De leerlingen krijgen allemaal de opdracht de behandelde stof van het laatste hoofdstuk goed te lezen. De volgende les maakt de docent viertallen in de klas en nummert de leerlingen.
De teams die zo ontstaan kunnen homogeen of heterogeen zijn. Als ze heterogeen zijn zal iedere leerling uit de klas een device moeten hebben waarop de opdracht is uit te voeren.
De nummer 1 legt aan nummer 3 de behandelde leerstof uit en 2 doet dat bij 4. Uiteraard mogen 3 en 4 vragen stellen als ze iets niet begrijpen. Alles wat niet goed begrepen wordt schrijven ze op een centraal gelegen papier op de tafel. De leerlingen(teams) die thuis zitten doen dat bijvoorbeeld op een digitaal prikbord.
Het proces herhaalt zich, nu spelen 3 en 4 de docent. Nummer 3 legt uit aan 2 en nummer 4 aan klasgenoot 1. Problemen worden op het papier/digitaal prikbord geschreven.
Na deze twee rondes proberen de groepjes de gerezen problemen eerst zelf uit te zoeken. Over punten waar de leerlingen niet uitkwamen, volgt een klassengesprek.