Belangrijke begrippen tijdens jouw examen
Op deze pagina bieden we een overzicht van de begrippen die je moet kennen voor jouw examen. Weet je waar deze begrippen over gaan, herken je ze én kun je ze toepassen in een specifieke context? Dan ben je al een heel eind op de goede weg. De precieze leerdoelen voor dit vak staan in de syllabus.
Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:
|
Primaire tekst 1: Dahl
Onderwerp |
Ik weet dit |
Politieke gelijkheid, politieke experts (volgens Dahl) |
|
Persoonlijke vrijheid, zelfbepaling |
|
Culturele diversiteit |
|
Vrijheid van meningsuiting, |
|
Waarden |
|
Kwestie 1: Wie mag er meedoen in een democratie?
Onderwerp |
Ik weet dit |
De opvattingen van Plato, Dahl, Mill en Schumpeter over wie mee mag doen in een democratie |
|
stemrecht, directe democratie, representatieve democratie, rationaliteit, politieke expertise |
|
Het verband tussen Plato’s mensbeeld en zijn maatschappijvisie |
|
Politieke macht, filosofische wijsheid, corrumperen |
|
Dahls opvatting over regeren |
|
Gewone mensen en het gebrek aan drie deugden (volgens Dahl) |
|
Dahls opvatting inzake technologische expertise |
|
Mills kritiek op een regering van politieke experts |
|
De kwaliteit van beslissingen, betrokkenheid |
|
Rationaliteit van beslissingen |
|
Ongelijk stemrecht |
|
Schumpeters opvatting inzake de politieke elite en haar werkzaamheden |
|
Primaire tekst 2 (Mill)
Onderwerp |
Ik weet dit |
Representatieve democratie als de beste vorm van bestuur |
|
Een 'goede' despoot |
|
Betrokken burgerschap, individu, samenleving |
|
Verdieping
Onderwerp |
Ik weet dit |
Plato: pleidooi voor een regering van koning-filosofen |
|
Dahl: er bestaat geen politieke expertise |
|
Mill: de rationaliteit van stemrecht voor allen |
|
Schumpeter: verminderde rationaliteit in de politiek |
|
Kwestie 2: Komen mensen tot bloei in een democratie?
Onderwerp |
Ik weet dit |
De opvattingen van Dahl, Plato, Nietzsche, Rousseau, Mill en De Tocqueville over de vraag of mensen tot bloei komen in een democratie |
|
Een begripsanalyse van het begrip ‘menselijke bloei’ |
|
Mensbeelden |
|
Democratie (volgens Plato) heeft een negatief effect op de samenleving en op het karakter van mensen |
|
Aristocratie, timocratie, oligarchie, democratie, tirannie |
|
Staatsvormen en machthebbers |
|
Nietzsche's opvatting inzake de democratie als politieke vertaling van de slavenmoraal |
|
Rousseaus mensbeeld, zelfliefde, eigenliefde |
|
Natuurlijke vrijheid, citoyen, de algemene wil (aldus Rousseau) |
|
Het mensbeeld van Mill en het ontplooiingsliberalisme |
|
Representatieve democratie, het utilisme |
|
Stemrecht voor eenieder |
|
Een systeem van evenredige vertegenwoordiging, het districtenstelsel |
|
De vijf gevaren van een democratie volgens De Tocqueville, wetgevende en uitvoerende instabiliteit, tirannie van de meerderheid, onvrijheid van denken, individualisme en mild of zachtmoedig despotisme; |
|
de gevaren van het gelijkheidsideaal (aldus De Tocqueville) |
|
Zelfbestuur, billijk zijn, verantwoordelijkheid |
|
Primaire tekst 3: Plato
Onderwerp |
Ik weet dit |
Plato’s argumentatie weergeven en evalueren dat een democratie ten onder zal gaan en zich tot een dictatuur zal ontwikkelen |
|
Primaire tekst 4: Nietzsche
Onderwerp |
Ik weet dit |
Nietzsches argumentatie weergeven en evalueren dat democratie een uitdrukking van kuddediermoraal is. |
|
Verdieping
Onderwerp |
Ik weet dit |
Plato: democratie maakt de mens losbandig en rijp voor de tirannie1 |
|
Nietzsche: democratie verlaagt de mens tot een kuddedier |
|
Rousseau: directe democratie verheft de mens tot citoyen |
|
Mill: democratie stimuleert de betrokkenheid en de creativiteit van de burgers en garandeert zo het grootste geluk |
|
De Tocqueville: in een democratie dreigt tirannie, conformisme, individualisme en despotisme |
|
Kwestie 3: Kan democratie de belofte van vrijheid inlossen?
Onderwerp |
Ik weet dit |
De opvattingen van Nozick, Rousseau, Schumpeter en Habermas over de vraag of democratie leidt tot een vrije samenleving zonder overheersing |
|
Anarchistische uitdaging, dwang, overheersing, tirannie |
|
Democratie (volgens Nozick) is een vorm van tirannie, autonomie, gehoorzaamheid, de verhouding tussen meester en slaaf. |
|
Directe democratie (volgens Rousseau) de juiste manier is om vrij en autonoom te zijn in een samenleving. |
|
Natuurtoestand, het sociaal contract |
|
Unanimiteit, uniformiteit |
|
Schumpeters opvatting over democratie en markt |
|
De vier voordelen van het model van democratie (volgens Schumpeter) |
|
Schumpeters antwoord op de anarchistische uitdaging |
|
Het deliberatieve model van democratie uitleggen en evalueren en dit model vergelijken met de visies van Rousseau, Nozick en Schumpeter |
|
Algemeen belang, legitimiteit, markt, consensus, autonomie, debat, minderheden |
|
Primaire tekst 5: Nozick
Onderwerp |
Ik weet dit |
Nozicks Tale of the slave uitleggen en evalueren. |
|
Verdieping
Onderwerp |
Ik weet dit |
Nozick: democratie is slavernij |
|
Rousseau: directe democratie bevrijdt de mens van de maatschappelijke slavernij |
|
Schumpeter: waarom Rousseau democratie met tirannie verwart. Democratie als markt |
|
Deliberatieve democratie als antwoord op de anarchistische uitdaging: blijven praten in plaats van stemmen |
|
Vraagstuk A: In hoeverre heeft democratie een gedeelde cultuur nodig?
Onderwerp |
Ik weet dit |
De opvattingen van Cliteur, Rawls, en Sandel over de mogelijkheid van een multiculturele democratie |
|
De verschillende uitdagingen die culturele diversiteit aan een democratie stelt |
|
vrijheid, gelijkheid, eenheid, verscheidenheid, diversiteit, identiteit, pluralisme, (sub)cultuur, neutraliteit, lekenstaat |
|
Cliteurs opvatting over de lekenstaat |
|
Neutraliteit, het multiculturele model, de spanning tussen vrijheid en gelijkheid |
|
Drie bezwaren bij de lekenstaat |
|
Rawls’ opvatting over politieke autonomie, de spanning tussen vrijheid en gelijkheid, ethische autonomie, politieke autonomie |
|
‘Feit van redelijk pluralisme' |
|
Mogelijkheidsvoorwaarde, overlappende consensus |
|
Modus vivendi (een manier van leven) en overlappende consensus |
|
De basisstructuur van de samenleving (volgens Rawls) |
|
Het publieke domein, publieke redenen |
|
Sandels kritiek op de neutraliteit in een democratie |
|
Communitarisme, liberalisme |
|
Opvattingen over rechtvaardigheid volgens Sandel |
|
Verdieping
Onderwerp |
Ik weet dit |
Cliteur - Het idee van de lekenstaat als oplossing van de uitdaging die diversiteit aan een democratie stelt |
|
Rawls: politiek liberalisme als alternatief voor het idee van de lekenstaat |
|
Sandel: de onmogelijkheid van neutraliteit in een democratie |
|
Vraagstuk B: Moet een democratie vrijheidsrechten inperken?
Onderwerp |
Ik weet dit |
De opvattingen van Mill, Parekh, Kelsen en Van den Bergh over de grenzen aan vrijheid van meningsuiting in een democratie |
|
De paradox van de bescherming van vrijheid en gelijkheid |
|
Volledige vrijheid van meningsuiting volgens Mill in het algemeen belang van de democratie is |
|
De feilbaarheid van de mens, mogelijke elementen van waarheid, het gevaar van dogmatisme, de waarde van discussie; |
|
Meningsuiting, maatschappelijk welzijn |
|
De vrijheid van meningsuiting in een democratie volgens Parekh moet worden beperkt |
|
Belediging, sociale- en politieke uitsluiting van gemeenschappen en individuen |
|
Drie bezwaren tegen een verbod op groepsbelediging |
|
De traditionele argumenten voor vrijheid van meningsuiting |
|
Een democratie volgens Kelsen een antidemocratische partij onmogelijk kan verbieden of uitsluiten |
|
Relativistische wereldbeschouwing, absolute waarheid |
|
Ondemocratische opvattingen |
|
Het partijverbod volgens Van den Bergh geen schending betekent van de principes van de democratie |
|
De vrijheid van overtuigingen |
|
Zelfcorrectie, uitsluiting |
|
Verdieping
Onderwerp |
Ik weet dit |
Mill: volledige vrijheid van meningsuiting is in het algemeen belang |
|
Parekh: meningsuiting moet worden beperkt |
|
Van den Bergh: een oplossing van de paradox. Het behoud van zelfcorrectie en gedachtenuitwisseling |
|
Vraagstuk C: Moet democratie worden aangeleerd, of is dat ondemocratisch?
Onderwerp |
Ik weet dit |
De opvattingen van Friedman, Gutmann en Biesta over het onderwijzen en opvoeden in een democratische cultuur |
|
Democratische cultuur volgens Dahl |
|
Onderwijs rond democratische waarden |
|
De belangen en vrijheden van ouders, scholen en leerlingen |
|
Burgerschapsvorming, het spanningsveld tussen indoctrinatie en vrijblijvendheid |
|
Dat overheidsbemoeienis in het onderwijs volgens Friedman beperkt moet zijn |
|
Externe effecten, paternalisme |
|
Friedmans onderscheid tussen ’onderwijs’ en ‘opleiding’, Democratisch burgerschap |
|
Gutmann pleidooi voor gedeelde zeggenschap over onderwijs. |
|
Onderwijs voor democratie, onderwijs door democratie |
|
Onderwijsprofessionals |
|
Volgens Biesta is niet alleen het onderwijs maar de samenleving als geheel verantwoordelijk voor politiek existeren in een democratie |
|
De drie kritiekpunten van Biesta op onderwijs in burgerschap op school: onrealistische verantwoordelijkheid, individualistische benadering van onderwijs, individualistische visie op democratie |
|
Verdieping
Onderwerp |
Ik weet dit |
Friedman: voor vrijheid en tegen indoctrinatie. Een pleidooi tegen directe overheidsfinanciering |
|
Gutmann: gedeelde macht over het onderwijs. Onderwijs door democratie |
|
Biesta: het probleem van het onderwijzen van democratie in een niet-democratische omgeving |
|

Colofon
Het arrangement Havo filosofie: wat moet je weten is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2022-12-02 11:33:25
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- Wat moet je weten voor het centraal eindexamen? Je kunt hier per examenonderdeel lezen wat je globaal moet kunnen. De begrippen, onderwerpen en/of opvattingen die je in ieder geval moet kennen, vind je hier. Maar let goed op! Deze begrippen, onderwerpen, en/of opvattingen moet je altijd kunnen duiden. Je moet de begrippen met elkaar verbinden, in een specifieke context herkennen en toepassen of elders weer gebruiken. Sec alleen het uit je hoofd leren van de begrippen is lang niet voldoende om je examen te halen. Vraag dus altijd aan je docent om je bij het leren te helpen.
- Leerniveau
- HAVO 4; HAVO 5;
- Leerinhoud en doelen
- Filosofie;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Trefwoorden
- centraal eindexamen, eindexamen, voexamen, watmoetjeweten