Inleiding - Romeinse Rijk
Uit een klein dorp genaamd Rome, ontstond het machtige Romeinse rijk dat het hele Middellandse Zeegebied, een groot deel van West-Europa en het Midden-Oosten bestreek. De Romeinen waren in eerste instantie niet zo origineel of beter dan andere volkeren. Wel waren ze harde vechters en heel slim in het overnemen en het beter maken van de waardevolle dingen uit andere culturen.
Omdat de Romeinen voor hen voordelige bondgenootschappen sloten, kregen de Romeinen veel macht en nieuwe gebieden. Onderworpen volkeren kregen een eenvoudige keuze: de dood of meedoen. Meedoen was voor onderworpen volkeren ook voordelig. De Romeinen brachten namelijk nieuwe dingen mee waar ze gebruik van konden maken, zoals aquaducten en een goed bestuur. Daarom kozen ze bijna altijd voor meedoen De Romeinen konden zo heel gemakkelijk een groot grondgebied beheersen.
Groei van het Romeinse Rijk
Van een klein dorp groeide Rome uit tot een machtig rijk. In de eerste periode breidde het grondgebied van Rome zich uit over Italië en de rest van Zuid-Europa.
Onder Julius Caesar groeide het Romeinse Rijk uit tot een wereldrijk (imperium). Grote delen van Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika hoorden erbij. De Romeinen legden goede wegen aan voor het leger.
Zo waren ook de meest afgelegen delen goed bereikbaar en gemakkelijker te besturen.
Langs de grenzen van het rijk stonden grenspalen.
Toen de Romeinen West-Europa veroverden hebben ze een stedelijke cultuur met zich meegenomen.
Rome was een grote stad. Er woonden wel een miljoen mensen.
In andere delen van het Romeinse Rijk waren kleinere steden en dorpen.
De meeste mensen waren boer en woonden op het platteland.
Ambachten en handel waren belangrijke bestaansmiddelen. Het was een agrarisch-stedelijke samenleving.
Van Rome tot een wereldrijk
Rome
Rond 600 v. Chr. ontwikkelde zich uit enkele kleine dorpen de stad Rome. Dat gebeurde op een plek waar mensen de rivier de Tiber konden oversteken.
264 v. Chr.
De inwoners van Rome vochten met stammen in de omgeving. Ze wilden meer landbouwgrond en macht over de handel. Tegen 264 v. Chr. viel een groot deel van Italië onder de heerschappij van Rome.
218 v. Chr.
Rome was machtig geworden.
Aan de andere kant van de Middellandse Zee lag Carthago. Rome en Carthago vochten tegen elkaar in de Punische oorlogen (264 v. Chr. - 146 v. Chr.).
133 v. Chr.
Rome won de Punische oorlogen en vernietigde de stad Carthago in 146 v. Chr. Zo kwam het grondgebied en de Middellandse Zeekust grotendeels in handen van Rome en daarmee ook de handel over zee.
Aan de andere kant van het Middellandse Zeegebied vroegen de Grieken de hulp van Rome tegen de Macedonische overheersling. De Griekse steden kwamen onder Romeins bestuur te staan.
44 v. Chr.
De bekendste Romein, Julius Caesar (100-44), zorgde voor een grote groei van het Romeinse Rijk. Hij sloot bondgenootschappen met vele landen.
14 na Chr.
Caesar werd in 44 v. Chr. door tegenstanders vermoord. Zijn neef en adoptiezoon Octavianus volgde hem op. Hij kreeg de naam Augustus (de verhevene).
In zijn tijd ontstond de Pax Romana, ofwel Romeinse vrede.
Het was een periode van twee eeuwen waarin er geen oorlog was. Zo kon de handel zich ontwikkelen. Er werden veel wegen aangelegd en er werden grote bouwwerken gebouwd.
90 na Chr.
De opvolgers van keizer Augustus zorgden in deze eeuw voor de laatste uitbreidingen. Zo werden onder keizer Claudius Engeland en Wales veroverd.
115-117 na Chr.
Onder keizer Traianus was het Romeinse Rijk het grootst.
Video: Romeinse Rijk
Romeinse Rijk: groot, machtig en rijk
Het einde van het Romeinse Rijk
In het Romeinse Rijk woonden rijke en arme mensen. De rijke mensen werden steeds rijker en kregen steeds meer land. De arme mannen moesten als soldaat ver van huis vechten. Hun gezinnen waren erg arm, moesten hard werken voor derijken en hadden geen ofweinig bezit.
De twee groepen kregen onenigheid.
In 130 v. Chr. brak er een oorlog tussen de groepen uit. Keizer Augustus wilde de strijd stoppen en dat lukte tijdelijk met veel geweld.
Er kwamen steeds meer vreemde volken de grenzen binnen. Keizer Augustus liet de grenzen van het rijk versterken. Rond het jaar 400 konden zijn opvolgers de komst van de vele nieuwe volken niet meer tegenhouden. De rijken gingen liever feesten dan goed besturen. De Romeinen verloren steeds meer macht omdat volkeren die in opstand kwamen wonnen. Rond het jaar 500 kwam er een einde aan het Romeinse bestuur.
Julius Caesar
Julius Caesar
Julius Caesar was één van de belangrijkste Romeinse leiders. Hij kwam uit een erg rijke familie. Daarom kon Caesar een machtig man worden in de Romeinse senaat. Maar daardoor maakte Caesar ook veel vijanden.
Als legerleider boekte Caesar grote successen in Gallië, waardoor zijn macht binnen het Romeinse leger ook snel groot werd. Caesars successen wekten de jaloezie op van veel machtige Romeinen, die zich tegen Caesar keerden. De vijandigheid mondde uit in een burgeroorlog, die in 45 voor Christus door Julius Caesar gewonnen werd. Daardoor kon hij als dictator over Rome heersen. Zijn tegenstanders waren echter nog niet helemaal verslagen, en beraamden in 44 voor Christus een moordaanslag op Caesar. Julius Caesar werd in de senaat met 23 messteken vermoord.
Zijn opvolger Augustus eerde Julius Caesar door zich keizer te noemen. Het woord keizer komt van Caesar.
Bekijk het filmpje over Julius Caesar
Julius Caesar