Goed om je te zien! We zijn inmiddels klaar met het hoofdstuk ordening. De toets komt er binnenkort aan. Om je zo goed mogelijk voor te bereiden voor de toets gaan we in deze les samen het hoofdstuk ordening behandelen.
Lesdoelen:
Aan het einde van deze les...
... kun je de organismen in vier rijken delen op basis van de celkenmerken;
... kun je uitleggen wanneer een organisme tot één dezelfde soort behoort;
... kun je uitleggen hoe bacteriën en schimmels zich voortplanten;
... kun je uitleggen op welke manier bacteriën en schimmels nuttig en schadelijk kunnen zijn voor de mens;
... kun je het rijk van de planten indelen in drie stammen en de bijbehorende klassen;
... kun je het rijk van de dieren verder indelen in stammen en klassen;
... kun je dieren ordenen op basis van hoeveel poten ze hebben;
Als je aan het einde van deze les nog steeds moeite hebt met dit hoofdstuk dan kan je bij het kopje extra opdrachten nog even door oefenen.
Niet alle dieren die in het water leven behoren tot de stam vissen. Een octopus komt in het water voor maar behoort tot de stam weekdieren. Wat fascinerend aan een octopus is, is dat het dier maar liefst drie harten heeft. Het ene hart pompt bloed door het lichaam en de andere twee harten worden gebruikt om bloed door de kieuwen te pompen. Ook als een octopus een arm verliest, groeit deze na een aantal maanden weer aan. Kort gezegd: een waanzinnig dier!
Basisstof 1. Organismen ordenen
Als we naar de supermarkt gaan zien we dat de artikelen geordend zijn. Volkorenbrood en krentenbollen vindt je op de broodafdeling. Brocolli en spruitjes vindt je op de groenteafdeling. In de biologie wereld doen we ook aan ordenen. We letten op kenmerken en eigenschappen van de organismen.
Biologen delen organismen in vier rijken in. De vier rijken zijn de bacteriën, de schimmels, de planten en de dieren. In afbeelding 2 zie je een vertakkingsschema van de indeling van organismen. Een vertakkingsschema creëert een overzicht van de indeling van organismen.
Afbeelding 2
BRON: Turan, R. (2020). Vertakkingstabel biologie [Vertakkingstabel]. In Vertakkingstabel biologie.
Om organismen in een groep in te delen kijken de biologen naar de celkenmerken. Deze kenmerken zijn: een celkern, een celwand en bladgroenkorrels. Planten hebben in alle groene delen bladgroenkorrels. Hierin vindt een proces plaats waarbij glucose wordt gemaakt. Dit noemen we fotosynthese. Sommige organismen bestaan uit één cel. Dit noemen we eencelligen. Een meercellig organismen bestaat uit meerdere cellen. In afbeelding 3 zie je de celkenmerken van organismen uit de verschillende rijken.
Bron: Turan, R. (2020). Celkenmerken organisme, schematisch [Organisme]. Biologie.
Organismen behoren tot één soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. Een dwergteckel en een Duitse hond zijn twee verschillende soorten rassen maar behoren tot dezelfde soort. Ze kunnen, als ze paren, wel vruchtbare nakomelingen krijgen.
Opdracht 1, basisstof 1 Organismen ordenen
Maak de onderstaande woordpuzzel.
Klik op het hokje voor de beschrijving van het woord die we zoeken.
Basisstof 2. Bacteriën en schimmels
Wist je dat er gemiddeld op je kussen ongeveer 350.000 bacteriën leven. Dat is een hoop natuurlijk! Bacteriën en schimmels komen overal voor. Ze zitten in de lucht, in het water, op de grond, zelfs op je huid en in je lichaam. Sommige bacteriën en schimmels zijn schadelijk maar anderen ook weer niet. Denk aan een champignon, dit is een schimmel die we als voedingsmiddel gebruiken.
Voortplanting bij bacteriën
Bacteriën planten zich voort door middel van deling. Elke keer wanneer een bacterië zich deelt groeit het weer to ze even groot zijn als de oorspronkelijke cel.
Voortplanting bij bacteriën
Bron: Turan, R. (2020). Voortplanting bij bacteriën, Biologie [Bacteriën].
Voortplanting bij schimmels
Schimmels kunnen eencellig of meercellig zijn. Een schimmelcel heeft geen bladgroenkorrels, maar wel een celwand en een celkern. Een eencellige schimmels noemen we ook wel gisten. Een meercellige schimmel bestaat uit lange, dunne draden, de schimmeldraden. Dit zie je vaak terug op een beschimmelde boterham.
Eencellige schimmels planten zich voort door deling. Meercellige schimmels planten zich voort door sporen. Sporen zijn cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan.
Nuttige bacteriën en schimmels
De meeste soorten bacteriën en schimmels leven van dode resten van organismen. Er ontstaat daarbij voedingsstoffen voor planten. Bacteriën en schimmels worden daarom reducenten genoemd. Sommige bacteriën en schimmels worden gebruikt bij het maken van voedingsmiddelen. Schimmels zijn vooral bekend om schimmelkaas, champignons. Gist wordt gebruikt voor o.a brood en wijn. Met behulp van bacteriën worden zuurkool en yoghurt gemaakt. Bacteriën kunnen echter ook infectieziekten veroorzaken(keelpijn, ooronsteking).
Nuttige schimmels kunnen dienen als:
Voedsel of gebruikt worden bij het maken van voedsel;
Opruimen van dode resten van organismen(reducenten);
Maken van medicijnen.
Schadelijke schimmels kunnen dienen als:
Kunnen voedsel laten bederven en een infectie veroorzaken, Schimmelinfectie.
Planten en dieren kunnen worden aangetast door schimmels.
Hygiëne.
Basisstof 3. Planten
Bekijk eerst het filmpje en maak de bijbehorende opdrachten.
Turan, R. (2020). Basisstof 3 Planten. YouTube.
Opdracht, basisstof 3 planten
Om de opdrachten van basisstof 3 te maken, Klik je op de onderstaande link en voer de je de code 'TURAN1778' in:
Er zijn meer dan een miljoen verschillende soorten dieren op de wereld. Ze hebben allemaal dezelfde celkenmerken. Ze hebben een celkern, geen bladgroenkorrels en geen celwand. Biologen verdelen het rijk van de dieren in acht stammen. Tijdens de indelen kijken ze naar het skelet. Heeft het dier een uitwendig of een inwendig skelet? Veel dieren krijgen hun stevigheid en bescherming door het skelet.
Bekijk dit filmpje hieronder. Het is belangrijk dat je de acht stammen van de dieren kent met de bijbehorende kenmerken.
Joost, B. M. (2017, 10 januari). Basisstof 5 Het rijk van de dieren. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=JAZdXO5J0xg&feature=youtu.be
Hieronder vindt je het vertakkingsschema van het dierenrijk:
Turan, R. (2020). Vertakkingstabel biologie [Vertakkingstabel]. In Vertakkingstabel biologie.
Basisstof 5. Geleedpotigen en gewervelden
Het dierenlrijk kent acht stammen. De geleedpotigen en gewervelden zijn de twee stammen die we verder indelen in klassen.
Geleedpotigen
De geleedpotigen hebben een uitwendig skelet. Dit skelet zit om het lichaam van het dier als een stevig pantser. Het skelet kan niet meegroeien waardoor deze dieren tijdens het groeien vervevellen. De poten van de geleedpotigen zijn geleed. Dat wil zeggen dat ze uit kleine delen bestaan. De stukjes heten leden.
De geleedpotigen kunnen we verder indelen in vier klassen:
1. duizenpoten:
Deze dieren hebben meer dan tien poten.
2. Kreeftachtigen:
Deze dieren hebben tien poten.
3. Spinachtigen:
Deze dieren hebben acht poten.
4. Insecten:
Deze dieren hebben zes poten.
Gewervelden
Gewervelden hebben een inwendig skelet met een wervelkolom. Een wervelkolom bestaat uit wervels. Er zijn vijf klassen gewervelden: vissen,amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren. Zie tabel hieronder voor de kenmerken van de vijf klassen van de gewervelden.
Bron:Turan, R. (2020). Kenmerken gewervelden [Gewervelden,tabel].
Warmbloedig en koudbloedig
Bij sommige dieren is de temperatuur van het lichaam altijd constant. Deze dieren noemen we warmbloedig. Andere dieren moeten hun lichaamstemperatuur juist aanpassen aan de omgeving. Deze dieren zijn koudbloedig.
Uitdaging
Vond jij planten een interessant onderwerp en wil jij weten of planten ook als geneesmiddel werken? Klik op het filmpje hieronder:
Extra opdracht
Als je het hoofdstuk nog lastig vindt, oefen nog even door middel van deze opdracht hieronder.
Het arrangement Ordening is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Rabia Turan
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-01-12 21:30:01
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.