4.1 Prikkels en gedrag
De komende weken ga jij jezelf trainen tot etholoog. Een etholoog is een biologische wetenschapper die het gedrag van dieren bestudeert. Ethologie is dan ook de wetenschappelijke naam voor gedragsbiologie. Als gedragsbioloog vraag je je altijd af waarom dieren of mensen de dingen doen die ze doen. Gedragsonderzoek is er belangrijk voor een aantal toepassingsgebieden. Dit zijn dierenwelzijn, natuurbeheer, gedragsbeinvloeding, leren en sport.
Wat ga je leren?
- je gaat leren wat gedrag is
- je gaat leren hoe gedrag tot stand komt
- je gaat leren hoe ethologen naar gedrag kijken en hoe zij onderzoek doen (en jij straks dus ook)
Wat ga je doen?
- luisteren naar de uitleg (en lezen van de basisstof)
- het maken van de lesopdracht
- maken opdrachten uit het werkboek
Lesopdracht: Hoe komt gedrag tot stand?
Het vorige hoofdstuk hebben we gekeken naar prikkels en de zintuigen die deze prikkels verwerken. Deze zelfde prikkels gebruiken we ook bij gedragsbiologie. De prikkels om ons heen en die we zelf voelen beïnvloeden namelijk ons gedrag.
Doen:
- Bekijk de affebeelding en de video hieronder. Maak vervolgens de opdracht daaronder.
Video: sleutelprikkels bij stekelbaarsjes
- Pak een a4'tje en maak een begrippenlijst. In een begrippenlijst schrijf je lastige begrippen op, vervolgens zet je erbij wat deze begrippen beteken. Verder kan het ook helpen om voorbeelden te verzinnen bij de begrippen. Deze kan je later weer gebruiken bij het leren.
- Vul de volgende begrippen in op je begrippenlijst: gedrag, inwendige prikkels, uitwendige prikkels en sleutelprikkels. Verzin bij inwendige prikkels, uitwendige prikkels en sleutelprikkels minimaal 3 voorbeelden per begrip.
Gedrag:
|
Inwendige prikkels:
|
Uitwendige prikkels:
|
Sleutelprikkels:
|
Lesopdracht: Hoe bestudeer je gedrag?
Toets: Objectief vs subjectief
Werkboek opdrachten
- Maken H4.1 opdrachten: 2A + 6 + 10 +12 + 14 +19 +20 + 21 + 22
4.2 Leren
Bij de vorige basisstof hebben we gekeken naar verschillende prikkels. Ook hebben we gekeken naar de manier waarop gedrag wordt bestuudeert. We bestuderen gedrag onder andere zodat we de wereld beter om ons te begrijpen maar ook om een dier bijvoorbeeld een hond trucjes aan te leren.
In deze paragraaf ga je kijken naar verschillende manieren waarop gedrag wordt aangeleerd.
Wat ga je leren?
- je gaat leren op welke manieren gedrag wordt aangeleerd: imiteren, straffen, belonen, oefenen, inizicht, inprenting & gewenning
Wat ga je doen?
- Lezen van de tekst
- Begrippenlijst uitbreiden (van H4.1)
- Lesopdracht: spelen met gedrag
- Maken opdrachten werkboek
1. Lezen
2. Begrippenlijst
De vorige keer zijn we begonnen met het maken van een begrippenlijst. Deze ga je nu verder uitbreiden.
Begrip
|
Betekenis
|
Gedrag
|
|
Inwendige prikkel
|
|
Uitwendige prikkel
|
|
Sleutelprikkel
|
|
Imiteren
|
|
Oefenen
|
|
Inzicht
|
|
Inprenting |
|
Belonen en straffen |
|
Reflex |
|
Gewenning |
|
3. Lesopdracht
Zoals je hebt gelezen kun je gedrag bij dieren aanleren doormiddel van belonen en straffen. Hierbij zorg je dat een bepaalde prikkel (de straf of beloning) wordt gekoppeld aan bepaald gedrag (bijvoorbeeld dat een hond netjes gaat zitten).
Bij mensen werkt dit ook. Bekijk de video hieronder maar eens.
Doen
Je hebt nu gezien dat de jongen de prikkel (het geluid van zijn telefoon) had gekoppeld aan de reactie van zijn broer (de broer verwacht een propje en reageert hier op). Jij gaat nu een soort gelijk experiment uitvoeren. Bedenk thuis een 'proefpersoon' die jij bepaald gedrag wilt aanleren. Dit mag ook je huisdier zijn.
wat ga je doen?
- Je gaat een practicum opzet maken, deze bestaat uit:
- een onderzoeksvraag
- een werkplan
- resultaten
- conclusie
- Bedenk een onderzoeksvraag, bijvoorbeeld: Hoe kan ik een schrikreactie uitlokken bij mijn broer door alleen een geluid te laten horen?
- Vervolgens ga je een werkplan opstellen: welke stappen zijn er nodig om deze reactie uit te lokken?
1. Kies een geluid (bijvoorbeeld een zoomer)
2. Kies een handeling die normaal een schrikreactie uitlokt (het gooien van een bal)
3. Speel vervolgens steeds het geluid af en voer tegelijk de handeling uit
4. Herhaal stap 3 ongeveer 5 ot 8 keer
5. Speel nu alleen het geluid af
- Vervolgens ga je werkplan uitvoeren
- Daarna beschrijf je je resultaten (dit mag ook in de vorm van een video)
- Eindig met je conclusie
4. Werkboek opdrachten