Het einde van het Romeinse Rijk

In het Romeinse Rijk woonden rijke en arme mensen. De rijke mensen werden steeds rijker en kregen steeds meer land. De arme mannen moesten als soldaat ver van huis vechten. Hun gezinnen waren erg arm, moesten hard werken voor derijken en hadden geen ofweinig bezit.
De twee groepen kregen onenigheid.

In 130 v. Chr. brak er een oorlog tussen de groepen uit. Keizer Augustus wilde de strijd stoppen en dat lukte tijdelijk met veel geweld.

Er kwamen steeds meer vreemde volken de grenzen binnen. Keizer Augustus liet de grenzen van het rijk versterken. Rond het jaar 400 konden zijn opvolgers de komst van de vele nieuwe volken niet meer tegenhouden. De rijken gingen liever feesten dan goed besturen. De Romeinen verloren steeds meer macht omdat volkeren die in opstand kwamen wonnen. Rond het jaar 500 kwam er een einde aan het Romeinse bestuur.