Toets deel 3

.

Welke persoonlijkheidsstoornis heeft een zorgvrager met de volgende kenmerken?

 

  1. Deze zorgvrager komt vreemd over bij de ander. Men vindt hem een einzelganger. Hij komt nooit op je feestje, woont alleen en laat zich zelden zien. Hij mijdt kontakt
  2. Deze zorgvrager komt vreemd over en behalve dat hij zich zelden inlaat met anderen, valt hij op met zijn rare denkbeelden. Ook eigenaardig taalgebruik en soms vreemde rituele handelingen
  3. Deze zorgvrager is vooral vreemd door zijn achterdocht. Hij kan overdreven wantrouwig op je reageren. Je moet geen woord verkeerd zeggen, en als je het doet, blijft hij je heel lang daarop aankijken. Hij komt niet/nooit echt dichtbij..
  4. Deze zorgvrager is erg verlegen en heel gevoelig voor wat je tegen hem zegt. Eigenlijk durft hij alleen met iemand om te gaan waarvan hij zeker weet dat die hem aardig vindt.
  5. Deze zorgvrager zal nooit zelf ergens in voorop lopen. Zij zijn heel volgzaam en hebben nooit geen kritiek ergens op. Het zelfvertrouwen is minimaal
  6. Deze zorgvrager is erg twijfelzuchtig en besluiteloos. Alles moet 100% zijn, men blijft maar piekeren. Ook erg star omdat niet afgeweken kan worden van procedures en schema's.
  7. Deze zorgvrager is vrij gewetenloos, kan heel charmant zijn maar bedriegt de ander om zijn doel te bereiken. Hij heeft geen empatisch vermogen. Hij heeft ook een lage frustratie-tolerantie, kan dan impulsief worden of overgaan tot middelenmisbruik
  8. Deze zorgvrager somatiseert vaak, vraagt veel aandacht. Is vooral met zichzelf bezig. Kan erg overgevoelig reageren, zijn emoties lijken vaak niet echt maar gespeeld
  9. Deze zorgvrager kan moeilijk onderscheid maken in wie jij bent en wie hij zelf is. Hij heeft de neiging de ander of als "goed", of juist als "slecht te zien, afhankelijk of zijn behoeften worden bevredigd. Soms automutileert hij zichzelf, ook zie je regelmatig dat hij dissocieert