Belangrijke begrippen tijdens jouw examen
Op deze pagina bieden we een overzicht van de begrippen die je moet kennen voor jouw examen. Weet je waar deze begrippen over gaan, herken je ze én kun je ze toepassen in een specifieke context? Dan ben je al een heel eind op de goede weg. De precieze leerdoelen voor dit vak staan in de syllabus.
Domein B Wereld
Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:
economische, demografische en sociaal-culturele indicatoren benoemen om landen te vergelijken. Ook kun je de beperkingen aangeven van gemiddelde nationale waarden voor die indicatoren.
|
De begrippen en onderwerpen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik
|
BBP/BRP, koopkracht, inkomen (per capita), beroepsbevolking |
|
bevolkingsspreiding, dichtheid, leeftijdsopbouw, verstedelijking |
|
analfabetisme, taal, godsdienst |
|
wereldsysteem: centrum, semi-periferie, periferie
|
|
internationale arbeidsverdeling
|
|
vestigingskolonie, exploitatie kolonie, dekolonisatie
|
|
demografische transitie, demografische druk, verstedelijking,
|
|
cultuurgebied, diffusie
|
|
triade, vrijhandel, ruilvoet
|
|
multinationale onderneming (MNO), multinational
|
|
arbeidsmigratie, push factoren, pull factoren
|
|
tijd-ruimte compressie
|
|
productieketen
|
|
transporttechnologie, communicatietechnologie
|
|
global shift, nieuwe internationale arbeidsverdeling
|
|
regionale en sociale ongelijkheid, WTO
|
|
Amerikanisering, lingua franca, identiteit
|
|
wereldstad
|
|
industrialisatie, De-industrialisatie
|
|
zakelijke (en financiële) dienstverlening
|
|
Domein C Aarde
Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:
- natuurlijke verschijnselen aan het aardoppervlak en in de atmosfeer beschrijven, herkennen en verklaren. Daarbij weet je rekening te houden met verschillende tijd- en ruimteschalen.
- de betekenis van exogene krachten aan het aardoppervlak voor de vorming van het aardoppervlak beschrijven en verklaren.
- de interactie tussen endogene en exogene krachten beschrijven en verklaren.
- de grote windsystemen en zeestromingen op aarde beschrijven die door zonne-energie en aardrotatie worden aangedreven. Ook kun je verklaren wat hun invloed is op de klimaatzones.
- het landschap herkennen als het resultaat van een dynamisch systeem. Je kunt de geofactoren die voor een landschapszone relevant zijn met elkaar in verband brengen.
- de invloed van menselijke activiteiten op natuur en milieu in verschillende landschapszones beschrijven en verklaren.
|
De begrippen en onderwerpen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik |
platentektoniek
|
|
(mid)oceanische rug, subductie, diepzeetrog
|
|
lithosfeer
|
|
convergente plaatgrenzen, divergente plaatgrenzen, transforme plaatgrenzen
|
|
convectiestromen
|
|
hotspot
|
|
vulkanisme, stratovulkaan, explosieve eruptie, caldera, schildvulkaan, effusieve eruptie
|
|
aardbevingen, schaal van Richter
|
|
tsunami
|
|
gebergtevorming, breukgebergten (horsten en slenken), plooiingsgebergten,
|
|
geologische tijdschaal
|
|
stroomgebied, verwering, mechanisch, chemisch, erosie, transport, sedimentatie, delta, morene, puinhelling, puinwaaier, aardverschuiving
|
|
hydrologische kringloop, gesteentekringloop
|
|
stollings-/dieptegesteenten, graniet, basalt, metamorfe gesteenten, marmer, leisteen, sedimentgesteenten, zand(steen), kalksteen
|
|
atmosferische circulatie, grote windsystemen
|
|
ITCZ / zone van equatoriale lage luchtdruk, wet van Buys Ballot
|
|
passaat, moesson,
|
|
oceanische circulatie, warme zeestromen, koude zeestromen,
|
|
klimaatgebieden (volgens Köppen), klimaatverandering
|
|
geofactoren
|
|
gesteente en reliëf
|
|
klimaat, lucht, bodem, water, plantenwereld, dierenwereld, landschapszones
|
|
polaire zone, boreale zone, gematigde zone, subtropische zone, aride zone, tropische zone
|
|
landdegradatie, (versnelde) bodemerosie
|
|
verzilting, verwoestijning,
|
|
verbeweiding, ontbossing
|
|
Domein D Ontwikkelingsland (Brazilië)
Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:
gebiedskenmerken van een ontwikkelingsland beschrijven en analyseren. Het gaat om sociaalgeografische en fysisch-geografische kenmerken van Brazilië en de sociaaleconomische positie van dit land in de macroregio én in de wereld.
|
De begrippen en onderwerpen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik |
perceptie
|
|
stereotype, mental map, geografisch beeld
|
|
verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo, stedelijk netwerk
|
|
sloppenwijken (favelas)
|
|
ommuurde woonwijken (gated communities)
|
|
bevolkingsdruk, gezinsplanning, natuurlijke bevolkingsgroei, sociale bevolkingsgroei /migratie
|
|
etniciteit, mestizering
|
|
bevolkingsparticipatie, democratisering
|
|
good governance
|
|
BBP per hoofd /BRP per hoofd, Import- en exportpakket, handelsbalans
|
|
Lorenzcurve, informele sector
|
|
grootgrootbezit, UNASUR
|
|
hoogvlakte/ hoogland
|
|
ertsen / ertsvorming
|
|
fossiele energiebronnen
|
|
tropisch regenwoud (selva), savanne (cerrado en caatinga), mangrove
|
|
biodiversiteit, landroof (landgrabbing)
|
|
etnische diversiteit, culturele diversiteit,
|
|
buitenlandse investeringen (Foreign Direct Investments)
|
|
externe economische relaties, BRIC(S), exportgerichtheid /handelsoriëntatie
|
|
Domein E Leefomgeving
Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:
- nationale vraagstukken voor overstromingsrisico’s en wateroverlast beschrijven.
- recent Nederlands en internationaal rivierbeleid beschrijven en beoordelen.
- stedelijke vraagstukken analyseert en beoordeelt, vooral rond de stedelijke economie.
- stedelijk beleid gericht op wijken en buurten beoordelen.
|
De begrippen en onderwerpen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik
|
stroomgebied, stroomstelsel
|
|
waterscheiding, waterafvoer
|
|
debiet, regiem
|
|
vertragingstijd, piekafvoer, verhang, verval
|
|
dwarsprofiel rivieren (benedenloop), uiterwaarden, zomerbed, winterbed, lengteprofiel rivieren, bovenloop, middenloop, benedenloop
|
|
klimaatverandering, zeespiegelstijging, temperatuurstijging
|
|
onregelmatiger neerslagregiem, menselijke ingrepen
|
|
verstening van het oppervlak, ontbossing
|
|
kanalisatie, stuw, krib, dijkverzwaring, waterkeringen
|
|
Rijkswaterstaat, waterschappen, tweede deltacommissie, integraal waterbeleid, watertoets, ruimte voor de rivier, noodoverloopgebied, rivierbedverruiming
|
|
verdieping, verbreding / dijkverlegging, obstakels verwijderen,
|
|
kribverlaging, nevengeulen aanleggen, uiterwaardvergraving,
|
|
drietrapsstrategie
|
|
vasthouden (retentie), bergen, afvoeren bevorderen, Rijnconferentie
|
|
overstromingsrisicobewustzijn
|
|
creatieve stad, kenniseconomie, science parks, zakelijke dienstverlening,
|
|
publiek-private samenwerking, duurzame stad (sustainable city), smart city
|
|
duale arbeidsmarkt
|
|
buurtprofiel, bewonerskenmerken
|
|
ouderdom, eigendom, woningtype, onderhoud, grootte van huishoudens
|
|
inkomen, gezinsfase, leeftijd, woonomgeving, buurt- / wijkvoorzieningen
|
|
sociale cohesie, sociale (on)veiligheid
|
|
objectieve (on)veiligheid, subjectieve (on)veiligheid
|
|
openbare ruimte, toegankelijkheid, onderhoud, overzichtelijkheid, toezicht,
|
|
stadsvernieuwing, herstructurering
|
|
gentrification
|
|