E-didactiek ADSL voor hybride lesgeven

ADSL voor hybride lesgeven

In deze paragraaf vind je een aantal Activerende Didactische werkvormen voor Samenwerkend Leren (ADSL) die zijn aangepast voor een hybride lessityatie waar een deel van de leerlingen thuis zit en de rest in de klas.

Bij elke werkvorm hieronder wordt beschreven hoe je een lesactiviteit uit je hybride les vorm zou kunnen geven. Uitgangspunten zijn:

  • Zowel de leerlingen op school als thuis doen actief mee.
  • In de klas houd je 1,5 m afstand.
  • De leerling heeft de beschikking over een mobieltje met internettoegang (zowel op school als thuis).
  • De leerling thuis heeft ook de beschikking over een device als laptop of desktop met internetverbinding.

We hebben daarvoor bestaande ADSL werkvormen genomen, zoals deze zijn beschreven onderin de pagina ADSL werkvormen. Daar waar dit nodig is voor de hybride les zijn deze aangepast.

In het algemeen komt dat aanpassen erop neer dat je kijkt waar in de werkvorm aanpassingen nodig zijn:

  • In groepjes werken gaat prima, maar dan moet je in de communicatie-tool (MS Teams, Google Classroom, Zoom, ...) vaak vergaderruimtes aanmaken waarin die groepjes online aan de slag kunnen.
  • De samenstelling van de groepjes kan heterogeen zijn (leerlingen thuis en leerlingen in de klas door elkaar) of homogeen zijn (elke groep bevat alleen leerlingen die thuis zitten of die in de klas zitten). De homogenen vorm kan als voordeel hebben dat de groepen thuis in de communicatie-tool werken, terwijl de leerlingen in de klas in 'gewone' groepjes kunnen werken, zonder dat er een device nodig is.
  • Soms moeten antwoorden/uitwerkingen/... aan elkaar worden doorgegeven. Daarvoor kun je documenten gebruiken die in een map staan waar alle leerlingen bijkunnen (Sharepoint-OneDrive/Google Drive/...). Vaak kan dat ook met een mobieltje, als de afmetingen van het scherm dat toelaten. Ook kun je er een tool voor gebruiken zoals een digitaal prikbord (Padlet/ LinoIt/ ...). Dat gaat niet altijd goed op een mobiele telefoon.

 

ADSL werkvormen voor hybride lesgeven

In de volgende paragrafen staan verschillende, wellicht ook bekende werkvormen, zoals uit het overzicht van de heer Flokstra of de website Reisgids Digitaal Leermateriaal.

Denken-Delen-Uitwisselen

Doel: Samen nadenken over een begrip of antwoord

Lesmoment: n.v.t.

Groepssamenstelling: individueel-> tweetal -> klassikaal

Duur: deel van de les

Werkwijze 

1. Denken: de leerling krijgt een vraag van de docent of moet een som oplossen of een begrip beschrijven. De leerlingen krijgen elk enige tijd om daar over na te denken.

2. Delen: nu vertellen de leerlingen in tweetallen elkaar wat hun antwoord of oplossing is. Als de leerlingen op school een device hebben, bestaat elk tweetal uit een leerling op school en een leerling in de klas. Ze kunnen met elkaar vergelijken en eventueel hun oplossing of antwoord bijstellen.
Als de leerlingen in de klas geen device hebben, maak je tweetallen in de klas (wel 1,5m in de gaten houden) en tweetallen met de leerlingen thuis.

3. Uitwisselen: nu worden door de docent verschillende leerlingen aangewezen om hun antwoord te geven of hun oplossing op het bord te zetten. Aan de andere leerlingen, ook thuis, wordt regelmatig om commentaar gevraagd.

Genummerde hoofden tezamen

Doel: Samen een opdracht maken

Lesmoment: n.v.t.

Groepssamenstelling: groepjes (drie- of meertallen)

Duur: groot deel van de les

Werkwijze

  • Bij deze werkvorm krijgen alle leden van de groep een nummer of geven zich zelf een nummer. Hierna geeft de docent de opdracht. Deze opdracht duurt bij deze werkvorm vaak wat langer maar de opdracht moet nog wel binnen het lesuur gedaan kunnen worden. De docent geeft van tevoren aan dat een door de docent aan te wijzen groepslid rapporteert over de opdracht. 
  • De genummerde hoofden moeten nu eerst individueel aan het werk met de opdracht. Ze vergelijken hun antwoorden met elkaar en geven argumenten om tot een gezamenlijk antwoord te komen. Hiervoor kun je in MS Teams een vergaderruimte per groep afspreken. Iedereen met nr 1 in vergaderruimte 1 enz.
  • De docent haalt iedereen plenair en noemt nu de nummers op die betrokken worden bij de nabespreking. Elke leerling met het genoemde nummer geeft uitleg. Andere genoemde leerlingen mogen de eerste aanvullen.

Expertgroepjes

Doel: Met gedeelde informatie een complexe opdracht uitvoeren

Lesmoment: n.v.t.

Groepssamenstelling: groepjes

Duur: n.v.t.

voorbereiding: zorgen voor gedeelde informatie voor de leden van de groep.

Deze werkvorm is zeer geschikt als er veel informatie moet worden verwerkt en er een behoorlijk ingewikkelde opdracht is gegeven. 

Werkwijze

  • Er is een centrale vraag of opdracht die meestal door de docent wordt gesteld. De docent verdeelt deze complexe opdracht in net zo veel goede deelvragen/opdrachten als er nodig zijn voor elke groep. 
  • De individuele leden van elke groep beantwoorden hun eigen deelopdracht. Zij zijn nu de expert voor dat deel van de opdracht binnen hun groep. 
  • De expert presenteert nu zijn kennis aan de andere leden van de groep. Dit herhaalt zich voor de andere experts. Hierna is de hele groep expert geworden voor de gehele opdracht.
    De samenstelling van de groepen kan op twee manieren, afhankelijk van de wens van de docent en de beschikbare middelen: er zijn groepen binnen de klas op school en groepen die thuis aan het werk zijn. Deze groepen werken in door de docent klaar gezette vergaderruimten. De groepen in de klas kunnen zowel offline als online samenwerken.
    Een alternatief is dat de groepen willekeurig worden samengesteld uit leerlingen in de klas en thuis. Er zijn dan meerdere virtuele vergaderruimten nodig.
  • De docent controleert door rond te lopen, ook virtueel in de vergaderruimten. Daarna krijgt elke groep in een pitch van 2 minuten de tijd hun uitwerking te presenteren. 

Variatie

Een variant hierop is dat uit alle groepen de experts van dezelfde deelvraag eerst bij elkaar gaan zitten. Gezamenlijk tot een uitkomst komen en daarna weer in hun eigen groep gaan zitten waarna de uitwisseling weer op gang komt.

Drie stappen interview

Doel: Interactie tussen leerlingen bevorderen over een onderwerp. Goed luisteren bevorderen.

Lesmoment: n.v.t.

Groepssamenstelling: viertallen

Duur: n.v.t.

Vaak moeten leerlingen veel samen doen maar hoe goed luisteren leerlingen naar elkaar? Deze werkvorm zorgt voor goed luisteren.

Werkwijze

  • Eerst worden er groepen van vier gevormd. Afhankelijk van de situatie en de wens van de docent kunnen de groepen willekeurig gevuld worden met leerlingen thuis en in de klas. Er valt organisatorisch ook wat voor te zeggen om homogene groepen te maken (alleen met leerlingen thuis of alleen met leerlingen in de klas).
  • Binnen elke groep worden de leerlingen genummerd als A, B, C en D. Hierna wordt de vraag aan de groepen gesteld. Dat kan een meningsvormende vraag zijn maar ook een vraag over behandelde leerstof. 
  • De rest gaat als volgt: A ondervraagt B en C ondervraagt D. Hierna wordt het omgekeerde gedaan, B ondervraagt A en D doet dat bij C. 
  • Hierna geeft A weer wat B heeft gezegd of uitgelegd en daarna doet B dat van A. Voor C en D geldt hetzelfde. 
  • Daarna vindt een rapportage plaats waarna eventueel een klassendiscussie kan plaatsvinden. 

Deze werkvorm kan heel nuttig zijn als je wilt dat leerlingen bepaalde vaardigheden van elkaar leren. Een vraag zou kunnen zijn: Bevraag elkaar hoe je dit proefwerk hebt voorbereid.

Vul aan en geef door

Doel: Op ideeën van anderen kunnen voortborduren

Lesmoment: verwerking

Groepssamenstelling: 6 - 8 leerlingen per team

Duur: afhankelijk van de grootte van de teams

Voorbereiding: Digitale documenten met eerste zin of vraagstuk klaarzetten in een met de leerlingen te delen omgeving (OneDrive/Sharepoint, …). Minimaal net zoveel documenten als er leerlingen in de teams zitten. Voor elk team is een aparte map met Team 1, … enz. In elke map zitten dezelfde documenten. De documenten in de mappen zijn allemaal genummerd van Opdracht 1, …, opdracht 6.

Voor een (vreemde) taal zou elk van de 6 tot 8 documenten een eerste zin uit een miniverhaal kunnen bevatten. Voor wiskunde zou dat een vergelijking kunnen zijn die in 6 - 8 stappen moet worden opgelost. Daar kan bijv. de controle van het antwoord in betrokken worden. Anders de teams kleiner maken.

Werkwijze

  • De leerlingen worden verdeeld over teams van ongeveer 6 - 8 personen.
  • De leerlingen hebben allemaal de beschikking over een device (desktop/laptop/mobiel) waarmee ze bij de gedeelde omgeving kunnen komen.
  • Elke leerling in een team kiest of krijgt een opdrachtdocument toegewezen (bijv. door de deelnemers in een team te nummeren).
  • Alle leerlingen gaan op een teken de opdracht aanvullen (met een tweede zin uit het miniverhaal, de volgende stap in de oplossing van de vergelijking,…).
  • Na een afgesproken tijd en signaal sluiten zij het document en openen het volgende document. Ook hierin vullen zij aan.
  • Dat gaat door totdat de laatste opdracht is ingevuld. Daarna worden de uitwerkingen van team 1 besproken in team 2 enz.

Variatie

De groepen kunnen ook homogeen samengesteld worden met alleen leerling uit de klas of met alleen leerlingen thuis. De leerlingen thuis werken samen in een vergaderruimte, de leerlingen op school kunnen zelfs zonder digitaal device werken, maar de uitwerking op papier doen en doorgeven.

Samenvatten met Mind-mapping

Doel: Begrippen ordenen en relaties tussen begrippen formuleren

Lesmoment: midden - einde les(senserie)

Groepssamenstelling: minimaal 3 – maximaal 4 leerlingen

Duur: één les

Voorbereiding: Leerlingen (thuis met name) moeten met een mindmap-tooltje om kunnen gaan (bijvoorbeeld Wisemapping). Leerlingen op school (en thuis) moeten weten wat een mindmap is.

Werkwijze

  • De leerlingen worden in groepjes van 3 – 4 leerlingen verdeeld. Naar keuze van de docent kunnen dat homogene (alleen met leerlingen in de klas of thuis) of heterogene (mix van leerlingen thuis en in de klas) groepjes zijn.
  • Elk groepje krijgt de opdracht om de opgedane kennis van de afgelopen dagen/weken gestructureerd samen te vatten in een mindmap.
  • Elke groepje krijgt de gelegenheid kort hun mindmap te presenteren.

De leerling als docent

Doel: Leerlingen leggen leerstof uit en leren daarmee het nog beter te begrijpen

Wanneer: begin les(senserie)

Groepssamenstelling: tweetallen

Duur: 10 minuten

voorbereiding: -

Werkwijze

Een tweetal krijgt de opdracht om de volgende les/een week later –met wat begeleiding- klassikale uitleg te geven. Het tweetal én de klas weten dat de leerling-uitleg de uitleg van de docent vervangt. Op deze manier bereiden de docent-leerlingen zich goed voor, de leerlingen luisteren goed naar de uitleg. Zeker als ze ook nog een cijfer voor de uitleg moeten geven.
Als de uitleg kwalitatief onder de maat is, kan de docent in de nabespreking het nodige aanvullen. 

Uitleggen aan elkaar

Doel: Leerlingen leggen leerstof uit

Lesmoment: kern les(senserie)

Groepssamenstelling: individueel, viertallen

Duur: 10 minuten

Werkwijze

  • De leerlingen krijgen allemaal de opdracht de behandelde stof van het laatste hoofdstuk goed te lezen. De volgende les maakt de docent viertallen in de klas en nummert de leerlingen.
    De teams die zo ontstaan kunnen homogeen of heterogeen zijn. Als ze heterogeen zijn zal iedere leerling uit de klas een device moeten hebben waarop de opdracht is uit te voeren.
  • De nummer 1 legt aan nummer 3 de behandelde leerstof uit en 2 doet dat bij 4. Uiteraard mogen 3 en 4 vragen stellen als ze iets niet begrijpen. Alles wat niet goed begrepen wordt schrijven ze op een centraal gelegen papier op de tafel. De leerlingen(teams) die thuis zitten doen dat bijvoorbeeld op een digitaal prikbord.
  • Het proces herhaalt zich, nu spelen 3 en 4 de docent. Nummer 3 legt uit aan 2 en nummer 4 aan klasgenoot 1. Problemen worden op het papier/digitaal prikbord geschreven.
  • Na deze twee rondes proberen de groepjes de gerezen problemen eerst zelf uit te zoeken. Over punten waar de leerlingen niet uitkwamen, volgt een klassengesprek.

Placemat discussie

Doel: Meningen en argumenten geven over een onderwerp, groepsdiscussie

Lesmoment: kern of einde les(senserie)

Groepssamenstelling: viertallen

Duur 30-50 minuten

Dit is een goede samenwerkingsopdracht. In deze werkvorm wordt ieders bijdrage letterlijk zichtbaar.

Werkwijze

  • Groepen worden homogeen of heterogeen samengesteld. Ieder groepje krijgt een A3 vel met daarop de volgende figuur. In het midden staat een cirkel met een diameter van ongeveer tien centimeter. De groepen die thuis zitten gebruiken onderstaande afbeelding op een digitaal prikbord.

  • In het midden (de cirkel) staat de opdracht, leerlingen moeten bijvoorbeeld associaties, verschillende gezichtspunten of verschillende oorzaken van een gebeurtenis noemen. 
  • Elk lid van de groep van vier krijgt een kleur viltstift. Iedere leerling maakt in zijn eigen vak de opdracht.
  • Tenslotte licht iedere leerling zijn antwoord toe voor de rest van de groep. 

Variatie

  • De opdracht wordt mondeling verstrekt, de leerlingen schrijven in hun eigen vak hun antwoord op en in het midden wordt, na overleg binnen de groep, het resultaat van de groepsgesprek opgeschreven.
  • In het midden staat een stelling. Iedere leerling schrijft in zijn vak zijn standpunt en argumenten. De leerlingen discussiëren met elkaar en formuleren aan het eind van de discussie het groepsstandpunt. Omdat duidelijk is wat een ieder heeft gedaan komt al snel de discussie op gang.

Voorspellen: Wat zou er gebeuren als.....?

Doel: Voorkennis in kaart brengen. Toepassen van kennis, kritisch denken

Lesmoment: begin les(senserie), kern les(senserie), einde les(senserie)

Groepsamenstelling: klassikaal, in groepjes

Duur: 10-20 minuten

Voorbereiding: kaarten met beschrijvingen van proeven, situaties, enzovoort en die eindigen met de zin 'Wat zou er gebeuren als je ..... doet/wijzigt, enzovoort.'

Werkwijze 

  • De docent legt een stapel kaarten op tafel. Op de kaarten staan proeven, situaties, beschrijvingen enzovoort. 
  • Eén van de leerlingen pakt een kaart en leest de situatie voor. Daarna stelt deze leerling de vraag: “Wat zou er gebeuren als …….?” 
  • Laat enkele leerlingen spontaan een reactie geven en start daarna een groepsgesprek.

Voorbeeld

Een voorbeeld uit de natuurkunde zou kunnen zijn: een sneeuwpop staat buiten in de kou. Kinderen willen de pop daarom een jas aantrekken. Wat zou er gebeuren als deze sneeuwpop een jas aan krijgt? 

Of uit de biologie: een gemiddeld mens is 1.70 m. Wat zou er gebeuren als de mens gemiddeld twee keer zo groot zou zijn?

Vet Fout!

Doel: Reflecteren op eigen/gegeven antwoorden

Lesmoment: Einde les(senserie)

Groepssamenstelling: twee teams en een spelleider (de docent). In een hybride lessituatie kan het ene team gevormd worden door de leerlingen thuis en het andere team door de leerlingen in de klas.

Duur: 20 minuten

Voorbereiding: lijst met ongeveer 25 multiple-choice vragen. Eventueel iedere vraag en de vier antwoorden op sheet.

Dit is een wedstrijdje tussen teams. Het is een effectieve werkvorm, omdat de leerlingen gaan discussiëren waarom iets onjuist moet zijn. Ze zijn dus intensief met de vragen bezig.

Werkwijze

  • De spelleider heeft een lijst met multiple-choicevragen. Hij stelt een vraag aan de beide teams. De deelnemers kunnen kiezen uit vier antwoorden. De bedoeling is dat de beide teams niet het goede antwoord kiezen maar de onjuiste. 
  • Team 1 kiest het in hun ogen meest onwaarschijnlijkste antwoord. Als dat goed gedaan is, krijgen ze daarvoor één punt. 
  • Dan is team twee aan de beurt en kiest het meest onwaarschijnlijkste antwoord uit de drie overgebleven antwoorden. Deze krijgt bij een correct antwoord twee punten. 
  • Team 1 kiest nu het meest onwaarschijnlijke antwoord uit de overgebleven twee varianten. Bij goede beantwoording krijgt team 1 drie punten. 
  • Bij de volgende vraag begint de spelleider bij team 2.
  • Wanneer een team per ongeluk het juiste antwoord op de vraag geeft, dan verliezen ze één punt en gaat de beurt naar het andere team die dan weer opnieuw begint.

Variatie

  1. De teams bestaan uit vier of zes leerlingen en een leerling is spelleider.
  2. Er zijn 4 teams bestaande uit ongeveer 6 leerlingen en de docent is spelleider. De teams kunnen homogeen of heterogeen (qua thuiszitter of in de klas) worden samengesteld.
  • Het arrangement E-didactiek ADSL voor hybride lesgeven is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2021-03-15 22:02:34
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Deze casus maakt onderdeel uit van de workshop E-didactiek van de Kennismaatschap.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    adsl, didactiek, digitale didactiek, hybride lesgeven

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    De Kennismaatschap. (z.d.).

    E-didactiek leeg

    https://maken.wikiwijs.nl/48013/E_didactiek_leeg