Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je:
- de opvattingen van Cliteur, Rawls, en Sandel over de mogelijkheid van een multiculturele democratie uitleggen, vergelijken, toepassen en evalueren. Inclusief de uitdagingen die culturele diversiteit volgens deze auteurs aan een democratie stelt, en de begrippen vrijheid, gelijkheid, eenheid, verscheidenheid, diversiteit, identiteit, pluralisme, (sub)cultuur, neutraliteit en lekenstaat;
- Cliteurs opvatting over de lekenstaat als oplossing voor culturele diversiteit uitleggen en evalueren. Inclusief zijn antwoorden op de vraag of de lekenstaat neutraal is, het model van de lekenstaat tegenover het multiculturele model, de manieren waarop de lekenstaat de spanning tussen vrijheid en gelijkheid oplost, en zijn verdediging tegen bezwaren bij de lekenstaat;
- Rawls' opvatting over politieke autonomie als oplossing voor culturele diversiteit uitleggen en evalueren. Inclusief zijn idee dat politieke autonomie de spanning tussen vrijheid en gelijkheid oplost, het ‘feit van redelijk pluralisme’, de voorwaarde van politieke autonomie voor overlappende consensus en het verschil tussen modus vivendi en overlappende consensus. En zijn onderscheid tussen de basisstructuur van de samenleving en vrijwillige burgerverbonden, en zijn opvatting dat opvattingen in het publieke domein vertaald moeten worden naar publieke redenen;
- Sandels kritiek op de neutraliteit in een democratie uitleggen en evalueren. Inclusief zijn kritiek vanuit het communitarisme tegen het liberalisme, de onmogelijkheid van neutraliteit van opvattingen, het onlosmakelijke verband tussen rechtvaardigheid en het goede leven, en de onwenselijkheid van het loskoppelen daarvan omdat het de solidariteit en participatie van burgers ondermijnt.
|