Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je:
-
de opvattingen van Friedman, Gutmann en Biesta over onderwijzen en opvoeden in een democratische cultuur uitleggen, vergelijken, toepassen en evalueren. Met daarbij dat democratie een democratische cultuur nodig heeft en dat onderwijs rond democratische waarden spanning oproept tussen staatsbelangen en de vrijheden van ouders, scholen en leerlingen.
-
uitleggen dat Friedman vindt dat overheidsbemoeienis in het onderwijs beperkt moet zijn. Met zijn argumenten over externe effecten en paternalisme, het onderscheid tussen onderwijs en opleiding, en de rol van de overheid in het stellen van eisen zonder het onderwijs zelf te organiseren.
-
uitleggen dat Gutmann pleit voor gedeelde zeggenschap over onderwijs, met haar visie dat de staat, ouders of onderwijsprofessionals niet volledige zeggenschap kunnen hebben vanwege verschillende opvattingen over het goede leven en de rol van onderwijs in vrijheid en tolerantie.
-
uitleggen dat Biesta vindt dat niet alleen het onderwijs, maar de samenleving verantwoordelijk is voor politiek existeren in een democratie, met zijn kritiek op de individualistische benadering van burgerschap en democratie in het onderwijs.
|