De Franse revolutie

De Franse revolutie

Welkom!

Hi hallo daar!

Vandaag ga je in je eentje studeren. Chromebook open.  Andere tabbladen weg. En huppakee.
Je bent vandaag je eigen docent, alles wat je leert, doe je zelf. Zonder je docent! Uiteraard is je docent wel aanwezig om te helpen als het echt niet lukt!

 

Alleen studeren? Hoe dan? Dat is toch lastig als we de stof nog niet hebben gehad? Geen zorgen, heel lastig zal het niet zijn.
In deze wikiwijs zitten teksten en een filmpje! Deze zullen je helpen, alle informatie die je nodig hebt staat in de wikiwijs (en je boeken) onder de verschillende kopjes!

En zoals jullie weten heeft  elke les zijn eigen doelen. Want wat moet jij aan het eind van de les nu precies kunnen en weten?
De leerdoelen zijn enorm belangrijk omdat je uiteindelijk over dit onderwerp ook een toets moet maken, en dan willen we wel dat je kennis over het onderwerp hebt.  

 

Leerdoel 1:

Aan het eind van de les kan ik uitleggen hoe de Franse Revolutie is begonnen.

Leerdoel 2:

Aan het eind van de les kan ik uitleggen wat de gevolgen van de Franse Revolutie waren op de Franse bevolking.

 

Leerdoel 3:

Aan het eind van de les kan ik de gebeurtenissen die plaats hebben gevonden tijdens de Franse Revolutie op de juiste volgorde plaatsen.

 

Dus wat is nu de bedoeling? Hieronder kort de instructies.

Wat: Je gaat de wikiwijs zelf onderzoeken, je gaat de teksten zelf lezen en de opdrachten maken.


Hoe:  Individueel, achter je chromebook.


Hulp:  Je mag zachtjes overleggen als je er niet uitkomt.  Je boek mag je ook gebruiken


Tijd:  Je hebt totaal 45 minuten


Uitkomst:  Aan het eind kan je als de docent er om vraagt antwoord geven op de leerdoelen, en de proeftoets goed afronden.


Klaar:  Maak de bijbehorende vragen uit je werkboek!

Succes!

Herhaling vorige les.

Herhaling Het Ancien Régime

Al sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving een standensamenleving. Dat houdt in dat de maatschappij was opgedeeld in groepen, anders gezegd standen. Al deze standen hadden hun eigen plaats en taken. Je geboorte bepaalde de stand waartoe je behoorde. De drie standen waren:

  1. De eerste stand:  Geestelijkheid
  2. De tweede stand: Adel
  3. De derde stand:  Bourgeoisie/burgers

Het overgrote gedeelte hoorde bij de derde stand en de bovenste laag van de derde stand was de bourgeoisie. Dit waren rijke burgers, die in de steden woonden en een luxeleven leidden. Ondanks dat de bourgeoisie rijk was en belangrijke taken in de maatschappij vervulden, hadden zij geen invloed op het bestuur.

De eerste en tweede stand genoot van voorrechten. Deze werden ook wel privileges genoemd. Zo hoefden de tweede stand maar heel weinig belasting te betalen in tegenstelling tot de derde stand.

In Frankrijk had de koning alle macht. Het was een absolute koning. Lodewijk XVI regeerde net als zijn voorgangers vanuit het paleis van Versailles en kreeg hulp bij het bestuur van de geestelijkheid en adel. De derde stand had geen invloed. Deze manier van regeren noemen we het ancien régime.

Toen Lodewijk XVI koning werd had Frankrijk grote problemen, het land stond op het punt om failliet te gaan. Dit kwam onder andere door de oorlogen die de vorige koningen hadden gevoerd en het dure leventje van Marie Antoinette. Lodewijk wilde dus de belastingstelsel veranderen, maar hiervoor had hij de steun van de drie standen nodig. En daarom besloot hij de Staten-Generaal voor het eerst in honderd jaar bij een te roepen. Elke stand koos zijn eigen afgevaardigden.

Paragraaf 4: De Revolutie begint.

Uitleg

De Eed op de Kaatsbaan
De Eed op de Kaatsbaan

Een nieuwe volksvertegenwoordiging:

Frankrijk leed aan grote financiële problemen onder Lodewijk XVI.  Hierom wilde de koning een voorstel om het belastingstelsel te veranderen voorleggen aan de Staten-Generaal. Op  5 mei 1789 kwamen de vertegenwoordigers van de drie standen bijeen in Versailles. Er waren 300 geestelijken, 300 edelen en 600 burgers.

De koning had alle vertrouwen dat de Staten-Generaal akkoord zou gaan met zijn voorstel, hij wilde per stand laten stemmen en ging ervan uit dat de eerste en tweede stand zijn voorstellen wel zouden steunen.  De derde stand was het hiermee niet mee eens, zij wilden dat er per hoofd zou worden gestemd, aangezien zij het grootste gedeelte van het land vertegenwoordigden. Op de kaatsbaan richtten zij hun eigen vergadering op: De Nationale vergadering. Ook spraken zij af om niet uiteen te gaan voordat Frankrijk een grondwet had.

Val van de Bastille.  

Het grootste deel van de Franse bevolking hoopte dat de Nationale Vergadering hun situatie zou verbeteren. Maar toen kwam het gerucht dat Lodewijk XVI soldaten naar Parijs zou sturen om leden van de Nationale Vergadering gevangen te nemen.
De Parijzenaren kwamen hierdoor in opstand en trokken op 14 juli  met tienduizenden inwoners door de straten van Parijs. Op zoek naar wapens trokken zij naar de Bastille, een fort dat als gevangenis werd gebruikt. De bewakers van het fort gaven zich snel over en de koning wist deze opstand niet neer te slaan. Hij moest nu wel de Nationale Vergadering erkennen.
De Franse Revolutie was begonnen. Snel daarna sloeg de opstand over naar het platteland, waar arme boeren kloosters en kastelen plunderden en edellieden vermoordden.
In augustus 1789 keerde de rust tijdelijk terug, toen de Nationale Vergadering de voorrechten van de eerste en tweede stand afschafte.

Op 26 augustus werd de Verklaring van de Rechten van de Mens en de burger aangenomen. Daarin stond dat de Fransen gelijke rechten en plichten kregen.
In 1791 was de grondwet klaar. Met die grondwet kwam er een einde aan de absolute macht van de koning en rijke burgers kregen nu stemrecht.

Girondijnen en jacobijnen

Veel edelen voelden zich door al deze ontwikkelingen bedreigd en vluchtten naar het buitenland. In 1791 probeerde ook de koning met zijn gezin te vluchten. Dit mislukte. Kort hierna brak er ook nog eens oorlog uit tussen Frankrijk aan de ene kant, en Pruisen en Oostenrijk aan de andere kant.  Veel Fransen waren bang dat de Europese vorsten Frankrijk zouden binnenvallen en de revolutie zouden terugdraaien.

De Revolutionairen beschuldigden Lodewijk XVI van landverraad, omdat hij buitenlandse vorsten zou hebben gevraagd om hem te helpen door het sturen van soldaten. De koning werd uiteindelijk in augustus 1792 ter dood veroordeeld, en op 21 januari 1793 werd Lodewijk XVI onthoofd. Frankrijk was nu een Republiek.

In de Nationale Vergadering waren op dat moment de girondijnen, de gematigde bourgeoisie, de baas. Veel Fransen waren echter ontevreden over hun bestuur en hun leider Brissot. De jacobijnen, gesteund door de arme bevolking, maakten van de situatie gebruik en grepen, onder leiding van Maximilien de Robespierre, de macht. Ze beloofden het gewone volk meer macht te geven en grond onder de boeren te verdelen.
Het nieuwe bestuur leidde tussen september 1793 en augustus 1794 tot een schikbewind: de Terreur. Iedereen die niet meewerkte, werd onder de guillotine onthoofd.

De Bestorming van de Bastille
De Bestorming van de Bastille

Korte opdracht!

Oefenopdracht: Socrative

Je hebt nu behoorlijk wat gelezen. Om te kijken of je alles hebt begrepen is hier dus een korte oefen opdracht voor jou! Deze maak je individueel. Zodra je klaar bent ga door met de rest van de Wikiwijs. 

 

De Franse Revolutie
Gebruik de volgende code om toegang te verkrijgen tot de oefenopdracht op socrative: JAVED9906

Extra informatie

Filmpje

Alleen maar lezen is ook niet leuk natuurlijk, hierom heb ik een kort kennis clipje gemaakt. Hierin worden de kernpunten van de Franse Revolutie (oorzaken en gevolgen) nog even kort uitgelegd! 

Kennisclip: De Franse Revolutie

Extra uitleg: Lodewijk XVI en Marie Antoinette

Lodewijk XVI en Marie Antoinette

Lodewijk XVI  was getrouwd met Marie Antoinette, wie uit Oostenrijk kwam. Marie Antoinette kwam best vaak in slecht daglicht te staan. De bevolking vond haar maar enorm verwend, wie de schatkist van Frankrijk aan het leeg plunderen was. Want Marie gaf niet alleen het geld dat van haarzelf was uit, maar ook het geld dat vanuit de schatkist van Frankrijk kwam. 
Toen de bevolking honger leed en Marie Antoinette hier achter kwam, heeft zij volgens geruchten ook het volgende gezegd: "Laat ze maar taart eten!"
Deze uitspraak zorgde natuurlijk voor veel woede onder de bevolking, want hoe moesten zij taart eten, als ze niet eens brood op de tafel konden krijgen?! Daarnaast kwam Marie Antoinette nog wel in meer schandalen terecht, iets wat niet heel goed was voor een vorstin!

Toen de revolutie uitbrak in Frankrijk, probeerden Lodewijk en Marie Antoinette naar Oostenrijk te vluchten, want daar kwam ze namelijk vandaan. Deze vluchtpoging mislukte, waardoor Lodewijk en Marie Antoinette werden opgepakt.
Beide werden ter dood veroordeeld, en toen Marie Antoinette naar de guillotine werd gebracht, heeft ze haar hoofd recht op gehouden. Zelfs toen was ze zo trots als een pauw!

Extra uitleg: Belangrijke oorzaken van de Franse Revolutie.

Hier staan kort de belangrijke oorzaken van de Franse Revolutie. 

1.  Mensen begonnen anders na te denken, dit kwam ook wel door de Verlichting.  De Verlichting stelde namelijk de rede tegenover de traditie en ging uit van vrijheid, gelijkheid, broederschap en de idee van de volkswil. Het absolutisme, waaruit de vorsten in Europa heersten, paste hier niet bij. 

 

2. Sociaal ging het ook niet goed. Frankrijk kende natuurlijk een standensamenleving. De eerste en tweede stand betaalde geen belasting. En dat niet alleen, ze hadden ook nog eens veel macht! Dit zorgde natuurlijk voor veel ontevreden gevoelens bij de derde stand; het overgrote gedeelte van Frankrijk. 

 

3. Economisch ging het ook niet goed met Frankrijk. De schatkist was leeg aan het raken en het rijk leed aan enorm armoede. Veel mensen konden geen brood meer op tafel krijgen, terwijl de eerste en tweede stand het gewoon goed hadden. Veel mensen leden dus ook honger. 

 

Dit zijn drie belangrijke oorzaken die geleid hebben tot de Franse Revolutie!

Verdiepende Informatie: De verlichting

De Verlichting, Bijgeloof, Nieuwe Ideeën en filosofen.

Voor de Franse Revolutie uitbrak was er in Frankrijk iets anders aan de hand. Mensen begonnen anders na te denken en kregen andere ideeën over bepaalde onderwerpen. Vanaf dat moment waren dachten veel mensen rationeel na. Het was niet meer klakkeloos alles overnemen van de kerk en de koning. Mensen begonnen nu zelf na te denken over kwesties en vragen. Deze verandering in de maatschappij wordt ook wel de Verlichting  genoemd.

In de 18e eeuw had je ook mensen in de Franse maatschappij die de hele mikmak genaamd religie als ‘bijgeloof’ zagen en dat kwam dus een door de Verlichting. De leiders van deze groep, de filosofen, hadden verschillende visies en specificaties.

De filosofen dachten na over maatschappij en over wat er in de wereld zou moeten gebeuren. En over hoe een maatschappij bestuurd zou moeten.  De filosofen geloofden dat met rationeel nadenken het de maatschappij waarin zij leefden kon verbeteren. Het verspreiden van informatie zou hier ook bij helpen. Als voorbeeld van een filosoof zullen we Rousseau er even bij pakken: Rousseau was een extreem populaire schrijver in de tweede helft van de 18e eeuw. Volgens Rousseau moesten mannen ‘actief en sterk’ zijn en vrouwen ‘passief en zwak’. Rousseau pleitte ervoor dat vrouwen de traditionele rollen behielden (de man werkt en de vrouw zorgt voor het huishouden en de kinderen). Rousseau benadrukte dat het belangrijk was dat traditionele rollen hielpen in het vormen van de burgers.
Daarnaast gingen Rousseau’s andere ideeën en meningen ook uit van ‘het Maatschappelijk Verdrag’. Dit was een sociaal contract tussen vrije individuen, die besloten een gemeenscha te vormen. De wil van het gezamenlijke volk was de enige bron van staatsgezag.

Veel mensen begonnen zich langzaam te keren van de katholieke kerk in de tweede helft van de 18e eeuw. Minder ouders vernoemden hun kinderen nog naar heiligen, onder andere. De verlichting was een ‘beweging’ van de welvarende mensen.

Door deze veranderingen, sommige klein en sommige groot, in de maatschappij werden langzaamaan de ideeën van de Revolutie gevormd.

Oefenvragen

Proeftoets

Je gaat zo een kleine proeftoets maken.
Bij de open vragen kan het zo zijn dat de toets aangeeft dat je de vraag verkeerd hebt beantwoord, dit komt doordat iedereen natuurlijk andere zinnen intypt en het systeem alleen enkele standaard antwoorden kent. Dus je hoeft je geen zorgen te maken als je antwoord in principe goed is, maar fout wordt gerekend. Geef het aan, aan je docent en die zal dan naar je antwoord kijken.

Wat:  Je gaat een korte proeftoets maken (klik op het linkje onderin).
Hoe: Individueel. 
Tijd:  10 minuten.  
Klaar:  Maak de woorzoeker die onderaan de begrippenlijst staat! 
 

Succes!

Proeftoets

Belangrijke begrippen + woordzoeker

Begrippenlijst + woordzoeker

Vandaag heb je een volledige les via jouw chromebook gehad. Je hebt jezelf begeleidt, door goed de de instructies te volgen en kopje voor kopje alles langs te gaan.  
Je mag jezelf nu best een applausje geven, want dit is heel knap! Het zal je vast niet zijn ontgaan, maar in het filmpje en in de tekst die je hebt gelezen, waren enkele woorden dik gedrukt.

Hieronder is een lijstje met alle dik gedrukte woorden! Leer deze goed, want ze zijn belangrijk voor je uiteindelijke toets!

 

Grondwet: Document waarin is vastgelegd wat de rechten en plichten van burgers zijn en hoe het bestuur is geregeld.

Franse Revolutie: Grote, plotselinge verandering van de Franse samenleving en het bestuur, die begin in 1789

Girondijnen: Groep mensen tijdens de Franse Revolutie die veranderingen geleidelijk wilde doorvoeren en voorstander was van een Republiek.  Girondijnen vonden dat de arme mensen geen kiesrecht moesten hebben. Ze kregen steun van de bourgeoisie.

Jacobijnen: Groep mensen tijdens de Franse Revolutie die snel grote veranderingen wilde. Jacobijnen vonden dat het gewone volk meer macht moest hebben en dat de grond onder de boeren verdeeld moest worden. Zij kwamen in 1793 onder leiding van Robespierre aan de macht.

Terreur: Periode in de Franse Revolutie (1793-1794) waarin een kleine groep radicalen alle macht had en deze behield door de Fransen met geweld angst aan te jagen.

Bourgeoisie: De rijke burgers. Ze vormden in Frankrijk in de 18e eeuw de bovenste laag van de derde stand. De bourgeoisie had vóór 1789 wel geld, maar geen macht

Wil je oefenen met de begrippen?  
Hier is een woordzoeker! 

Woordzoeker

Feedback

Hallo beste leerlingen, daar ben ik weer. 

Zouden jullie alsjeblieft het volgende willen invullen:  Een enquête.  
Met jullie feedback weet ik waar ik me de volgende keer kan en moet verbeteren! 

Feedback

Bronnen

David, J. (1791). Eed op de Kaatsbaan [Illustratie]. Geraadpleegd van https://historiek.net/eed-op-de-kaatsbaan-1789/108016/

 

Goris, T. (2009). MeMo 2 Havo/vwo Werkboek (3de editie). ’s-Hertogenbosch, Nederland: Malmberg.

 

Houël, J. (1789). Prise de la Bastille [Illustratie]. Geraadpleegd van https://historiek.net/bestorming-van-de-bastille-1789/473/

  • Het arrangement De Franse revolutie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Jawayriya Javed
    Laatst gewijzigd
    2021-04-20 21:40:28
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les gaat over de Franse revolutie. Je kunt hier informatie, opdrachten en een filmpje vinden. Deze gaan allemaal over de Franse revolutie.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    De Franse Revolutie
    https://b.socrative.com/login/student/
    Link
    Kennisclip: De Franse Revolutie
    https://www.youtube.com/watch?v=NtB_o63a4XA
    Video
    Proeftoets
    https://forms.gle/8f5YYzp6b3Y6nTcH7
    Link
    Feedback
    https://forms.gle/tUeZW9ULkfQb4Bi47
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.