Kwestie 3: Kan democratie de belofte van vrijheid inlossen?

Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je:

  • de opvattingen van Nozick, Rousseau, Schumpeter en Habermas over democratie en vrijheid uitleggen, vergelijken en evalueren, met daarbij hun opvattingen over democratie en hun antwoorden op de anarchistische uitdaging (d.w.z. dat democratie een vorm van dwang of tirannie is);
  • uitleggen dat Nozick democratie als tirannie ziet, met de begrippen autonomie, gehoorzaamheid en de verhouding tussen meester en slaaf;
  • uitleggen dat Rousseau vindt dat directe democratie de juiste manier is om vrij en autonoom te zijn. Met zijn ideeën over de natuurtoestand, sociaal contract en de relatie tussen gelijkheid, vrijheid en de algemene wil, en zijn gebruik van unanimiteit en uniformiteit in antwoord op de anarchistische uitdaging;
  • uitleggen dat Schumpeter democratie als markt opvat, met kritiek op de democratische idealen van Mill en Rousseau, de vier voordelen van democratie als markt, de vier voorwaarden voor het functioneren van democratie, en zijn antwoord op de anarchistische uitdaging;
  • het deliberatieve model van democratie uitleggen en evalueren, en het vergelijken met de visies van Rousseau, Nozick en Schumpeter. Met de begrippen algemeen belang, legitimiteit, markt, consensus, autonomie, debat en minderheden, en de voordelen en nadelen van het model en het antwoord op de anarchistische uitdaging;
  • Nozicks Tale of the Slave uitleggen en evalueren, en daarbij een beargumenteerd standpunt innemen.

 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

Begrippen

 

autonomie

 

gehoorzaamheid

 

anarchisme

 

sociaal contract

 

algemeen belang

 

legitimiteit

 

marktmodel van democratie

 

consensus

 

debat

 

minderheden

 

Filosofen

 

Robert Nozick (1938-2002)  
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)  
Joseph Schumpeter (1883-1950)  
Jürgen Habermas (1929-heden)  
Amy Gutmann (1949-heden)  
Dennis Thompson (1940-heden)