In het algemeen geldt dat zorgvuldige diagnostiek nodig is om een goede indicatie voor behandeling te kunnen stellen.
Cluster A
Kern van de behandeling is stabilisatie, leren voorkomen van crises en verbetering van de sociale vaardigheden.
Cluster B
Behandeling varieert van geen tot intensieve klinische therapie. Factoren van belang zijn: draagkracht, impulsbeheersing, mate van wantrouwen, ziektebesef, ziekte-inzicht, sociale aanpassing en dreiging voor anderen.
Cluster C
Behandeling bestaat in de meeste gevallen uit poliklinische of dagklinische therapie.