Vanaf 1924 tot 1929 ging het goed in Duitsland. De economie groeide, de meeste mensen hadden werk, mensen kregen daardoor vertrouwen in de democratie.
In de Verenigde Staten hadden veel mensen met geleend geld aandelen gekocht.
Een aandeel is een bewijs dat je voor een klein stukje eigenaar bent van een bedrijf.
Gaat het goed met een bedrijf en het maakt veel winst, dan wordt het aandeel meer geld waard.
Gaat het slecht met een bedrijf, dan wordt het aandeel minder waard (het kan zelfs minder waard worden dan waarvoor je het gekocht hebt, je lijdt dan verlies).
In oktober 1929 kwam er een beurskrach in de Verenigde Staten. Daardoor werden aandelen in bedrijven in één keer veel minder waard. Veel mensen moesten hun aandelen die ze met geleend geld hadden met verlies verkopen.
Verder produceerden fabrieken teveel (overproductie). Gevolg was dat ze massaal mensen ontsloegen. Grote werkloosheid. Crisis.
Wereldcrisis
Amerikanen gingen minder importeren (spullen kopen) vanuit het buitenland.
Ze hadden zelf geen werk en daardoor minder te besteden voor buitenlandse handel.
Gevolg was dat Europese landen weinig meer konden exporteren (verkopen) aan Amerika.
Dit zorgde voor grote werkloosheid in Nederland, maar in Duitsland was het nog erger. Zes miljoen werklozen.
Dit had twee oorzaken:
1. Duitsland kon door de crisis weinig meer exporteren (verkopen aan het buitenland) en kreeg geen leningen meer van de Verenigde Staten om de economie weer op te bouwen.
2. Duitsland moest nog steeds veel geld aan België en Frankrijk betalen (herstelbetalingen). Daardoor hadden ze geen geld voor de eigen economie.
Verschillende regeringen beloofden aan de Duitsers dat het beter zou gaan. Maar drie jaar later ging het nog steeds slecht. Duitsers verloren het vertrouwen in de democratie en de politiek.
Hitler belooft werk
De NSDAP was de partij van Hitler.
Hitler was de leider (führer) en bepaalde wat er gebeurde.
Hitler was tegen democratie, hij vond de democratie zwak. Een land had een sterke leider nodig.
Hitler was voor een sterk leger.
Hitler gaf de joden de schuld van de crisis. Zij hadden voor alle ellende gezorgd beweerde hij.
Hitler beloofde de Duitsers dat hij zou zorgen voor werk.
Verder zou hij een einde maken aan het verdrag van Versailles. Geen herstelbetalingen meer.
Het leger zou weer opgebouwd worden met tanks en vliegtuigen (militairisme) en de Duitsers zouden trots op hun land zijn (nationalisme).
Hij ging autowegen bouwen en wapenfabrieken gingen volop produceren voor het leger.
Tanks, kanonnen, vliegtuigen, duikboten en ander oorlogsmateriaal werden volop gemaakt.
De werklozen kregen werk. De werkloosheid daalde. Europese landen gingen Duitsland als voorbeeld zien hoe je de crisis en de werkloosheid kon oplossen.
De joden kregen het moeilijk in Duitsland.
Direct nadat Hitler aan de macht was gekomen, werden Joodse winkels geblokkeerd. Koopt niet bij joden zeiden de SA soldaten van Hitler.
In 1935 verloren de joden hun burgerrechten. Hitler voerde rassenwetten in.
Joden hadden geen rechten meer en waren daardoor niet langer beschermd door de overheid.
Joden mochten niet trouwen of seks hebben met niet joden.
Joodse ondernemers mochten Duitsers die geen jood waren niet in dienst hebben.
In 1938 vond de Kristallnacht plaats.
Joodse winkelruiten werden kapot geslagen, synagogen (joodse kerken) in brand gestoken.
De actie was georganiseerd, want het vond plaats in de meeste Duitse steden.
Het werd veel joden duidelijk dat Hitler verder zou gaan. Velen wilden vluchten naar het buitenland, maar dat ging moeilijk. Het was crisis en in de meeste landen waren de joden niet welkom.
Journalisten opdracht
In geschiedenis werken we met standplaatsgebondenheid.
Dat wil zeggen je moet je kunnen verplaatsen in een andere tijd en op een andere plaats.
In deze opdracht gaan we met deze vaardigheid bezig.
Stel jij bent een journalist die werkt voor een Nederlandse krant. In januari 1939 kom je in Duitsland aan.
Je moet een verslag schrijven voor je krant hoe het in Duitsland gaat en hoe de Duitsers over Hitler denken (wat zeggen ze over hem).
In je verslag interview je drie mensen. (Een interview is een vraaggesprek)
1. Je interviewt een Duitsers die lid is van de NSDAP (de partij van Hitler)? Bedenk hierbij vijf vragen waarin duidelijk wordt hoe hij over Hitler denkt.
2. Je interviewt een Duitse arbeider die niet aan politiek doet. Hoe denkt hij over Hitler. Bedenk hierbij ook vijf vragen. (Het mogen niet allemaal weer dezelfde vragen zijn die je bij de vorige persoon hebt gebruikt.)
3. Je interviewt een Duitse joodse man (zijn naam die je in de krant schrijft is niet zijn echte naam).
Bedenk hierbij vijf vragen hoe hij over Hitler denkt. Geef ook aan waarom de joodse man niet zijn echte naam in de krant wil zien.
4. Je maakt een tekening van een van de drie personen die je geïnterviewd hebt.
Je verslag maak je in Word 1 A4 Lettertype Arial. Lettergrootte 12
Het arrangement Journalist tijden crisisjaren dertig in Duitsland is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Hans Dogger
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2023-01-19 07:45:55
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.