Eind zeventiende en begin achttiende eeuw begon de Verlichting. Het was een stroming die het verstand centraal plaatste. Volgens aanhangers van de Verlichting kon men de wereld leren kennen en begrijpen door gebruik te maken van je verstand. De Verlichting was daarmee een logisch vervolg op de wetenschappelijke revolutie.
Er werd ook nagedacht over het functioneren van de maatschappij. Verlichtingsdenkers geloofden in een maakbare samenleving en niet in voorbestemming bij geboorte zoals de kerk uitdroeg. Daarom vonden Verlichte denkers het belangrijk dat mensen zich konden ontwikkelen door onderwijs en opvoeding. Goed opgevoede en verstandige burgers zouden op die manier vanzelf een ideale samenleving vormen.
Van Verlichting naar Franse Revolutie
De ideeën van denkers uit de Verlichting zoals Rousseau, Diderot, Voltaire en Montesquieu werden in de achttiende eeuw erg populair. Hun ideeën verspreidden zich door middel van boeken en toneelstukken en in de salons (met lezingen en discussiebijeenkomsten). De Verlichting had grote invloed op de Franse Revolutie. Het idee van een maakbare samenleving werd tijdens de Franse Revolutie op een gewelddadige manier in de praktijk gebracht.
Probleemstelling
De Verlichting is de naam voor een periode waarin de ideeën van de eerder genoemde filosofen populair werden. De tijd was blijkbaar rijp voor een herziening van het fundament van de samenleving.
Het idee van een maakbare samenleving kwam op in de Verlichting en werd toegepast tijdens de Franse Revolutie. Er ontstond een definitieve breuk met het tijdperk daarvoor. Toen waren de macht van kerk en koning onaantastbaar en je plaats in de samenleving lag al bij je geboorte vast. We kunnen de ideeën van de Verlichting aan de Franse Revolutie koppelen. Toch is het lastig om de precieze invloed te bepalen.
De invloed van de Verlichting op de Franse Revolutie
Als eindproduct maak je werkstuk/opstel waarin je de invloed van de Verlichting op de Franse Revolutie beschrijft. De opdracht wordt afgerond met een discussie over de betekenis van de Verlichting en de democratische revoluties uit de 18de eeuw voor het heden.
Hoofdvraag en deelvragen
Hoofdvraag:
Was de Franse Revolutie ook mogelijk geweest zonder de Verlichting?
Deelvragen:
Wat is de Verlichting?
Welke Verlichtingsideeën komen overeen met ideeën van de Franse Revolutie?
Hoe reageerde de kerk op de ideeën van de Verlichting?
Wat waren de politieke en economische oorzaken van de Franse Revolutie?
Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de Franse Revolutie?
Welke groepen in de samenleving deden mee aan de Franse Revolutie?
Eindtermen
Domein A: Historisch besef A4 Verandering en continuïteit
Je kunt in historische processen de samenhang tussen veranderingen en continuïteit beschrijven.
Je kunt de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven.
Je kunt verschillende soorten historische verandering onderscheiden.
Je kunt door het onderscheiden van continuïteiten van langere en kortere duur onderkennen hoe elementen afkomstig uit verschillende tijdvakken zich gelijktijdig in één tijdvak kunnen manifesteren (de gelijktijdigheid van het ongelijktijdige).
Domein B: Oriëntatiekennis
Je kunt bij een kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken.
Je kunt uitleggen dat de betekenis die aan dit tijdvak wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.
In deze opdracht spelen de volgende kenmerkende aspecten uit tijdvak 7 een rol:
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
Onderstaande kernbegrippen worden toegelicht in de begrippenlijst.
Verlichting
rationalisme
gelijkheidsbeginsel
grondrechten
grondwet
Ancien Régime
democratische revolutie
Activiteiten
Activiteiten
Stap
Activiteit
Oriëntatie
Wat weet je nog over de Verlichting en de Franse Revolutie? Je haalt je voorkennis op.
Stap 1
Je leest de informatie over rationeel optimisme, verlicht absolutisme en democratische revoluties. Aan de hand van de Kennisbanken beantwoord je een aantal vragen.
Stap 2
Je legt aan de hand van een bron uit welke kritiek op het ancien régime, die voortkomt uit een Verlicht ideaal, de revolutionairen met zouden kunnen ondersteunen. Ook bij de vragen over Verlicht absolutisme en Democratische Revolutie ga je uit van Verlichte idealen. De vraag over Democratische Revolutie is een oude havo-examenopgave.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippen die passen bij de opdracht.
Eindproduct
Je maakt als eindproduct een opstel/werkstuk waarin je de invloed van de Verlichting op de Franse Revolutie beschrijft. Ook organiseer je een debat over dit onderwerp.
Video's en bronnen
Hier vind je bronnen die passen bij deze opdracht.
Examenvragen
Hier vind je bij de opdracht passende examenvragen.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
De studiebelasting voor deze opdracht is ongeveer 6 SLU.
Oriëntatie
Wat weet je nog over de Verlichting en de Franse Revolutie?
Je kunt je geheugen opfrissen met behulp van het volgende onderdeel uit de Kennisbank onderbouw.
Denk je dat jij nog voldoende kennis hebt? Maak dan eerst de toets.
Scoor je een voldoende? Dan hoef je de Kennisbank niet te lezen.
Scoor je onvoldoende? Dan moet je de Kennisbank alsnog bestuderen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bekijk nu ook de volgende video's over dit onderwerp. Vul waar nodig je aantekeningen aan.
Beantwoord na het bestuderen van de items de Kennisbankvragen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Verlichting
Periode van 1650 tot ongeveer 1800. De denkbeelden van Franse filosofen boden een nieuwe kijk op de mens, godsdienst en de maatschappij als geheel.
Men spreekt van de Verlichting, omdat bij veel mensen "het licht aan ging".
Rationalisme
De rede, het menselijk verstand, was volgens de Verlichtingsdenkers de sleutel tot geluk. Het vergaren van kennis was daarom tijdens de Verlichting essentieel en dit gaf de wetenschap een enorme impuls.
Gelijkheidsbeginsel
Het gelijkheidsbeginsel is een algemeen principe dat iedere burger (wettelijk) gelijke rechten en een gelijke behandeling in gelijke gevallen toekent. Het valt onder de gelijkheidsrechten van de mens: grondrechten en/of mensenrechten. Mensen moeten gelijk worden behandeld, ondanks godsdienst, politieke voorkeur, ras, geslacht, nationaliteit, geaardheid of burgerlijke staat. Het gelijkheidsbeginsel komt voort uit de Verlichting en het humanisme.
Grondrechten
Basisrechten die voor alle burgers in een democratie gelden en niet afgenomen mogen worden, waaronder: vrijheid van meningsuiting en gelijkheid voor de wet. De grondrechten zijn vastgelegd in de Grondwet.
Grondwet
Een document waarin de grondrechten van een land beschreven staan.
Ancien Régime
Frans voor: het oude systeem.
De periode waarin absolute vorsten heersten over het Franse Koninkrijk.
Democratische revolutie
De Amerikaanse, Franse en Bataafs Nederlandse revoluties die ervoor zorgden dat de burgers geïnspireerd werden door de ideeën van de verlichting en kerk en staat gescheiden moesten worden.
Eindproduct: Werkstuk
Bestudeer de (primaire en secundaire) bronnen onder het kopje 'Video's en bronnen'.
Eindproduct
Maak als eindproduct een opstel/werkstuk waarin je de invloed van de Verlichting op de Franse Revolutie beschrijft. Maak eerst een schrijfplan en werk dat uit. Bespreek het eindproduct met je docent.
Organiseer daarnaast ook een discussie/debat met minimaal 10 klasgenoten. Neem tijdens het debat de hoofdvraag als uitgangspunt. Betrek in de discussie ook de betekenis van de Verlichting en de democratische revoluties voor het heden.
Beoordeling
In je eindproduct laat je zien dat je kennis hebt van:
De belangrijkste denkbeelden van de Verlichting.
Welke ideeën over politiek en bestuur er leefden vlak voor en tijdens de Franse Revolutie.
De oorzaken van de Franse Revolutie.
Staatkundige veranderingen die in Frankrijk rond 1789 plaatsvonden.
Verschillende meningen over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
In de nabespreking/discussie laat je blijken:
dat je de samenhang tussen de verschillende historische veranderingen begrijpt.
dat je inzicht hebt gekregen in de betekenis van de Verlichting en de democratische revoluties uit de 18e eeuw voor het heden.
Een werkstuk lijkt op een verslag. Het gaat over een bepaald onderwerp, die vaak in meerdere deelonderwerpen verdeeld wordt door middel van alinea’s en hoofdstukken. Met een werkstuk kun je veel informatie presenteren en combinaties maken van tekst en afbeeldingen.
Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.
Video's en bronnen
Op internet zijn er veel geschiedenisvideo's te vinden.
De volgende drie video's van Joost van Oort passen goed bij deze opdracht.
Via de inhoudsopgave vind je desgewenst meer bronnenmateriaal.
www.onsverleden.net
Via de inhoudsopgave kun je naar informatie over de Verlichting en de Franse Revolutie. Door gebruik te maken van de hyperlinks in de tekst bereik je veel primaire bronnen.
Op deze pagina vind je een of meerdere examenvragen.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van wat je al eerder geleerd hebt.
Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw.
Nadat je de vragen beantwoord hebt, kun je de vraag zelf nakijken en je score aangeven.
Het arrangement 07.2 Verlichting en Franse revolutie v456 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
De opdracht 'Verlichting en Franse revolutie' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO in opdracht van Stichting VO-content.
Fair Use
In de Stercollecties van VO-content wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
Meer informatie: Fair use
Vragen
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk van VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor vwo, leerjaar 4, 5 en 6. Dit is tijdvak 7 met het onderwerp: Verlichting en Franse revolutie. De Verlichting bracht veranderingen in politieke, economische en religieuze opvattingen en benadrukte gelijkheid, vrijheid, rede en rationeel denken. Belangrijke denkers in dit gebied zijn: Adam Smith, Descartes, Montesquieu, Rousseau, Spinoza, Voltaire en Locke. Ideeën van de Verlichting stonden haaks op het absolutisme maar er waren ook vorsten geïnspireerd door de Verlichting. Deze vorsten worden ook wel verlichte despoten genoemd. Zij zagen zichzelf als volkswil voor het algemeen belang. Hierbij is meer vrijheid voor de burgers qua religie, verbeterde rechtspositie en verdeling van belasting. Voorbeelden van verlichte despoten: Frederik II, Jozef II en Catharina de Grote. Er heerste nog absolute macht in bijvoorbeeld Frankrijk en Oostenrijk-Hongarije, Duitsland en Italië. Nederland was een republiek en in Turkije (Ottomaanse rijk) heersten sultans. Maar de burgerij van veel landen worstelden zich vrij van de macht van de vorst en er ontstonden revoluties.
In Frankrijk speelde het Ancien Regime. Dit was een tijd waarbij duidelijke en niet flexibele rangen en standen waren en er was geen duidelijk rechtssyteem omdat de koning alles bepaalde. Door deze absolute macht, ontstond er een corrupt systeem. Door talloze oorlogen, raakte het land in economische problemen. Zowel de boeren als de gegoede burgerij van het land waren ontevreden. Ze werden geïnspireerd door de Verlichting en kwamen in opstand voor meer gelijkheid. De volgende gebeurtenissen horen bij de Franse revolutie:
- De Staten-generaal bijeen
- Eed op de Kaatsbaan,
- Bestorming van de Bastille en boerenopstanden
- Reactie van Koning Lodewijk de XVI: Koning en Nationale Vergadering bijeen in Parijs
- Verklaring van de rechten van de mens en de burger aangenomen
- Radicalen (Jakobijnen onder leiding van Robespierre) winnen terrein: de terreur
- Massale executies
- Gematigden winnen terrein
- Napoleon neemt de macht over
Door de Amerikaanse en de Franse revolutie en de Verlichting, ontstond er in Nederland ook ontevredenheid onder verschillende lagen van de bevolking. Er was door oorlogen met Engeland veel armoede en sociale problemen. Als strijd tegen het systeem, richtten de patriotten vrijkorpsen op (gewapende burgermilities) en namen kort de macht over. De macht van Willem V herstelde weer in 1785. In 1795 bezetten de Fransen Nederlands gebied. Napoleontische oorlogen kwamen en in 1806 benoemde Napoleon zijn broer Lodewijk als koning en dit maakte Nederland weer een koninkrijk. Na de val van Napoleon, kwam Willem I aan de macht. Begrippen die verder bij deze les horen zijn: gelijkheidsbeginsel, grondwet, grondrechten en democratische revolutie.
Leerniveau
VWO 6;
VWO 4;
VWO 5;
Leerinhoud en doelen
De tijd van pruiken en revoluties (1700 - 1800);
Geschiedenis;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
6 uur en 0 minuten
Trefwoorden
ancien regime, arrangeerbaar, bestorming bastille, geschiedenis, massale executies, napoleon, stercollectie, v456, verlichting en franse revolutie, vrijheid en gelijkheid
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor vwo, leerjaar 4, 5 en 6. Dit is tijdvak 7 met het onderwerp: Verlichting en Franse revolutie. De Verlichting bracht veranderingen in politieke, economische en religieuze opvattingen en benadrukte gelijkheid, vrijheid, rede en rationeel denken. Belangrijke denkers in dit gebied zijn: Adam Smith, Descartes, Montesquieu, Rousseau, Spinoza, Voltaire en Locke. Ideeën van de Verlichting stonden haaks op het absolutisme maar er waren ook vorsten geïnspireerd door de Verlichting. Deze vorsten worden ook wel verlichte despoten genoemd. Zij zagen zichzelf als volkswil voor het algemeen belang. Hierbij is meer vrijheid voor de burgers qua religie, verbeterde rechtspositie en verdeling van belasting. Voorbeelden van verlichte despoten: Frederik II, Jozef II en Catharina de Grote. Er heerste nog absolute macht in bijvoorbeeld Frankrijk en Oostenrijk-Hongarije, Duitsland en Italië. Nederland was een republiek en in Turkije (Ottomaanse rijk) heersten sultans. Maar de burgerij van veel landen worstelden zich vrij van de macht van de vorst en er ontstonden revoluties.
In Frankrijk speelde het Ancien Regime. Dit was een tijd waarbij duidelijke en niet flexibele rangen en standen waren en er was geen duidelijk rechtssyteem omdat de koning alles bepaalde. Door deze absolute macht, ontstond er een corrupt systeem. Door talloze oorlogen, raakte het land in economische problemen. Zowel de boeren als de gegoede burgerij van het land waren ontevreden. Ze werden geïnspireerd door de Verlichting en kwamen in opstand voor meer gelijkheid. De volgende gebeurtenissen horen bij de Franse revolutie:
- De Staten-generaal bijeen
- Eed op de Kaatsbaan,
- Bestorming van de Bastille en boerenopstanden
- Reactie van Koning Lodewijk de XVI: Koning en Nationale Vergadering bijeen in Parijs
- Verklaring van de rechten van de mens en de burger aangenomen
- Radicalen (Jakobijnen onder leiding van Robespierre) winnen terrein: de terreur
- Massale executies
- Gematigden winnen terrein
- Napoleon neemt de macht over
Door de Amerikaanse en de Franse revolutie en de Verlichting, ontstond er in Nederland ook ontevredenheid onder verschillende lagen van de bevolking. Er was door oorlogen met Engeland veel armoede en sociale problemen. Als strijd tegen het systeem, richtten de patriotten vrijkorpsen op (gewapende burgermilities) en namen kort de macht over. De macht van Willem V herstelde weer in 1785. In 1795 bezetten de Fransen Nederlands gebied. Napoleontische oorlogen kwamen en in 1806 benoemde Napoleon zijn broer Lodewijk als koning en dit maakte Nederland weer een koninkrijk. Na de val van Napoleon, kwam Willem I aan de macht. Begrippen die verder bij deze les horen zijn: gelijkheidsbeginsel, grondwet, grondrechten en democratische revolutie.
ancien regime, arrangeerbaar, bestorming bastille, geschiedenis, massale executies, napoleon, stercollectie, v456, verlichting en franse revolutie, vrijheid en gelijkheid
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Verlichting en Franse Revolutie
Verlichting en Franse revolutie
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.