BVJ Thema 3 De bloedsomloop
HARTELIJK WELKOM.
Thema 3 over bloedsomloop zit er bijna op! Deze online les is voorbereiding zodat je zometeen een lekker hoog punt haalt. Je vindt hier een samenvatting en vragen om je kennis te testen. De docent kan jouw resultaten inzien en je nog wat laatste hulp en tips geven, schaam je dus niet als je een laag punt haalt, dit doe je voor jezelf!
(Geef het aan bij meneer Bernsen als je er feedback over wil hebben!)
Veel succes!
Het bloed
Je bloed bestaat voor 45% uit vaste stoffen. Dit zijn de;
- Rode bloedcellen
- Witte bloedcellen
- Bloedplaatjes
Daarnaast bestaat je bloed ook voor 55% uit vloeibare stoffen
- Bloedplasma, (vooral water)
Wist je dat? Een volwassen persoon maar 5 tot 6 liter bloed in zijn lichaam heeft. Een kind van 13 heeft ongeveer 3 liter bloed in zijn lichaam.
Functie van bloed:
Het bloed vervoert voedingsstoffen door je lichaam waarvan zuurstof de belangrijkste is. Jouw bloedsomloop is zo gebouwd dat alle organen in je lichaam voorzien worden van de benodigde voedingsstoffen. Ook vervoert je bloed afvalstoffen, zoals bijvoorbeeld koolstofdioxide (CO2). CO2 ontstaat wanneer je lichaamscellen reacties maken die jou energie geven om te bewegen en na te denken.
Je bloed is rood, omdat de cellen die zuurstof en koolstofdioxide vervoeren rood zijn (rode bloedcellen).
Wist je dat? Rode bloedcellen heel erg apart zijn? Ze bevatten namelijk geen celkern!
Jouw bloed pompt rond door je lichaam dankzij je hart, hier gaan we later verder op in.
Je bloed bevat ook cellen die slechte bacteriën en virussen, welke je lichaam in komen, kapot maken. Deze verdedigers zijn de witte bloedcellen.
Wist je dat? Veel witte bloedcellen flubberig en flexibel zijn? Ze kunnen zich zelfs uit je bloedbaan persen om jouw weefsels in te gaan.
Er komen ook bloedplaatjes voor in je bloed. De functie van deze bloedplaatjes is het stollen van je bloed. Wanneer je bijvoorbeeld een wondje hebt vormen de bloedplaatjes een korst. Dit is super belangrijk, anders zou je als een 'ballon' leeglopen wanneer je een wondje hebt.
Wist je dat? Bloedplaatjes zijn geen hele cellen zijn, maar stukjes van uiteengevallen cellen.
Omdat Rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes zijn niet vloeibaar zijn, is er een waterige stof nodig om ze te vervoeren. De waterige stof zorgt ervoor dat je de bloedcellen door je bloedbaan kunnen stromen. Deze waterige stof noemen we het bloedplasma.
Bloedvaten + De bloedsomloop
De bloedbaan van een mens groeit naar waar het nodig is. Je kunt het zien als een klimplant die naar alle hoeken van je lichaam klimt. Heb je wel eens zo lang op je arm gelegen dat het begon te tintelen? of misschien zelfs zo lang dat je hem even niet meer kon bewegen? Dit komt doordat je arm dan heel even niet goed doorbloed is. Zonder vers bloed kunnen je zenuwen geen prikkels doorgeven, daarom voelt je arm doof aan.
Bloedvaten zijn de buisjes waar je bloed doorheen stroomt. Er zijn 3 verschillende typen bloedvaten:
- Slagaders
- Aders
- Haarvaten
(zie de afbeelding 1 hieronder)
Voor je toets is het belangrijk wat het verschil is tussen deze bloedvaten. Hier worden ze één voor één uitgelegd!
Slagarders
Deze slagaders worden aangegeven met een rode kleur. We maken ze rood omdat deze aders van het hart af stromen. Aders bevatten 99% van de tijd zuurstofrijk bloed, omdat het net langs de longen en het hart is geweest.
Slagaders zijn heel dik en hebben een stevige wand. Dit is nodig omdat er vaak veel druk op staat. Het hart pompt hard!
Aders
De normale aders, simpelweg aders genoemd, stromen weer terug naar het hart. Omdat de aders zuurstof arm bloed vervoeren worden ze meestal in het blauw aangegeven. Aders zijn in de meeste gevallen zuurstofarm, ze vervoeren dus weinig zuurstof. Dit komt doordat het bloed al langs een orgaan is geweest en in de organen is gebruikt.
Aders zijn dun en flexibel, er staat niet zo veel druk op, dus ze hoeven niet heel stevig te zijn.
Er staat zelfs zo weinig druk op de aderen, dat ze als enige kleppen hebben binnen in. Deze kleppen kunnen maar naar één kant open gaan, dit zorgt ervoor dat het bloed niet terug kan stromen.
Haarvaten
Zoals je op afbeelding 1 kan zien liggen haarvaten precies tussen de slagaders en de aders. Haarvaten zijn de allerkleinste vertakkingen van bloedvaten. Deze haarvaten zitten overal in je lichaam, de haarvaten zorgen voor een makkelijke uitwisseling is van zuurstof van je bloed naar het weefsel waar de haarvaten doorheen lopen.
Het bloed stroomt dus van het hart af. Via de slagaders stroomt het bloed naar de haarvaten en via de aders stroomt het bloed weer terug naar je hart. Zo gaat de circel rond.
De dubbele bloedsomloop
Het bloed stroomt niet in 1 circel, maar in 2 circels door je lichaam. Zie afbeelding 2
- De grote bloedsomloop (lichaam)
- De kleine bloedsomloop (longen)
Weet je nog, dat er net stond dat de meeste slagaders zuurstofrijk en de meeste aders zuurstof arm zijn? De uitzondering hierop zijn de bloedvaten in de kleine bloedsomloop. De kleine bloedsomloop gaat van je hart langs je longen en weer terug naar je hart.
De longader is dus niet zuurstofarm, maar juist zuurstofrijk. Hij heeft namelijk net zuurstof opgehaald in de longen!
De grote bloedsomloop:
- Vanaf je hart --> Naar je hele lichaam (behalve je longen) --> Terug naar je hart.
De kleine bloedsomloop:
- Vanaf je hart --> Naar je longen (om zuurstof op te halen) --> Terug naar je hart.
(Afbeelding 1) De 3 typen bloedvaten
(Afbeelding 2) De dubbele bloedsomloop
Het hart
Het misschien wel je belangrijkste orgaan, omdat het alle andere organen laat functioneren. Als iemand een hartstilstand krijgt is de kans heel groot dat deze persoon (zonder hulp) ter overlijden komt. Dit komt doordat je constant vervoer van voedings- en afvalstoffen nodig hebt. Als iemand een hartstlilstand heeft dan klopt het hart niet meer, er wordt dan dus ook geen bloed meer rondgepompt. Zonder deze voedingsstoffen kunnen je cellen niet werken. Het hart moet dus altijd blijven kloppen!
Het hart bestaat uit een aantal onderdelen. Het is belangrijk dat je weet hoe deze heten en wat ze doen. Op afbeelding 1 zie je een buiten- en binnenaanzicht van het hart, de onderdelen zijn in deze afbeelding ook aangegeven.
Je hart is een spier, en heeft dus zelf ook voedingsstoffen nodig! De slagaderen en aderen die om je hart heen liggen komen uit het hart zelf, deze worden 'kransslagaders' en 'kransaders' genoemd (vertakking van de Aorta).
Het hart bestaat uit 4 holtes (2 boezems en 2 kamers) deze holtes worden gescheiden door 4 verschillende kleppen. Twee van deze kleppen noemen we de halvemaanvormige kleppen. Deze heten zo omdat ze de vorm hebben van een halve maan. Ook zit er een stevige tussenwand in je hart om de kamers van elkaar te scheiden.
De kleppen in je hart gaan maar naar één kant open, zodat het bloed nooit terug kan stromen!
Aan het hart zitten in totaal 5 grote bloedvaten aangesloten. Hoe kan dit? er zijn toch maar 4 holtes?
Dat klopt, maar wanneer het bloed via je aders terugstroomt in de grote bloedsomloop, kan het je hart's rechter boezem binnenstromen via 2 verschillende aders. Dit zijn de onderste en bovenste holle ader, beiden sluiten ze dus aan op je rechter boezem.
Let op!
Zie jij de kleuren van de bloedvaten in de afbeelding ook?
Het kan soms verwarrend zijn welke kleur wat doet.
De kleur heeft te maken met het zuurstofgehalte in je bloed. Rood betekend veel zuurstof, blauw betekend weinig zuurstof in het bloed.
HET VERSCHIL TUSSEN SLAG-ADERS EN ADERS:
- Als het een ader is, heeft het een dunne wand, en liggen ze ook dichtbij je huid.
- Als het een slagader is is hij dik, stevig en flexibel. Vaak liggen deze vooral dieper in je lichaam.
WELKE BAAN LOOPT JE BLOED AF?:
Vanuit het begin van de linker kamer, stroomt het je Aorta in en begint het aan de grote bloedsomloop. De Aorta is je dikste 'slagader', hier staat de grootste druk op omdat het bloed dat daar uit komt naar heel je lichaam stroomt.
Vanuit je Aorta stroomt het verder door je lichaam, via de aderen terug naar de onderste of bovenste holle ader, waarna het in je rechter boezem komt.
Nu we klaar zijn met de grote bloedsomloop, gaat het bloed vanuit je rechter boezem naar je rechter kamer, waar het bloed vervolgens via je longslagader naar je longen toegepompt wordt. Dit is de kleine bloedsomloop. vanuit je longslagader gaat het met nieuw zuurstof via je longader terug naar je hart, waar het in de linker boezem komt, om vanuit daar weer de hele cyclus opnieuw te beginnen in de linker kamer.
Je hart klopt altijd 2x snel achter elkaar. "1-BONK 2-BONK........ BONK BONK....... BONK BONK.......etc"
De eerste 'klop' zijn je kamers die samentrekken, zodat het bloed naar je lichaam en longen stroomt. De tweede 'klop' zijn je boezems die samentrekken, zodat er weer nieuw bloed in je kamers komt. Na een seconde herhaalt dit zich.
Interessant: wanneer een dokter naar het kloppen van je hart luistert, hoort hij niet het geluid van je boezems en kamers die samentrekken, dat kan je namelijk niet horen! Je hoort het terugklappen van de kleppen in je hart.
Veel mensen denken dat het de samentrekking is, maar dit klopt niet ;) .
Tussen de 2 hartslagen vindt ook een korte hartpauze plaats, waarbij het bloed weer in het hart kan vloeien.
VOLGORDE VAN HET HART:
- Samentrekken van de boezems.
- Samentrekken van de kamers.
- Hartpauze, de boezems lopen weer vol met bloed.
De toets
Test: Diagnostische toets De bloedsomloop
Start