechter. Voor vriendinnen heeft ze geen tijd. Haar familieleden vinden haar koppig maar ook angstig en bezorgd. Ze snappen niet dat zij het niet gezelliger maakt thuis.

Ontwikkelingen

Men verwacht dat in de vernieuwde DSM (5) nog maar 5 typen persoonlijkheidsstoornis worden onderscheiden, en ze worden anders beschreven dan de 11 uit de DSM-IV.

  • het antisociale/psychopathische type
  • het vermijdende type
  • het borderline type
  • het obsessief compulsieve type
  • het schizotypische type

Filmpjes

je zal het maar hebben deel 1

psychotherapeut over verschijnselen borderline

Voorlichting borderline (Amerikaans)

Psychopathie (bedrijfsleven) door Hare

psychopathie (Hare) snakes in suits

labyrinth discussie en vragen nav snake in suits